^eeuiütfe 3£erkbode wat moeten we öoen? Gen boek zonder slot Hoofd-Redacteur: Dr. DONDORP, Gapinge, Telefoon (01189) 4 70 toonbrood Met tie wolken A.D. Kwakzalverij exi bijgeloof* A.D. OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Adres voor opgave advertenties en predikbeurtenLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg 6 AUGUSTUS 1970 24e JAARGANG No. 5 „Ik worstel cn ontkom" Stel uw vertrouwen op de Here Jezus, en gij zult behouden worden. Handelingen 16:31. Opmerkelijk dat antwoord van Paulus en Silas aan de doodsbenawde en radeloze gevangenisdirecteur van Filippi. Om meer dan één reden. De apostelen gaan deze man niet van alles en nog wat uitleggen, maar ze zeggen: Jezus is Heer. Heer over alles. Daar moet je op vertrouwen. In Hem is je behoud. In het feit, dat Hij Heer is. Stel daar je vertrouwen op Iedereen, die denkt zichzelf nog wel te kunnen redden, verstaat van dit antwoord niets. Die is zelf nog heer. Maar als er mensen door Gods Woord worden aangeraakt, gaan er muren en deuren open en kan niets de haveloze armoe meer verbergen van het eigenlijke zelf. Dan is er de nood, de laatste nood, waarbij van alle gespartel om zich zelf te hebben op eigen krachten wordt afgezien. Dan wordt er ook niet meer geaarzeld en gedelibereerd met allerlei ja-maars, doch grijpt men de reddingsboei en pakt men de toegestoken hand, d.i. stelt men zijn vertrouwen op de Hete Jezus. Die cipier doet het. En dat is de grootste daad van zijn leven geweest. Die overgave aan de heerschappij van Jezus. Dat was wel het grootste wonder van die nacht vol wonderen daar in Filippi Want we weten ja, ook uit eigen ervaring dat wij niet geloven kunnen en dat wij niet geloven willen. En toch zijn daar gelovigen, d.w.z. zaligen. Een wandelend wonder is ieder die gelooft. Dat wonder verrichtte de Here Jezus. Maar Flij deed het o, zo gewoon. Hij zegt heel eenvoudig: „gelooft het Evangelie" Ja, maar het is een bevel. Hij beveelt het. En in de gehoorzaamheid aan het bevel wordt het wonder voltrokken. Want Zijn woord is met macht. Menselijkerwijs gaf Paulus aan die radeloze man een onmogelijke raad. Je kunt dan nu wel zeggen tot iemand, dat hij geloven moet Menige dominee heeft dat tot menig mens menigmaal gezegd: „Stel uw vertrouwen op de Here Jezus en geloof alleenlijk Dat wordt gezegd in de kerk en buiten de kerk, zonder dat het veel schijnt uit te halen. Maar weet u, dan zijn de mensen ook niet radeloos. Niet in nood. Ze ver trouwen nog op hun eigen heer-schappij Paulus geeft niet de raad: probeer het eens zus, of probeer het eens zo maar hij loopt die stokbewaarder omver met het bevel: „in de Naam des Heren, man, geloof Ons behoud wordt ons niet op een schaaltje gepresenteerd. Het Evangelie wordt ons niet met alle bescheidenheid ter overweging gegeven maar het wordt ons geboden. Op gezag van het Woord komen we tot de daad van het geloof. In de cipier was natuurlijk al het een en ander aan de gang. In zijn vragen was de Here Jezus reeds aan het werk. Toch geven de apostelen hem niet de raad, zichzelf eens te onderzoeken of er van binnen bij hem geen beginnetje van geloof te constateren viel. Maar roepen hem tot de daad. En .Jezus brengt hem tot de daad van geloof en bekering. We lezen van geen enkel woord dat hij terug zei. Zijn daad was zijn antwoord. Hij had raad gevraagd in zijn uiterste nood. En nam die raad ook aan. Wie werkelijk in nood is, neemt met beide handen de geboden hulp aan. Hij overlegt niet, aarzelt niet, twijfelt niet, maar gelooft dat het Evangelie van de heerschappij van Jezus Christus de kracht van God is tot zaligheid. Eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. Ook voor de heidenen. Voor die stokbewaarder. Voor u en voor mij. A.D. Abonnementsprijs 5.per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 25 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 25 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg Telefoon 01180-2438 Giro no. 4 22 80 Postbus 164. Wolken dienen in de profetie om majesteit te accentueren. De natuur is geen vijandige kracht, die geducht moet worden, of bedwongen door de listen van onze techniek, maar staat volledig ten dienste van de Zoon des mensen. Meer dan eens werd in Israëls ge schiedenis een wolk gebruikt voor de theophanie. Denkt aan de wolk een vuurkolom, die meetrok door de woe stijn een openbaring was van de godde lijke aanwezigheid. In die wolk was het mysterie van Immanuël: God-met-ons. Die dag zal met recht groot zijn: die dag des Heren als Jezus komt met de wolken. De man van smarten blijkt de rechter van het heelal te wezen. Dat raakt de hele situatie der we reld. Niet alleen op aarde, maar de gehele kosmische samenhang wordt door dat komen op de wolken van Christus in beweging gebracht. Wel werden steeds de grote in grijpende daden van God begeleid door gebeurtenissen, ook in de natuurlijke orde der dingen, doch dat was telkens van tijdelijke aard. Op Golgotha was er een zonsver duistering en er waren aardbevingen. Met Pasen wéér dat schokken van de bodem. Met Pinksteren het grote ge luid. Welnu, bij Christus' wederkomst wordt dat alles tezamen gevoegd en worden hemel en aarde weer bewogen. Dan voorgoed. ,,De zon zal verdui sterd worden en de maan zal haar schijnsel niet geven en de sterrenzullen van de hemel vallen en de krachten der hemelen zullen bewogen worden". Het is opmerkelijk, dat in de poëtische en profetische literatuur van de bijbel Gods gerichtoefeningen zonder uitzon dering worden beschreven als bege leid door dezelfde natuur-catastrophen: Egypte's ondergang; Babels verwoes ting enz. Dit zal ons echter niet verbazen, zodra we bedenken, dat dit alles een voorspel reeds was van die éne dag, als het définitieve oordeel geveld en het eindgericht voltrokken zal worden over de gehele goddeloze wereld. Wat eens literatuur was, wordt in het eindgericht volle werkelijkheid. Als de profeten Bel gekromd zagen en Babel verzwolgen, dan zagen ze daar dat éne grote werk van God in, die thans het oordeel heeft opgedragen aan een Man, nml. aan Jezus Christus, die het hele schema van de tegenwoor dige kosmische orde, alleen al door zijn komen, radicaal zal wijzigen. Gelijk golven der zee, zo zullen de krachten des hemels bewogen worden. Wat door Gods trouw eeuwen lang vaststond, wordt dan los gemaakt, zo dat het hele aspect der wereld veran dert. ,,De elementen zullen brandende vergaan". Maar in al die vreselijke ge beurtenissen zal toch deze wereld haar identiteit bewaren. Ontzaglijk zal dat alles zijn, voor wie het levend zullen meemaken. Al de geslachten der aarde zullen dan ook wenen en zich op de borst slaan vanwege de grootste con sternatie. Ook de gelovigen Doch zij zullen niet roepen: „Bergen, valt op ons en heuvelen, bedekt ons, om te ontkomen aan die ogen, die zijn als een vlam vuur". De dwaasheid der goddeloosheid en de zonde van het ongeloof zal dan zonneklaar blijken. En ieder ongelovige zal het erkennen: „Ik heb niet gewild. Ik ben wel genodigd en ben gewaar- Brood is een wonderlijk product. Het is zowel het resultaat van Gods geven, als van ons werken. De Here geeft ons ons dagelijks brood,' want Hij schenkt de vruchtbare getijden en de wasdom en de oogst. „Hij doet Zijn hand open en spijzigt mens en beest". Maar aan de andere kant is ons brood óók het product van een lange weg van menselijk werken Landbouw was ongetwijfeld het eerste bedrijf, door mensen beoefend. Bou wen, d.w.z. de grond bewerken, was reeds de opdracht aan Adam in het paradijs. Boeren en bakkers waren de grondleggers van de allereerste mense lijke industrieën. Daarom diende het toonbrood in de tabernakel tot een teken van alle mense lijk werk en van het gehele arbeidspro duct, dat de Here plechtig werd ge presenteerd in Zijn huis. In het toonbrood werd de plicht ge symboliseerd van alle mensen om als dienaren aan hun Heer te vertonen, wat ze hadden gepresenteerd. Maar dat is niet alleen plicht. Het is ook een voorrecht, dat door de gelovigen blij genoten wordt. Want ook in hun dagelijkse arbeid en in al hun gewone aardse dingen mogen ze priesters zijn van de allerhoogste God. Die alledaagse broden, twee stapel tjes eenvoudige koeken, lagen daar op een gouden tafel, vlak vóór het voor hangsel. Dus in de onmiddellijke nabij heid van die allerheiligste plek, waar de Schechina blonk in het geheimzin nige duister, en waar de glanzende cherubs bogen boven het verzoendeksel van de ark. Die broden waren dus een soort van offerande en die tafel was een altaar. Deze offergedachte wordt nog ver sterkt, door dat op elke stapel een schaal met geurend wierook werd ge zet. Het geheel was dus een biddend opdragen van Israëls activiteit en de resultaten daarvan aan de Here. In ons dagelijks leven mogen wij ons zelf niet zoeken en onszelf niet hand haven als doel en norm Het gaat niet om óns We zijn maar knechten, die hun leven aan God hebben te pre senteren. We spreken van de Here Jezus. Maar als we dit menen, betekent dit, dat Jezus Christus recht heeft op alles van ons. En dat Hij in ons dagelijks doen en laten, in ons werken en studeren, in ons spelen en rusten het doel is. Om Hem gaat het. Er moet een schaal met wierook branden op onze plannen en idealen. Op onze verloving en huwe lijk. Op onze activiteit in de maat schappij en op de resultaten van dat werk. Want dat moeten toonbroden zijn voor Gods aangezicht. Andere motieven, hoe goed ook op zichzelf, geven aan het leven, ook in alle eenvoudigheid, nooit die glans, die de toewijding aan de Here Jezus er aan geeft. Die wijding geeft blijdschap ook in moeiten en zorgen. En kracht, ondanks zwakheid en moedeloosheid. Ons leven moet toch een doel hebben Bewust of onbewust heeft het ook altijd een doel. Doch als dat niet hoger reikt, dan ons eigen belang het vooruitkomen in de maatschappij, ons al groter en groter worden dan loopt ons leven dood in onszelf en in de vergankelijkheid. Er zijn mensen, die alleen maar deze éne vraag stellen: „Wét heb ik eraan Wat kom ik er\ verder mee Zij eten al hun broden op en brengen er niet één voor Gods aangezicht. Tijd en aandacht hebben ze alleen voor hun maatschappelijke belangen en voor hun persoonlijke genoegens. Snappen ze niet, dat op die manier het leven voorbijgaat in volkomen doel loosheid schuwd. Ik heb het geweten, maar ik heb niet géwild". O, die dag Maar de gelovigen worden verga derd. „Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en ze zullen zijn uitverkorenen samenbrengen uit de vier windstreken, van het ene einde des hemels tot aan het andere einde". A.D. Want de zin van het leven, ligt buiten het leven Die broden zijn maar een heel ge woon product van menselijk werk, een huis-, tuin- en keuken-geval, maar de wierook, die er op staat, dringt door het voorhangsel van de tempel heen, tot in het heilige der heiligen, voor Gods aan- gezich. Wanneer de dienst van Jezus Chris tus het doel is van ons leven, zit er perspectief in. De taak van Godswege geeft aan het leven, ook aan het lijden, zin Dat we met al onze zorgen in 't heiligdom mo gen komen, bewaart ons voor de grauwe eentonigheid en voor de kleinzielige, bekrompen eigenbelang. Jezus Christus heeft niet alleen recht op onze vroom heid, maar op heel ons leven op deze aarde, die gebouwd en bewerkt moet worden en waar brood gebakken moet worden, enz. enz., doch waar al dat zwoegen en sjouwen ons goddelijk be roep is. Als wij geloven, dat Jezus Christus de Zaligmaker is, dan belijden we ook, dat Hij de Heer is, en leggen we ons hart met z'n idealen en ons leven met z'n arbeid voor Zijn aangezicht neer en bidden eerbiedig: „laat het alles, Heer, toegewijd zijn aan Uw eer". Maar het onafhankelijke leven van zgn. zelfstandige mensen, mist alle wij ding. Er is geen gouden tafel. Er is geen heiligdom. Er is geen tegenwoordigheid van een levende God. Maar die zelf standigheid betekent allerminst vrijheid Integendeel. Er is geen erger slavernij dan de gebondenheid aan zichzelf, 't Is de vrijheid van een schip, dat zonder stuur of kompas een speelbal is van de gol ven en wind. Denkt aan de stormen Want er zijn duistere machten losgebroken in deze wereld. Als Jezus Christus ons stuur beheerst en Gods Woord ons kompas is, hebben we echter een veilige vaart hoezeer ook ruwe stormen mogen woeden en de goede haven in het zicht. Gehoorzaamheid is echter voor zon dige mensen heel moeilijk. Sinds wat er in het paradijs is gebeurd, zit de op standigheid tegen God ons in hart en nieren. Wat uitwendige vormen-dienst en slaafse gewilligheid is makkelijk ge noeg. Maar die gehoorzaamheid is geen vers brood. Daar staat geen wierook op te geuren. Echte gehoorzaamheid leren wij alleen door het geloofscontact met Jezus Chris tus. Zonder met gedachten en gebeden dicht bij Hem te leven, wordt onze gods dienstigheid suf en saai en vol van verborgen eigenwilligheid. Gehoorzaamheid is moeilijk Hoe heeft Jezus niet geworsteld in Gethse- mané Hoe heeft Hij door het lijden gehoorzaamheid moeten leren Verwacht dan niet, dat het ons zon der strijd zo maar aanwaait. Zeker, God moet het geven, die echte gewilligheid der liefde, maar dat betekent niet, dat wij het leren zonder strijd Wij zullen het niet verkrijgen zonder sterk begeren en aanhoudend proberen. In het bevestigingsformulier voor ambtsdragers staat, dat zij „zich moe ten oefenen in de verborgenheden der Godzaligheid". Maar dat geldt waarlijk niet alleen voor de ouderlingen en dia kenen. „Here, wat wilt U, dat ik doen zal Zo alleen wordt ons leven tot een heiligdom en woont Gods Geest in ons hart. Zo wordt dat hart, als die tafel in de tabernakel, waarop we de Here ons werk en het product van onze arbeid ja heel ons leven aanbieden: toonbroden voor Zijn aangezicht. Wijsheid van elke dag over gezond heid en ziekte: één van de werklieden op het erf is bijna blind. Toen ik van morgen met extra belangstelling naar zijn ogen keek, zei zijn collega: „Vroe ger toen hij klein was, is er een sétan (boze geest) door zijn huis gegaan, daar kun je niks tegen doen". Geelzucht is hier een kwaal die juist onder zendingsarbeiders de laatste tijd veel slachtoffers maakt. Rust schijnt een belangrijk geneesmiddel te zijn. Maar er bestaat een ander recept, hoor ik. Als ze het maar zouden willen ge bruiken, zou het minder van hun kost bare tijd kosten, zegt men hier. Je neemt een klein soort pisang, pisang mas, stopt er een paar levende luizen in, en eet de pisang op, met luizen en al, ze moeten levend in je buik arri veren. Gegarandeerd binnen een paar dagen ben je weer de oude. Een domi nee, ik ben zijn naam kwijt, heeft het jaren geleden ook geprobeerd en was meteen beter, zijn dokter begreep er niets van, zó wordt verteld. Een veel gestelde vraag is: „Als de dokter niet helpen kan, mag je dan naar een dukun gaan Die wrijft zacht met een ei over je buik, en plotseling is je dikke galsteen weg, hij zit in het ei. Dat is minder ge vaarlijk dan een operatie". Je kunt het ook vragend zeggen: „Is dat minder gevaarlijk dan een opera tie W. M .H. Reinders. Het is met het boek Handelingen der Apostelen een eigenaardig geval. Het heeft een verkeerde naam gekregen, het is een vervolgverhaal, dat geschei den is van het eerste deel, en het ein digt zó, dat u het gevoel krijgt, dat er nog veel meer komen moet. Net of de laatste hoofdstukken door een ongeluk kige samenloop van omstandigheden verdwenen zijn. Paulus is gevangen genomen. Op transport gesteld naar Rome. Komt daar aan en mag er in een eigen huurwoning twee jaren wonen. En dan ineens ein digt Lucas zijn tweede boek. Elk kind vraagt als 't uit is „en toen Is Paulus weer vrij gekomen uit die eigenaardige gevangenschap (Schutzhaft) Er zijn ook inderdaad hypothesen opgezet over een verdwenen derde deel van Lucas. Of over het plan van Lucas, nóg een vervolg te schrijven, maar dat ïiiet doorgegaan is. Hét blijft er bij: zo als het er nu staat, is dat slot van Hand. 28 geen slot. Het eindigt niet met een punt, maar met een komma. En dat vind ik nu juist zo fijn Want waar had Lucas dan een punt moeten zetten Waar zou hij dit boek mee kunnen besluiten Want het zijn niet de Handelingen der Apostelen, ('t Gaat eerst wel over Petrus, en enkele an deren, dan meest over Paulus; dat zijn niet al de apostelenmaar het zijn' de handelingen van de Here Jezus Christus, die vanuit de hemel Zijn kerk bewaart en uitbreidt. En dit werk heeft nog geen slot. Dat gaat nog steeds door. Daar zitten wij midden in. Daarom moest Lucas wel ergens afbreken. En dan was het feit, dat Paulus in Rome ongehinderd kon prediken een goed moment om de pen neer te leggen, maar een slot is het niet Het boek Handelingen eindigt met een onderstreept: enzovoort Het evangelie is nu van Jerusalem naar Rome gekomen, het centrum der wereld toen, doch van daaruit moest het nog naar de einden der wereld. Het werkelijk slot vinden we niet in dit tweede deel van Lucas, maar in het boek der Openbaringen van Johannes.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1970 | | pagina 1