eeuwóe 3£erlzbocle Crisis van onze cultuur Hoofd-Redacteur: Dr. DONDORP, Gapinge, Telefoon (01189) 4 70 rimot Persoonlijk WAARVOOR? ÖAARVOOR <~D)reugde lJ S>e jongen piepen anderó 25 JUNI 1970 23e JAARGANG No. 47 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND „Ik worstel en ontkom- Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg Abonnementsprijs 5.per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 25 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 25 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg Telefoon 01180-2438 Giro no. 4 22 80 Postbus 164. Die in de hemel zetelt lacht. Psalm 2:4a. In de machtspolitiek der grote mogendheden en in de (stam) oorlogen der kleinere volken zit een, soms openbaremaar meest verborgen tendenz die zich richt tegen de Here en zijn Messias. Want de Here is de Vredevorst. Ook in de economische strijd van het groot-kapitaal en in het gewroet van de industrieële machten om beheersing der machten gaat het onbewust en on bedoeld tegen de Here en zijn Messias. Want de vissen en de vogels, die God heeft geschapen gaan dood in het vieze water en in de vuile lucht. Wij zijn bang voor deze ontwikkeling. De leefbaarheid op onze planeet, reeds in een nabije toekomst, is voor hen, die op de hoogte zijn, een groot probleem. We houden ons hart vast. Waar gaat het naar toe Psalm 2 verzekert ons, dat de Here God echt niet geïmponeerd wordt door de goddeloosheid. Al die bewegingen zijn „ijdelheid" en Hijdie in de onaantastbare hemel zetelt, lacht er om. Hij laat het ook begaan, omdat het niet de moeite waard is. Wat is die glimlach van God buitengewoon troostvol voor gelovigen, die zich dikwijls geen raad weten met de wereld. Prof. Geesink sprak eens over humor en haalde de bekende omschrijving aan: humor is een lach en een traan. Maar hij vulde het aan en zei: het is de lach om de dwaasheid der zonde en de traan om de zonde der dwaasheid. Met een glimlach laat God het woelen der volken begaan. „Hoe hoog het ga, het raakt Hem zelfs niet aan". Doch dat uitstel duurt niet eeuwig. Die lach is niet de glimlach van de onge ïnteresseerde buitenstaander. Op een bepaald moment maakt die spotlach plaats voor toorn. Dan (vers 5). Dan verstijven de goddelozen van schrik en blijft de heerlijke macht van Messias Jezus. Er zit in goddeloosheid veel slechtheid. Om van te huilen. Maar er zit ook veel dwaasheid in. Om te lachen. A.D. Dr. F. de Graaff schreef een boeiend boek over de crisis in onze westerse cultuur. Een crisis die wij duidelijk op ieder terrein van ons menselijk leven tegenkomen. In ons gezinsleven, bij de opvoeding van onze kinderen, in de kerk, maar ook in de politiek verschuiven de posities zo razend snel, dat menigeen er niets meer van begrijpt. Nog moeilijker is het een gefundeerd standpunt bij al deze wijzigingen in te nemen. De provo's zijn nog maar net van het toneel verdwenen of de Oranje Vrij staat" ontstaat en de dolle mina's be lagen zelfs eerwaarde vergaderingen. Dr. de Graaff neemt bij zijn analyse van al deze tijdverschijnselen zijn stand punt in de bijbel met name in het oude testament en in twee profetische figuren van de laatste tijd. Wat de bijbel betreft, laat hij aan zijn boek de vertaling van Buber-Rozen- zweig van psalm 82 voorafgaan: ,,God staat in de vergadering van de goden, Hij houdt gericht temidden der goden". De schrijver geeft van dit woord: ,,de goden" een originele verklaring. Volgens hem bedoelt de dichter hier mede geen kosmische machten, maar veelmeer historische machten. Israël heeft het besef, dat de volkeren niet rechtstreeks, zoals het joodse volk zelf door de hoogste God geregeerd worden maar dat zij door nationale godheden worden geleid. Hij koos deze psalm voor z'n bijzonder boeiende bespreking van onze cultuur naar aanleiding van het werk van twee profetische figuren uit de laatste tijd nl. Friedrich Nietzsche en Frans Kafka. Over de figuur van Nietzsche, die evenals Karl Marx een bijzonder grote invloed op het huidige denken met name van de jongere generatie oefent, wil ik het thans niet hebben maar wel over de Jood Kafka en wat hij ons te zeggen heeft. Kafka sterft in 1924 maar het duurt jaren voordat hij eigenlijk .ontdekt" wordt. Hij heeft dit gemeen met Dosto- jewski, die omtrent 1920 dus direct na de eerste wereldoorlog opnieuw stuk gelezen werd. Wat boeit de mens van na de tweede wereldoorlog in Kafka Waardoor wordt hij zoveel gelezen, misschien minder begrepen, waardoor spreekt hij ons zo aan Ik geloof dat het o.m. dit is, dat hij in Kafka het grote voorbeeld van een ver latenheid ontdekt, die hij zelf ook door maakt. Kafka staat wel in een zeer bijzondere verhouding tot zijn vader. De gevoelens, die Kafka tegenover zijn vader koesterde angst en liefde beide projecteert hij in God. Iets van deze aard vinden wij ook in het bekende boek van F. Bordewijk „Karakter", waarin voor God, behalve dan geheel aan het eind, geen plaats is, ook omdat Jacob Willem Katadreuffe zijn hele leven gefrustreerd werd door zijn vader, de deurwaarder A. B. Dreverhaven. Onze tijdgenoten worstelen uitge sproken en onuitgesproken met het probleem van de verhouding van God en mens, God en wereld. Kuyper heeft in zijn bekende Stone-lectures dit één van de grootste problemen van de mensheid genoemd. Het standpunt in deze sector inge nomen, bepaalt onze hele kijk op wereld en mens, Kafka laat onze wanhoop zien, nu èn de genade èn de gerechtigheid van God onbereikbaar ver weg zijn. Daardoor is ook God zo oneindig ver weg. Van Ruler wees er onlangs op hoe er tijden zijn geweest, waarin de mensen veel innerlijker en inniger leef den dan tegenwoordig. God was een God van nabij. Vandaar de frequentie van kerkgang, het sterkere gebedsleven bij velen en het lezen van de bijbel èn persoonlijk èn aan tafel na de maal tijden. Daarna zegt Van Ruler kwam er een tijd, dat de mensen verlicht wil den worden. Maar nu staan de zaken weer an ders. De mensen willen niet meer zo zeer gesticht of verlicht worden. Zij willen voor alles vermaakt, bezig ge houden, geamuseerd worden. Dat onze generatie neigingen vertoont Epicurus te volgen, hangt hiermede misschien samen en dat toont ons Kafka aan, dat zij haakt naar genade, het ook een „duur" woord vindt, maar dat zij niet meer in staat is tot de Heer der genade door te dringen. Deze nood en de angst verdrijven wij door het amusement. Bij de kerkmensen wordt dit alles minder sterk ervaren dan bij mensen die geen geloof hebben, maar in hoevele levens is God werkelijk nog present Hoe weinig komt het voor, dat wij deze zaken met elkander bespreken en dat zij een punt van discussie vormen Het zich werpen in de actualiteit van het gebeuren kan ook een vlucht zijn voor God, voor een onbereikbare ge nade en een onbereikbare gerechtig heid, of bij Kafka: wij worden schuldig bevonden voor een onzichtbare recht bank. Het bovenstaande werd geschreven door Dr. P. J. Richel in de Kerkbode voor Haarlem e.o. Dr. Richel is emeritus predikant van Heemstede en zal straks bevestigd worden als predikant van Anna Jacoba Wat is het toch ontzettend moeilijk de mensen bij het huisbezoek „uit de tent te lokken", zoals dat heet. Je hebt meestal maar een uur tijd en als je goed en wel gezeten bent, biedt de vrouw des huizes thee of koffie aan en gaat omslachtig een en ander gereed maken en rond delen, zo dat er weer een kwartier verloren gaat. Je kunt ook niet zo maar pardoes met de deur in huis vallen en een paar gewetensvragen afschieten. Dus praat je zo maar wat over algemene dingen, terwijl je in het achterhoofd ondertus sen scherp uitkijkt naar het moment om ,,er in" te springen. Ik geloof, dat we er wel eens al te aarzelend mee zijn. Zonder nu zon geestelijke overrom peling aan te bevelen, waarbij men als met de klompen aan binnenstapt in de intimiteit der mensen, meen ik toch, dat men ook dikwijls op ons zit te wachten, wanneer we nu toch eindelijk eens be ginnen met huisbezoek. Ik heb tenminste in de loop der jaren meer dan eens klachten gehoord over het huisbezoek. De ouderlingen begon nen maar niet. Ze moesten op dreef gebracht worden. Ze aarzelden veel te lang en als het gesprek dan eindelijk was, waar het wezen moest, was het uur verstreken en was het gebed met de voorbede eigenlijk nog het enige, waar men wat aan gehad had. Zo zijn er klachten wederzijds. Misschien is het nuttig hier de raad door te geven, die in sommige plaatsen wordt opgevolgd: het bezoek te begin nen met een paar verzen uit de bijbel te lezen. Natuurlijk niet altijd En niet overal Maar in sommige gevallen, waar het zo moeilijk is om tot een begin van een goed gesprek te komen, kan deze manier nuttig werken. Toch blijft het altijd moeilijk om tot een werkelijk ge sprek te komen. We generen ons om over onze diep ste dingen te praten. Vooral als het in een kring gebeuren moet. Het feit, dat we als ouderlingen samen gaan, werkt hier ook niet gunstig op. Bij een eerste bezoek, waarbij je vol komen vreemd bent voor elkaar, is het „Jantje, geef pa een handje Ik heb niet gestemd zei, niet zonder enig gevoel van eigenwaarde, een jongeman die de leeftijd had bereikt waarop hij zijn rechten als staatsburger mocht uitoefenen, een recht waarnaar, als men velen mocht geloven, onze jeugd zo snakt. En hij legde nader uit, dat hij eigen lijk niet wist welke partij hij moest stemmen. haast onmogelijk. Dan zal het bezoek wel haast een informatief en oriënterend karakter moeten dragen. Maar er is ook vaak bij de mensen die vreselijke opzettelijkheid om te voorkomen, dat het gesprek persoonlijk gaat worden. Men praat wat over de opvoeding der kinderen, over de kerkelijke zaken enz., maar blijft krampachtig in het objec tieve. Vooral de een of andere quaestie biedt een prachtige afleidingsmogelijk heid. Of de tekorten van de predikant. Je staat er verbaasd over, hoe handig men, als een opmerking of vraag te dichtbij komt, een ruk aan het stuur weet te geven, om het scheepje van het gesprek weer in een veiliger richting te laten koersen. Men is bang voor het persoonlijke en houdt z'n eigenlijke „zelf" buiten schot. Op huisbezoek Maar in de kerk stelt men juist zeer persoonlijke preken op prijs. Daar kan het nooit direct en raak genoeg zijn. Daar mag een dominee de mensen boven op hun ziel zitten en moet hij het hun aanzeggen. Voor een poging om voor de gemeente de Schriften te openen, of om de rijkdom en schoon heid der belijdenis te tonen zelfs voor een preek, die Gods heerlijkheid verkondigt of het verlossingswerk van Christus tekent, heeft men maar weinig waardering. Het moet persoonlijk zijn! Op de man af. En de dominee hoeft daarbij heus niet bescheiden of voorzichtig te zijn. Hoe persoonlijker hoe mooier Vreemd, dat grote verschil tussen het huisbezoek en de kerk. Wat men bij het huisbezoek zo krampachtig vermijdt, stelt men in de preken zo bijzonder op prijs. Hoe komt dat toch Zou het misschien hierdoor komen, dat men in de kerk geen antwoord hoeft te geven Als men dan maar weet, dat dat niet waar is A.D. Waarom, vroeg ik, heb je dan niet A.R. gestemd Des jongelings vader is namelijk bestuurslid der A.R. kiesver eniging. Dan had je tenminste gestemd Hij zag mij verbaasd aan. Ja, ik ga daar stemmen op m'n vaders partij Bij nader inzien bleek dat nóch vader, nóch de partij hem antipatiek waren, maar dat hij het eenvoudig niet „over zich kon brengen" in vaders voetspoor te lopen zolang hij het eigen spoor nog niet gevonden had. Hij gaf toe, zijn vader was niet dom, en ook niet zo conservatief, en zoon gaf toe dat vader hem op het gebied van de politiek een heleboel kon vertellen dat hij nog niet wist. Maar toch... liever géén keus dan vaders keus Het stond zo onzelfstan dig, zei deze zelfstandige staatsburger die geen keus kon maken. Nee, dit is geen propaganda-artikel voor de A.R. partij, het is alleen maar een voorbeeld ontleend aan de politieke situatie, maar ook op ander gebied doet zich dit voor. Welke krant leest de zelfstandige dochter Het Parool, een goeie krant. Of het Handelsblad, ook een goeie krant. Waarom niet Trouw Dat is immers zelfs velen té progressief Schouderophalen, maar je kunt invullen op de stippellijn. Trouw lezen ze thuis. Ergo... En je komt bij jonge mensen en ziet daar Vrije Geluiden. Tja, dat is een leuke omroep, die VPRO, ze maken zo leuk reclame en ze hebben leden nodig - een feit dat niet weersproken kan wor den, gezien de grote verliezen (ook niet „zonder grote oorzaak"). Waarom niet de NCRV-Gids Stel je vóór, de En-cee-er-vée En als we nog even verder door tippelen naar het kerkelijk erf, zien we bij vele „zelfstandige" jongeren een zelfde neiging. Door onwetendheid en gebrek aan belangstelling hebben ze helemaal niet in de gaten, dat die gereformeerde kerk van pa en moe een zéér levend en be wogen geval is, dat er in die kerk din gen gebeuren waar de buitenwacht met grote belangstelling, en soms met in stemming, van kennis neemt. Maar er zijn natuurlijk een heleboel vrindjes die bij het woord „gerefor meerd" al lachen moeten, en die voorts uit allerlei bladen tal van rare verschijn selen, door schrijvers die van toeten noch blazen weten, zien teruggeleid tot „het calvinisme". Zogenaamd ontwik kelde lieden die nog altijd niet beter weten dan dat je „niks mag op zondag". Dan staan die jongelui niet afwijzend tegenover het christendom, maar daar voor hoef je nog niet lid van een kerk te zijn En er zijn zóveel kerken en wat is nou de goeie Je zou dan zeggen: probeer het voorlopig es in de kerk van je ouwelui, maar tja, daar zit 'em nou juist de kneep. We zijn toch zelfstan dig, we lopen niet meer aan het handje van pa en moe, en we doen zoiets be langrijks liever niet, dan uit „sleur"... Het is wel fijn, dat onze jonge men sen de verantwoordelijkheid voelen voor een eigen keuze. We behoeven heus niet terug te verlangen naar de tijd waarin allerlei faktoren die met geloof niets te maken hadden, als het ware een keus voorschreven, op poene van isole ment en vervreemding van de eigen kring. Maar er zit ook een behoorlijk stuk geestelijke luiheid bij, en een naieve vrees, niet voor vol te worden aange zien, wanneer men het schrikkelijk feit zou bestaan, in het spoor der ouders te gaan. Dat kan toch niet Inmiddels bestaat het gevaar, dat van uitstel afstel komt. Inmiddels mist men de voorlichting, die men zo kennelijk nodig heeft, en werkt de neutraliserende en saeculari- serende tendens door. Om maar niet te spreken van de vijandschap die soms onverbloemd om de hoek komt gluren in tendentieuse berichtgeving en smade lijke mispresentatie. En als oudere denk je dan wel eens aan de tijd, waarin je tot de nu „volwassenen" kon zeggen: Jantje, geef pa een handje, anders kom je onder de trem Tom Lodewijk. (Leidse Kerkbode) 'Mijn jongen studeert en mijn dochter wil fröbelonderwijzeres worden. Soms denk ik wel: waarvoor Waarvoor moet je namen van bloemen leren en waarvoor moet je leren boetseren met klei We gaan in de wildernis en weldra verliest alle ding zijn naam. Ik zou van blijdschap een klarinet willen zijn, een diepe fagot van ontzag. Ik zou tomeloos willen draven, een hinde, tokkelend over de aarde. Een carillon zou ik willen zijn, een octaaf duiven, wirwar over de stad. Mijn handen mijn occarino, mijn voeten hindelopen, mijn hart mijn tamboerijn. En al de klanken van mijn vreugde uitstrooien in het licht, een luisterrijke fontein, een welluidende waterval. O overvloed van leven, bron van geluk, geloofd zij God met diepe teugen. Jaap Zijlstra. Uit: „Land in zicht" Kok, Kampen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1970 | | pagina 1