^leeuwóe 3£erkbode EN VERDER Hoofd-Redacteur: Dr. DONDORP, Gapinge, Telefoon (01189) 4 70 EEN NIEUWE AARDE „cJ-let Mootbiok" OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg 18 JUNI 1970 23e JAARGANG No. 46 „Ik woretel en ontkom" Abonnementsprijs 5.per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 25 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 25 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg Telefoon 01180-2438 Giro no. 4 22 80 Postbus 164. Welzalig de man die aan des Heven wet zijn welbehagen heeft. Psalm 1 1, 2 Wij kijken wel eens jaloers naar mensen, die alles maar durven en doen, zonder zich te bekommeren om de wet des Heren. Ze gaan hun eigen gang maar en hebben geen last van hun geweten. Psalm 1 noemt zulke mensen goddeloos. Het zijn grote stakkers. Misschien zijn ze op de verticale lijn erg vroom. Maar je kunt nu eenmaal niet God dienen zonder welbehagen te hebben in zijn wet. En die wet omdat niet alleen ons persoonlijk leven, maar ook de samenleving. Ook daardoor is de liefde de vervulling der wet. Mensen die zich voor Gods geboden niet interesseren vroom of niet vroom zijn eigenlijk erg ongelukkige mensen. Het loopt slecht met hen af. Hun weg leidt ten verderve. Mensen daarentegen, die hun welgevallen hebben aan Gods wet, zijn ge lukkige mensen. Zij worden gefeliciteerd. Welzalig... Er is een tijd geweest dat wij niet zo veel van psalm 1 hielden. Dat lag vooral aan de oude berijming, die de deugd er dik op smeerde. Wie van ons heeft als kwajongen niet gezongen: ,,Het pad der deugd is fraai, Maar ook bij uitstek saai". Gelukkig is er een kentering gekomen. We hebben de betekenis der wet weer ontdekt en zingen graag uit Psalm 119. Bij het woord wet moeten we namelijk onmiddellijk denken aan het Evangelie. Want het gaat maar niet om een stel geboden van een onbekende macht, maar het gaat om de geboden van de Here, die ons liefheeft en dus wil dat wij hem liefhebben. In de bijbel, vooral in het Oude Testament, wordt onder „wet" alles verstaan, wat God gesproken heeft. De wet des Heren bevat dus ook al Gods beloften. Wij mogen daarom in Psalm 1 lezen: welzalig de mens, die aan het Evangelie zijn welbehagen heeft. Of helemaal Nieuw Testamentisch: die zich verheugt in de Here Jezus Christus. Wie zich door hem laat gezeggen is een gelukkig mens. Hijds een boom, die vruchten draagt. Lekkere rijpe vruchten. En voor het ge zicht hoeft hij niet te vrezen, want de Here kent de weg der rechtvaardigen. Hij laat hen nooit in de steek. A.D. Heel het Oude Testament is vol van verwachting. Die verwachting is de echo van Gods beloften en ontstaat uit de gelovige vergelijking van de dingen, die men ziet met de dingen die men niet ziet, maar die God heeft toegezegd. Reeds Eva dacht, toen Kaïn geboren werd, dat dit eerste kind ter wereld reeds het beloofde vrouwezaad was, de man, de held, die God zou geven en die de kop der slang zou vermor zelen. Adam had ook de naam van zijn vrouw veranderd van Manninne in Eva, dat is „moeder der levenden" en daar mee was zijn blik voorgoed op de toe komst gericht. Hoe meer de benauwdheid van het leven de gelovigen deed ineenkrimpen, des te meer hebben ze geroepen tot God om hulp, om Zijn reddend ingrijpen in de geschiedenis. Toen Lamech in de benarde tijd vlak voor de zondvloed zijn zoon een naam moest geven, noemde hij hem Noach, d.i. „deze zal ons troosten". En als Henoch en Noach profeten heten, dan is dit zeker hierom, dat zij de verwachting levend hielden door hun prediking. De Here had de mens wel het para dijs uitgestuurd, maar Hij zou hen buiten dat paradijs niet aan hun lot overlaten. Geloven is van meet af aan hopen geweest. Die hoop richtte zich niet op het leven na dit leven, niet op de hemel, maar op Gods komen op aarde, op Gods ingrijpen in de geschiedenis, met een radicale wijziging van heel de situ atie. Het Oude Testament zet de gelovige met beide voeten op de aarde, op deze aarde De Grieken hebben helaas aan de kerk geleerd de aarde te verachten en de hemel te begeren, omdat we in de hemel geen last zouden hebben van het lichaam, en dergelijke minderwaardige stoffelijke dingen In de bijbel is de stof echter helemaal niet minderwaardig en de geest der mensen zeker niet minder zondig dan het lichaam. De bijbelse toekomstverwachting is zeer aards. De hoop op een nieuwe aarde is door de zondvloed niet wegge spoeld, maar die hoop heeft zich na die zondvloed wel versmald tot het land, dat de Here geven zou: het land Ka naan. Daar zou de nieuwe aarde zijn. Daar zou God bij de mensen wonen en die mensen zouden zitten onder eigen wijnstok en vijgeboom en genieten van melk en honing. Het gericht zou aan het nieuwe para dijs voorafgaan. De Kanaanieten moes ten worden uitgeroeid. Dit volk was het meest vervuild tot een wilde goddeloos heid, zoals dat ook geweest was met vrijwel de hele mensheid vóór de zond vloed en daarna weer met Sodom en Gomorra. In Kanaan is na de intocht onder Jozua wel iets vervuld van de beloften, maar de hoop is niet gestild. Eerst had men geen koning. Dat was prachtig, want God zou rechtstreeks regeren, door Zijn eigenhandig gege ven geboden. Maar het scheelde niet veel of in de richterentijd werd Israël een heidens volk. Zó was het door de Kanaanieten besmet en zo'n attractie had de zedeloze Baaldienst Het land Kanaan bood wel even iets van een voorsmaak van de nieuwe aarde, maar was de nieuwe aarde niet. De wet kan zonder meer de goddeloosheid niet tegenhouden. Toen gaf de Here David, de man naar Zijn hart. In hem wordt de theo cratie - de Godsregering op aarde wer kelijkheid, ofschoon gebrekkig. In de rijkdom en in de wijsheid en de grote macht van Salomo wordt ook iets van de heerlijkheid van het Koninkrijk Gods zichbaar. En in sommige van zijn na komelingen zien we er telkens wat van. Maar in vele van de latere koningen zien we er niets van. In het tien-stammenrijk wordt de situatie getypeerd door Achab, die de Baaldienst tot staatsgodsdienst maakte. De nieuwe aarde leek verder weg dan ooit. Toen kwam de ballingschap. Maar hoe meer de dingen, die men zag, vloekten met wat God beloofd had, hoe meer er mannen door Gods Geest werden bezield om de hoop levend te houden. De profeten hebben in bonte beelden - nooit los van de historische situatie, waarin zij leefden - de toekomstige heerlijkheid beschreven. Hoe prachtig heeft vooral Jesaja de nieuwe aarde geschilderd en geprofe teerd van het vredesrijk God zou komen en alles nieuw ma ken. En Sion zou het middelpunt wezen van het grote wereldrijk van Davids Zoon. De verwachting wordt nu een Mes siaanse verwachting. De nieuwe aarde zal een Koninkrijk wezen. De gestalte van deze Koning wordt in de profetieën steeds scherper omlijnd. Zó zelfs dat, als de wijzen uit 't Oosten de weg zoeken, zij door de schriftgeleerden naar Bethlehem worden verwezen. En Jezus Christus zelf heeft in de Schriften Zijn eigen beeld reeds vroeg herkend en Zijn taak er uit begrepen. Achteraf is de gestalte van Jezus Christus duidelijk te herkennen. Zonder overdrijving kunnen we zeggen, dat zonder Jezus Christus het Oude Testa ment een boek is zonder kop of staart. Ook buiten het Oude Testament Van harte hoop ik, dat de discussie's rond het optreden van de evangelist Billy Graham niet in het kerkelijk ver geetboek raken. Zijn optreden vanuit Dortmund en de presentatie daarvan in Hilversum waren opvallend genoeg. In de schijnwerpers van de televisie werd dit onder de aandacht gebracht, niet alleen van heel de kerk, ook van heel ons land. Daardoor werden de meest wezenlijke vragen over de op dracht om het evangelie te verkon digen op een indringende manier on der ieders aandacht gebracht. Zo, dat het naar mijii gevoel niet te ontwijken is, dat rond déze maiiier van verkondi ging de discussie, die de laatste tijd onder ons gevoerd wordt, zich zal sa menbundelen. Qaarom verbaasd het mij dat tot nu toe de reacties zo mager zijn. Juist omdat het hier gaat om een duide lijk antwoord op de vraag wat het evan gelie is, dat wij verkondigen (moeten). Wanneer wij zeggen dat het evan gelie ieder mens oproept tot bekering, tot geloof in Jezus Christus en tot ge hoorzaamheid aan Zijn Woord en Geest dan zal ieder het daar van harte mee eens zijn. Maar direct daarna dringen allerlei vragen zich aan ons op: hoe zullen wij concreet aan deze ge hoorzaamheid gestalte moeten geven Door te leven uit de vreugde van de verlossing en door andere daarbij te betrekken, door hen te vertellen over de wondermacht van Gods genade en be loften. Dat is het éne antwoord. Door met ons leven en met onze daden ons in te zetten voor de gerechtigheid en de vrede, als een zoutend zout in deze maatschappij. Door weerstand te bieden tegen het Op een zonovergoten middag heb ik bij het beruchte stootblok gestaan. Het stootblok van Westerbork. Voor de Joden toen het eind van de vrijheid en het begin van de dood. Over millioenen kilometers gerekend zijn er maar wei nig van die eindpunten, slechts enkele stootblokken. Maar waar zij zich ook bevinden, er zal bij weinige zóveel zorg, leed en smart samengeperst zijn, als bij dat vroegere doorgangskamp en ver nietigingslager. Op ongeveer 10 km. van het centrum van het dorp Westerbork, midden in een bos met prachtige bomen en vrolijk zingende vogels, bevindt zich het be ruchte kamp. Oorspronkelijk door de Nederlandse regering gebouwd om Duitse Joden te herbergen, die, uit hun vaderland ge vlucht voor de Nazi-terreur, naar het gastvrije Nederland gekomen waren. Al te graag werd het door de bezetters na mei 1940 in gebruik genomen, om na het met prikkeldraadomrastering om- wordt er een toekomstverwachting ge vonden. Alle volkeren hebben in hun godsdienstige opvattingen een verhaal over een verloren èn over een toekom stig paradijs. Deze verwachting heeft iets te maken met wat de theologen noemden „de algemene genade" en is 'n bewijs van de eenheid van 't mense lijk geslacht. Alle volkeren stammen af van Noach. En vader Noach is een door Gods Geest bezielde profeet geweest, die de bij zondere openbaring Gods, aangaande Zijn genadig komen, aan zijn zonen zeker heeft doorgegeven. Die arktraditie is verbasterd en de heidenen hebben haar tot een haast on herkenbare caricatuur gemaakt, maar onuitwisbaar is de verwachting van een nieuwe aarde- als een plooi ingestreken in het besef der mensheid. Zó diep zit deze verwachting er in, dat ook de goddelozen haar niet kunnen kwijtraken. Ook zij, die Gods blijde boodschap verwerpen, kennen de hunke ring naar een nieuwe aarde, naar een betere wereld en een maatschappij, waarin „de zachte krachten" zullen heersen. Op 't ogenblik is de bovendrijvende leer, dat we niets te verwachten hebben. kwaad en de zonde, die deze wereld doortrekt. Dat is het andere antwoord. Het gaat om uw eeuwig heil, om uw behoud. Daarvoor heeft de Heiland al de ver schrikking van het lijden gedragen. Hij is met ontferming bewogen en Hij roept u om uw zondige wegen te verlaten om door Hem gered te worden. Om als Zijn discipelen te getuigen van de be vrijding en de kracht die Hij ons geeft. Dat is het ene antwoord. Met daar naast ook het andere: God heeft deze wereld alzo liefgehad en wij zullen met onze daden moeten tonen dat wij de kerk van Christus zijn. Want de kerk is er niet voor de kerk, maar die is er voor de wereld. Wij zullen moeten dóen wat de wil des Vaders is en dat betekent dat wij niet de nood die er is, met onbewogenheid kunnen aanzien. Ten onrechte heeft de kerk zich laten inkapselen in een maatschappij, die op macht en op geld gebaseerd is. Wij mogen ons niet binnen de kerkmuren laten opsluiten bij preek en orgelmuziek. Wij zullen de bevrijdende overwinning van onze Heiland zichtbaar moeten ma ken in de vernieuwing van de samen leving. Daarin -zal de kerk voorop moe ten gaan omdat wij de weg weten en omdat wij de opdracht daartoe ont vangen hebben. En als er dan gesproken wordt over vernieuwing van de structuren van de kerk dan komen deze twee antwoorden met kracht op ons af. De kerk zal veel duidelijker moeten getuigen van Gods genade. Daarin zijn we eenstemmig. De manier waarop dat gebeuren moet brengt echter ons midden in vaak on stuimige discussies. geven te hebben en van hoge wacht torens te hebben voorzien, het daarna te gebruiken als opvangcentrum voor de vernietiging van de Joden. Het geheel werd gecompleteerd door een gaskamer en een verbrandingsoven, al was het niet op die capaciteit be rekend, als soortgelijke kampen in Polen en Duitsland. Vanaf station Hooghaluen liep door een schilderachtig laantje een enkele spoorlijn, om de slachtoffers te ver voeren, die niets anders verweten kon worden, dan dat zij tot het oude bonds volk behoorden. Midden in het kamp stond aan het einde der rails het stootblok. Net als anderen, waar ook ter wereld. Een voudige spoorwegbielzen aan elkaar ver enigd en aan de achterzijde opgehoogd met grond. Met dwarsliggers op buffer hoogte extra versterkt om de zware overvol geladen beestenwagens tegen te houden als zij te ver doorschoten. Bij de herdenking van onze bevrij ding, enkele weken 'geleden, werden De voorspellingen zijn vreselijk somber (1984) Maar toch blijven massa's mensen hardnekkig optimist en geloven (enig bewijs is er niet) dat uiteindelijk de mensen toch wijs zullen worden; wijs en goed, en de wereld een werke lijke heilstaat. Hoe hartstochtelijk heeft Henriëtte Roland Holst gezongen van die toe komst Wij mogen dat niet becritiseren, door dit optimisme aardsgezindheid te noe men. Henriëtte Roland Holst verlangde zeker niet naar een soort luilekkerland of een eeuwig pensioen in een half villatje. Dat zat wel dieper En we zagen, dat Gods beloften zeker ook de aarde gelden en het lichamelijke leven Maar zonder Jezus Christus en de verzoening der zonden heeft geen enkele verwachting zin. Zonder Heiland geen heilstaat Jezus Christus is de enige, in wie al Gods beloften ja en amen zijn. Hij zal al de dingen nieuw maken. Hij zal Psalm 72 door Zijn komst tot de laatste vervulling brengen: Dan ruist op alle bergen vrede Heil op den heuvlen top. A.D. Daarom is het optreden van Billy Graham zo belangrijk. Omdat hij met bijzondere nadruk het eerste antwoord geeft. Voor het besef van velen doet hij het plaatsvervangend. Omdat hij doet wat de kerk zou moeten doen, maar waar de kerk niet aan toekomt omdat die veel te veel in beslag genomen is door interne problemen en aangevreten is door innerlijke onzekerheid en traag heid. Een levend geloof is immers een getuigend geloof Daarom juist, op dat punt was het voor mij bijzonder boeiend om een ge sprek mee te maken met Ds Brucks, van Youth for Christ. Omdat hij rond uit erkende, dat hij zich bewust was, dat het evangelie een bredere inhoud heeft dan alleen de indringende oproep tot bekering. Hij noemde dit een reduc tie, een vereenvoudiging van de bood schap, die Youth for Christ bewust gekozen heeft, omdat het in het evan gelisatiewerk niet mogelijk is om heel het evangelie in één keer te verkondigen. Omdat de bekering als eerste antwoord zal moeten brengen tot het tweede. Omdat die niet van elkaar losgemaakt mogen worden. Maar daar zou ik dan gelijk aan willen toevoegen, dat het tweede ook niet mogelijk is van het eerste. Op deze manier lijkt het probleem „opgelost". Intussen is dat allerminst het geval. Want dan pas begint het, de moeilijke weg om een evenwicht te vinden tussen twee uitersten die zoals het op het ogenblik ligt, bezig zijn de gemeenschap van de kerk van Christus uiteen te trekken. Wat is ons getuigenis De oproep tot bekering en bevrijding of de oproep om te strijden voor een leefbare wereld Het zal alletwee moeten, in geloof en in nuchterheid. Maar hoe vinden wij dat evenwicht I.P.D. naast dat stootblok, het symbool van de dood, twee marmeren platen gelegd. Op de linkerzijde staat de klacht uit Klaagliederen 4:18 gebeiteld: Zij belaagden ons bij elke schrede zodat wij over onze pleinen niet gaan konden, ons einde was nabij onze dagen waren vervuld, ja, ons einde was gekomen Terwijl ik zo in gedachten bij het oude stootblok stond en deze woorden overdacht en mij probeerde in te denken het verschrikkelijke leed en de niet te beschrijven smart, dat hier geleden is, zag ik ineens iets wonderlijks. Tussen twee liggende bielzen van het stootblok, was waarschijnlijk bij de bouw een zaadje van een boom terecht ge komen. Dat was daarna gaan groeien. In de loop der jaren was het een boom je geworden en het dikker wor dende stammetje had schijnbaar het onmogelijke volbracht, het had de ste vig aan elkaar gekoppelde dwarsliggers uit elkaar gedrongen^ Uit levensdrang. Ik probeerde vast te stellen, wanneer dit groeiproces begonnen zou zijn. En

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1970 | | pagina 1