m m urn Hoe de Heilige Geest werkt TU/EE LIJNEN der geslachten V.D.M. De tweede dag was het diakonaat onderwerp van de besprekingen. Hier werd de nadruk vooral gelegd op wat men wel noemt: het gemeentediakonaat: de taak van de hele Gemeente en van elk christen ten aanzien van hen, die geen helper hebben, waarbij er de na druk op gelegd werd, dat de diaken niet werkt in plaats van het gemeentelid, maar daarentegen de hele gemeente moet stimuleren tot onderling dienst betoon. De mogelijkheden van dit onderling dienstbetoon werden dan concreet ge maakt met voorbeelden uit de praktijk, waarover gezamenlijk werd gediscussi eerd. De derde dag was gewijd aan de bespreking van allerlei financiële pro blemen, waarbij vooral de grondvragen van de kerkelijke bijdragen, van sala rissen van de kerkelijke werkers, van onderhoud van het eigen kerkelijk leven aan de orde kwamen. Vanuit centrale bijbelgedeelten werd telkens concreet op de praktijk inge gaan. Zelf ontdekten we daarbij meer malen hoe concreet praktisch de Bijbel is en hoe ver onze praktijk dikwijls verwijderd is van Gods bedoeling. Op deze wijze kwam ook steeds weer ons leven als christen en als Kerk onder de kritiek van Gods gebod, maar ook in het licht van Gods beloften. Soms Er lopen door de profetieën van het Oude Testament zeer duidelijk twee lijnen. Het is de lijn van het toekomstig lijden van de Messias en van de toe komstige heerlijkheid, die de Zoon van God - ook wel Zoon des mensen ge noemd (Daniël 7) - brengen zal. Deze twee lijnen lopen niet alleen door de woorden der profeten, maar zijn ook aan te wijzen in de vele sym bolen van de tempeldienst en vooral ook in de geschiedenis van het volk van Israël. In de boeken der profeten wisselen met soms zeer abrupte overgangen de felle oordeelsaankondigingen af met de meest liefelijke beloften van de barm hartigheid Gods en het heerlijk herstel. De straf over de zonde van Israël wordt wel voltrokken, doch nooit hele maal. Er is toch nooit een „voleinding". Steeds is er een rest, waaraan de be lofte van genade vervuld wórdt. Zo grijpen die twee lijnen steeds in el kaar en wijzen samen naar een verte, waarin Gods volle zegening op aarde genoten zal worden en waarin Gods volle toorn van de hemel geopenbaard zal worden. We zien die twee lijnen soms in het leven van één enkel mens. Ik denk aan David, die ontzettend veel leed heeft geleden, die gezworven en gestreden heeft in bittere omstandigheden, of schoon hij toch in 's Heren naam tot koning was gezalfd, en hij ook iedere keer weer daarvan de bewijzen zag in wonderbaarlijke uitreddingen. Maar ook anderzijds, toen hij koning was en regeerde in Jeruzalem, als de mach tige gebieder en man naar Gods hart, ook toen was alles nog geen pais en vree. Maar in hoofdzaak was er toch eerst de periode van Davids vernedering en vlucht en daarna het tijdperk van zijn verhoging en heerlijkheid. De schaduwen der wet, die zich in de tempeldienst jaar in jaar uit aftekenden, vertonen eveneens diezelfde twee lijnen. Daar werden duizenden en duizenden leidde dat tot pijnlijke situaties, wanneer men vanuit bepaalde houdingen in ver zet kwam tegen de duidelijkheid van het Evangelie; maar af en toe was er toch ook iets van bevrijding als deze houdingen niet bestand bleken tegen de kracht van het Evangelie en dit laatste doorbrak. Zouden we dan in deze ge vallen niet iets mogen zien van de werking van de Heilige Geest We dachten van wel. Ook al is het niet altijd overduidelijk, we geloven dat Gods Geest toch bezig is op voor ons onnaspeurlijke wijze. Als wij allen nu maar trouw blijven aan de ons ge geven opdracht. We vinden het fijn even contact met U te mogen hebben. Verschillenden van U hebben ons in de afgelopen maanden verblijd met een brief of een ansicht. We zijn daar erg blij mee. We komen er niet aan toe daarop terug te schrijven, maar bij deze gelegenheid willen we U toch even laten weten hoe zeer we die blijken van meeleven op prijs stellen. We worden op deze wijze in staat gesteld met U mee te leven, zodat we weten, dat U met ons mee leeft en voor de voortgang van het werk bidt. We willen u langs deze weg allen hartelijk groeten namens de hele familie. C. M. Overdulve dieren geofferd. Het bloed stroomde er. Dat sprak alles van gericht over de zonde. En toch was die tempeldienst ook buitengewoon feestelijk. Er werd veel gezongen en veel gemusiceerd. Nog staan er in onze psalmboekjes allerlei aanwijzingen voor de muziek. Maar daar de Nieuw-testamentische gemeente op dit punt heel wat armer is dan de oude, laten we al die vreemde woorden maar weg. Ook het bij beurten zingen zijn we verleerd. Om maar van het handen klappen enz. maar te zwijgen. Op het tempelplein werd ook gegeten en gedronken. Want een deel van de aan God geofferde gave werd er be reid voor 'n feestmaal. Reeds al het goud en de prachtige kleuren van de tempel getuigden van heerlijkheid. Toch overstemden al die stemmen der vreugde niet de taal van het bloed, dat vloeien moest, wilden de priesters de zegen van Gods genade en vrede kunnen uitspreken over Gods volk. Ik zou die twee lijnen willen aan duiden met de woorden reparatie en perfectie. Allereerst predikt heel het Oude Testament de waarheid van de reparatie door verzoening. Maar dan ook die van de perfectie in heerlijkheid. Reparatie. Want er is wat stuk. Alles is stuk. Gods recht is geschonden. Gods liefde gekrenkt. De gemeenschap tussen God en mens is door de mens ver broken. De mens is van nature een vijand Gods geworden. En doordat de mens op aarde is gaan zondigen, is er alle ruimte voor de satan ge komen. Die kan hem chanteren. Die verklaagt de mens bij God. En die heeft gelijk, als hij God oproept en uitdaagt de mens te straffen in Zijn toorn. Maar hoe is reparatie mogelijk Alleen door verzoeningDoch daartoe is de mens machteloos. Heel de historie van Israël heeft het bewezen. De door werking der zonde was op geen enkele manier te stuiten. De zondvloed had niet gebaat. Want na die zondvloed werd het leven op dezelfde voet voortgezet. Toch niet helemaal dezelfde. Want anders was er na zoveel eeuwen tel kens weer een zondvloed nodig ge weest, om de wereld voor totale ver liederlijking te bewaren. Na de zond vloed droeg God aan overheden op, het zwaard te dragen, om misdaden te straffen. Deze algemene genade hield en houdt wel wat tegen. Maar niet zo veel. Daarom heeft God Abram apart gezet en apart gehouden van het heidendom. Maar ook dat baatte niet. Want Jacobs zonen enca nailleren zich geheel met de Kanaa- neiten. En als de Here Israël niet uit Egypte had verlost, dan zou Jacobs geslacht daar geheel ten onder zijn gegaan. Niet alleen letterlijk en lichamelijk maar ook geestelijk. We zien het aan het gedrag van Israël gedurende de woe- stijntocht. Iedere dag hebben ze al die jaren het manna gegeten, dat brood uit de hemel, maar iedere dag hebben ze ook tegen de hemel en tegen Mozes ge schreeuwd in hun ontevredenheid. Ook de wetten, die Mozes had ge geven, hebben de doorwerking der zonde niet gestuit. Het waren prachtige wetten, maar Israël heeft ze vrijwel nooit gehouden, noch in de Richteren- tijd, noch in de Koningentijd. En toen ze het gingen proberen (na de ballings schap) deden ze het zonder de geest, alleen maar met de letter der wet. Door dat alles werd er dus niets gerepareerd. Reparatie kon alleen ge schiedden door verzoening. Daar van spraken de offers in taber nakel en tempel. Daar vloeide bloed. En dat werd gesprenkeld op het ver zoendeksel. Maar al die duizenden offers wezen wel op de noodzaak van verzoening, maar waren die verzoening zelve niet. Het was ten slotte maar beesten- bloed. Bovendien: er kwam nooit een eind aan. Dag in dag uit werden die offers herhaald. En dan: waarde zou een offer alleen hebben, als het volmaakt zou zijn; wanneer het dus gebracht zou worden in volkomen liefde tot God en de naaste. De passieve gehoorzaamheid van het offer moest gepaard gaan met de ac- Gelijk voor 20 eeuwen de wereld aan Jezus Christus voorbijging, hoe interessant Zijn persoon en wonderen overigens ook waren (in een bekende roman weet Pilatus op zijn oude dag, als het christendom zich over heel de wereld aan het verbreiden is, zich niets meer te herinneren van een zekere Jezus, die door hem ter dood zou overgegeven zijn), zo gaat de wereld nu aan de Heilige Geest voorbij, hoe geleerd de theologie, hoe mooi sommige preken, hoe methodisch de evangelisatie ook moge zijn. Door gebruik te maken van enkele middelen van genade, heel gewone zaken, die in de geschapen wereld voor handen liggen: woord en teken, ge schreven en gesproken woorden, de tekenen van water en gebroken brood en uitgegoten wijn, heeft de Heilige Geest Zijn goddelijke heerlijkheid ver borgen en slechts de ingewijden kennen Zijn geheim. Hier staan we dan ook voor de mogelijkheid en de werkelijkheid van de verwerping. Ook de Heilige Geest heeft een kruis op zich genomen. tieve gehoorzaamheid der gerechtigheid. Van dat alles was geen sprake Eigen lijk zou de priester zelf het lam moeten zijn. Dat zou pas de ware hogepriester wezen 1 Nu is het opmerkelijk, dat de Joden van die Zijn niets hebben gezien en niets hebben begrepen. Dat er wat stuk was, verstonden ze niet. Zij waren toch Abrahams zaad Was dat niet vol doende En hoe punctueel was niet de gehoorzaamheid der Farizeën aan al de grote en kleine geboden der wet Ze zwoegden onder dat juk des hemels. En hun grote verdiensten hierin, zou den de komst van de Messias ver haasten. Die komst van de Messias zou enkel heerlijkheid betekenen. Voor hen En niets dan ellende voor de hei denen. Het Salomonische rijk zou door de Zone Davids worden hersteld en dat rijk zou heel de aarde beslaan. Al de profetieën en de psalmen zouden in vervulling gaan De heidenen zouden óf als slaven Gods volk moeten dienen. Jeruzalem zou de hoofdstad der wereld worden en alle schatten der aarde zouden daarheen worden gebracht. Gods volk, dat was enkel Israël. Dat volk des Heren was bestemd om het „Herrenvolk" te worden der toekomst. In deze gedachtensfeer hebben de discipelen van de Heiland geleefd. Maria en Johannes de Doper en vooral „de schare". In zonderheid de schare in Gallilea. Zij zagen alleen maar die lijn van perfectie in heerlijkheid. De lijn van de reparatie door verzoening zag alleen maar Jezus Christus zelf. En - even in een flits - Johannes de Doper, toen hij bij de Jordaan sprak: „zie het Lam Gods". Maar de Here Jezus heeft de lijn heel precies zien lopen in de Schriften. Want die getuigden van Hem. Die getuigden heel duidelijk, dat de Messias zou moeten lijden, en alzó tot Zijn heerlijkheid komen. Dat de Joden die lijn niet zagen, was de oorzaak van het grote conflict rondom de Messias. En dat de Here Jezus ook, neen juist in Zijn lijden, die andere lijn, de lijn der heerlijkheid trok, dat was Zijn Messiaanse ge heim. A.D. Jesaja 53 begint met de klacht: „wie heeft onze prediking geloofd Dat is de droefheid van de Heilige Geest. Want het antwoord rnoet luiden: niemand. Gelijk de Here Jezus van allen verlaten is geworden in Gethsemané, omdat zelfs Zijn discipelen, die totale armoede van de Zoon van God niet dragen konden, zo is er thans niet één, die uit zichzelf in de bijbel en in de prediking de stem van de Heilige Geest hoort. Niet één. Tenzij de Geest zelf oren heeft om te horen en harten om te verstaan. Het woord der prediking is „om zo te horen" niet bijzonders. Doch onder tussen. Het werkt zijn eigen hoorders, die „het" verstaan. „Het", dat is het Woord van God. Dat is de sprekende God. Er is een wonder omtrent dat woord der prediking, nml. het wonder, dat de Heilige Geest er in is. Öp de Pinksterdag wordt er gespot: „ze zijn vol zoete wijn". Geen wonder: het woord des Geestes leek ook niet meer dan ijdel gezwets en brooddronken gelal. Doch wonderlijk: er waren er onder tussen, die in hun eigen taal de grote werken Gods hoorden verkondigen. Dat had de prediking der apostelen toch maar gedaan We onderscheiden, maar geenszins gescheiden blijken hier twee naturen te zijn van het Woord. Een onaanzienlijke, ergerniswekkende natuur. Niet alleen een zijde, een buiten kant, een schijn. Maar geheel en al menselijk. En een verborgen goddelijke natuur, waar wonderbaarlijke krachten van uitgaan. Krachten, die ingaan in het diepste van het mensenleven, die raken, waar anders niets bij kan: in het cen trum van het hart. De kracht Gods tot zaligheid. De Heilige Geest roept niet in een soort hemeltaal, maar laat zondige mensen „het Woord" doen. De verkondiging van het Evangelie is door en door mensenwerk. Opge dragen aan de kerk. Doch tegelijkertijd is diezelfde ver kondiging van het Evangelie Geestes werk en gebeuren er de grootste won deren. Dat is als het ware de goddelijke na tuur der prediking. Daar moet u evenwel „oor" voor hebben. Daar moet uw hart voor geopend worden. Want het is een geheim. Van nature is dat alles ons een dwaasheid en een ergernis. Doch door die dwaasheid der predi king maakt God mensen zalig. Door die prediking maakt de Geest ons gelovig. En dan worden we meteen daarin ge lovend. Want het Woord schept zijn eigen hoorders. In de genademiddelen zit het wonder. Dit wonder: daardoor werkt de Heilige Geest. Woord en Geest mogen we dus nooit van elkaar scheiden. Zodra we een van deze twee los maken van het andere, verliest het de hoofdletters. Het is dus niet zo, dat eerst de Geest werkt en dat we dan daardoor en daarna geloven, dat de bijbel Gods Woord is, maar het ge tuigenis van de Heilige Geest om trent het woord van God in onze harten komt uitsluitend tot ons in en door het Woord zelf. En als we aannemen, dat de Heilige Geest ook wonen en zelfs werken kan in de jongste kinderen, die Gods Woord niet horen kunnen, dan zijn dat toch alleen de kinderen der gelovigen, die „in de kerk" werden geboren, in de organische eenheid met hen, die het Woord Gods horen als gehuwden en als ouders. A.D. Als hij zijn mantel van sterren niet had afgedaan, niet in zijn onderkleed had gestaan begaan met onze vuile voeten, niet naakt aan de paal was gegaan, mijn God, wat moet ik met mijn toga aan. Jaap Zijlstra (Land in Zicht). 42) door Jan Lourense HOOFDSTUK 2 Hoe was dat vroeger In de dorpen en kleinere plaatsen gingen (niet eens elk jaar) de dominees met vakantie. En de onderwijzers. En zij, die kapitaalkrachtig waren. In de grotere steden was het misschien iets anders. Maar over het algemeen had men geen vakantie of, als men dat genot wel had, bleef men thuis, hoogstens, wat Middelburg betrof, als het warm weer was, een dag of middag naar het strand van Vlissingen, Domburg, ook wel naar de Dishoek, in de buurt van Koudekerke. Maar de laatste jaren is daarin verandering gekomen. Domburg is een heel bekende badplaats geworden, omdat zich daar een Duits arts gevestigd heeft, die niet alleen nationaal maar ook internatio naal faam heeft verworven. Naar Duitse trant is men gaan spreken van Bad Domburg. Er is een groot badhotel gekomen. En tal van rijke Duitsers, onder wie veel vorstelijke personen, werden in Domburg vaste gasten, tegelijker tijd bij de be roemde arts genezing zoekend voor hun werkelijke of vermeende kwalen. De opkomende Belgische badplaatsen herbergen steeds meer Engelsen, die des donderdags de Westerschelde oversteken, om de marktdag in Middelburg te bezoeken. De stad is dan vol vreemdelingen en ook Nederlanders. Het werd een lucratieve bedoening. De winkel van de firma Israël ging er steeds meer van profiteren. Tenslotte zijn er veel meer landgenoten ge komen, die in het genot van vakantie gesteld werden (alleen de arbeiders vallen er buiten) en die mooie, natuurschoonrijke plekken als de Veluwe, de Achterhoek, Zuid Limburg en de badplaatsen aan de Noordzee bevolken. Op de mensen, die in het land bleven, was het aantal vakantiegangers, die het buitenland opzochten, een verdwijnende minderheid. Maar nu, eind Juli 1914, wordt letterlijk overal de vakantievreugde wreed verstoord. Heeft nie mand enig vermoeden gehad Zo ja, dan zijn het er in de wereld slechts heel weinigen geweest. Want als een donderslag bij heldere hemel luiden er in Nederland klokken; worden van de puien der gemeentehuizen proclamaties voorgelezen en worden grote plakaten aangeplakt, waarop met koeien van letters wordt vermeld: Opkomst met spoed Alle militairen worden opgeroepen. Leger en vloot worden totaal gemobiliseerd. Er is oorlog uitgebroken. De Balkan, die altijd een wespennest en een heksenketel is geweest, is niet de oorzaak, maar wel de aanleiding tot verbreking van de vrede. Bij een bezoek aan Serajewo, in Servië, zijn tijdens een rijtoer de Aartshertog (Kroonprins) van Oostenrijk en zijn gemalin door een aanslag ge worden ontruimd, stroo op de vloer, keukenwagens op de pleinen. Onder de militairen zijn heel wat jongens, die in burger zijn. Die zijn nog niet in dood. Dit is nu ruim een week geleden. Oostenrijk heeft een ultimatum aan Servië gezonden, waarop, als de termijn verstreken is, onvoldoende wordt geantwoord. En dan is de oorlog een feit geworden. De gevolgen zijn fataal. Want het is niet een lokale oorlog. Duitsland is bondgenoot van Oosten rijk, dus wordt ook meegesleept. De keizer, Wil helm II, die met zijn jacht op de Oostzee zwerft, komt ijlings naar Berlijn terug. De al eeuwenoude haat tussen Frankrijk en Duitsland gaat ook op steken; de oorlog tussen die beide landen wordt verklaard. En... Rusland is bondgenoot van Frankrijk; ergo wordt dit onmetelijke rijk ook in de krijg betrokken. En hoe zit het met Engeland Het „spel" is volmaakt. Alle vakantieoorden lopen leeg. Ieder spoedt zich naar huis of, wat de militaire verlofgangers betreft, naar de plaats, in hun zakboekjes vermeld. De rails door het gehele land daveren van de treinen, die militairen vervoeren. Zij hebben voor rang. Er tussendoor rijden met grote vertraging de propvolle burgertreinen, zodat, men vrage niet hoe, de vakantiegangers thuis komen. Het is een com plete chaos. De regering - er is sinds het vorig jaar noch een links noch een rechts kabinet, maar een zaken kabinet; de minister-president heet Cort van der Linden - verklaart geen partij te zullen kiezen. Nederland zal een strikte neutraliteit in acht nemen. Het heeft leger en vloot alleen gemobiliseerd om paraat te zijn en de grenzen te bewaken. In Middelburg is het de eerste dagen van augus tus een enorme drukte. Van alle kanten komen er militairen opzetten. De kazerne in de Korte Noord straat is niet alleen vol, maar verschillende scholen dienst geweest, hebben uitstel van eerste oefening verkregen, dat nu vervalt. Lieven heeft niets met de dienst te maken en de lichting van Kees valt er nog niet onder. Alleen landweer en militie is opgeroepen. In de bakkerij praten ze er over. Jan van Beveren weet met grote stelligheid te verklaren, dat de mobilisatie al lang afgelopen is, als Kees voor eerste oefening onder de wapens moet. Lieve deugd, zo lang duurt de oorlog niet. Wedden, dat alles met Kerstmis thuis is Intussen worden de winkels bestormd. De ham sterwoede viert hoogtij. Je kunt nooit weten: er kan wel schaarste aan levensmiddelen komen en dan moet je toch wat in huis hebben... Lieven werkt, evenals verleden jaar, al sinds begin juli bij de N.V. Von Falkenhaus, als de mobilisatie wordt afgekondigd. Hij heeft verleden jaar thuis nogal wat deining veroorzaakt, toen hij meedeelde, dat hij daar zou gaan werken in de vakanties. Moeder Adri is er beduusd van geweest. Zou hij dan in het geheel niet thuiskomen Zij had er zich zo op verheugd, dat hij enkele maanden weer in de vertrouwde om geving zou zijn. Aanvankelijk had zijn vader het willen verbieden, maar hij is gezwicht voor de argumenten van Lieven. Daar zat wat in. Iets anders was, of de jongen die levenswijze kan vol houden: overdag in de fabriek en 's avonds studeren. In elk geval moest hij er goed van eten. Mocht zijn loon niet voldoende zijn om in die weken zijn kamer te betalen (want een groot deel der studenten zegden enkele maanden hun kamer op) dan zou vader bijpassen. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1970 | | pagina 2