Particuliere synode van de
Gereformeerde kerken In Zeeland
der geslachten
5?litöen
Kerknieuws
L
w myjiNi
KARISIMBI
ejetJ- dc
VAN DÉ
kerkordelijke bepalingen hiervoor zijn
door de gereformeerde synode thans
definitief vastgesteld. In laatste instan
tie ging het er nog om of vrouwen van
het ambt ontheven moesten worden,
wanneer zij trouwden. Tenslotte is be
paald, dat dit niet altijd hoeft en dat zij
predikant kan blijven wanneer een ker-
keraad tot de conclusie komt, dat het
gehuwd-zijn geen belemmering vormt
voor de vervulling van haar kerkelijke
opdracht. De classis en de betrokken
deputaten van de provinciale synode
moeten hiermee echter akkoord gaan.
EEN STEM UIT HET VOLK
Nu door onze Gereformeerde Kerken
het lidmaatschap van de Wereldraad
van Kerken is aangevraagd, en we door
overname van een artikel van Dr. D.
van Swigchem uit de Amsterdamse
Kerkbode nader kennis hebben kunnen
nemen van dit besluit, mag misschien
in onze Zeeuwse Kerkbode ook de stem
gehoord worden van iemand uit ons
eenvoudige gereformeerde kerkvolk. De
stemming op onze Generale Synode was
zodanig, dat het van weinig waarde
schijnt iets anders in het midden te
brengen: 66 tegen 4 stemmen.
Is dit werkelijk het percentage van
ons gereformeerde kerkvolk Ik ben
geneigd dit met neen te beantwoorden,
al voel ik me dan als een eenzame mus
op het dak. Wat wil die eigenlijk, als
in Lunteren een applaus geklonken
heeft, waarvan de vogels in de bossen
er omheen verschrikt wegvluchtten.
Maar in ernst, Dr. van Swigchem
begint met te zeggen, dat men dit geen
schokkend besluit meer kan noemen.
Maar dat is het wel, een besluit waar
van wij de draagwijdte niet kunnen
overzien. Een besluit, dat talloos velen,
die nog gereformeerd willen zijn, diep
heeft getroffen. Dat hen doet vragen:
hebben onze ouders daar nu voor ge
vochten en geleden in Afscheiding en
Doleantie Ik sprak van één besluit,
maar juist in die dagen vielen er twee.
Men wilde de belijdenis, zoals die is
neergelegd in de drie formulieren van
Enigheid onverkort gehandhaafd zien.
Dit besluit kan niet anders dan onze
waardering hebben. En nu het andere,
waarvan ik reeds sprak. Hoe kan men
het een met het ander verenigen Het
is op deze dingen, dat Dr. van Swigchem
niet eens ingaat. Als de Wereldraad
van Kerken enkel een gespreksgemeen-
schap wilde zijn, was daar generlei be
zwaar. Maar zij wil veel meer. Zij meent
op een geloofsbasis elkaar te kunnen
aanspreken. Hier juist stuiten we op
bezwaren die doorslaggevend hadden
moeten zijn bij de besluitvorming. Hoe
wil men eenheid trachten te creëren met
Vrijzinnigen, hoe kan men de hand
reiken aan leiders van de Russische
Staatskerk, die nog mag bestaan bij de
gratie van de communistische leiders,
en maar niets doet, wat met het systeem
in strijd is. Ja erger, als men maar hand
langer wil zijn, om oprechte christenen
bij de overheid aan te brengen. Of ik
mag Ds. Wurmbrand in zijn boek ,,De
ondergrondse kerk" niet geloven. Kan
men dit met Gods Woord in de hand
verdedigen
Het is alles niet zo vrijblijvend als
men denkt. Dr. van Swigchem spreekt
nu al van Wereldkerk. Blijkbaar loopt
hij op de feiten wel wat vooruit. We
zouden als kleine zelfstandige kerk zo
weinig vermogen. Maar is de geschiede
nis er niet om te bewijzen, wat door één
kleine kerkgemeenschap tot stand kan
worden gebracht Maar ik ga tot mijn
Ook was er nogal wat bezwaar tegen
de bepaling, dat aan vrouwelijke predi
kanten als regel een bijzondere opdracht
zal worden gegeven. Men vond dit een
beperking. De vorige synode stelde dit
echter vast en wijziging zou betekenen,
dat men opnieuw fiat zou moeten
vragen aan de mindere vergaderingen
van de kerk en dat zou weer een uitstel
van twee jaar tengevolge hebben. De
eerste vrouwelijke predikant zal, naar
men aanneemt, mej. E. G. van Egmond
te Baarn worden. Zij is staflid van het
evangelisatiecentrum.
uitgangspunt terug, in strijd met onze
belijdenis, bovenal in strijd met stellige
uitspraken uit Gods Woord. Ik denk
hier aan de woorden van Paulus in
Galaten 1 8, aan wat Johannes schrijft
in zijn 2e zendbrief vers 10 en 11.
Daarom kon ik mij ook hartelijk ver
enigen met het besluit dat de kerkeraad
van Urk nam, die zich distantieerde van
de gevolgen van dit Synodebesluit.
Want hier liggen diepgaande funda
mentele tegenstellingen. Wat had een
krachtig ,,neen" niet kunnen betekenen
in de verwarring der geesten Een
,,neen", dat getuigde van geloofsmoed.
Van een willen staan op de grondslag
van Gods Woord. Ik wil hierbij nog
op één punt wijzen. Op de Vierde As
semblee van de Wereldraad van Kerken
in Uppsala, sprak men het volgende uit:
,,Gods belofte: 'Zie ik maak alle dingen
nieuw', houdt voor ons de hoop in, dat
God redding, gerechtigheid en vrede
zal brengen". Zie, Ik maak alle dingen
nieuw, betekent ook, de zekerheid, dat
in Christus de nieuwe verzoende schep
ping al daagt. Deze woorden spreken
dus al van een nieuwe verzoende schep
ping, die nu, binnen de horizon van
deze zondige bedeling al daagt. Hier
worden de woorden die de Here Jezus
tot Johannes, de Ziener op Patmos zo
danig verwrongen, alsof hier deze bede
ling mee bedoeld zou zijn. Ja, Hij wil
mensenharten vernieuwen en weder
baren door Zijn Heilige Geest, maar
van een nieuwe verzoende schepping
lezen we niet. Integendeel, we lezen van
een toenemende nood, naarmate de tijd
van Christus wederkomst nadert. Hier
is dan ook een aardsgerichtheid aan het
woord, die de onze niet kan zijn. Aards
gerichtheid, omdat men denkt het hier
op aarde zelf wel te kunnen klaren, al
neemt men dan een woord uit de Bijbel
ten onrechte in de mond. Men kan
hier niet anders spreken dan van wereld
gelijkvormigheid, een woord dat blijk
baar niet meer gezegd mag worden.
Maar ook deze gedachtengang had
ons moeten waarschuwen, hoezeer het
sein op rood stond, al spreekt Dr. van
Swigchem maar van een zich invoegen
op de grote baan. Met Gods Woord
belijden wij dat de kerk levend in de
wereld, niet van de wereld mag zijn.
Dat zij heeft een gans enige positie en
dat zij van daaruit het waarachtige licht
laat schijnen in deze donkere wereld.
Dr. van Swigchem sprak van de kerk
als teruggeworpen op haar laatste stel
lingen. Welnu, dan zal het ook zaak
zijn, die laatste stellingen te bewaren
in de kracht van haar Heiland, die ge
komen is tot een val en een opstanding,
die dus scheiding teweeg brengt en geen
vermeende eenheid. Die zal weer wer
kelijkheid worden na deze bedeling.
Maar voor ons dringt de vraag al
meer: ,,De Zoon des mensen als Hij
komt zal Hij dan nog geloof vinden op
aarde
L. Geschiere, Zoutelande.
In Jong Gereformeerd van de laatste
maanden zijn enkele brieven afgedrukt
van Maarten Hijkoop, de „animateur
de la jeunesse", zoals hij hier officieel
heet; in gewoon Nederlands zouden we
zeggen: jeugdleider.
Die brieven van hem zijn uitgelopen
op een komplete demonstratie met span
doeken en al. Nou schijnt dat bij U in
Nederland nogal in de mode te zijn, en
zo 'n demonstratie zal dus wel ergens
de gemoederen bevredigen. Je kunt
trouwens na een demonstratie weer fijn
naar huis gaan met het prettige gevoel,
dat je wat gedaan hebt. Je bent in actie
geweest. Vooruit maar.
Persoonlijk zijn we niet zo demon-
streerderig, maar dit keer ben ik toch
even met Maarten meegegaan. Ik vond
die spandoeken die hij meedroeg, toch
wel leuk.
ZONDER KADER:
KERK FAILLIET.
ZENDING ZORG
VOOR ZIELSZORG
We vonden ze niet alleen leuk, maar
ook goed ter zake, wat je niet van
alle spandoeken zeggen kunt. De
demonstratie is inmiddels ten einde,
maar er is stof te over, om nog even
over de zaak zelf verder te praten-
Want er is wel wat aan de hand.
Wat Maarten Hijkoop met spandoeken
aan de orde heeft gesteld voor het grote
publiek, is al verschillende jaren ge
leden en lang in meer beperkte kring
aan de orde gesteld, zowel vanuit het
Vormingswerk als vanuit een door de
kerk in Rwanda indertijd gevormde
studiecommissie, waaraan ook het
Jeugdwerk zijn bijdrage heeft geleverd.
We hebben zo 'n vaag gevoel, dat de
kreten van de spandoeken helemaal
niet overkomen. Wie maakt zich nog
een zorg om zielszorg Is dat niet
typisch een kreet van de zending: zorg
voor de zielen... Nee, we willen heel
wat anders: ophouden over zielen, meer
aandacht voor de concrete situatie van
de mens", aandacht voor zijn „samen-
Op grond van het bepaalde in artikel
2 van de Huishoudelijke Regeling der
Part. Synode roept de Raad van de
Gereformeerde Kerk van Goes de Ge
reformeerde Kerken in Zeeland op ter
vergadering in Particuliere Synode, te
houden op D.V. maandag 16 maart
1970, aanvang 9 uur, in de achterzaal
van de Gereformeerde Westerkerk,
Westwal 6 te Goes.
Dat is dus 2 dagen vroeger, dan de
acta der Part. Synode 1969 vermeldt;
het Moderamen der P.S. 1969 besloot
daartoe, omdat op 18 maart 1970 de
verkiezingen voor Prov. Staten worden
gehouden.
Classes, Kerken en Deputaten wor
den, in verband met art. 6 van de Huis
houdelijke Regeling, verzocht voorstel
len, rapporten en begrotingen vóór 2
februari 1970 te willen toezenden aan
de scriba van de roepende kerk. Ook de
te controleren boeken en bescheiden
voor de vergadering der Part. Synode
dienen vóór 25 januari 1970 te worden
ingezonden aan de scriba der roepende
kerk, omdat die kerk is aangewezen
door de P.S. 1969 om die boeken en
levingsverbanden", aandacht voor
„sociale gerechtigheid", enzovoort.
Prachtig en akkoord
Alleen, we zien de tegenstelling niet.
Laten we duidelijk zijn. We geloven
niet in een tegenstelling tussen wat men
dan pleegt te noemen: zielszorg en die
zgn. concrete situatie enz,--Als we ten
minste niet eerst van de beide een
karikatuur gemaakt hebben. En dat ge
beurt nogal eens, hebben we zo het
gevoel. In die karikatuur wordt ziel
zorg dan zoiets als een schemerig bezig
zijn met schimmige zielen, en wordt
ingaan op de concrete situatie zoiets als
een wolletje geven aan iemand met een
ondervoedingsoedeem. Maar het één
en het ander is totaal naast de zaak.
„Zielzorg" en „lichaamzorg" staan niet
tegenover elkaar, net zo min als ziel en
lichaam cegenover elkaar staan. Beide
vormen ze de éne totale mens, en daar
om zijn die beide zorgen in eendere
mate nodig, wil men althans werkelijk
de concrete mens in zijn concrete situatie
helpen.
Gelukkig wordt dit ook wel door
sommigen gezien, zelfs door mensen,
die geen „zendeling" zijn. Dr. M.
Heimo, oud-adviseur voor economische
zaken van de President van Rwanda
scheef onlangs een brochure over de
economische ontwikkeling van Rwanda.
Hij schrijft daarin, dat, wil de econo
mische ontwikkeling van Rwanda door
zetten, er meer nodig is dan technische
bijstand: „Zij houdt in, dat er een zekere
herstructurering van de Rwandese per
soonlijkheid moet plaats vinden. Die
herstructurering is daarom zo nodig,
omdat ontwikkeling onontkoombaar
door de mens heen gaat en een zaak
van de eigen bevolking zal moeten zijn
of het zal geen ontwikkeling zijn.
Deze psychologische factor is overal
tegenwoordig en zijn konsekwenties
zijn concreet, zeer concreet.
Dat is de mening van een econoom en
technisch adviseur. En hij raakt de
zaak in de kern.
Josien en Kees Overdulve.
(wordt vervolgd)
bescheiden na te zien. De kerkeraad zal
daartoe een 3-tal brs./zrs. benoemen.
De samenroepende kerk zorgt voor
de vermenigvuldiging der rapporten
enz., maar mocht een deputaatschap
voor eigen kring/kerken zelf tot ver
menigvuldiging per stencil overgaan,
dan zal het de roepende kerk zeer aan
zich verplichten, als het zijn rapport in
125-voud aan de roepende kerk wil toe
zenden. Dat kan n.l. tijdige toezending
van het agendum met bijbehorende
stukken aan de afgevaardigden, classes
en kerken ten zeerste bespoedigen. Op
grond van art. 8, lid c, van de Huis
houdelijke Regeling heeft de roepende
kerk maar 2 weken ter beschikking om
alle voorbereidende werkzaamheden
voor die verzending te doen, daarom
dringt zij er zeer op aan, tijdig alle
stukken te mogen ontvangen.
Dit impliceert, dat deputaten en com
missies terzake in de eerste weken van
januari 1970 dienen te vergaderen.
Actuarii van de laatstgehouden Clas-
sisvergaderingen in het ressort der Par
ticuliere Synode worden verzocht de
juiste namen en adressen (en eventuele
latere wijzigingen) van zowel de priml-,
als de secundi-afgevaardigden naar de
Part. Synode te willen opgeven aan
de scriba van de roepende kerk. Enkele
classes deden dat reeds.
Namens de roepende kerk voornoemd,
Ds. C. W. de Bruijne, praeses K.A.Z.
D. J. Rouw, scriba K.A.Z.
Goes, Populierenstraat 14,
Telefoon 01100-6676.
Beroepen: te Meeuwen (N.B.): kand.
Drs. P. H. L. Lo te Wormerveer
te Grijpskerk (Gr.): C. v. Ommen te
Werkendam; te Gerkesklooster-
Stroobos: C. Mcens te Frisepalen-Sie-
gerswoude; te Schagen: kand. Drs.
P. EI. L. Lo te Wormerveer; te
Echten: kand. Drs. P. H. L. Lo te
Wormerveer; -te Rotterdam-Delfs-
haven: F. v. Zuthem te De Bilt (U.); -
te Bussum (vac. B. G. Mees ten
Oever): Drs. W. H. Melles te Amstel
veen; te Katwijk a.d. Rijn: D. H.
Elderman te Dinteloord N.B.); te
Hasselt: kand. P. H. L. Lo te Wormer
veer.
Beroepbaarstelling: kand- I. Pop
ping te Grouw (Fr.), die beroepen is
te Spijk (Gr.) en dit beroep heeft aange
nomen.
Aangenomen: naar Rijswijk (Z.H.) -
(vac. L. J. Boeyinga): M. Grashoff te
Sliedrecht; naar Dronten (standpl.
Diddinghuizen)Drs. A. v. d. Woude
te Lisse; naarHogezand-Sappemeer:
H. H. Binnema te Wanswerd; naar
Leiderdorp (vac. F. Minnema): G- v.
Loenen te Alkmaar; naar Zeist: H.
Vollenhoven te Rotterdam-Kralingen,
die bedankte voor Elaarlem-Zuid;
naar Grouw: kand. C. C. Smitskamp
te Hazerswoude; -naar Westbroek:
A. A. v. d. Hoorn te Vreeland; naar
Haren: A. Nagelkerke te Dordrecht,
die bedankte voor Almelo; naar
Pieterburen (tevens evang. pred. in de
classis Warfum): M. v. d. Werff te
Niezijl; naar Schiedam (wijk
Kethel): J. Nierop te Nijkerk; naar
Bleiswijk: J. Keizer te Brouwershaven.
Bedankt: voor Smilde: W. Visscher
te Maasdijk; voor Tilburg: J. Nierop
te Nijkerk; voor IJsselstein en Ben
schop: A. Vos te Krommenie; voor
Grijpskerk (Gr.): C. v. Ommen te
Werkendam.
Préparatoir geëxamineerd door de
classis Zwolle: B. K. Breeman, kandi
daat te Kampen, Vermijdenstraat 138,
die in verband met stage nog geen be
roep in overweging kan nemen.
BETALING ABONNEMENTSGELD
1970, ZEEUWSE KERKBODE.
Het betalingstermijn voor het abonne
mentsgeld voor het eerste halfjaar is weer
aangebroken.
Wij verzoeken alle lezers niet meer per
aangeboden postkwitantie, maar per giro
te betalen.
De lezers die altijd aan Boekhandel
Fanoy betaalden worden verzocht
niet meer via Boekhandel Fanoy,
maar regelrecht aan Drii. Littooij
Olthoff te betalen per giro.
Wegens de stijgende incassokosten bij
de P.T.T. zijn we genoodzaakt 1,25
incassokosten te berekenen per halfjaar,
wat gemakkelijk kan bespaard worden door
ƒ5,voor het eerste halfjaar 1970. voor
het gehele jaar 1970 10,op giro
rekening 42280 te storten vóór 1 februari
1970.
24)
door Jan Lourense
„De beste dag is dinsdag, zou ik denken. Ik zal
eens belet vragen".
Zo gebeurt het. Ze worden verwacht.
Evert kijkt onverholen naar de hem onbekende
zuster van Johan, die hij juffrouw noemt: wat een
knap, struis meisje; pikzwart haar en in-bruine
ogen; een echt joods type. Zij heeft gezegd: noem
mij maar Bettekee; jij heet Evert, heb ik van Johan
gehoord.
Bakker Constandse is in de bakkerij; zijn vrouw
voegt zich bij het drietal. Enthousiast legt Evert
de werking van de oven uit.
„Nou, zusje vraagt Johan.
„Jo, 't is fantastisch. Ze stookt heel wat ge
makkelijker dan een gewone oven. 't Is kinderspel.
Voel jij er niets voor
„Natuurlijk wel. Maar 'k weet niet..."
„We gaan er eens met moeder over praten. Er
is ruimte genoeg, om er een bij te bouwen. Dan
kunnen we, zo nodig, de oude ook nog gebruiken".
De „ouwe" Constandse lacht hartelijk.
„Jij weet ook van wanten, meisje
„Och, ik ben direct van school in het bedrijf
gekomen en doe het werk graag".
Het verdere gedeelte van de bakkerij wordt be
zichtigd, waarna vrouw Constandse het tweetal
op de thee nodigt, zodat het bezoek nog een uurtje
langer duurt en er heel wat wordt afgepraat. Evert
heeft niets geen haast, ook niet, als zijn vader naar
de bakkerij terugkeert. Hij is onder de ban van
Bettekee gekomen.
Dit is het eerste contact tussen Evert en Bettekee.
Het zou niet het laatste zijn...
DEEL II
Hoofdstuk 1
Al dagenlang heeft de gemeentelijke dienst een
laag zand gestrooid op het plaveisel van de straat
vóór de bakkerswinkel van Israël en de twee panden
er naast. Het zand moet het lawaai van de wagens
en paarden dempen. Want in het pand vlak naast
de bakkerswinkel ligt de ouwe vrouw Hage dood
ziek. Feitelijk al drie dagen is de felle strijd met
de dood aan de gang.
Nu kan het zand weggehaald worden. Deze
morgen om acht uur komt de schoondochter, die
in Vlissingen woont, in de winkel en deelt Bette
kee mede, dat moeder in die nacht overleden is.
Rustig en vredig heengegaan, wetend in Jezus
geborgen te zijn. Zij heeft een hoge leeftijd bereikt.
75 jaar. En de 73 jaar oude man blijft alleen
achter. Dat kan natuurlijk niet.
„Hoe zal het geval worden opgelost vraagt
men zich af bij de Israëls. Dat vraagt vooral Johan
zich af. Want in zijn jeugdig brein is een stout plan
opgekomen. Althans als bewaarheid wordt, wat hij
hoopt. En - dan moet moeder er ook mee accoord
gaan. Er kon wel eens een zware wijs opgaan
Een dag na de begrafenis komt een onbekende
vrouw brood halen, Bettekee meent haar reeds
in de woning van Hage te hebben gezien. Zou zij
er huishoudster worden
Dat vermoeden blijkt niet juist. Uit zichzelf ver
telt de vrouw, dat zij hoogstens een maand voor
de oude man zal zorgen. En dan gaat deze naar zijn
zoon in Vlissingen.
Bettekee deelt dat mede aan het ontbijt. Het
gelaat van Johan krijgt een peinzende uitdrukking.
De woning komt dus leeg. Hij heeft de stille ver
wachting gehad, dat dit gebeuren zou. Nu wordt
het tijd, om met moeder te praten. Aan de ene
kant ziet hij er tegenop, maar aan de andere kant:
hij is een dóórzetter, net als zijn vader. En... zo
'n kans komt niet weer terug
„Moeder, ik wil vandaag of morgen, zoals het
uitkomt, maar het liefst vandaag, eens met u alleen
praten", zegt hij ernstig.
„Toch geen zwarigheden, Johan
„O nee, ik heb een idee, dat ik met u bespreken
wil".
Het blijkt dat het die avond kan. Bettekee is
naar de catechisatie; Marie naar de Normaallessen;
Piet heeft de vaste avond bij zijn vriendje en Pleun
is naar bed.
Johan weet niet, wat hem overkomt, als hij die
avond zijn plan uiteenzet. Hij begint aarzelend,
maar steeds vlotter pleit hij. Als hij uitgesproken is,
verwacht hij, dat de reactie van moeder niet be
paald geestdriftig zal zijn. Er zal wel een berg
bezwaren komen. Maar haar eerste reactie ver
baast hem zeer.
„Dat zou dus betekenen, dat je binnen een jaar
getrouwd zou zijn
„Daar heb ik niet eens aan gedacht, moeder.
Dat behoeft toch ook niet
„Neen, het behoeft niet, daar heb je gelijk in.
Dan zou je vroeger getrouwd zijn dan ik. En ik
was nog te jong, vonden mijn ouders, die tenslotte
toch toestemming gaven".
Moeder Janna glimlachte weemoedig.
„Ik heb er heus niet aan gedacht, moeder. Het
gaat mij nu eerst om de zaak".
„Johan, ik moet er eens rustig een paar dagen
over denken en het idee verwerken. Je begrijpt
wel, dat het in ons leven, ook in het mijne, in
grijpend is".
„Ja, moeder. Daar heb ik wel aan gedacht. Ik
heb er zelfs tegenop gezien, er over te beginnen".
„Dat was toch niet nodig geweest. Ben ik zo
'n ontaarde moeder
„Moeder, hou als het u belieft op met die onzin
Johan is opgesprongen en kust haar op het voor
hoofd. Moeder Janna krijgt tranen in de ogen.
„U bent de beste en de liefste moeder, die er zijn
kan. Maar ik bedoel... nou ja, het is een groot plan,
tenminste voor ons doen groot. Ik heb er goed over
nagedacht, moeder".
„Dat merk ik, jongen. Maar ik moet het even
verwerken".
„U moet toch niet te lang wachten, moeder. Ik
vermoed, dat we geen weken de- tijd hebben. Nu
moeten we de kans grijpen. Tenminste, dat vind ik".
„Ja, ja, ik zal je niet langer in spanning laten dan
nodig is".
(wordt vervolgd)