Van de Synode van öe Litungie x^eeuwóe J cJ-lomojielen mogen er zijn in de kerk OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND Hoofd-Redacteur Dr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70. Redactie en medewerkers J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen; Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Drs. A. Elshout, Koudekerke Dr. P. C. Kraan, Vlissingen; Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden; Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk; Drs. M. Beinema, Middelburg; Ds. C. W. de Bruijne, Goes. Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. 8 JANUARI 1970 23e JAARGANG No. 25 „Ik worstel en ontkom" OU vaït Niemand zal u uit Mijn hand roven" Johannes 10 28. Ik kwam hem tegen in de lange gang van het ziekenhuis. Op een brancard. Op weg naar de operatiekamer. Hij herkende mij. Even mocht ik met hem praten. Dominee, mijn leven is in handen van mijn chirurg. Het is zo'n knappe dokter, die iedereen er doorheen haalt Mijn leven is in zijn handen veilig" Ik probeerde hem nog even te wijzen op de grote Dokter, zonder Wie geen enkele dokter iets presteren kan. Maar de brancard reed al weer verder. In de operatiekamer is er nu eenmaal geen wachten bij. Ik dacht zo bij me zelf: als die chirurg dat eens gehoort had... dat zijn patient hem zo vertrouwde dat hij zijn leven veilig achtte in de handen van zijn dokter wat zou hem dat gedaan hebben Ik denk toch wel dat hij nog wel zoveel geweten zou hebben van de grenzen van zijn medische macht dat hij bedankte voor zulk een eer. Mijn leven is in Zijn hand. Ik wilde het toch maar liever wagen met een andere hand. Een nog veel beter en nog veel trouwer en nog veel betrouwbaarder hand. Met de hand van mijn Heiland. Hij kan zeggen wat geen enkele dokter zeggen kan: „Niemand zal ze uit Mijn hand roven" Denkt u eens over dit woord na op weg naar de operatie kamer en op elke steile, moeilijke weg die u gaan moet. Een hand zegt al zo veel. Soms zeggen handen nog veel meer dan woorden. Handen, daar kun je liefde mee overdragen. Handen, die grijp je vast als er geen ander houvast meer is. En dan... de hand van Jezus. De beste, de sterkste, de trouwste hand. Ik voel er de lidtekens van de nagels nog in. Als ik tenminste mijn hand er maar in leg. Dan is mijn leven in Zijn hand. En daarin is het geborgen. Niemand kan me daar uit roven Niemand. Mijn zonde niet. Mijn ziekte niet. De duivel niet. De dood niet. Niemand en niets. Die hand houdt me vast dwars door alles. U ligt op de brancard voor de operatietafel. U ligt met een hartaanval. U hebt het te kwaad met alles. U weet dat u sterven moet en 't angstzweet breekt u uit. Leg uw hand in Jezus hand. Dan is 't alles goed. Dan stroomt de rust je hart binnen. Dan komt Zijn stem je sterken: „Niemand zal u uit Mijn hand rukken" Nieuwendijk N.B O. van Noort r Abonnementsprijs 5.per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 20 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent Drukkers-Uitgevers Littooij 6 Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 v Synode over homofilie. Met het besluit deputaten te benoe men met de opdracht „zich zo veelzijdig mogelijk te oriënteren in de problemen van de homofiele naaste en ter synode met een uitgewerkt advies voor pastoraal beleid ten aanzien van onze homofiele naasten te komen" heeft de synode een stap gedaan naar een nieuwe benadering van het verschijnsel homofilie. Dat de synode daar juist nu toe besloten heeft, is op zich al typerend voor de snelheid, waarmee de verande ringen op allerlei terrein - ook op dat van synodale agenda's en besluiten - zich vandaag voltrekken. In november 1968 heeft het moderamen van de Generale Synode van Amsterdam n.l. nog aan alle gereformeerde predikanten medegedeeld - de redenen laten we nu maar even buiten beschouwing - niet méér aandacht te willen besteden aan het pastoraat onder homofielen en de problemen, die daaromtrent rijzen. En reeds nu ligt de opdracht aan deputaten op tafel zich - ook met de hulp van des kundigen - uitvoerig te oriënteren. Men kan zich daarover oprecht verheugen, niet zozeer omdat de synode altijd laatste waarheden uitspreekt over in een bepaalde tijd spelende problemen. Eer der moet men vaststellen dat de synode haar waarheden nogal eens erg laat, zo niet té laat uitspreekt, daarmee in boetend aan een groot stuk originaliteit en onbevangenheid. Maar dit alles neemt niet weg dat we toch blij kunnen zijn met de uitspraak van de synode, omdat we de opinievormende funktie van de synode - m.n. binnen de gere formeerde kerken - bepaald niet mogen onderschatten. Bovendien - en dat is evenmin te onderschatten - hebben de (gereformeerde) kerken ten aanzien van haar homofiele leden wel wat recht te zetten, zo niet: goed te maken. In haar simpele - zwijgende - afwijzing van de homofilie was de kerk teveel kind van haar tijd en te weinig originele luister aar naar het evangelie. Een stuk zake lijke informatie kan het vooroordeel doorbreken en het als een te vlot - en daarom ongenuanceerd - oordeel aan de kaak stellen. T er reinv erkenning Reeds vanaf de jaren 1960 is er in brede kerkelijke kring een nieuwe be zinning op de homofilie op gang ge komen. In gereformeerde kring droeg daar zeer toe bij de verschijning van het boekje „De homosexuele naaste", waarin onder meer Dr. S. J. Ridderbos een opstel gaf over de bijbelgegevens, op grond waarvan de homoseksualiteit altijd veroordeeld was als zonde. In de r. k. kerk was eveneens in die tijd een duidelijke doorbraak te konstateren van een simpele afwijzing naar een meer genuanceerde benadering met inacht neming van een aantal wetenschappe lijke gegevens betreffende het verschijn sel homofilie. Ook in de maatschappij als geheel werden pogingen ondernomen te komen tot een nieuwe benadering van de homofilie om althans een einde te maken aan een aantal duidelijke dis- kriminerende bepalingen. Hierbij valt te denken aan de bezwaren tegen art. 248 bis uit het Wetboek van Strafrecht, een artikel dat wel typisch dateert uit een tijd, waarin de morele verontwaar diging over homoseksualiteit nog ge heel paste, maar dat nu tóch 'op de helling gaat. Ook de strijd voor de koninklijke goedkeuring van de Neder landse Vereniging van Homofielen, het C.O.C., is een voorbeeld van de emanci patiestrijd, die de homofiele mede mensen in onze samenleving (moeten) voeren; tot nu toe tevergeefs. De kentering in de visie op de homo filie binnen de kerk hangt met ver schillende ontwikkelingen samen. Onge twijfeld speelt hier b.v. een belangrijke rol de nieuwe bezinning op de seksuali teit. Sinds de seksualiteit niet meer ge zien wordt als uitsluitend gericht op de voortplanting, komt er de ruimte voor een menselijker spreken, ook over de homoseksualiteit. Maar ook de nieuwe benadering van de bijbelse gegevens heeft de tot nu toe gebruikelijke veroordeling van homo filie op grond van de bijbel opnieuw in diskussie gesteld. Daarbij kwam een nieuw pastoraal- theoligisch denken, dat mede dankzij psychologie en sociologie, zich minder gemakkelijk tot simpele, moralistische oordelen liet verleiden en meer de soli dariteit en serieuze betrokkenheid op alle mensen als evangelisch uitgangs punt nam. Niet dat het gebod niet uit eindelijk het richtende woord zou spreken over ons leven. Maar dat ge bod kan alleen maar zinvol gesproken worden, wanneer mensen samen onder het oordeel en de vergeving zijn gaan staan. En daarvoor is in eerste instantie De huwelijksinzegening zelf van een rooms-katholieke met gereformeerde partner zal goed moeten worden voor bereid. Om te beginnen moet positief door de pastoor en de predikant en het bruidspaar uitgesproken worden dat alle beloften aangaande dit huwelijk, die anders zouden gebeuren dan in het openbaar op de huwelijksplechtigheid zelf, waardeloos zijn. Dit om te voor komen dat iedere dwang aangaande de opvoeding van de kinderen wordt uit gesloten. Wat de inzegening van het huwelijk zelf aangaat, moet het mijns inziens ge beuren zonder eucharisatie-viering. De rooms-katholieke partij moet weten, dat zal hij of zij wel reeds besproken heb ben met de andere partner, dat het bij ons niet de gewoonte is naar aanleiding van 'n huwelijk avondmaal te vieren. Het is dan ook m.i. verkeerd omwille van enkele gevoeligheden hiermee in te stemmen. Daarbij komt dat het rooms- nodig een konsekwente solidariteit met de ander. Dat in dit hele proces van opinie vorming de massamedia informerend en stereotiepe opvattingen doorbrekend, hebben gewerkt en werken, is wel dui delijk. Één van de opvallende trekken van de huidige wereld is de met enorme snelheid toenemende kennis stelt allerlei vanzelfsprekende meningen en posities vandaag in diskussie. En misschien is het wel de grootste uitdaging van de (kerk) mens van vandaag om te leren leven met de voorlopigheid van de ant woorden op de meest uiteenlopende vragen. We kunnen die voorlopigheid en die noodzaak tot voortdurende heroriëntering in het licht van de nieuwste gegevens lastig vinden en zelfs erg verwarrend op z'n tijd, zij is met onze tijd gegeven. Daarbij komt dat mét onze kennis ook onze verantwoordelijkheid toeneemt. Om het in preekjargon te zeggen: onze toenemende kennis is tegelijk gave en opgave. Vroeger wisten we niet beter of psychisch gestoorde mensen waren door de duivel bezeten; daarom dienden ze te worden uitgestoten uit de maat schappij. Toen het inzicht in de psy chische stoornissen groeide, bouwden we stichtingen van barmhartigheid: dat het geen duivelswerk was, dat was wel duidelijk, maar wat het dan wél was, dat was nog niet duidelijk. Vandaag zijn er de moderne psychiatrische centra, waar al veel meer verschijnselen duide lijk zijn en de „bezetene" van vroeger nu als patiënt met sukses behandeld wordt. We zullen dus daar gaat het om de feiten onder ogen moeten zien en onze houding daarnaar moeten bepalen. D. Tieleman, Heinkënszand. (wordt vervolgd) katholieke kerkelijk recht op geen enkele manier eucharisatie-viering en huwelijk met elkaar verbindt. Ook lijkt het mij niet juist dat de huwelijksinzegening alleen door de priester gedaan wordt, terwijl de predi kant de entourage (preek enz.) verzor gen mag. Daarom zou ik ook wel dege lijk de handreiking die door het pastoraal beraad der Kerken in Brabant en Limburg opgesteld is, van de hand wijzen. Ik geloof dat ook in het mee werken aan de inzegening de predikant niet moet worden uitgesloten. Dat kan best in deze zin, dat de priester de rooms-katholieke partner ondervraagd en de predikant de reformatorische. De zegen kan dan gezamenlijk door beide partijen worden uitgesproken. 'n Ander aspect is, of men door het feit, dat men 'n huwelijksdienst belegd, 'n gezamenlijke dienst belegd. Ik geloof dat we hier negatief moeten op ant woorden. Nog afgezien van het feit, dat wij van dienst spreken, waarin 'n huwelijk bevestigd wordt, ligt dit in de rooms-katholieke kerk heel anders, 'n Huwelijk kan daar gesloten worden buiten de dienst en dit gebeurd ook meer dan eens. Het tweede feit die hier van uit r.k. standpunt naar voren komt is dat men nooit 'n dienst heeft zonder eucharisatie-viering. Zelfs de uitstelling van de hostie ter aanbidding is geen dienst in r.k. zin. We kunnen dus zeg gen dat het woord „gecombineerde dienst" hier niet van toepassing is. Nog een enkel woord over het for mulier. De vragen die in zo'n dienst van r.k. zijde gesteld worden zijn zo opgesteld dat men wel degelijk dezelfde vragen kan stellen als in ons formulier. Ook die hoeft dus geen bezwaar meer te zijn. De vraag: belooft ge uw kin deren christelijk op te voeden, is in ons land niet dubbelzinnig. Toch is het ook goed dit uit te spreken waar pastoor en bruidspaar bij zijn. Hebben de bruid en bruidegom zich reeds uitgesproken voor wat de opvoeding van hun kin deren betreft en zijn ze het erover eens ze gereformeerd op te voeden, dan is het ook goed er op te letten dat dit de betreffende bisschop wordt medege deeld (schriftelijk) en eveneens zijn antwoord gezamenlijk wordt besproken. Nogmaals, de beste oplossing is dat men voor het huwelijk besluit één kerk te kiezen. Kan dit echter niet dan zal men zo verantwoord mogelijk te werk gaan. M. V. J. de Craene. Financiële zorgen van diakonaat. Kritiek op de samenleving en op de structuren daarvan begint voor het dia konaat veel dichter bij huis dan men denkt. Natuurlijk moet de kerk bezig zijn met het wereldprobleem van de verhouding tussen rijke en arme landen. Maar men dreigt daarbij de kritische aandacht voor de eigen omgeving te vergeten. Dit zei Dr. J. van Klinken, directeur van het Algemeen Diakonaal Bureau in de synode van de gerefor meerde kerken. Als voorbeeld noemde Dr. van Klinken de tehuizen, waarin min of meer hulp behoevende mensen terecht komen. Hoe zijn de huisregels opgesteld Garan deren deze, om maar iets te noemen, voldoende privacy aan de bewoners En zijn de tehuizen zo ingericht, dat men er een menswaardig bestaan kan leiden Een kritisch onderzoek zou, naar de mening van Dr. van Klinken, hier zeker op z'n plaats zijn. Zowel Dr. van Klinken als de ad junct-directeur van het Algemeen Dia konaal Bureau, Drs. J. Hendriks be toogden, dat het in de kerk niet gaat om actieve diakenen, maar om diako naal actieve gemeenten. Het diakonaat behoort namelijk tot de wezenskenmer ken van de kerk. Een gemeente is geen goede christelijke gemeente, wanneer zij niet dienend bezig is. Diakenen zijn niet de uitvoerders van die opdracht, maar de mensen, die voorlichting en advies geven aan de gemeenteleden. En die moeten hét werk uitvoeren. Bezorgd is men over de terugloop van het aantal diakonale collecten in de ker ken. Veel plaatselijke gemeenten, en dat geldt dan met name de kleinere gemeen ten, zitten met grote financiële moeilijk heden en zij vervangen diakonale col lecten door collecten voor „de kerk", maar het diakonaat is niet iets aparts naast de kerk - men moet zien dat de kerk zonder diakonaat geen bestaans recht heeft. Omdat het aantal diakonale collecten terugloopt, dreigen er moeilijkheden .te ontstaan voor allerlei gezamenlijke dia konale instellingen en stichtingen. Ook komt daardoor allerlei noodzakelijk nieuw werk, zoals bijvoorbeeld de recre atie en de vakantie voor gehandicapten niet voldoende tot ontplooiing. Dit geldt ook voor het werelddiakonaat. Van de kleinere plaatsen blijft 67 pro cent beneden de gemiddelde landelijke opbrengst. Vrouwelijke predikant kan nu haar intrede doen. Binnenkort kan in de gereformeerde kerken de intrede van de eerste vrouwe lijke predikant verwacht worden. De r' "N Omdat er een votum is en een groet omdat er liederen zijn en gebeden omdat er Schriften zijn die kunnen opengaan als een bloem omdat er woorden zijn die kunnen worden bediend en tot Woord worden en omdat er een zegen is in Zijn Naam leef ik. De Geest wentelt de steen af van de put voor mij veel te groot en te zwaar en ik kan drinken want zie: water De schapen verzadigen zich aan stilten want er zijn stilten van een half uur in de hemel en zij zijn vervuld van beslissing en van de schone toekomst van de Zoon en van ons. Wij zullen gelukkig zijn in de liturgie levend gelovend liefhebbend wachtend. Wij zullen weldra staan in de stilten van Zijn dag. Geprezen zij God die de tijd geschapen heeft en daarin het uur op zondagmorgen tussen tien en elf in mijn oude kerk. Al mijn begeerten gaan daarnaar uit. (Ons Kerkblad, Goes) J-let gemengd huwelijk n

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1970 | | pagina 1