eeuwóe SCerkbocle Ui ZELFS DAN De wereldraad van kerken eWL 5Tlitóen HUIS EN HAARD KARISIMBI 4 DECEMBER 1969 23e JAARGANG No. 22 „Ik worstel en ontkom" OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND. Hoofd-RedacteurDr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189)4 70. Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen; Ds. M. V. J. de Craene, St. LaurensDrs. A. Elshout, Koudekerke Dr. P. C. Kraan, Vlissingen; Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden; Dr. J. H. Becker. Nieuwerkerk; Drs. M. Beinema, Middelburg; Ds. C. W. de Bruijne, Goes. Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Abonnementsprijs 5.per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 20 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Uw volk is een en al gewilligheid. Psalm 110:3. In deze psalm wordt de gestalte zichtbaar van de Here Jezus, de Priester- Koning, die bekleed is met alle macht in de hemel en op de aarde. Alles is Hem onderworpen, maar alleen zijn volk is Hem onderdanig. Die gewilligheid is geen verdienste van dat volk, maar gevolg van het [eit, dat deze Koning regeert door zijn Woord en Geest. Ik heb leraren gekend, die alleen maar met de grootste moeite, door dreigen en door straffen, de baas bleven in de klas. En anderen, die met dezelfde klas spelenderwijs konden doen, wat ze wilden. Aan de eersten waren de jongens en meisjes onderworpenAan de anderen waren ze onderdanig. De eersten regeerden met hun woord. De anderen regeerden met hun woord en geest. Dit laatste regeren is het echte. Het heeft geen behoefte aan heel veel geboden en heel veel controle. Het gaat wel niet helemaal vanzelf maar de verhoudingen zijn ontspannen. Je kunt God niet dienen zonder gewilligheid. Want dan dien je hem niet. Het kan een agent van politie weinig schelen of ik zijn bevelen met tegenzin opvolg. Als ik het maar doe. En ik herinner me, dat mijn vader, toen ik eens met duidelijke tegenzin deed, wat hij wou, zei: ,,laat maar, ik doe het liever zelf, dan dat jij het doet met zo 'n gezicht De Here Jezus heeft een gewillig volk, dat dankbaar en blij en graag ge hoorzaamt. Hier is in deze psalm ook het profetisch perspectief van de Heilige Geest, die ons gewillig maakt. Nog sterker: „één en al gewilligheid"De Heilige Geest is het geheim, waardoor het woord binnenkomt in het hart, waar het gaat weerklinken in het antwoord van de geloofsgehoorzaamheid. „Een en al gewilligheid" Als je deze woorden leest-, lees je even niet verder en je denkt na en je durft haast niet te kijken in deze spiegel der volmaaktheid, die je voorgehouden wordt. Want er ontbreekt het een en ander aan. Toch is het Gods bedoeling zo* En ook de bedoeling der onderdanen. Maar gelukkig: iedere dag is een dag van de heerban mobilisatievan de Here Jezus. A.D. DE MOEDERS VAN MORGEN. „Wanneer ik op de televisie en om me heen de jonge meisjes van tegen woordig zie, word ik er naar van Die kinderen met hun smakeloze kapsels, dat slappe sluike haar over heel hun gezicht, zodat er maar een smal strookje voor voorhoofd, ogen, neus en mond overblijft, die minirokjes en 't ergste van alles, die onwellevende, ongemanierde houding. Ze weten ge woon niet, hoe ze zich in gezelschap moeten gedragen. Ik zal niet zeggen, dat het in mijn meisjestijd alles zoveel beter was. Toen mocht je niet met je rug tegen de leuning van je stoel zitten. Je knieën over elkaar zo zat je nietDat deed je niet, maar nu En dat zijn dan de moeders van morgen De oude dame had een kleur van opwinding toen ze uitgesproken was. Ik had nog een dame op bezoek. Een oude directrice van een meisjesschool in den Haag. Zij had met een glim lach dat alles aangehoord. „En wat zegt u daar nu van vroeg de eerste aan de lerares. 't Gesprek begon interessant te worden. Al thee schenkende luisterde ik. „Ik geloof niet, dat het zo erg is, als u denkt. Generatieverschillen zijn er altijd geweest. En de mode Och die heb ik al zo vaak zien wisselen. Als Parijs morgen een kortgeknipt jongenskopje voorschrijft, zijn plotseling al die rare kapsels verdwenen. Straks vinden ze een wijde lange rok weer heel chique „U hebt zeker heel veel ervaring met jonge meisjes zei ik. Vond u het niet vaak moeilijk 't Is de lastigste leeftijd van 13 tot 17-18. „Ze zijn zo aardig U weet niet, hoe mooi het is, zo'n klas jonge meisjes voor je te hebben. 't Is de lente van 't leven. Alles is nog in knop. Ze verwachten, terecht, nog alles van het leven. En ze gaan zoekend en tastend hun weg naar de volwassen heid. 't Is prachtig werk daarbij te mogen helpen". „Waren er ook niet vaak erg moei lijke kinderen bij 1" vroeg ik. O ja, dat heb ik ook wel meege maakt. Zo 'n paar, die een hele klas konden bederven en de leraar tot wan hoop konden brengen. Maar dan ging ik altijd eens met ze praten of ik zocht ze thuis op. Dan kwam er altijd uit, dat die kinderen van binnen met moeilijkheden zaten. Daarom zetten ze zich af tegen hun omgeving en daardoor zijn ze zo ver velend in de omgang. Je hebt in Den Haag vaak kinderen van ouders, die hun werk in het buitenland hebben. Dan worden de kinderen in hun moeilijkste jaren bij familie of kennissen onderge bracht en heel vaak hebben zulke meisjes dan aanpassingsmoeilijkheden. Of heimwee, waardoor ze jaloers zijn op andere kinderen, die wel thuis kunnen zijn. Ook waren er gevallen van meisjes, die het thuis niet prettig hadden. Waar de vader en moeder altijd ruzieden en waar voortdurend een sfeer van wanbegrip heerste. Zo 'n huis, waaruit dé kilte, ondanks de mooie meubels, je tegenwoei. In zo 'n atmos feer kan zo 'n meisje geestelijk niet tot bloei komen. Nee, ze zijn echt wel aardig, maar ze hebben liefde, begrip, leiding en warmte nodig. En ja, als ze dat thuis en in hun omgeving niet vinden, dan gaan ze gek doen. Aandacht trekken. Door rare kleding of door een nonchalante houding. Ik vind het jammer, dat ik al zo oud ben. Wat zou ik graag met mijn school opnieuw willen beginnen. Zelfs met „die meisjes van tegenwoordig". Maar weet u wat ik veel erger vindt dan al die uiterlijk dingen Dat ze helemaal geen belangstelling meer voor iets hebben Wat weten ze nu van boeken, van muziek, van wat er in de wereld aan de hand is Wat weten ze van de geschiedenis Ze halen alle Kareis door elkaar. Karei de' Grote en Karei de vijfde. Of daar geen eeuwen tussen zittenBreng ze dat maar eens aan hun verstand, ,,'t Was toch een Karei Dat hun belangstelling alleen maar uitgaat naar jongens en kleren, dat vind ik erger. Nee, ik maak me niet zo bezorgd over de moeders van morgen. Dat hebben de moeders van nu in hun hand. Die maken de dienst voor morgen uit". Het was een gezellige theevisite en een goed gesprek. Echt wel iets om over na te denken. J.S.T. Onze generale synode heeft met 66 tegen 4 stemmen en één onthouding besloten tot aansluiting bij de wereld raad. Practisch deden we allang mee. Want het is voor een betrekkelijk kleine kerk van een betrekkelijk klein land onmogelijk om "op eigen houtje zendingswerk te verrichten of wereld- diakonie te betrachten. Dat kan alleen in samenwerking. Wij kunnen nu een maal niet doen of wij de enige kerk van de Here Jezus Christus zijn over „het rond der aarde". Daarom waren er allang officieuse contacten. Deze situatie werd door velen als onwaarachtig gevoeld. Nu is dan ook de officiële aansluiting een feit geworden. In de Amsterdamse Kerkbode schrijft daarover Dr. van Swighem een duidelijk artikel. Ik verdeel het over twee nummers. Hier volgt het eerste stuk: I Een schokkend besluit kan men dit niet meer noemen. Aan oecumenische samenwerking zijn onze kerken op allerlei gebied immers al lang gewend: op zendingsterreinen, in de universitaire wereld, in de grote steden (zeker in Amsterdam!), in de evangelisatie, en zelfs tal van dorpen, ik denk b.v. aan de IJsselmeerpolders. Op plaatselijk niveau waren gere formeerde kerkeraden vaak döor een waarnemer reeds in de oecumenische raad vertegenwoordigd. Op landelijk niveau is onlangs de „Raad van Kerken" gevormd, waarin onze kerken en ook de Rooms-Katholieke kerk een vol waardige plaats gekregen hebben naast de vroegere deelnemers aan de nu op geheven „oecumenische raad van kerken in Nederland". En op wereldniveau waren er reeds waarnemers van onze kerken in New Delhi en Uppsala, nog afgezien van onze zendingsmensen, die als volwaardige deelnemers al jaren meewerkten in de sectie Zending en Evangelisatie van de Wereldraad. Wat verandert er dan nog Niemand kan zeggen: „Nu zijn ze door de bocht". De bocht was allang genomen. Het was nog slechts het verlaten van de invoegstrook, met een paar tellen knipperlicht en een kleine acceleratie. Nee, het besluit is geen koers wijziging, maar veeleer de zeer late realisering van een gedachte, die - be houdens niet onbelangrijke uitzonde ringen - gemeengoed was geworden in ons gereformeerd kerkerlijk leven. Het zal op vele Amsterdamse jongeren de indruk wekken van mosterd na de maaltijd. Acceleratie. Wat nieuw is, is dat onze kerken er een nieuwe taak bij gekregen hebben. Voortaan zullen we niet meer vrij blijvend kennisnemen van de agenda's, rapporten, uitspraken en besluiten van de wereldraad, maar we zullen ons huiswerk moeten doen. Er wordt van ons een „inbreng" verwacht. De secretaris-generaal van de Wereldraad, dr. Visser 't Hooft, heeft bij herhaling uitgesproken, dat hij iets van ons verwacht. We zullen nu mee de gang van het gesprek en de koers in de wereldkerk moeten helpen bepalen. Onze waarnemers hebben ge rapporteerd, dat ook een betrekkelijk kleine kerkengroep als de onze heel wat invloed kan hebben. Studeren. Daarvoor zal mankracht nodig zijn en tijd voor studie. Studie ook in de gemeente. De vaak uitermate belang rijke rapporten zoals die van Uppsala zullen veel meer nog dan nu reeds ge beurde, in onze kerken moeten worden gelezen, besproken, becommentarieerd, en al of niet voor eigen rekening ge nomen. In dit verband wijzen we op het boekje „Uppsala 1968", dat in opdracht van de Raad van Kerken in Neder land door Kok in Kampen is uitgegeven. Het is spotgoedkoop 4,75) en u vindt daar behalve de inhoudrijke en indruk wekkende rede van Dr. W. A. Visser 't Hooft „De opdracht van de oecu menische beweging" de rapporten van de zes „secties" van Uppsala: 1De Heilige Geest en de katholici teit der kerk; 2. Vernieuwing in de zending; 3. Economische en sociale wereldont wikkeling; 4. Naar gerechtigheid en vrede in in ternationale zaken; 5. De eredienst; 6. Op zoek naar nieuwe levensstijlen Het zijn vooral de rapporten 3 en 4 en de daarover gevoerde discussies, die via de dagbladpers de aandacht trokken. Maar u ziet, dat er veel méér aan de orde komt, wanneer zo'n kleine 250 kerken van heel de wereld samen spreken. Wilt u geen eenzijdig beeld hebben van het gesprek waarin onze kerken nu partners worden, zorgt u dan, dat u dit boekje gauw bestelt U hebt dan objectieve en officiëële in formatie. Bedenkingen. De sterke bemoeienis met sociale en politieke zaken is een van de laatste serieuze bedenkingen tegen aansluiting geweest. Hierover heeft onze Synode Dr. Visser 't Hooft geducht aan de tand gevoeld. Uit zijn antwoord mogen we nog eens 't volgende memoreren: Het is een aloude calvinistische overtuiging, dat de kerk te spreken heeft over de problemen van de samenleving. De vraag is: hoe In het verleden heeft de kerk het vaak te weinig en te weinig concreet gedaan. Ze is niet op tijd ge waarschuwd tegen de totalitaire sy stemen Na de 2e wereldoorlog heeft de Wereldraad een commissie benoemd om deze zaken grondig door te spreken. Deze commissie deed voor eigen reke ning richtinggevende uitspraken. Dat de Wereldraad dat later via het centraal Habakuk 3 17-19 Wanneer de vijgeboom niet bloeien zou, de wijnstok niet zijn opbrengst meer zou geven, de schapen uit de stallen zijn verdreven, dan zal ik nochtans juichen in Gods's trouw. Al zou ik altijd eenzaam moeten zijn, en niemand voor wie ik kon zorgen, al zou ik 's avonds bang zijn voor de morgen, dan zou God's naam nog op mijn lippen zijn Dan zal ik nochtans juichen in de Heer. ik zal ach God, wat zeg ik grote dingen, U weethoe dikwijls ik niet wilde zingen de bomen bloeiden maar ik zong niet meer. Toch is Uw goedheid als de morgendauw, toch blijft Gij met Uw zorgen mij omringen: Leer mij weer danken, God, leer mij weer zingen ook als de vijgeboom niet bloeien zou. Nel Benschop. comité zelf ging doen, vindt ook Dr. Visser 't Hooft niet helemaal gelukkig: de tijd van voorbereiding is dan vaak te kort voor verantwoorde uitspraken. Overigens is geen enkele kerk, die lid is van de Wereldraad, mee-verant- woordelijk voor zulke politieke uit spraken. Het is zelfs hun plicht, als ze het ermee oneens zijn, dit duidelijk te zeggen. Wat vermeende eenzijdigheid betreft: Er gebeurt veel meer dan in de krant komt. (Over de bezetting van Tsjecho- slowakije is trouwens een zeer duide lijk uitspraak gedaan.) Persoonlijke ge sprekken zijn vaak veel belangrijker dan publieke uitspraken. In Moskou weet de regering b.v. heel goed, hoe de Secretaris-Generaal van de Wereldraad denkt over de treurige manier, waarop daar de „godsdienstvrijheid" vooral de laatste tijd weer wordt geïnterpreteerd. Ondanks dit alles zijn onze kerken niet zonder meer bevredigd op dit punt. Er komt een werkgroep, die een ant woord moet zoeken op de vraag, hoe het staat met de bevoegdheden en roeping van de kerk om zich bezig te houden met uitspraken óver politieke en maatschappelijke vragen. Dat kan dus een van onze eerste punten van kritische „inbreng" worden. D.v.S. VAN DE Twee minuten voor tien. De kinderen hebben voor het verdere van de school- morgen huiswerk gekregen. Ik heb onze presidente al voorbij zien gaan en moet me dus haasten om nog op tijd present te zijn op onze vrouwenver eniging, die om 10 uur begint. We ver gaderen in de kerk, dus hoef ik niet ver te gaan. Net ver genoeg om met een flinke zucht buitenlucht mijn hoofd om te spoelen: de school eruit, de vrouwenvereniging erin. We hebben een vol programma van daag. Over enkele weken hebben we een feestzondag. Dan zullen de goederen, die we gemaakt hebben, ver kocht worden ten bate van de Kerk. Dat zijn hoofdbanden, tafelmatjes en een paar grote en kleine slaapmatten. Verder hebben alle leden een vierkant lapje, ter grootte van een zakdoek, be werkt. Eerst geregen, daarna gezoomd, en tenslotte, afhangend van ieders ver mogen, in één of meerdere hoeken een getekende bloem nageborduurd met naaizij de. Zij, die nog niet konden naaien, ontvingen dus tegelijkertijd enkele simpele lessen. Deze lapjes zullen verkocht worden als zakdoek, in de hoop als zodanig te worden gebruikt. Van een karton vol resten gebreide vierkantjes, waarvan 't ziekenhuis in Kirinda geen deken meer maken kon omdat ze te ongelijk waren, hebben we er met zijn allen toch nog eentje klaar gekregen. Deze zal worden verloot. Iedereen vindt hem erg mooi. Vandaag zullen we alle goederen prijzen. Verder moeten we de verloting even spelen, omdat niemand zoiets ooit gezien of gedaan heeft. En daarna moet er een dialoog ingestudeerd wor den, want ons feest moet goed voor bereid zijn. Op die zondag willen we alles uitstallen op een tafel voor in de kerk. Twee leden van onze ver eniging zitten er naast. Na de gewone opening van de dienst zullen ze samen aan de Gemeente vertellen in een vraag- en antwoordspel, waarom deze dag een feestdag is. Er wordt dan ook meteen verteld, waarom onze vereniging „Aba- korerana" heet. Dat betekent: „zij die elkaar dienen". Ook de preek zal daar op aansluiten, met als thema: dienst aan elkaar. Ja, we hopen allemaal, dat 23 november een fijne zondag wordt en dat we de Kerk een mooi bedrag kunnen aanbieden. Maar tegelijk hopen we heel erg, dat dat niet de enige be kroning zal zijn van ons verenigings leven. Kijk b.v. eens naar dat lusteloze kind van één van onze leden, 't Zal ongeveer achttien maanden oud zijn- Een half jaar geleden kon het al staan

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1969 | | pagina 1