6e eeRSte 6aq Dan de JSynode IK m LUK der geslachten Antwoord: Geen enkele. Maar als u over tien jaar tegen me zegt, zie je wel: het is mis gegaan, dan zeg ik: en u gereformeerden hebt geen hand uit gestoken om dat te voorkomen. staande toestand in te zien. Vandaag geldt dat in nog breder verband: de volken van de arme landen staan op de plaats waar de Westeuropese ar beiders toen stonden. En voor onze wereldsamenleving geldt, wat Kuyper zei van de Westeuropese maatschappij, namelijk dat het kwaad niet te be zweren is door kweking van vromer Wanneer wij ergens in dienst treden, dan beginnen wij niet met vakantie te nemen. Je moet een poos gewerkt hebben vóór dat je recht hebt op vakantie- De zaterdag is het eigenlijke weekend. Je hebt gewerkt en daarna mag je rusten; eerst vijf dagen zweet des aan- schijns en dan een dag je eigen baas. Vrij om te doen wat je wilt. Eigenlijk is het verkeerd om de zon dag te rekenen bij het weekend. Want met de zondag begint de week. De volgorde is niet: 6 dagen werken en dan rusten. Maar eerst rusten en dan werken. De Here Jezus heeft het omgekeerd. Hij heeft alles voor ons gedaan, de last gedragen en de strijd gestreden. En nu mogen wij uitgaan van Zijn overwin ning op die eerste dag der week, toen het begon te lichten. Want op zondag vieren wij de op standing van de Here Jezus. De dag des Heren is de dag van de Here Jezus. Toen onze kinderen nog klein waren hebben ze uitgevonden dat de Here Jezus op zondag jarig was. Ieder weet, wat dat voor kinderen betekent: jarig zijn. Wat een glans ligt er voor hun gevoel over die dag. En nu is de Here Jezus iedere week jarig. Denk u eens in: iedere week jarig En dan komen de mensen die van hem houden naar de kerk om hem te feliciteren. Ik geloof dat dit lang zo'n gekke ver klaring niet is van de kerkgang en van de zondag. Dat de rustdag een feestdag mag zijn en dat je met een rustdag je werk mag beginnen was er al voor de opstanding van de Here Jezus. Dat was al zo in den beginne. In Genesis 1 kunt u lezen, dat Adam op vrijdagmiddag - de zesde dag - geschapen werd. De volgende dag mocht hij rusten. Waarvan Hij had nog niets gedaan Nee, maar de Here God rustte en be trok de mens in Zijn eigen rust. De mens mocht met God meedoen en meegenieten. De eerste dag was voor de mens niet alleen de eerste maar ook de beste. Hij mocht met God mee zien; hoe mooi en goed alles was in de Reeds bij het binnenkomen in de kerk was het mij opgevallen, dat broeder Stroo niet aanwezig was. En omdat het niet zo vroeg meer was. kwam de ge dachte in mij op, dat hij bij een van zijn getrouwde kinderen, elders in het land zou zijn, of dat hij misschien ziek was. Aan alles was te merken dat de broeder, waarmede hij anders voor de dienst onder het orgelspel van gedach ten wisselde, hem ook miste. Enigszins vreemd en onwennig draai de hij op zijn plaats heen en weer, töt->, dat plotseling zijn ogen bleven rusten zin, door vriendelijker bejegening of milde liefdegave", maar dat we „archi tectonische critiek" moeten uitoefenen op onze samenleving, dat ,,een andere inrichting van het maatschappelijk ge bouw" gewenst en mogelijk is. Wat houdt die andere inrichting dan tegen M. Beinema. wereld. God liet hem al Zijn wensen zien. Maar het werk van God is na de zondeval van de mens nog veel en veel geweldiger geworden. Als wij op de eerste dag der week rondzien, krijgen wij nog meer te zien, dan die eerste mensen in hun paradijs. In de overwinning van de Here Jezus geeft God ons het wonder van Zijn genade te zien. Op de zondag voltrekt zich het won der van Gods Woord en Geest, die in de gemeente woont. Nu heb je voor een feest twee din gen nodig. Je moet er een vrije dag voor hebben. Anders gaat het niet. En... je moet er met elkaar zijn. In je eentje kun je onmogelijk feest vieren. En die twee: de rust en het samen zijn zijn nooit los van elkaar. Rust op zichzelf is helemaal niet feestelijk. Je kunt op zondag wel lekker uit slapen en niet uit je stoel komen. Maar daar is nu net niets feestelijks aan. Het is stomvervelend. Daarom is een rustdag zonder kerk gang als een huis zonder ramen. Of met een dichtgetimmerd uitzicht. Zonder uitzicht op Gods heerlijkheid noch in de natuur noch in het Evangelie. Want je kunt wel van de natuur ge nieten. Maar zonder het Evangelie vind ik de natuur maar een doodgriezelige zaak. We hebben een vrije dag gekregen om samen de Here Jezus te gaan feli citeren. Nu kan het zijn, dat iemand de trac- tatie op het feest niet royaal genoeg vindt of het gezelschap niet aantrekke lijk. En die daarom wegblijft. Maar wie echt om de Here Jezus geeft zegt: ,,Kom ga met ons en doe als wij". Wij gaan de Here loven, die ons blijdschap geeft. Veel te veel vragen de mensen: ,,Wat heb ik er aan?" Doen ze dat ook bij een uitnodiging van vrienden Gaan ze daar naar toe om het gebakje en het glaasje Als onze vrienden jarig zijn, dan gaan we toch zeker feliciteren, omdat de genegenheid trekt en omdat we de verbondenheid voelen A.D. op een nieuw binnengekomene, een bankdirecteur. Omdat deze man al jarenlang in onze plaats woonde en regelmatig in de kerk kwam en op gemeentevergaderingen zonder enige schroom altijd het woord nam en openhartig vertelde hoe hij over een bepaalde situatie dacht, had dat hem veel bekendheid gegeven. Maar toch was er iets bijzonders met hem. De meeste andere mensen die hem niet goed kenden, verdachten hem van hoogmoedigheid, hoewel dit slechts schijn en in werkelijkheid een houding was om verlegenheid te camoufleren. Het was een te aanvaarden en meest al te waarderen karaktertrek van hem, die echter door bijna heel de gemeente verkeerd uitgelegd werd. En het zou mij ook niet anders ge gaan zijn, als ik deze persoon niet beter had leren kennen. Door een toevallige samenloop van omstandigheden waren wij beiden in een commissie geplaatst om een bazaar van het Rode Kruis te organiseren. Hij werd tot voorzitter en ik tot secretaris gekozen. Zodoende hadden wij vrij veel contact met elkaar, dat langzaam aan uitgroeide tot vriendschap. En door het beter leren kennen van deze man, zijn de schellen van mijn ogen afgevallen. Vooral toen ik zijn vertrouwen volledig gewonnen had, bleek mij dat hij misschien wel het eenvoudigste Kind van God was, hoe wel het tegendeel scheen. Zijn persoon lijk richtsnoer voor zijn handelen was het regelmatig terugkerende advies van de Here Jezus tijdens Zijn omwande ling op aarde gegeven, om te worden gelijk een kind. En hij trachtte dat in alles na te komen. Wanneer hij aangevochten werd door twijfels, probeerde hij steeds vast te houden aan deze opdracht en zoals een klein kind nooit twijfelt aan hetgeen zijn vader of moeder beloofd heeft, al is het nog zo vreemd en voor volwas senen soms onbegrijpelijk, zo trachtte hij dit ook te doen met de beloften van God. En toch ging hij bij de kerkmensen door voor koud en hardvochtig. Ik bemerkte opnieuw hoe voorzichtig wij moeten zijn in de beoordeling van anderen. Een mogelijke bijkomstige reden voor zijn impopulariteit bij de gemeente, dankte hij ongetwijfeld aan zijn eerlijkheid. Het was hem on mogelijk om amicaaal tegen iedereen te zijn, in de overtuiging dat dit ook een soort van huichelen is. Want niemand kan iedereen leuk en aardig vinden. De predikant die vroeger in onze gemeente stond, had zijn zin gezet op een nieuwe kerk. En hij wilde dit kostte wat het kostte doorzetten. Maar de bankdirecteur vond het onverantwoord en wees op een gemeentevergadering op het grote financiële gevaar dat er In de gereformeerde synode heeft Dr. W. A. Visser 't Hooft uit Genève, oud-secretaris-generaal van de Wereld raad van Kerken, vragen beantwoord over de oecumenische beweging en de wereldraad. Reden voor de komst van Dr. Visser 't Hooft, thans erepresident van de Wereldraad van Kerken was de vraag of de gereformeerde kerken zich al dan niet zullen aansluiten bij de wereldraad. Daarover zal de synode zich in een later stadium uitspreken. Nadat praeses Dr. P. G. Kunst een woord van welkom had gesproken tot Dr. Visser 't Hooft, zei deze, dat zijn komst naar de gereformeerde synode de vervulling betekende van een oude wens. Hij waardeerde het bijzonder dat de gereformeerde kerken, in tegenstel ling tot sommige andere kerken, niet lichtvaardig spreken over het lidmaat schap van de wereldraad. Veel opinies en indrukken over de wereldraad krijgt men uit de pers - maar die beperkt zich vaak tot berichten over politieke uit spraken en daardoor krijgt men een eenzijdig beeld. in school. En ook na de vergadering ging hij bij de predikant thuis proberen hem te overtuigen van het risico van te zware lasten. Maar de predikant zette door. En de bankdirecteur ook met waar schuwen. De meeste van zijn weinige vrienden steunden de dominee en kwamen niet meer bij hem op visite, evenmin als zijn kennissen. En in een vertrouwelijk gesprek vatte deze onbegrepen man zijn droefheid samen in het enige, wat voor ieder mens het belangrijkste moet zijn: „wanneer God later op de rechterstoel aan mij zal vragen, waarom ik mij zo ertegen verzet heb, zal ik Hem vertellen wat mij bewoog, want als ik door mijn knieën was gegaan, had ik gehuicheld en dat wil ik niet, want ik zag het anders dan de voorstanders van de nieuwbouw". Ik was zo in gedachten verdiept ge weest, dat ik niet bemerkt had dat de predikant de kansel opgekomen was en het Votum al uitgesproken had. En daarom schikte ik mij vlug om Gods genade groet te ontvangen. Toen ik mijn hoofd weer ophief, viel mijn oog toevallig op een gebrand schilderd raam in de kerk. Kleine en grote stukjes glas in ver schillende afmetingen en kleur, bijeen gebracht en door kunstenaarshanden geordend, vormden een sierlijke afbeel ding. Vooral toen het zonlicht erdoor viel. Ik zag het felle rood van liefde, het zachte geel van de lijdzaamheid, het heldere blauw van de trouw en de levensadel, het donkere groen van het verlangen en de hoop, maar ook het smetteloze wit van de blanke onschuld. Ineens welde in mij de vraag op of de kerk ook niet zo'n glas in lood raam geleek. Want ieder mens afzonderlijk in grote en kleur onbelangrijk, doch door de grote Kunstenaar tot een geheel samengevoegd, moet aan het doel be antwoorden, dat de Maker er zich van gedacht had. Maar die door de aanschouwer pas goed begrepen en gezien kan worden, als het licht van de liefde en genade van God er doorschijnt. Jan van Westhove. Daarom is een persoonlijk gesprek nodig, zoals thans in Lunteren, om tot een bredere kijk te komen - aldus Dr. Visser 't Hooft, uit wiens „vragen uurtje" we hier een kleine bloemlezing geven: Vraag: Verandert de wereldraad niet Anders gezegd: krijgt het horizon talisme niet de overhand Antwoord: De wereldraad vindt z'n oorsprong in de herleving van de bijbel se theologie. Thans moet zij een slag leveren tegen het horizontale denken. Ik geloof, dat wij die slag niet verloren hebben maar er midden in zitten. Overigens hebben we er wel bij ge leerd om ook bezig te zijn met de taak van de kerk in de moderne wereld, over de rijke en de arme landen, over de rassenvraag. Dat is verrijkend. Wij moeten leren dat verticaal geloven en horizontaal bezig zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Vraag: Welke garantie is er dat 't horizontalisme het niet zal winnen Vraag: Waaarom is het politieke spreken van de wereldraad zo eenzijdig tegen het westen gericht Vraag: Zijn de oost-europese afge vaardigden in de wereldraad betrouw baar Antwoord: Niet allen. Maar ook in 't westen vindt men verraders van het evangelie. Uit het oosten komen inder daad wel slappelingen, maar ook uiterst moedige christenen. Vraag: Is iedere aangesloten kerk verantwoordelijk voor de uitspraken van de wereldraad Antwoord: Iedere kerk wordt geacht er zorgvuldig kennis van te nemen. Maar ieder heeft de vrijheid zich open lijk te distanciëren. Dat kan zeer nuttig zijn voor de wereldraad. Vraag: Wat bedoelt de wereldraad met eenheid Antwoord: Daar spreken we samen over; we kunnen het niet van tevoren zeggen. Maar in elk geval geen centra listische superkerk. Het gaat wel om een eenheid, maar die kan zich in aller lei verschillende vormen en structuren uiten. Vraag: Hoe zit het met de eventuele toetreding van de rooms-katholieke kerk tot de wereldraad Antwoord: Een grondige discussie hierover moet nog beginnen. Het is nog een totaal open vraag of het kan. Im mers de rooms-katholieke kerk is een wereldkerk en als de paus spreekt, doet hij dat tot de wereld. Maar dat doet de wereldraad ook. Hier kan gemak kelijk een conflict ontstaan. Bovendien: de rooms-katholieke kerk heeft een diplomatiek corps. Hoe spreekt dit tot regeringen Ook hier kunnen weer ge makkelijk conflicten ontstaan, wanneer de wereldraad een andere mening mocht hebben. En hoe zit het met het aantal zetels in de assemblee Neemt men het ledenaantal dan zou de rooms-katholie ke kerk de helft van het totaal bezetten. Vraag: Hoe functioneert de basis van de wereldraad Antwoord: De basis is geen belijdenis. Zij is het uitgangspunt voor het spreken en werken van de wereldraad. Zij is een instrument voor de kerken om het mogelijk te maken dat men samen spreekt. Men moet immers weten, waar door men zich laat leiden. i Wij verzoeken onze abonnees na zater dag 4 oktober niet meer hun abonnements geld te gireren, daar dan de kwitanties uitgaan. De administratie. Antwoord: We hebben herhaaldelijk ook tegen communistische landen ge sproken, o.a. bij de inval .in Hongarije. Ook over Tsjecho Slowakije hebben we gesproken, maar dan voor uitvoerende organen van de wereldraad en niet door de wereldraad zelf. Dat kon niet, omdat we stemmen van de oost-europese ker ken niet kregen. De Tsjechen hebben zelf gevraagd geen uitspraak te doen, maar te komen praten in Praag. Daar bereikt men meer mee. 13) door Jan Lourense HOOFDSTUK 7 Neen, een organisatie is het niet, die van de bakkers in Middelburg en Vlissingen Je zou het een vriendenkring kunnen noemen. Alle bakkers zijn ook niet in de kring opgenomen, alleen voor naamste. Zo nu en dan, eenmaal per twee maanden als regel, komen ze bij elkaar, om beurten in Middelburg en Vlissingen. In Middelburg in „Suisse" op de Markt. Er is geen bestuur. Ze praten wat over het vak. De een weet dit, een ander dat. Ze drinken een borrel of een glas bier of een kop koffie. Johan, eenmaal in de zaak opgenomen, is de laatste jaren met zijn vader er heengegaan. Er is nog zo 'n snuiter, uit Vlissingen. Evert Con- standse. Als Lieven Israël overleden is, gaat Johan er alleen heen. Tja, Sinke is feitelijk wel de baas, maar hij is toch maar meesterknecht en een patroon neemt zo iemand niet in de kring op, dat gaat nu eenmaal niet. Maar als Johan iets bizonders uit het vak verneemt, iets, dat de moeite waard is, dan houdt hij Sinke wel op de hoogte. Zo heeft de vorige maal een collega uit Vlis singen een opzienbarende mededeling gedaan. Ergens, hij heeft niet gezegd, waar, is men bezig met het nemen van proeven voor een hete-lucht- oven. Die uitdrukking kent niemand. Nu ja, bizonderheden weet de man ook niet, die worden natuurlijk niet verklapt. Maar het geval komt hierop neer, dat er hete lucht in de oven ge blazen wordt of zoiets. Je hebt dan geen takke- bossen meer nodig. De oven wordt met gas ver warmd. Je steekt dat 's avonds of 's morgens heel vroeg aan en hebt er geen omkijken meer naar. De oven houdt een gelijkmatige warmte en dus wordt het brood en het gebak geleidelijker gaar. Tja, tja, dat is nogal wat. Maar ja, 't zal nog wel even duren, hoor. Er worden nog maar proeven genomen. En tja, zo 'n oven zal aardig wat kosten. De bestaande ovens zullen wel niet ge bruikt kunnen worden. Nu zijn ze weer eens bij elkaar. Johan zit naast Evert Constandse koffie te drinken. Evert haalt een soort foldertje voor de dag, een een voudig stukje papier met een afbeelding... „Kijk eens". „Wat is dat?" Johan ziet een vrij groot voorwerp in trechter- vorm.Een drijfriem loopt over een kleine motor. „Dat is een kneedmachine". „Een kneedmachine „Ja, in de trechter doe je het meel, het water, nu ja, net zoals in de trog. Maar inplaats dat je met de handen kneed zet je de motor aan en het gaat vanzelf. Ge makkelijk niet „Ja", zegt Johan vol bewondering. „Dat ding kost zeker nogal wat „Ik vind van niet. Je haalt het er wel uit. En zeker als die hete-luchtoven er komt. Op de duur kun je dan wel een knecht missen. Maar mijn vader wil er niet aan. 't Is altijd goed gegaan, zegt hij, waarom al die nieuwigheden Maar een paar bakkers in Vlissingen hebben er al een. Mijn vader zal er ook wel toe overgaan. Hoop ik tenminste". Het is natuurlijk het oude liedje: ouderen en jeugd botsen tegen elkaar; de vader wil alles bij het oude laten, de zoon wil vooruit, wil nieuwig heden invoeren. Johan heeft niet met vader te maken, maar met Sinke. En natuurlijk met zijn moeder. Maar die zegt, wat de zaak betreft, neen, als Sinke neen zegt. Hij heeft van de hete-luchtoven ver teld. Sinke heeft werkelijk met grote belangstelling geluisterd en gezegd: d'r zit wel wat in, maar het geld, jongen, het geld. Enfin, 't is nog niet zover. We zullen dan wel eens zien". „Het geld, jongen, het geld. „Nu ja, Sinke weet heel wat, maar hoe de financiële positie van de zaak is, weet hij niet, hoewel hij er zeker van is, dat hij niet ver van de waarheid zal zijn, als hij meent, dat die heel gunstig is. Johan, die ook niet alles weet, hoewel zijn moeder hem uiteraard in vertrouwen neemt, zou die mening kunnen beamen. De bakkerij en de winkel zijn goede zaken. Er wordt niet behoorlijk, maar flink verdient. Hij kan gerust zeggen, dat zij de beste zaak van Middelburg hebben, in die branche dan. Het saldo op de bank is groeiende. Neen, wat het geld betreft, zou er wel een hete-luchtoven af kunnen. En zeker een deegmachine. Wat die deegmachine betreft, daarvoor voelt Sinke heel veel. Inderdaad zal dat ding een groot gemak opleveren. Hij zal er eens met de bazin over praten en als die het geld er voor over heeft, moesten zijn zo 'n machine aanschaffen. „O, het geld is er wel", heeft Johan opgemerkt. „We kunnen wel eens in Goes gaan kijken. „De firma, die de machine levert, is namelijk in Goes gevestigd. Maar laat nu diezelfde avond in de courant een advertentie staan van een openbare verkoping in Zierikzee, een verkoping van een complete bakkerijinventaris, waaronder een kneedmachine Later bleek, dat de betreffende bakker failliet was verklaard; de man dronk als een tempelier en de zaak was zo verwaarloosd, dat er niet een koper voor gevonden kon worden, zodat huis, meubilair en inventaris gerechtelijk zou worden verkocht, opdat de schulden althans ten dele konden worden betaald. Johan laat Sinke de advertentie lezen. „We zouden er wel iets van kunnen gebruiken", meent deze. „Die deegmachine kunnen we mis schien wel goedkoop op de kop tikken, al zullen er wel liefhebbers voor zijn. Maar ja, dan moet je naar Zierikzee". Moeder Janna, op de hoogte gebracht en er mee instemmend, dat er, zo mogelijk, wat ge kocht zou worden, maakt er evenwel bezwaar tegen, dat Johan er alleen heengaat. Neen, dat is niet veranwoord, hoe pienter hij ook is. Dan moet Sinke mee. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1969 | | pagina 2