eeuwóe 5Cerkbocle lid lied van vader Structuurwijzigingen gevraagd II 9 OKTOBER 1969 23e JAARGANG No. 14 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND. Hoofd-Redacteur Dr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70. Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen; Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Drs. A. Elshout, Koudekerke Hjjplp Dr. P. C. Kraan, Vlissingen; Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden; Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk; „ik worstel ^rs. Beinema, Middelburg; Ds. C. W. de Bruijne, Goes. en o°^oro- Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. s T1 7 r\ Abonnementsprijs 5.per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 20 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 l C- d )eveei cj^etudt uw wecjeu Ps. 37:5. Wentel uw weg op de Hete en vertrouw op Hem. Het is duidelijk, wat de bijbel met iemands weg bedoelt: het is Zijn leven van wieg tot graf. Wij zijn voortdurend onderweg en nooit kunnen we er bij gaan zitten want we moeten van dag tot dag steeds voort. Het is reusachtig fijn, als je weet, dat je weg niet doodloopt. Dat je ergens naar toegaat. Het gaat immers niet om de reis op zichzelf al zit je natuurlijk in de eerste klas lekkerder dan in de tweede maar het gaat er om, dat je in de goede trein zit. Ondertussen vertrouw je op de bestuurder en op de man, die ergens de wissels bedient en op de mensen, die voortdurend de rails controleren. Het gaat vlug en voor je het weet ben je zestig. In de Nederlandse taal zijn de termen ontleent aan de zee: vaarwel, voort varend, voor de boeg hebben enz. De bijbel kent de woestijn en de eindeloze tochten te voet. In het Nederlands zou er zo ongeveer moeten staan: Wentel alles wat je voor de boeg hebt op de Here De uitdrukking wentelen" is echter minder duidelijk. Het doet direct denken aan zwaarste. Er zijn dingen, die je tillen kuntzo schrijft Petrus b.v. werp al uw bekommernis op de Here maar er zijn ook dingen, die je niet tillen kunt. Die moet je dus wentelen. Want de weg is echt niet makkelijk. In de bijbel waren onze gestroomlijnde wegen onbekend. Je moest al gaande je weg banen. Bovendien was reizen een gevaarlijke onderneming vanwege de rovers en de wilde dieren. Soms was door zware regenval de weg nergens te vinden. Het leven is geen spelevaren. Geen freewheelen voor dé wind. Je krijgt het heus niet cadeau. Dat is helemaal niet pessimistisch maar reeë/. Zeker een christen moet daar geen kikeboe mee spelen. Hij hoeft het ook niet, omdat hij weet, dat hij zijn weg met alles, wat er op en er an is, mag wentelen op de Here. De Here om deze psalm maar dadelijk Nieuw Testamentisch te maken, is de Here Jezus-, die gezegd heeft: ik ben met u al de dagen van uw leven. Je weg op de Here wentelen door jezelf op de Here te wentelen en het te wagen met zijn beloften en zijn bevelen. Er staat niet, dat je je moeilijkheden onderweg op de Here moet wentelenA maar je wegHeel je weg, dat is heel je leven; dat ben je zelf. Maar dan moet je hem wel goed kennen. Dat doe je niet bij een vreemde Dat doe je alleen als je weet, dat de Here te vertrouwen is. Hij is trouw. Je kunt op hem aan. Dat zien we duidelijk aan die Herder, die voor zijn schapen zijn leven gaf. De Here Jezus is voor ons gestorven, opdat wij vertroost worden als wij vragen om vergeving van zonden. Hij heeft zijn Geest uitgestort en bidt voor ons, dat ons geloof niet ophoude. Iemand, die dat voor ons over had, die kunnen we toch zeker vertrouwen Die zal het alles maken, dat ge u verwonderen moet. A.D. ,{2)eejt de kerk tkuió - het 'zwijgende midden: fout of goud - ff Voordat wij in dit tweede artikel nader op de kerkelijke situatie in het algemeen ingaan, is het belangrijk om te constateren dat vele mensen, die natuurlijk door de dorre ortho doxie niet worden gegrepen (vaak is die orthodoxie helemaal niet bijbels rechtzinnig!!) en evenmin door de in de subjectiviteit opgedeelde en verschematiseerde jezus, een surro gaat religie hebben gevonden in het geloof in de wetenschap", door von Weiszacker als sciëntisme" (geloof in de sciënce, natuurwetenschappen) betiteld. De technische prestaties zijn de wonderen uit de zondagsschoolver halen, de geleerden zijn (tegen wil en dank) de priesters en de ethiek is die van het succes en hoogverbruik ge worden. Dit complex is op de lege plaats gekomen van de door onbijbelse praat verarmde zielen. Dan hoor ik H. Bavinck in 1901 zeggen: ,,In dien wij ons niet bedriegen in de tekenen der tijden, zal de 20ste eeuw... getuige zijn van een ontzaggelijke worsteling der geesten... De mensheid heeft de poging onder nomen om de ganse wereld zuiver en strict wetenschappelijk te verklaren, dat is zonder God, enkel en alleen uit de eenvoudige gevens van stof en kracht". De moderne mens of liever de zoe kende medemens van nu is niet a- religieus, maar hij heeft de psychische zekerheid verloren, die de godsdienst gaf, terwijl het sciëntisme dit vacuum niet kan vullen. Niet de wetenschap is .gevaarlijk" (integendeel gebóden zie Ps 8) maar een vreemd geloof, ver trouwen in de wetenschap als „geluk- maker". Dat lukt - wie evangelisch mééleeft weet het - nooit Maar de kerk, hoe handelt zij in deze gecompliceerde, soms verwarde alge mene situatie Praat zij door in de veilige afgeslotenheid der verontrus ting, praat"ze hijgerig mee met de geluk- makers, denkers van het existentie schema van 'onze decennia of zwijgt ze op 'Sions muren', omdat zij zich ras bekeren wil Gaan de afgeslotenen nog steeds uit van vanzelfsprekende geloofswaarheden en -waarden, zij bevroeden niet, dat de Levende God in Zijn openbaring tot in de bijbel nooit vanzelfsprekend is. Baal is vpel natuurlijker voor Israël dan de Verbondsgod JHWH, wiens evan gelie niet naar de mens is. En de 'moderne theologen' ter linker zijde Ook zij willen niet naar de önvanzelf- sprekende God van de H. Schrift met de beademing des H. Geestes, toe. Ook zij zijn (net als de dode orthodoxie) met een vanzelfsprekende god, de hunne, in gesprek. Zij willen een God, die binnen hun denkkaders en leefkaders fungeert. ,.Hun eerlijkheid doet hen ontdekken, dat dit met de traditionele Godsvoorstellingen niet hét geval is. En nu gaan zij op zoek naar een God, die voor de moderne mens weer van zelf kan spreken. Zo wordt God bij hen een andere naam voor medemenselijk heid. Maar heeft die wel een andere naam nodig?" (Prof. Berkhof in Ecu- menische leergang III, 1). k Geloof, dat men de lijnen naar deze ontwikkeling al in de 19.eeuwse situatie kan opmerken. De grote aandacht voor de mens in zijn beslissing en ervaring. Hetzij op grond van zijn rede (links) hetzij op grond van zijn bekeringsgeschiedenis (rechts): voor bijbelse levende waarheden geen aandachtAls we nu in onze tijd bij alle oproepen tot de kerk om zich uit te spreken over allerlei problematiek, eens begonnen te beseffen, dat ook nu weer diezelfde nadruk op het menselijk inzicht of zijn (geloofs)beleving valt? Vanuit de kerk denken vanuit de mens denken. Pressiegroepen-ter linker zijde en verdedigingsorganisaties ter rechter zijde, gaat het resp. om de geloofwaardigheid van de kerk, die 'haar ghetto' uit moet en om de eigen beveiligde geloofsbelevingswereld sinds vroeger tijden. Ja, die geloofwaardigheid van de kerk naar buiten. De dynamiek van onze tijd wordt als uitgangspunt gezien i.pl.v. het evangelie. Komt de kerk in haar bood schappen wel mee De kerk wordt ge accepteerd voor zover zij het bestaan beter, humaner helpt worden. Dat zij daarbij het evangelie als onderbouw voor politieke, sociale inzichten gebruikt, is dan verder haar zaak: als zij de maat schappijverbetering sneller en goed koper doet dan de politieke partijen, is zij 'in'. Zo is het evangelie onderbouw voor de bewoonbaarheid van de wereld in pl. van Gods kracht, die het hart van de persoon vernieuwt. Wereldbete ring ja, maar door individuele geloofs vernieuwing allereerst. Het is typerend, dat men in de vernieuwingsbeweging zo zelden een kreet van dankbare ver bazing hoort over de rechtvaardiging van de goddeloze (zeg het ook maar in andere woorden) Het heeft mij dan ook allang getrof fen, dat twee politiek hoogst actieve amerikaanse christenen, Campbell en Holloway, hun uitgangspunt later als fout beoordeelden. Over dat uitgangs punt schreven ze in hun lijfblad 'Chris tianity and crisis': „We hebben van de politiek, die slechts een middel is, een doel gemaakt of we nu rechts of links Uit Oer is hij getogen, aartsvader Abraham, om voortaan te geloven in 't land van Kanaan, om voortaan als een blinde te zien een donker licht, om voortaan helderziende te zijn op God gericht. Uit Oer is hij getogen ten antwoord op een stem, die riep hem uit den hoge, op naar Jeruzalem. En allen die geloven zijn Abrahams geslacht, geboren uit den hoge, getogen uit de nacht. Uit Abraham geboren die zo gezworven heeft is, wie om God te horen gestorven is en leeft: het volk van de profeten, de stam van het verbond, het volk dat hier beneden de stem van God verstond. Het is niet meer te tellen, dat volk dat na hem kwam, een vader van zovelen is vader Abraham. Van Jacob, edel strijder, wiens naam is Israël, van Mozes de bevrijder die sprak op hoog bevel, van Jozua de hertog die ruimte heeft gemaakt, van Simson, dapper vechter, die uit het graf opstaat, van David, koning David, en van zijn grote zoon, Elia met de raven^ Elizkia met zijn droom En allen die geloven in Abrahams geslacht, geboren uit den hoge, getogen uit de nacht. De stad die zij verbeiden die staat in wit en goud aan 't einde van de tijden voor iedereen gebouwd. W. BARNARD zijn. We hebben de ellende niet onder ogen gezien als iets, waarin God nieuwe hoop kan geven, maar met de over tuiging, dat, als we de omstandigheden van de mensen maar verbeteren deze ellende voorbij kan gaan. De Chr. kerk heeft meer tedoen dan politieke op lossingen helpen doordrukken. In tussen blijven deze mannen leden van de uiterst rechtse ku klux klan thuis bezoeken en in gesprek met de linker zijde, maar hun uitgangspunt is het evangelie als kracht Gods geworden, die de persoon eerst vernieuwen wil. In wezen heeft koning Hizkia een dergelijke ontwikkeling doorgemaakt: van de loutere politieke bezigheid (ver bond met Egypte) tot eigen hervor ming en die van het volk. En de rab- saké deed toen niet anders dan pro beren de gelovigen bij hun offer hoogten houden (verstarde orthodoxie, die zich niet waagt aan opnieuw de bijbel te lezen) en tegelijkertijd op roepen met de god van de tijd, de koning van Assur, mee te gaan. Daar over later. Maar het volk zweeg. Het ,,gaf geen thuis" aan deze oproep, maar wél aan die van Hizkia en Jesaja. De oproep tot revolutie van het hart tot God. De persoonlijke bekering en de zuivering van de geloofsinhoud op grond van een hernieuwd lezen van Gods openbaring met rode oren. Er was een zwijgen toen, met verootmoedi ging en gebed vóór de doorwerking van de reformatie. Moge het - 'k mag dit stuk uit Jesaja zo overbrengen - nu óók zo zijn. Een zwijgend midden, dat thuis geeft aan de oproep tot be kering en geloofszuivering en een te huis biedt aan de kerkelijke en buiten kerkelijke Links is heden ten dage een messianisme zonder Jezus, rechts veelal de houding van de man met het ene talent uit de gelijkenis, die het begroef, die zich defensief af sloot en zo de Heer afwachtte. Nee er moet onderscheiden worden, waar het op aan komt nl. op de vrucht van de geloofsgerechtigheid door Jezus Christus, de Zich niet in schema's laten vangende Heer, alles tot eer van God, geprezen zij zijn Naam (Phil 1 9. 10). Er moet gebeden, geluisterd worden naar de Schrift en de dogma's die altijd voor verbetering vatbaar blijven, maar intussen hun betekenis hebben Men moet steeds beginnen met zichzelf qua karakter en levenshouding te verbeteren. De Here God heeft de prediking aan de kerk toevertrouwd. Laten wij dan niet (geloofwaardig) mensen willen behagen, maar God die ons hart keurt (1 Thess. 2:4)! Aldus zal gevolg gegeven worden aan die immer van toepassing zijnde aanwijzing van Jesaja 30:21: „En wanneer ge rechts of wanneer ge links zoudt willen gaan, zullen uw oren achter u het woord horen: Dit is de weg wandelt daarop De middenweg is niet neutraal als het De Weg betekent... J. Helderman Uit dankbaarheid We horen tegenwoordig vooral onder de jongeren vaak de vraag naar maat schappijhervorming en structuur wijziging. Dat kan ondankbaar klinken in de oren van ouderen die, gedachtig aan de crisitijd van de jaren dertig, dankbaar zijn voor de welvaart waarin wij nu leven mogen. En inderdaad kan het zijn, dat die vraag niet meer is dan een holle kreet die getuigt van een tekort in kennis van het verleden en een gebrek aan waardering voor het heden. Maar die vraag kan ook samengaan met het besef dat in ons land groepen en klassen die vroeger in veel opzichten tekort kwamen, nu in 't algemeen ge noeg en soms meer dan genoeg hebben; sterker nog: met dat besef hoort die vraag samen te gaan. In ons land heeft de kille, liberale maatschappij van de 19de eeuw, waarin de enkele economisch en sociaal sterken in de strijd om het bestaan triomfeer den ten koste van de vele zwakken en waarin particuliere liefdadigheid slechts sporadisch wat warmte ver spreidde, ingrijpende wijzigingen on dergaan door het, gelukkig ook in de kerken, steeds sterker wordende be wustzijn medeverantwoordelijkheid te dragen voor de naaste. Nu is er, niet in het minst door de sociale wetgeving, aandacht en zorg voor de zwakken. Verbeteringen zijn mogelijk en wenselijk,bij voorbeeld voor bejaarden in 't algemeen en hen die van hunt AOW rond moeten komen in het bijzonder, voor de geestelijk ge handicapten enz. Onze dankbaarheid voor wat in ons land op sociaal-economisch gebied be reikt is en onze aandacht voor wat nog bereikt moet worden, mogen evenwel de groei van het besef voor onze naaste medeverantwoordelijk te zijn niet doen stil houden bij onze nationale grenzen of bij die van de EEG. Het heil dat de kerken moeten doorgeven en ver kondigen heeft zijn konsekwenties ook op sociaal gebied en is oecumenisch: het betreft de oecumene, dat is de gehele bewoonde wereld. Wij hebben onszelf meer lief dan onze naaste Wie zich dan medeverantwoordelijk weet voor de nog steeds groeiende achterstand van de arme op de rijke landen, kan niet anders dan vragen om ingrijpende wijzigingen in onze econo mische orde. Want alleen structuur wijzigingen in het noorden kunnen de landen in het zuiden in staat stellen de produkten van eigen bodem op lonende wijze te verwerken in plaats van ze voor te laag gehouden prijzen als grondstoffen aan onze industrieën te leveren. Er moet veel veranderen voor dat wij chocola, rietsuiker, schoenen enz uit Ghana, Cuba en India niet meer van onze markten weren door extra hoge heffingen, maar ze vrijelijk toe laten. Maar als wij het afkeuren dat de Franse regering de fruittelers sterker steunt dan onze regering doet, moeten we toch leren er ook niet mee in te stemmen als onze regering onze schoenenindustrie meer beschermt dan de Indiase regering de hare kan doen. Evenmin zijn wij er aan toe het toe passen van bepaalde kunstvezels na te laten of zelfs maar te beperken, omdat door die toepassing tienduizenden arbeiders, betrokken bij de sisalpro- duktie in Tanzania, werkloos raken, 't Hemd is nader dan de rok en de AKU-fabrieken gaan ons meer ter harte dan sisalbedrijven ergens in Afrika. Geen offers van enkelen, maar steun van allen. Nu zou het metterdaad een voor onze nabije naaste gevaarlijk idealisme zijn, als we ernaar streefden arbeiders in Mbeya hun werk te laten houden door arbeiders in Arnhem hun werk te ont nemen. Evenmin mogen de verbouwers en verwerkers van suikerbieten of de werknemers van Droste het slachtoffer worden van een plicht die wij als ge meenschap hebben. Wij allen moeten de lasten dragen die het mogelijk zullen maaken in de arme landen industrieën rendabel te exploiteren. Onze nationale economie die in staat is de sluitingen der mijnen en grote veranderingen in de landbouw geleidelijk op te vangen, kan ook enige inkrimping van de cacao- produktie wel verwerken. We moeten echter wel beseffen, dat ons rijke land doeltreffende maat regelen niet alleen kan nemen. Hal vering van bijvoorbeeld de cacaoproduk- tie hier, mag geen verdubbeling daar van in België betekenen. Overleg tus sen en samenwerking van de rijke lan den is noodzakelijk. Niet Marx, maar Kuyper. Maar voor het zover kan komen, moet eerst in elk land van het rijke christelijke westen het besef groeien, dat de arme landen niet kunnen wach ten, geen dag en geen uur. Wat ons christelijk volksdeel dan betreft, is de vraag naaar structuurwijzigingen in onze maatschappij geen echo van de stem van Marx, maar de weerklank van de evangelische oproep tot naas tenliefde. In 1891 zei Abraham Kuyper in zijn rede over „Het sociale vraagstuk en de Christelijke religie" dat het noodzakelijk was de onhoudbaarheid van de toen be-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1969 | | pagina 1