eeuwóe
3£erkbocle
Lied voor
de vrede
iJtede&weeL
kanseLBooöschap vReóesweek
„(Ejeejt de kerk tkuió
keRken komen op voor het Recht öeR ARmen
2 OKTOBER 1969
23e JAARGANG No. 13
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND.
Hoofd-RedacteurDr. A. DONDORP, Gap.inge, Telefoon (0 1189) 4 70.
Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen;
Ds. M. V. J. de Craene, St. LaurensDrs. A. Elshout, Koudekerke
Dr. P. C. Kraan, Vlissingen;
Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden; Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk;
ik worstel ^rs* Beinema, Middelburg; Ds. C. W. de Bruijne, Goes,
cn ontkom" Adres voor opgave advertenties en predikbeurtenLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Abonnementsprijs
5.per halfjaar
bij vooruitbetaling.
I
Advertenties
20 cent per mm.
Bij abonnement lager.
Losse nummers 15 cent.
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
vy
Naar Jesaja 2 vs. 2-5-
Het zal zijn in het laatste der tijden
dat de berg van de tempel verheerlijkt
zal staan,
dat de wegen erheen zullen leiden
en de volken der aarde op weg zullen
gaan
om de rechten des Heren te leren,
zich tot God en elkaar te bekeren.
Als Jeruzalems tinnen gaan blinken
en beschamen der bergen en heuvelen
trots,
zal van Sion uit blijde weerklinken
het bevrijdende woord van het
koninkrijk Gods.
Tot bescherming van allen die leven
staat de wet van Gods heil er
geschreven.
En een smidse van 't huis onzes Heren
maakt het zwaard tot een ploegschaar
de speer tot een zicht.
Niemand zal meer een wapen hanteren;
maar zij groeten elkaar in het heldere
licht
van de waarheid die eindelijk zal dagen
over mensen van zijn welbehagen.
JAN WIT.
het 'zwijgende midden'; fout of goud -
tf
Niet iedereen heeft deze boodschap, waar vrijwel alle kerken in Nederland
achter staan, gehoord.
En velen, die haar gehoord hebben, willen haar graag nog eens rustig over
lezen en zin voor zin tot zich laten doordringen. Daarom geef ik dit belangrijke
stuk een plaats in onze Kerkbode.
ln deze vredesweek worden wij geplaatst voor het grote vraagstuk van
de armoede in de wereld. Vrede, vrucht van gerechtigheid, betekent immers
welzijn voor alle mensen en alle volkeren.
Nu de eerste tien jaar ontwikkelingshulp bijna voorbij zijn, rijst overal
de vraag, of het resultaat aan de inspanning beantwoord heeft. Helaas lijkt
het er op, dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. Vooral de
ontwikkelingslanden zelf zagen de oplossing niet dichterbij komen. Steeds
meer wint de overtuiging veld, dat de hulp in de huidige omvang en vorm
niet toereikend is om de derde wereld werkelijk tot ontwikkeling te doen
komen. Het is bovendien een hard feit, dat nog steeds meer geld aan
wapens dan aan ontwikkelingshulp wordt besteed.
Meer dan ooit zijn economische maatregelen noodzakelijk. Effect kunnen
deze pas oogsten, indien zij opgenomen zijn in een geheel van politieke en
culturele verandering. Alleen dan zullen de arme landen in staat zijn zelf
hun toekomst te bepalen en zal er een gezonde basis geschapen worden van
samenwerking tussen de landen in Noord en Zuid.
Wanneer straks een nieuwe periode van tien jaren ingaat, de jaren
zeventig, zal het er om gaan, of deze voorwaarde wordt vervuld. Alleen indien
er een gemeenschappelijke strategie gevonden wordt, zal er van ontwikkeling
sprake kunnen zijn.
De vervulling van deze voorwaarde is niet eenvoudig. Integendeel, naar
mate het streven naar politieke vernieuwing door sociale actie sterker wordt
en daarmee de bewustwording groeit, in die mate zal ook de overgangstijd
meer door politieke spanningen worden gekenmerkt. Het ziet er niet naar uit,
dat wij een periode van rustige en evenwichtige groei tegemoet gaan.
Deze derde vredesweek wil beklemtonen, dat de kerken zich niet als
toeschouwers opstellen. Juist nu willen zij hun geloof belijden in Hem, die in
deze wereld de weg der gerechtigheid gebaand en zichtbaar gemaakt heeft.
Deze gerechtigheid heeft directe betekenis voor de toekomst van mensen en
volkerenHet laten voortbestaan van rechteloosheid, uitbuiting, discriminatie,
economische afhankelijkheid, politieke en culturele onmondigheid en gods
dienstige vooroordelen, moet getoetst worden aan de gerechtigheid van Jezus
Christus; dan zal duidelijk zijn, dat meer dan voorheen gepleit moet worden
voor het recht der armen.
De kerken weten zich geroepen aan het begin van een nieuwe ontwikkelings
periode deze bijbelse gerechtigheid te verkondigen en voor het recht der armen
op te komen. Alleen op basis van deze gerechtigheid is er uitzicht op vrede in
de wereld.
Wij bidden dat de tekenen daarvan in de komende jaren zichbaar mogen
worden. De steeds groter wordende kloof tussen rijk en arm is volstrekt in
strijd met het Evangelie. Gods Woord gebiedt ons daarin niet te berusten.
Het is onze kans en ons voorrecht te mogen opkomen voor recht en vrijheid
van mensen en volkeren, voor rechtvaardige verdeling van goederen en kansen
voor alle mensen.
De kerken in Nederland roepen ieder op aan deze zaak mee te werken.
De Doopsgezinde Broederschap De Nederlandse Hervormde Kerk
De Evangelisch-Lutherse Kerk De Oud-Katholieke Kerk
Het Genootschap der Vrienden (Quakers) De Remonstrantse Broederschap
De Gereformeerde Kerken in Nederland De Rooms-Katholieke Kerk
Vanuit Sion, o heilige God,
hebt Gij een rein woord
doen opklinken onder de volken
als een groet uit de hemel:
Vrede" Vrede zij u"
hebt Gij gezegd
Wij zijn beschaamd omdat
dit woord zo schaamteloos
op onze lippen bezoedeld is,
bruikbaar gemaakt als een leus
en ontledigd tot een leugen.
Wij hebben hebzuchtig
alles met uw vrede gedaan
wat wij ook gedaan hebben met uw Zoon
en met uw heerlijke Naam onder ons:
wij hebben haar onteigend en gehaat,
wij hebben gezondigd
en daarom bidden wij U:
HEER, ontferm U.
Ontferm U over ons
en keer onze weg
niet om over ons hoofd
als een regen van vuur en zwavel.
O God bewaar ons, wij hebben
uw waarheid ten onder gehouden,
wij hebben de aarde verloren.
Aan onze kinderen hebben wij
de wet van het geweld geleerd,
het ijzeren bewind van onze structuren,
omdat wij de broeders, de armen
niet willen zien,
omdat wij rijk zijn
En onze daden volgen ons
als een orgie van lawaai
dat de vogels verschrikt
Strenge heren zijn wij
die de harde dienst
van jaar tot jaar verzwaren.
Wij bidden U, bekeer ons tot U,
wij bidden U, wij zeggen tezamen:
HEER, ontferm U.
Heer, maak ons goedschiks
en goedgelovig,
om weer te leven van
uw altijd geopende hand;
roep ons tot uw dienstplicht:
de verdeling der goederen.
Wij vragen dit
omwille van de verdrukten
bij wie het zwart voor de ogen ziet:
de vaders die gebukt gaan,
de moeders die krom liggen,
de kinderen die schichtig
vluchten omdat wij er zijn,
wij goden, alomtegenwoordig,
neerstrijkend van West naar Oost,
als een sprinkhanenplaag
Heer, omdat wij er waren tot hun
verdriet:
spaar toch de armen,
de weerlozen en de ellendigen.
Dat bidden wij U, nog eenmaal
voordat het te laat is,
en wij zeggen tezamen:
HEER, ontferm U.
Onder bovenstaande kernvragen als
motivering, wil ik in onze kerkbode
trachten tot een nadere positiebepaling
te komen omtrent de vele vragen over
kerk en Koninkrijk Gods, zoals die in
alle bontheid dezer dagen kunnen
worden beluisterd. Laat ik eerst dat
opschrift (die twee vragen) verklaren.
'Thuis geven', betekent de deur open
doen als er gebeld wordt, figuurlijk:
gehoor geven, op een appèl ingaan.
Welnu in onze tijd wordt er van vele
kanten op aangedrongen, dat de kerk
zich uitspreekt over de politieke en
sociale problemen; dat zij dus 'thuis
geeft'. Doet zij dat Nee, menen velen
of te weinig. Anderen vragen zich af
- en dat is de tweede betekenis van het
opschrift - of de kerk nog wel geestelijk
tehuis biedt voor de rechtzinnige ge
lovige. Doet zij dat Nee, menen velen
of te weinig. Maar dan zijn daar ook
nog mensen, die niet direct een ant
woord geven op die twee vragen. Men
noemt hen de middengroep in de ker
ken. Is hun zwijgen vooralsnog fout of
betekent het gedachtig het spreekwoord
wellicht goud Is het 't zwijgen van
eigen bezinning, bewustwordingswil
O God van vrede
maak een eind
aan onze domme twisten,
aan ons amechtige heldendom,
de petten en de laarzen,
de strepen en de balken,
het dierlijke blaffen van
onze mond en ons kanon
Gij lacht in de hoge
om het razen van de volken,
hun verontwaardiging die
niets is dan achterdocht
en angst voor het andere huis.
Ach, leer ons vanuit Sion
dat wij mensen zijn,
levend van elkanders hart en ziel.
Met al uw verzwegen profeten
die verbijsterd leefden
tussen woestijnen van welstand
spreken wij tegen onze daden in
en durven wij te bidden:
HEER, ontferm U.
God, o God, wij bidden U
voor overheden en onderdanen,
dat wederzijdse leven
van hoog tot laag,
van ruim denken
en precieus handelen:
maak dat eerbiedig,
maak dat vindingrijk,
maak dat voorspoedig,
en leer ons de dominant van uw regiem:
de stem van de arme die roept,
het recht van de zwakste
Roep ons volk tot meeleven
en onbaatzuchtigheid,
geef ons diplomaten
die niet zwetsen maar die
uw woord doen van
barmhartigheid en gericht.
Laat onze voorlichting berusten op feiten,
ook al zijn die beschamend,
maar ent onze plannen op
de grote droom
die Gij vanuit de hemelen hebt onthuld:
uw stad van leven en van licht, een stad
die dorpsgewijze wordt bewoond
vanwege de veelheid
van dieven en mensen.
Zodat wij iedere dag
dankbaar en verbaasd opzien
omdat wij samen mogen bestaan
van één en dezelfde gave,
van één en hetzelfde woord,
uw groet van Schepper tot schepsel,
zo vriendelijk en groen
als de aarde kan zijn:
Vrede"! „Vrede zij u")
zo hebt Gij gesproken,
zo moge het wezen
vandaag en tot in eeuwigheid,
amen, ja amen
TH. J. M. NAASTEPAD.
Immers, dat er zoiets is in de kerken
als links, rechts en midden, wie zal het
ontkennen Wel geloof ik, dat de men
sen van dat zg. midden, voorzover zij
zich serieus bezinnen helemaal niet ge
lukkig zijn met die typering van 'mid
dengroep' als een soort meetkundige
plaatsbepaling, 'k Dacht, dat hun
zwijgen vooralsnog geenszins oubollige
neutraliteit of ongeïnteresseerdheid of
tactiek behelst, maar te enenmale de
felle weigering zich te laten indelen
bij links of rechts. Zij kunnen zich (om
ons tot de Geref. kerken te bepalen)
noch in pressie- en noodkreetgroepen
zonder meer noch in een vereniging als
die van verontrusten Schrift en Getui
genis" herkennen.
Toen ik onlangs preekte over de
teksten Jesaja 36 7, 16/17 en 37 30-
32, kwamen twee vragen op ons af:
wanneer is de God van ons geloof de-
zèlfde als die Zich in de H. Schrift
openbaart èn hoe komen we tot een
betere wereld, een Kanaan met wijn
stok, vijgeboom, koren, most voor ieder
Kerk en Koninkrijk. De top diplomaat
(de rabsaké maarschalk) van de
Caesar van toen, Assurs koning, blijkt
de gelovigen op de caricatuur van het
geloof en de verbastering ervan te wil
len vastpinnen, zoals ook nu buiten
staanders het beeld van een zieke kerk
als repraesentant van de werkelijke kerk
in het algemeen, willen waarmerken.
Verder wil deze dictatorsknecht niets
liever dan dat de kerk géén thuis geeft
aan Hizkia's oproep tot geloofsver
nieuwing geen gehoor geeft: want een
lévende kerk is soms staatsgevaarlijk,
altijd voor dictators Hij wil - en
het gebeurt nog - de joden (de kerk van
toen) afsluiten van de opdrachten van
de Enige en opsluiten in het establish
ment van Assur. En het volk, de ge
lovigen, de kerk op de muren zweeg
Het zweeg op bevel van de reformator
Hizkia om eerst zelf orde op zaken te
kunnen stellen, om eerst weer de eigen
geloofsidentiteit in gebed en veroot
moediging en onderwijs vanwege Jesaja
te hervinden. Daarbij bleek, dat Hizkia
daarom een echte vernieuwer van de
geloofsbeleving was, omdat hij terug
keerde tot het waardevaste van vroeger.
Niet omdat het oude als zodanig beter
is, ómdat het oud, van vroeger is, maar
omdat het door God in vorige tijden
beloofde en opgedragene en dus waar
devaste, weggegooid en versmaad bleek-
Hizkia vernieuwde pas, toen hij oude
schatten weer tevoorschijn bracht. Zo
als het godgewilde zuivere Paschafeest.
Zwijgen kan soms zeer verstandig
zijn, juist als men houvast wil bieden.
In dit eerste artikel nu, wat nader in
gegaan op de situatie van de kerk. Die
situatie ligt uiteraard ingebed in de
totale mentaliteitsverandering van de
laat ik zeggen, westerse mens. De
Duitse socioloog Schelsky heeft daar
behartigenswaardige dingen over ge
zegd. De 'moderne mens' voelt zich z-i.
niet meer opgenomen in objectieve
kaders van orde, dogma's. Sinds de
laatste honderd jaar is er een steeds
meer in snelheid toegenomen proces op
gang gekomen van ,Dauerreflektion,
een voortdurende zelfbezinning. Was
men vroeger object, voorwerp, van kerk,
staat, cultuur (,,zo moet ik doen, want
ze zeggen het. Zij weten het"), nü
vraagt men zich af, waarom 'ze' (leiders,
overgeleverde waarheden) eigenlijk ge
volgd worden en gelijk zouden hebben.
Men gaat de ganse omgeving van zich
zelf als buitengebeuren zien, als object,
waarover het eigen ik, het bewustzijn
zich afvraagt, waarom is dit zo Er
is bij de overheden als reactie een
voortdurende zorg op te merken om de
massa(!) door middel van T.V., radio,
pers te beïnvloeden, zowel in west als
oost. Er is een bewustzijnsindustrie' ge
groeid. Bij revoluties worden allereerst
de massamedia 'overgenomen'. En in
tussen zijn we met ons allen in de
westerse wereld in een even beklem
mend en uitzichtloos schema beland als
datgene, waartegen men zich als 'het
oude' verzet. Dat oude levensschema
(ruwweg t/m 1940) was opgebouwd op
objectieve waarheden ("wij leiders
zeggen het, jullie nemen het aan") een
algemene als eeuwig ervaren moraal,
kortom op het wezen van al het zijnde.
Vast ene zeker. Dan komt de re-actie.
Niet het wezen (de essentie), maar het
eigen bewustzijn van de individu (de
existentie) wordt als bepalend ervaren.
De persoonlijke moraal, de eigen be
slissing is per definitie goed. Al het
gevestigde (de zg. 'establishment') is
als zodanig fout, ja vijandig. Helaas
zien weinigen, dat we zo dus met ons
allen in een even vast en beklemmend
schema zijn beland: dat van de subjec
tiviteit. Dat kan ook niet anders, omdat
iedere re-actie wezenlijk bepaald wordt
door datgene, dat schema, dat zij be
strijdt Het was een profetie van eerste
orde, toen H. Bavinck in 1901 met zo
veel woorden stelde, dat alle radikalis-
me onze tijd) zwak staat tegen
over conservatisme, omdat het daarmee
in beginsel overeenstemt (in: „Schep
ping of ontwikkeling!"). De dode or
thodoxie, waarbij alles voor waar wordt
aanvaard zonder dat het iemand iets
doet, staat dan ook gelijk aan vrijzinnige
schema's, waarbij de mens ook eigen
gang gaat, al zal die het leuker, soms
gewoon blijmoediger doen.
Het is intussen zo klaar als wat, dat
de Levende, geprezen zij Zijn Naam
en Zijn Woord, zich nooit in onze men
selijke (denk)schema's zal laten op
delen. Toch is dat vroeger in de 19e
eeuwse vrijzinnigheden getracht en nu
gebeurt dat ook weer in het moderne
subjectivistische. existentialistische
(denk)schema. Laat ik enkele voor
beelden noemen. Daar meent de dènker
R. Bultmann (als vakexegeet bijzonder
leerzaam): 'Spreken over God, is
spreken over jezelf'. Het enige 'gods
bewijs' is dus te vinden in de meest
individuele geloofservaring van de in
dividu. Men vindt deze gedachte bij
Robinson, van Buren (U.S.A.) e.a. En
het gevolg bij de volgelingen Of de be
ïnvloeden, zonder kritiek? „Toen Jezus
van Nazareth zich bekende tot de
beweging van Johannes de Onderdom
pelaar en ook kopje onder ging tijdens
een van diens happenings aan de Jor-
daan, was een kleine lanceerbasis ge
schapen: het begin voor een positieve
protestbeweging, een freedommovement
(vrijheidsbeweging) voor aan overheden
en machten, religies en autoritaire struc
turen gebonden mensen: de aankon
diging van een waarachtige menselijke
God" (pater S. Jelsma - 'Kerk in op
stand'). Of uit het woord vooraf bij het
vertaalde werkje (bijzonder interessant