^eeutuae 3£erlzbocle
ere}<Synode
NAMEN
jitoob m mm§r
Reclasserings
spreekt met
kritische groepen
^C^lCSf
\ilien Qd kct niet lau
de gemeente j
vJ
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND.
Hoofd-RedacteurDr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189)4 70.
Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen;
Ds. M. V. J. de Craene, St. LaurensDrs. A. Elshout, Koudekerke
Dr. P. C. Kraan, Vlissingen;
Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden; Dr. J. H. Becker. Nieuwerkerk;
Drs. M. Beinema, Middelburg; Ds. C. W. de Bruijne, Goes.
Adres voor opgave advertenties en predikbeurten: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
18 SEPTEMBER 1969
23e JAARGANG No. 11
„Ik worstel
en ontkom"
Abonnementsprijs
5.per halfjaar
bij vooruitbetaling.
Advertenties
20 cent per mm.
Bij abonnement lager.
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Daniël 3:18.
Indien onze God niet in staat is
ons te bevrijden
Hè? Twijfelden die drie vrienden van Daniël aan de macht van de Here
om hen uit de hand van Nebukadnezar te redden
Of dachten ze misschien dat de macht van de Here beperkt was tot het
heilige land Zij waren in het verre Babel. Reikte de hand des Heren misschien
niet zo ver
Er is een betere verklaring.
De Joodse traditie heeft nml. een gedicht bewaard. Het heet „het lied van
Azarja".
Wanneer het niet werkelijk van Azarja zelf is, dan is het in ieder geval
afkomstig van iemand, die in vroomheid vlak bij de vrienden van Daniël stond
en hem volkomen begreep.
Dit lied is vol berouw en boete en een gebed om vergeving.
„Gij hebt ons naar recht geoordeeld in alles, wat gij over ons deed komen.
Over ons en over de heilige stad onzer vaderen. Want het is om onze zonden,
dat gij zó met ons handelt. Alles, wat gij ons aandoet, doet gij met recht".
En in die toon gaat het gedicht voort.
We moeten dus het antwoord aan de koning in deze geest opvatten:
Indien de Here ons niet kan verlossen, omdat wij hier toch immers ge
straften zijn.
Indien wij niét verlost kunnen worden; omdat we door de Here veroordeeld
zijn en dus geen enkele recht meer hebben, ook dan knielen we niet voor uid
beeld.
Als gestraften van God, blijven wij hem nochtans trouw en blijven wij hem
prijzen tot in de dood."
„Geprezen zijt gij Here, God van onze vaderen. Dat eeuwig uw naam ver
heerlijkt zij."
Deze Joodse mannen waren hierheen gebracht en ze moesten hier loyaal
werken en de Koning in alles dienen, maar ze wisten: dit is straf op onze
zonden. Want we horen hier niet.
Zij hebben zich dan ook niet beklaagd over hun ballingschap, noch over de
voortdurend hun bedreigende dood, maar ze hebben de straf van God aanvaard.
In heel die geschiedenis der drie vrienden wordt de naam Jeruzalem niet
genoemd; maar ze zijn het heilige rijk van David geen moment vergeten.
Ook in de weg der gerichten - juist in d i e weg -, hebben ze de Here ver-,
wacht en waren in leven en sterven van de Here, wiens naam geprezen wordt,
van nu aan - dwars door alles heen, dwars door de dood heen - tot in der
eeuwigheid.
A.D.
De nieuwe generale synode van de
gereformeerde kerken is begonnen met
een duidelijk streven naar openheid voor
de inspraak van kritische groeperingen
uit de kerk. Reeds in de eerste zittings-
week luisterde de synode een volle dag
naar vertegenwoordigers van de actie
groep Synoodkreet, het Gereformeerd
Vredesberaad en de Gereformeerde
Vrouwenbond.
In hun kritiek stelden de jongeren
van Synoodkreet als kernpunt de plaats
en de taak van de kerk in de
samenleving aan de orde. Voor organi
satorische, financiële en administratieve
zaken, kortom voor het .management"
van de kerk achtten zij een synode wel
een geschikt orgaan. Maar niet voor
het spreken en handelen in grote vraag
stukken. zoals b.v. oorlog en vrede,
ontwikkelingssamenwerking, sociale en
economische gerechtigheid. Daarover
kunnen alleen gespecialiseerde des
kundigen goed oordelen. Synoodkreet
wilde naast de synode een aparte struc
tuur, waarin deze deskundigen zeggen
schap hebben, zodat er doordacht ge
sproken en effectief gehandeld kan
worden.
We bidden deze week, nu de univer
siteiten en hogescholen weer beginnen,
speciaal voor het hoger onderwijs en
de studentenwereld.
We vragen om een bewust christen
zijn in deze wereld. Bidden we ook
tegelijk voor het hoger onderwijs in de
ontwikkelingslanden waar de vorming
van topkader van levensbelang is.
Concrete kritiek hadden de jongeren
op de komende kerkbouwactie van de
gereformeerde kerken. Zij wilden
mensen, die hier niet aan mee willen
doen de mogelijkheden bieden een bij
drage te geven voor een ander doel.
Ook dienden zij een voorstel in voor
een synodale aanbeveling van de riet
suikeractie, die - zo betoogden zij - een
stuk onrecht in de wereldhandel zicht
baar maakt.
Op het punt van de ontwikkelings
samenwerking namen de woordvoerders
van Synoodkreet, vredesberaad en
vrouwenbond een eensgezind standpunt
in.
Teveel wordt gedacht, dat het om
het geven van geld gaat. Maar er moet
een mentaliteitsveranderring komen. De
kerkleden moeten begrijpen, dat welis
waar allerlei nood bestreden moet
worden, maar dat het in de eerste plaats
gaat tegen het onrecht waardoor de
nood wordt veroorzaakt. Het mislukken
van de wereldhandelsconferentie is erger
dan het mislukken van tien collectes,
zo stelde men.
Vanuit het Gereformeerd Vredesbe
raad werd (door Dr. O. Jager) gepleit
voor een initiatief tot eenzijdige ont
wapening. Dit kan weliswaar nadelen
hebben, maar deze nadelen wegen niet
op tegen de gevaren van de huidige
wedloop in de nucleaire bewapening.
Tegen hen die stellen, dat nucleair
wapenbezit de veiligheid bevordert,
omdat de andere partij er zich door
bedreigd voelt en dus geen oorlog zal
beginnen, zei Dr. Jager dat ook het
dreigen met nucleair geweld verkeerd
is. Immers in een nucleaire oorlog zal
onvermijdelijk onschuldig bloed ver
goten worden en dat verbiedt de bijbel.
Opmerkingen van de afgevaardigden
van de vrouwenbond hadden o.a. be
trekking op het voorstel, dat vrouwe
lijke predikanten het ambt moeten ver
laten, zodra ze trouwen en op het echt
scheidingsrecht. De synode is voorge
steld om krankzinnigheid als grond voor
echtscheiding af te wijzen, maar zo stel
den de vrouwen: dit kan men niet zo
maar globaal zeggen; men moet dat van
geval tot geval bekijken. Ook bekriti
seerden de vrouwen de moeilijk leesbare
synode-taal. Ze vroegen heldere, ge
makkelijke begrijpbare voorlichting.
Op diverse punten kregen de kritici
meteen instemmende reacties van
Er is een samenleving denkbaar waar
in geen reclassering, laat staan een
reclasseringszondag zou bestaan. De
leden van die samenleving zouden n.l.
hebben ingezien dat reclasseren niet
iets is van 433 reclasseringsambtenaren
en 4.000 vrijwilligers maar van de hele
bevolking van een land.
Niet één dag per jaar zouden zij
zich willen laten doordringen van de
noodzaak hulp te bieden aan veroor
deelden, maar dagelijks zouden zij
beseffen dat het niet aangaat te praten
over wij hier en de reclassenten daar.
Zij zouden vanzelfsprekend zeggen:
Wij allen die fouten maken en mede
mensen bewust schade berokkenen, zijn
gelijken. Degenen die de regels van het
wetboek van strafrecht hebben over
treden vallen er niet buiten aangezien
die regels maar een klein en door
mensen vastgesteld onderdeel vormen
van alle misdrijven die mensen kunnen
begaan en dikwijls ook begaan.
Wij denken in dit verband bijv. aan
de Chinese zegswijze: Je mag je schoon
moeder niet vermoorden maar je mag
haar wel doodpesten, daarbij niet ver
getende dat mensen hebben uitgemaakt
dat het eerste iemand wel en het laatste
iemand niet met de strafrechter in aan
raking brengt. Wie eenmaal erkent
dat er menselijke - niet juridisch - ge
sproken weinig begrippen zo 'n be
trekkelijke waarde hebben als het be
grip „misdaad" zal het niet moeilijk
vallen in de „misdadiger" zijns gelijke
te zien.
Sommige mensen kunnen tot ver
bijsterende destructieve daden komen,
daden die nagenoeg niet invoelbaar
zijn. Maar de grote groep veroordeelden
die of een voorwaardelijke straf opge
legd heeft gekregen of voor korter of
Op een zondagmorgen kwam ik
bijna te laat in de kerk. Door ver
schillende omstandigheden waren we
verlaat en het viel mij mee, dat nog
niemand anders de plaatsen waar wij
gewoon zijn te zitten, achter de oude
broeders, .in bezit had genomen.
Door mijn late komst miste ik het
wekelijkse gesprek. Maar toch zou er
iets gebeuren, dat mijn nieuwsgierigheid
zou opwekken.
f.X
^^Pkiiadeipk ia
Zondag 21 september zal er in
de Getuigeniskerk aan de Adr.
Lauwereijszstraat te Middelburg
weer een speciale kerkdienst wor
den gehouden om 3 uur.
Voorganger in die dienst zal zijn
Ds. G. J. van Embden te Middel
burg.
Mej. Frannie Faassen, zangeres
te Utrecht zal enkele liederen
zingen.
Iedere belangstellende is hartelijk
welkom.
Bij de uitgang wordt gekollekteerd
voor Philadelphia.
synodeleden en deputaten - met name
op het punt van de ontwikkelings
samenwerking. Tegenspraak lokte b.v.
het Vredesberaad uit op het punt van
de ontwapening. En daarmee kwam
reeds bij deze eerste ontmoeting met de
„pressiegroepen" een levendig gesprek
op gang, hoewel de synode er in eerste
instantie van uitgegaan was alleen maar
te „horen". Praeses Dr. P. G. Kunst
zei aan het eind dat het gesprokene on
getwijfeld van invloed zal zijn op de
synodale discussies en dat men graag
verder zal willen overleggen. Hoe dat
moet, is een volgende vraag.
IMG
langer tijd gedetineerd is geweest, wil
de ellendige gevolgen van veroordeling
en detentie liefst zo gauw mogelijk ver
geten en opnieuw aan de slag gaan.
Het zou zo gemakkelijk moeten
kunnen maar niets blijkt moeilijker want
geen man kan op tegen blijvend wan
trouwen, tegen ondergrondse en dus
oncontroleerbare vijandigheid die geen
reclasseringsambtenaar kan wegnemen.
De buren, de sigarenwinkelier, de
collega's, de medeleden van de klaver-
jasclub zij genieten het voorrecht de man
te laten voelen dat hij een der hunnen
is, gebleven dat zijn daad hem niet van
hen heeft vervreemd. Van christen-
plicht zal in dit verband geen sprake
zijn want een mentaliteit die getuigd van
begrip en aandacht voor de naaste kan
nooit als plicht worden opgelegd maar
kan alleen op basis van inzicht en zelf
kennis groeien.
Het ware te wensen dat die mentali
teit zich niet alleen uitstrekte tot de
reclassent zelf maar ook tot diens ge
zin. Menige vrouw en heel wat kinderen
zijn gedurende een periode van detentie
van het gezinshoofd geconfronteerd met
de wreedheid van hun medemensen.
Menige man is na zijn detentie vol goede
moed thuisgekomen en vond er een ver
bitterde vrouw die de situatie niet meer
aan kon, laat staan haar man steunen
bij zijn nieuwe begin.
„Heden zult gij met mij in het
paradijs zijn", zei Jezus tegen een
moordenaar. Gewone stervelingen
kunnen elkaar geen paradijs toezeggen.
Zij hebben het wel in handen dat door
menselijke rechters veroordeelden, niet
levenslang tot paria's worden gedoemd
en tengevolge daarvan niet alleen het
gevaar lopen weer in het ongeluk te
storten maar bovendien met Sartre
zullen zeggen: De hel, dat zijn de
anderen.
Nadat de predikant een bijbelgedeelte
gelezen had en voor hij met zijn preek
begon, verzocht hij de gemeente te
zingen:
Hart onrustig, vol van zorgen,
Vleugellam geslagen ziel.
Het viel mij op, dat reeds bij het
voorlezen van deze psalm, een zenuw
trek over het gezicht van broeder Stroo
trok.
Verwonderd hierover lette ik nog
meer op hem. Zoals altijd had hij de
psalm opgezocht, onder het orgelspel
nagelezen, maar toen de organist na
een paar klankvolle accoorden de
melodie inzette, opende het oude
manneke wel de mond om schijnbaar te
proberen mee te zingen. Maar het ging
niet. Trillende lippen verhinderde het
hem.
Verbaasd kwam de vraag in mij op
wat de reden was, dat hij zo ontroerde.
Want voorzover mij bekend gleed het
leven van deze man vrijwel rimpeloos
verder. En waarom nu die smart
Van het kleine pensioentje wat hij
had en de A.O.W. welke hij erbij
kreeg, kon hij financieel onbezorgd
leven. En zover als bekend was, waren
zijn vrouw en hij nog goed gezond,
terwijl zijn nu al niet meer zulke jonge
kinderen allen goed getrouwd en zonder
geldzorgen waren, zodat hij zich daar
ook niet beangst over behoefde te
maken.
Zonder dat hij het bemerkte, bleef
ik hem opmerkzaam gadeslaan. Maar er
was geen twijfel aan, deze man tobde.
Maar waarover Was er misschien
vroeger iets gebeurd, waarom zijn hart
nu nog schreidde Kwelden zijn zonden
hem en waren zijn ogen verduisterd,
zodat hij het verschrikkelijke kruis van
Golgotha, maar dat toch nog steeds voor
ieder zondaar het zaligmakend symbool
is, niet meer zag
En plotseling realiseerde ik mij, hoe
geisoleerd een mens leeft. Deze per
soon zat op nog geen meter afstand van
mij en zijn zorgen en noden waren voor
mij verborgen.
En ik huiverde van de eenzaamheid
die ook in een kerk kan optreden.
Want deze man die toch mijn broeder
was, bleek een gesloten boek voor mij
te zijn, evenals de honderden anderen,
die ook rond Gods Woord verzameld
waren.
En daarom schikte ik mij vlug om
Gods genadegroet te ontvangen.
Maar uit mijn onderbewustzijn kwam
steeds de gedachte op aan de man, die
ook een klein diamantje was in Gods
schone schepping.
Doch die echter de schitterende
kleuren pas weerkaatste, toen het licht
van Gods liefde er in viel.
En ik had iets van die kleurenpracht
mogen zien.
En toch zuchtte ik ongewild en onver
wacht.
Want in de kerk zijn er zovelen die
niet kunnen glinsteren, omdat het licht
er niet op valt.
Het licht van de broederliefde.
Jan van Westhove
Iedere leraar of onderwijzer kent uit
ervaring dat gevoel van machteloosheid,
als hij voor een klas komt te staan van
jongens en meisjes, waarvan hij de
namen (nog) niet kent. Daar zit een
meisje dat niet oplet, maar ja kunt haar
niet bereiken zonder, die rare omweg
van zoiets als „jij daar, met die groene
jurk". Je wilde een jongen een beurt
geven en wijst hem aan, maar een ander
denkt, dat hij bedoeld wordt.
Als je de namen niet kent kun je
er niet bij. Het contact tussen mensen
wordt gelegd door het aanroepen van
de naam. Want die naam ben je zelf.
Wanneer je in een kring je naam
hoort noemen kijk je op: wat moeten ze
van me
Maar omdat verschillende mensen
soms dezelfde naam hebben, is het, om
misverstand te voorkomen, nodig om
er iets bij te zeggen.
Eens werd er bij ons gebeld en het
meisje - (die had je vroeger kwam me
zeggen, dat mijnheer Jansen er was en
mij spreken wou.
„Goed, neem hem jas en hoed af
en laat hem in de ontvangkamer komen".
Nu was de heer Jansen een ouderling,
met wie ik in een zekere tijd heel veel
te maken had in verband met een be
paald project.
Maar toen ik in de kamer kwam zat
daar breed uit een andere heer Jansen,
die mij veters en scheermesjes te koop
aan bood.
Het is dus niet alleen van belang,
hoe je heet, maar ook wat je bent en
doet.
Zo hebben we allemaal een naam.
Dat wil zeggen: we staan op de eeft
of andere manier bekend en je hebt
ook „een naam te verliezen".
De betekenis van onze namen, zowel
voor - als achternamen, is uitgesleten;
toch bestaat er tussen de naam en de
drager van de naam een zeker verband.
Het is onaangenaam, als je naam ver
keerd wordt uitgesproken. En grapjes
met iemands naam zijn meestal flauw
en afgezaagd.
Er zijn twee dingen.
Allereerst dat we een adres hebben.
Dat we onder het bereik zijn van ieder
een, die onze naam kent. Men kan
ons roepen. We zijn concrete mensen.
We zijn „iemand" in de omgang der
mensen onderling.