eeuwóe
3£erkbocle
Qu,
Recreatie
Moeten miilioen mensen verhongeren
omdat de diplomaten falen
Predikant geeft de brui aan
oecumenische trouw/dienst
<~Urolyk christendom
e
23e JAARGANG No. 10
11 SEPTEMBER 1969
„Ik worstel
en ontkom"
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND.
Hoofd-RedacteurDr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70.
Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen;
Ds. M. V. J. de Craene, St. LaurensDrs. A. Elshout, Koudekerke
Dr. P. C. Kraan, Vlissingen;
Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden; Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk;
Drs. M. Beinema, Middelburg; Ds. C. W. de Bruijne, Goes.
Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
De rechtvaardige zal jubelen
en vrolijk zijn. Spreuken 29 6.
U moet er eens op lettenhoe veel er in de bijbel gejubeld wordtEn echt
niet alleen om uitwendige voorspoed. Deze voortdurende jubel geldt de naam,
die God heeft geopenbaard. Ze verheugen zich in de Here.
Het is toch eigenlijk vreemddat de oud-testamentische eredienst veel
vrolijker was dan de onze.
Wat een muziekinstrumenten begeleidden de reidans en de beurtzang. Wat
moet dat vooral voor kinderen fijn zijn geweest om mee te doen.
Wij zijn veel plechtiger en stijver en somberder. Maar als God ons tot Zijn
kinderen heeft aangenomen en ons leven door Zijn Geest, dan moet de
innerlijke vreugde die dat geeft, toch ook zichtbaar worden naar buiten
Het is toch geen stiekem binnenpretje, als we ons in de Heer verheugen P
Wij zijn geen oosterlingen en jubelen niet zo gauw en niet zo luid.
Volkskarakter en landaard spelen hierbij zeker ook een rol. Maar je hebt
nog veel te veel mensen, die een begrafenisgezicht zetten, als ze het over de
Hete Jezus hebben of -, als ze bidden en bijbellezen, een stem opzetten, die
ze anders nooit gebruiken.
Maar rechtvaardigen zijn juist mensen, bij wie de godsdienst niet een aparte
zaak is, met een apart gezicht en een aparte stem, maar een zaak, die hun
hele leven typeert.
Een rechtvaardige is geen volmaakte. Maar wel iemand die het meent.
Die door alle twijfel en alle narigheden heen, gelooft dat de Here goed is
en vasthoudt aan Zijn Woord.
Zijn Woord in beloften en in bevelen.
Ondanks alle tekortkomingen doet de rechtvaardige ernaar.
Elij probeert te leven volgens de regels van het nieuwe koninkrijk.
Wie deze regels aan zijn laars lapt, verliest zijn blijdschap. Zijn leven raakt
in de knoop valstrik v. 6 a).
Boosheid en blijdschap gaan onmogelijk samen, maar de rechtvaardige zal
jubelen en vrolijk zijn.
A.D.
1
Abonnementsprijs
5.per halfjaar
bij vooruitbetaling.
Advertenties
20 cent per mm.
Bij abonnement lager.
Losse nummers 15 cent.
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
2
Met een opvallende pagina-grote
advertentie in o.a. ,,Der Spiegel" stelt
de Duitse ,,Arbeitskreis für Menschen-
rechte" deze vraag.
De werkgroep wijst op de zich nog
steeds voortslepende onderhandelingen
inzake de hulpverlening aan Biafra,
waarbij kennelijk politiek prestige voor
rang heeft boven de kernvraag waar
het uiteindelijk om gaat: hoe redden
wij 4 miljoen mensen van de honger
dood
Er moet echter snel gehandeld
worden, stelt de werkgroep in de adver
tentie (ondertekenaars: Dr. Herbert
Becker, Dr. Otto Dibelius, Dr. E.
Freiherr von Fürstenberg, Dr. Joseph
Teusch), anders „staan wij over enkele
weken alleen nog maar voor de vraag,
hoe wij enkele miljoenen doodkisten
naar Biafra krijgen".
Men doet dan de volgende konkrete
voorstellen:
a. garantie voor het ongehinderd voort
zetten van de enige nu nog funktio-
nerende luchtbrug (van „Joint
Churhc Aid");
b. zo snel mogelijke opbouw van een
dag-luchtbrug, vanaf een neutrale
luchthaven, onder controle van een
door Lagos benoemde derde
mogendheid.
De werkgroep herinnert aan de schuld
van het Duitse volk aan het sterven van
miljoenen joodse mensen, en vervolgt
dan:
in de komende eeuwen zal
evenmin vergeten worden, dat door de
schuld van de nu voor het wereldge
beuren verantwoordelijken vier miljoen
Afrikanen jammerlijk moesten sterven.
Voor de geschiedenis zullen dan
We bidden voor het Midden-Oosten,
waar de spanningen steeds groter wor
den. Mogen de Arabische volken en
Israël hun verantwoordelijkheid tegen
over elkaar en tegenover de wereld
zien, zodat er vrede gaat heersen.
argumenten als staatsbelang, prestige,
etc., niet als verontschuldiging kunnen
gelden".
De oproep besluit als volgt:
„Alle godsdiensten en kerken en alle
volken, die zich achter de rechten van
de mens gesteld hebben, moeten samen
werken, opdat de wereld gespaard
blijve voor het droeve feit dat voor
haar ogen vier miljoen mensen in de
hongerdood gedreven worden, terwijl de
levensmiddelen en de medicijnen en de
helpers en de vliegtuigen, die hen
hadden kunnen redden, gereed staan".
Tot zover deze oproep.
„Joint Church Aid Nederland" stelt
zich hier van ganser harte achter. Het
sterf te-cijfer (nu al 1000 kinderen per
dag) stijgt met de week.
Dit zijn de feiten:
De door „kwashiorkor" getekende
kinderen worden weer een regel
matig verschijnsel in het straatbeeld.
De lokale voedsel opbrengst valt
tegen. Er blijft dus een tekort aan
koolhydraten. De proteïne-voor
ziening, die reeds in vredestijd voor
80% uit import bestaat, is nu bijna
geheel tot nul gereduceerd.
De voorraden in de ziekenhuizen zijn
hoogstens vojdoende voor enkele
weken.
De 1.000 ton medicijnen en voedsel
die het Rode Kruis in Biafra nog
als reserve had, zijn uitgeput en
door het staken van de Rode Kruis-
vluchten worden zij niet meer aan
gevuld. Het Rode Kruis-apparaat
in Biafra (60 man sterk) teert nu
ook op de toch al zo magere voor
raden van de kerken.
In Juni/juli vloog „Joint Church
Aid" 5.430 ton binnen in Biafra;
de behoefte is 500 ton per etmaal.
Toen een„Joint Church Aid" - ver
tegenwoordiger hem vroeg, of hij cijfers
had over de kindersterfte, antwoordde
de Biafraanse bisschop Okoye: „Wilt
u werkelijk wachten met tellen tot ze in
hun graf liggen Er zijn verschillende
fasen van in-leven-zijn, maar ik kan u
zeggen, dat honderdduizenden hier nu
aan de laatste fase toe zijn...".
Moeten vier miljoen mensen ver
hongeren omdat de diplomaten falen
J. Filius.
Van dit woord heeft Pilatus zelf de
diepste zin wel niet verstaan. De Here
Jezus stond voor hem en voor het Joodse
volk met een bebloede rug. Zo juist
was Hij van de binnenplaats terug
gekomen, waar soldaten Hem hadden
gegeseld en koninkje met Hem hadden
gespeeld.
Zie, de Mens
Wilde Pilatus nog wat meelij op
wekken Of spotte hij alleen maar
met de Joodse opgewondenheid ten
aanzien van zo'n beklagenswaardige,
gevaarloze man
Bedoelde hij het dieper
In ieder geval hebben deze woorden
van die heiden de Christelijke kerk
diep geroerd en staan zo gegrift in elk
gelovig hart: „Jezus Christus, zie de
Mens
Ook God, de Here, heeft deze
woorden gesproken. En wel bij drie
gelegenheden. Namelijk ten opzichte
van Adam, van Job en van de Here
Jezus.
In den beginne had God de mens
goed geschapen. Goed en naar zijn
beeld.
God zag al wat Hij gemaakt had en
zie het was zeer goed.
God zag vooral naar de mens, het
hoofd der hele schepping en in 't
bijzonder gold dat van hem: „zie, hij
is zeer goed". Gods welbehagen rustte
op deze eersteling der schepping. God
genoot van dit werk Zijner handen.
„Zie, de mens
Toen trok Satan uit met zijn ver
zoeking. Want die' mens moest nog
beproefd worden: Hij moest immers
vrijwillig God dienen Zijn gehoor
zaamheid moest vrije keus zijn en geen
dwang van de natuur.
Doch de mens koos verkeerd. Zei
de gehoorzaamheid op aan God en gaf
gehoor aan het woord van de boze.
Toen zag de Here de mens, dat al
Onder deze titel stond, enkele weken
geleden, 'n artikel in de krant over Ds.
Kopershoek, 'n Hervormd predikant, die
zich door de pastoor, waarmede hij 'n
gemengd huwelijk zou inzegenen, lelijk
bij de neus genomen voelde. De reden
om zijn medewerking bij de huwelijks
sluiting, die eerst was afgesproken, te
weigeren, gebeurde naar aanleiding van
vragen die de pastoor in kwestie bin
nenskamers had gesteld over doop en
opvoeding van eventuele kinderen. De
pastoor had zich immers niet tevreden
gesteld met de vraag die op de huwe
lijksdag gesteld zou worden: n.l. of men
bereid was de kinderen eventueel chris
telijk op te voeden, maar hij had, buiten
medeweten van de predikant, de huwen
den bij zich laten komen en ze laten
beloven de eventuele kinderen rooms-
het gedichtsel der gedachten zijns
harten boos was geworden.
Was daarmee de schepping mislukt
Bleek nu de mens niet goed genoeg
geschapen te zijn
Integendeel En dat zou God tonen
ook
Weer was daar een mens, op wie
God met welgevallen zag. Een man,
oprecht en vroom, godvrezend en
wijkende van het kwaad.
Openlijk in het heelal wees de Here
op deze Job.
Inzonderheid tot Satan sprak God:
„Hebt gij ook acht geslagen op Mijn
knecht Job Zie, deze mens
Was Job dan beter dan Adam
Zou de Here door Job gerecht
vaardigd worden als Schepper
Kon God dat nu wèl volhouden:
„Zie de mens
Natuurlijk moest Job daartoe worden
beproefd. Alle mogelijke verzoekingen
heeft satan op die aangevochtene ge
probeerd.
En het resultaat
Job heeft dapper gestreden en schone
woorden gezegd, maar ook hij is be
zweken.
Dat Satan het evenwel verloor, is
dan ook niet te danken aan Job, wiens
gehoorzaamheid slechts een klein be
ginsel was van de volkomenheid, die
God eiste, wilde Zijn welgevallen waar
lijk rusten op de mens.
Tegenover Job heeft Hij zichzelf
moeten rechtvaardigen door Zijn ant
woord uit het onweer.
Voor de derde keer zag God de mens.
Dat was toen de Here Jezus uit de
Jordaan, waarin Hij zo juist was ge
doopt, omhoog kwam. De Heilige Geest
daalde op Hem neer en de hemel stond
open boven Hem, terwijl er een stem
weerklonk: „Deze is Mijn geliefde
Zoon, in Wien Ik Mijn welbehagen
heb".
katholiek te dopen en ze rooms-katho-
liek te zullen opvoeden.
De Hervormde Kerk liet zich echter
niet onbetuigd en stelde Kardinaal
Alfrink enkele vragen. Zoals gewoonlijk
in deze zaken antwoordde de Kardinaal
naast de kwestie. Het was volgens hem
alleen 'n kwestie van woorden. Hij gaf
daarbij de indruk dat de reformatorische
partner meestal het minst gebonden was
aan zijn kerk en die belofte daarom des
te gemakkelijker kon afleggen. Afgezien
van het feit of dit waar is, ging de Kar
dinaal nog 'n stapje verder, door de
gevallen, waarin beide partners bewust
meelevend lid van hun kerk waren en
wilden blijven, de spijtigste gevallen te
noemen.
Dat het in gevallen van gemengde
huwelijken, zoals „Hervormd Neder-
M.a.w.: Zie, de Mens
Deze ondergedompelde, de dood
aanvaardende Knecht des Heren, die
was de nieuwe Mens. En die zou niet
bezwijken
Die zou het bewijzen, dat de mens
goed geschapen was en dat de schuld
der zonde in geen geval aan God de
Schepper lag.
Beter dan Job is Jezus Christus in alle
nood en dood godvrezende gebleken
en is Hij geweken van alle kwaad in
gedachten en woorden en werken.
Natuurlijk trok Satan weer uit met
zijn verzoekingen, om Gods Woord
onwaar te maken en ook deze mens te
doen zondigen.
Onmiddelijk na de doop en na die
hemelstem volgen de verzoekingen van
Christus in de woestijn.
En daarin knoopt de boze voort
durend weer aan bij wat God bij
Jezus' doop had gezegd.
„Indien Gij Gods Zoon zijt" - dat
betekent: indien Gij werkelijk de mens
zijt, waar Gods welgevallen op rust,
wat doet Gij dan hier in de woestijn;
dan hebt Gij toch recht op louter
heerlijkheid
Maar neen, op Jezus Christus ver
schoot hij al zijn pijlen vergeefs.
Veertig dagen en veertig nachten
heeft de Satan de Here Jezus verzocht
en Hem gekweld met het verschil tussen
woord en werkelijkheid. Het woord,
dat sprak van Gods welgevallen. De
woestijn, die sprak van Gods ver
vloeking.
Doch Jezus week geen duimbreed af
van het gebod.
En het goddelijke woord bleef klinken
boven Zijn hoofd: „zie de Mens".
Het welgevallen Gods rustte op Hem
voorgoed. Door Hem is Satans mond
definitief gesnoerd. Want niet slechts
in een paradijs, maar in een woestijn,
waar alles Hem ontnomen was, heeft
Jezus Christus Gods Naam geloofd.
Aan Adam en Eva had de Here
God alles gegeven. Doch zij hebben
Gods Naam niet geheiligd.
Van Jezus, de tweede Adam, had de
Here alles afgenomen. Toch heeft Hij
Gods Naam wèl geprezen.
(slot volgt) A. D.
land" schrijft, meestal mis gaat, is door
de statistieken bewezen. Daarom is het
ook zo droevig dat men in het begin
deze „gemengde huwelijken" zo opge
hemeld heeft als zou dit de oecumene
'n stap vooruit helpen. De kerken in
het algemeen zijn het nu daar wel over
eens. De moeilijkheden, en dat is wel
duidelijk, beginnen definitief pas na het
huwelijk.
Toch geeft dit de rooms-katholieke
kerk niet het recht zo te handelen, zoals
deze pastoor in kwestie gehandeld heeft.
Natuurlijk zullen we niet mogen gene
raliseren, en zeggen, dat is nu hun
methode. We zullen echter wel in ge
mengde huwelijkssluitingen op onze
hoede moeten blijven. De beste oplos
sing lijkt mij dan ook, samen met de
pastoor en het bruidspaar, het woord
christelijke opvoeding te verduidelijken.
Daarbij zou men als men enigszins
twijfelt aan de goede bedoelingen van
zo'n pastoor, met dit geval voor ogen
kunnen zeggen dat alle geheime belof
ten ongeldig zijn. Hiermee handelt men
dan in de lijn van de rooms-katholieke
moraal, die zegt, dat beloften onder
dwang, ook morele dwang, geen geldige
beloften zijn. Dat morele dwang hier
aanwezig is, is duidelijk. De protestant
se partner in kwestie staat hier immers
tegenover twee rooms-katholieken,
waarvan een 'n bedienaar van de
rooms-katholieke kerk is, en hij staat
er zonder verweer, daar zijn predikant
de bespreking niet bijwoont, en dus
eventueel niet kan ingrijpen.
'n Duidelijke afspraak met de pastoor
in aanwezigheid van beide partners is
hier dus de oplossing.
Ook het feit dat de reformatorische
kerk niet zo bindend werkt als de
rooms-katholieke is wel degelijk onjuist.
Natuurlijk zal welke protestantse kerk
ook meer binden aan Christus dan aan
de kerk. Dat is trouwens ook haar taak
als kerk. Dat de rooms-katholieke kerk
nog altijd meer bindt is dank zij het
door haar uitgedachte idee dat ze de
ene ware kerk is. En al speelt dit van
daag de dag in de praktijk niet meer
Wij zagen het aan de bomen,
toen wij vanmorgen ontwaakten,
aan de hoge bomen
rondom het huis.
En wij hoorden het, overal om ons heen:
het was met geen naam te noemen
het was met geen pen te beschrijven,
het was als met handen te tasten.
De wind was gaan liggen,
de honden waren weg,
de zee was niet meer.
En wij hebben elkaar omarmd
zwijgend, maar met gebaren
van vreugde.
En onze ogen fluisterden:
Eindelijk,
Het is er eindelijk.
Het is er onomwonden.
ANTON B. LAM