in pi urn
C:\Jtede&weel ItyÓty
Geloof en traditie
der geslachten
Evangelisatie weekend
BOUVIGNE BREDA
k
ORANJE BOVEN
Paulus bracht die actualiteit tot uit
drukking toen hij schreef over het „ten
allen tijde triumferen in Christus en het
allerwege verspreiden van de geur van
Zijn kennis" (2 Cor 2:14).
De echte prediking gaat altijd weer
uit van deze groeikracht en deze alge
meenheid en dit uitzicht.
Deze innige samenhang tussen de
onveranderlijkheid van het evangelie
èn de actualiteit van de prediking van
dit evangelie, vraagt van ons goed uit
te kijken en op te letten, waar de weer
standen tegen de prediking vandaan
komen. Want als het er op aankomt is
het evangelie nooit naar de mens en
roept het verzet op.
Daarom is de prediking een „protest
tegen de tijd" en heeft dikwijls het
zelfde karakter als Amos en Elia's
prediking. Zij waren de spelbrekers en
de beroerders van Israël.
Dat is het ongehoorde en het irrite
rende van een prediking, die zich -
krachtens opdracht en volmaakt - be
moeit met het leven, ook van de
anderen.
Maar dan moet die volmaakt en
die opdracht ook in woorden en daden
doorzichtig worden gemaakt. Als daar
onzuivere motieven en bedoelingen bij
komen, zoals de eigenwijsheid, hoog-
Enkele maanden geleden heeft Ds.
P. B. Suurmond, evangelisatiepredikant
in algemene dienst op een ouderlingen
conferentie in Friesland gesproken
over tal van vragen, die aan ambts
dragers werden gesteld bij hun contact
met andere gemeenteleden in verband
met bepaalde theologische ontwikke
lingen.
Men vond in Friesland dit referaat
zó belangrijk dat men het in gedrukte
vorm ter beschikking stelt, aan iedereen,
die er zoveel interesse voor heeft, dat
hij het per giro wil bestellen.
Ik vermoed, dat dezelfde vragen,
die er blijkbaar leefde in Friesland,
ook in Zeeland aan de orde zijn.
Als u 2,75 stort op postrekening
no. 1. 22. 48. 33 ten name Penningm.
Friese ouderlingen conferentie te Wor-
kum (Fr) wordt het referaat u toege
zonden.
Ik kan u de lezing van harte aan
bevelen. Om te tonen, hoe interessant
en actueel deze brochure van Ds.
Suurmond is, laat ik zijn stellingen
hieronder afdrukken.
1. Begrenzing van het onderwerp:
Het gaat niet inhoudelijk over allerlei
verschuivingen in traditionele op
vattingen over leer en leven. Wel over
de vraag naar de taak van de ouder
ling temidden van allerlei reacties in de
gemeente op die verschuivingen (van
Voor ons is de kleur oranje de aan
duiding van vrijheid en democratische
rechten. Daarom zetten we achter die
kleur een stevig uitroepteken.
Oranje boven
De Roomsen in ons land echter dan
ken hun vrijheid en democratische rech
ten niet zo zeer aan Oranje, als wel aan
Napoleon.
Tot aan de franse tijd toe waren de
roomsen in de zeven proyinciën tweede
rangs burgers. Brabant was het zgn.
moed of bedriegzucht der predikers,
wordt alleen maar verzet opgedragen
dat géén verzet is tegen het evangelie.
We hebben een opdracht en een
volmaakt dwars tegen alle echte weer
standen tegen het evangelie in. Van
wege de rust die de Here Jezus belooft,
laten we de mensen niet met rust.
Daarbij hoeven we niet te vrezen.
Voor niets en niemand. Want tegen
over de hardheid van het huis Israël,
wordt Ezechiëls voorhoofd harder dan
steen, als diamant (Ez. 3:7-9).
De onbegrensde betekenis van het
evangelie van alle tijden, vindt haar
grondslag in het grote feit dat in één
bepaalde tijd geschied is en dat ver
kondigd mag en moet worden.
Zonder dat feit is die tijd, zinkt al
onze bemoeienis met mensen in andere
tijden weg tot het niveau onze eer
zinloze pretentie en tot een bemoei
zucht,, die terecht weerstand wekt en
niet wordt aanvaard.
Het bovenstaande zijn twee blad
zijden uit het boek van Prof.
Berkouwer over De Heilige
Schrift. Deel II. Hoofdstuk VIII
over „Heilige Schrift en Predi
king", in mijn eigen woorden over
geschreven.
A.D.
uiterst progressief tot zeer conservatief
en vooral ook de vele schijnbaar
ongeïnteresseerden)
2. De ouderling zal moeten onder
scheiden tussen traditie als overlevering
van allerlei (geestelijke) waarden en
traditionalisme dat het overgeleverde
verabsoluteert, op zoek naar valse
zekerheden.
3. De ouderling zal in de gemeente
te maken krijgen o.a. met puberale
reacties tegen elke vorm van traditie,
en met infantiele reactie die vlucht in
traditionalisme.
4. Niet iedereen die niet fel reageert
op alle verschuivingen die zich voor
doen, is ongeïnteresseerd, of niet-mee-
levend.
Er kunnen vele verschillende redenen
zijn waarom men zijn stem niet verheft
of weigert zich te laten indelen bij pro
gressieven of verontrusten enz.
De ambtelijke zorg zal met deze
diversiteit rekening hebben te houden.
5. De taak van de ouderling in dit
alles zal in elk geval gelegen zijn in
de toerusting van de gemeente waar
in koplopers en achterblijvers zijn en al
wat daar tussen ligt tot rijpheid,
mondigheid, volwassenheid in Christus,
en dat alles tot dienst, aan Hem en zijn
wereld (Efez. 4).
generaliteitsland, dat door de generale
staten werd bestuurd. Het heeft lang
geduurd vóór het Zuiden die achter
stand te boven gekomen is.
Tot aan de dagen der revolutie mocht
men in ons land geen publiek ambt
bekleden als men geen lid was van de
„Grote" kerk. Roomsen konden in het
leger niet hoger opklimmen dan tot
vaandrig. Maar geen officier worden.
Dat is gelukkig allemaal al lang voor
bij en niemand piekert er meer over om
Nederland een protestantse natie te
noemen. En niet omdat ze Rooms ge
worden was, werd prinses Irene inder
tijd uitgesloten van de troonopvolging.
Dat spreekt voor ons vanzelf. Maar
we moeten wel bedenken, dat we deze
dingen nog niet zo lang op deze manier
beschouwen.
In de gouden eeuw waren de Roomse
tweederangs burgers en in de eerste
helft van de vorige eeuw waren dat
die gereformeerden, die eigen samen
komsten hielden, liever dan naar een
vrijzinnige prediking te moeten
luisteren.
Maar wat in ons land gelukkig tot
het verleden behoort, dat is in Ierland
vandaag nog zo.
In Ierland, hebben de protestanten
weinig te zeggen en in Ulster (N. O.
Ierland), dat bij Engeland behoort,
hebben de Roomsen niets te zeggen.
Voor de Ieren is Oranje een scheld
woord. En daar er meer Ieren in
Amerika wonen dan in Ierland zelf is
dit scheldwoord ook doorgedrongen tot
de Verenigde Staten, waar in de zuide
lijke staten veel roomsen wonen.
Toen in het einde van de 17e eeuw
Engeland dreigde net zo Rooms te
worden als Spanje en Frankrijk stak
onze stadhouder Willem III, die een
schoonzoon was van de Engelse Koning
het kanaal over, landde in Ierland,
versloeg de troepen van zijn schoon
vader en werd koning van Engeland.
Dat was voor de Roomsen een klap
maar betekende voor de protestanten
in Engeland de vrijheid.
T ussen de eerste en de tweede
wereldoorlog verkreeg Ierland na heel
veel vechten politieke zelfstandigheid.
Tijdens de tweede wereldoorlog bleef
de republiek Ierland neutraal.
Dit Ierland is door en door Rooms.
De meeste ouderwetse en conservatieve
manier. De (kleine) protestante minder
heid is er niet in tel. Want dat zijn de
„Orangisten".
Het N. O. puntje, waar de meerder
heid protestants is, is bij Engeland
gebleven en daar in Ulster zijn de
Roomsen tweederangs burgers. De
protestanten zijn er als de dood voor
Ierland en houden daarom de Roomse
minderheid zo kort en klein als ze maar
kunnen.
Deze onderdrukking komt voort uit
angst. Maar angst is altijd een slechte
raadgever.
De Roomsen zijn nu in verzet ge
komen en moeten door het Engelse
leger worden beschermd tegen Ds.
Paisly en de politie.
Jammer genoeg greep Engeland veel
te laat in. Nu moesten de Roomsen
door geweld veroveren, wat zij in ons
land als vanzelf gekregen hebben.
De kerken staan er weer niet mooi
op. Noch de Roomse noch de Prote
stantse.
Maar wij moeten ons maar niet te
fier op de borst slaan. Nog niet zo lang
geleden waren wij geen haar beter.
Wat hebben de gereformeerden
Prins Willem de eerste een last be
zorgd, omdat hij de Roomsen als ge
lijkberechtigde burgers wilde behandelen
en samen met hen wilde strijden tegen
Spanje
Aan deze critiek op Prins Willem
is het te danken, dat de Gereformeerde
kerken de psalmberijming van Marnix
van St. Aldegonde niet hebben inge
voerd maar de veel mindere berijming
van Petrus Datheen. Want Marnix
was een vriend van de Prins
Het verschil tussen ons en Noord-
Ierland is alleen maar, dat de prote
stanten daar achteraankomen in de
historische ontwikkeling.
Even goed is het vreselijk wat daar
gebeurt. A. D.
Deputaten voor de Evangelisatie van
de partikuliere Synode van de gerefor
meerde kerken in Noord-Brabant en
Limburg, en Deputaten voor de Evan
gelisatie van de Partikuliere Synode
van de gereformeerde kerken in Zee
land, nodigen u hartelijk uit tot bij
woning van de bezinnings- en ont
moetingsconferentie, welke op 3 en 4
oktober a.s. gehouden zal worden in
Kasteel „Bouvigne" te Breda.
Evenals het vorig jaar zal deze con
ferentie, die voorbereid is in overleg
met de begeleidingscommissie van
Bureau „Het Zuiden" te Eindhoven
duren van vrijdagavond half acht tot
zaterdagmiddag na de lunch.
Het thema van de conferentie luidt:
„De boodscap van Jezus Christus in
déze veranderende wereld".
Inleider: Dr. B. Rietveld, predikant
te 's Gravenhage.
Medewerking: mej. E. C. van Eg-
mond, staf-functionaresse van het
Evangelisatie Centrum te Baarn.
Het thema zal nader toegespitst
worden in een 6-tal gespreksgroepen
met respectievelijk als kern-onder-
werpen:
1. de verantwoordelijkheid van de ge
meenteleden inzake het getuigenis.
2. de vorming van de gemeente tot het
getuigenis.
3. het „signaleren" van de noden in
de eigen omgeving (privé; als kerk)
De helft van een aantal in Groningen
ondervraagde dienstplichtigen ver
wachtte volgens een sociologisch onder
zoek het uitbreken van een derde
wereldoorlog. De beste manier om die
oorlog te voorkomen was volgens 33
procent: spreiding van welvaart over
de gehele wereld.
Prof. Tinbergen, Nederlands eco
noom, adviseur van de Verenigde
Naties voor economische ontwikkeling
van de arme landen: „Als we er niet
in slagen door gezamenlijke inspanning
het economisch groeipercentage in
de ontwikkelingslanden omhoog te
brengen, zal binnen enkele decennia,
of nog eerder, de chaos de overhand
krijgen".
(P.Z.C. -interview 16 aug. 1969).
Eigen belang
Proffessor Jan Tinbergen is co-voor
zitter van het interkerkelijk vredes
beraad. Niet voor niets. Dat IKV en
zijn provinciale takken, zoals de werk
groep vredesweek van de Zeeuwse
cantactgroep Jeugd en Oecumene,
hebben zijn deskundigheid mede nodig
bij het geven van informatie over de
economische wanverhouding tussen de
rijke en de arme landen. Aan die wan
verhouding moet „wat" worden gedaan.
Door informatie in de eerste plaats,
door vorming tot mondiaal denken,
tot denken in wereldverband, ook in
Zeeland, ook in de Zeeuwse kerken.
Want het bijbelwoord zegt: „Een ieder
lette niet slechts op zijn eigen belang,
maar ook op dat van anderen".
4. de jongeren en het getuigenis.
5. het getuigenis door de lektuur.
6. het getuigenis in de recreatie-ge-
bieden.
Deelnemers kunnen van te voren hun
voorkeur van een bepaalde gespreks
groep kenbaar maken.
Verschillende gasten op de vorige
conferenties waren van mening, dat
de kosten voor de conferentie niet ge
heel op deputaten behoorden te rusten.
Daarom besloten deputaten aan alle
deelnemers te vragen een vrijwillige bij
drage te betalen ad 10.— per per
soon.
Deze bijdrage is niet verplicht. Men
mag en kan ook gratis de conferentie
bijwonen. Ze wordt echter wel zeer
op prijs gesteld.
Gaarne zagen deputaten ook namen
en adressen van gemeenteleden tege
moet, waarvan uw raad of commissie
het prettig vinden zou als dezen een
persoonlijke uitnodiging ontvingen.
Met alle hoogachting en vriendelijke
groet, namens deputaten voornoemd
Voor Noord-Brabant en Limburg,
Ds. J. M. Bloemkolk.
Voor Zeeland,
Ds. P. Torenbeek.
Namens bureau „Het Zuiden",
Ds. A. T. Besselaar,
mej. E. E. Ebling.
„Bij de vorming van de kiezers om
er bij hun politieke leiders op aan te
dringen prioriteit te geven aan de ge
rechtigheid in de wereldverhoudingen,
kunnen de kerken nog een grote rol
spelen", aldus de werkgroep kerk en
ontwikkelingssamenwerking van de
Raad van Kerken in Nederland, die
nauw samenwerkt met het interkerkelijk
vredesberaad. In die werkgroep zit de
vroegere Gereformeerde predikant van
Heinkenszand, Ds. H. J. Eikelboom.
Die rol wil de Zeeuwse werkgroep
vredesweek graag enige vorm geven,
de inhoud verder dient van de plaatse
lijke kerken, jeugdgroepen e.d te
komen.
Als provinciale werkgroep willen wij
daarom allen, die leiding geven in ge
meente, in jeugdwerk en op scholen,
vervolg op pag. 3
Volgende week wordt de jaarlijkse
„Unie-collecte" gehouden. Deze collecte
is bestemd voor het christelijk onderwijs
in binnen- en buitenland. 70% van de
opbrengst is bestemd voor het buiten
land, waarvan weer 50% voor de
ontwikkelingslanden. Laten we bidden
om royale handen en ruime harten
voor dit goede doel.
8)
door Jan Lourense
„Ik ga wel even" zegt Johan.
In de niet te grote winkel staat Wies Leydekker,
die in dezelfde straat woont, je zou kunnen zeggen,
een buurmeisje van Johan, hoewel hij haar niet
vaak ziet. Ze is iets ouder dan hij. Een knap kind,
nog knapper dan Adri, vindt Johan, maar blond
met in-blauwe ogen. Toch is er iets, dat tegenstaat.
Is het het min of meer brutale bekje
„Ha, Johan Zeg, moeder heeft kadetjes ver
geten. Heb je er nog
,,'t Hangt er van af, hoeveel je er hebben moet.
Er zijn er nog vier, zie ik'
„Geef die dan maar. En doe er twee krente-
bollen bij. Wat heb ik gehoord, heb je vandaag
geloot Op zijn knikken: „En
„Vrijgeloot".
„Zo. Proficiat. Daar ben je lekker van af. Of
was je liever in dienst gegaan
„Ben je mal Ik ben hard nodig in de zaak."
„Je ploetert al net zoals je vader. Zegt mijn
vader tenminste. Nau ja, die heeft een veel ge
makkelijker leven. Niet te vroeg beginnen en niet
te laat eindigen."
Haar vader is suppoost bij het Museum van
Oudheden.
„Toch vind ik het geen lolletje voor je. Ga je
's avonds nooit uit
Zij heeft beide armen op de toonbank gelegd
en kijkt hem strak aan. Tot haar voldoening ziet
zij, dat Johan ietwat verlegen wordt. Charme heeft
zij wel, maar het is brutale charme.
„Wel eens, naar een vriend of zo. En naar de
lering. Maar niet dikwijls, 'k Zit 's avonds veel
te lezen; ook boeken over mijn vak, 'k moet nog
veel leren."
„Mijn lieve stumperd Je moet er toch eens een
avondje uitgaan. Zeg, laten we eens naar Vlissin-
gen gaan." Verleidelijk kijkt zij hem aan. Hij raakt
er van in de war. „In Vlissingen is het leuk, veel
leuker dan in het saaie Middelburg. Doe je het
,,'k Zal er nog eens over denken," antwoordt
hij, om van haar af te zijn.
„Goed dan hoor ik het wel. Ik ga graag met jou
mee. Met jou wel. Niet te lang wachten, hoor.
Nou, tot ziens."
„Wie was dat vraagt moeder, als Johan in
de kamer terugkeert.
„Wies Leydekker."
„O, die", is het antwoord, min of meer min
achtend.
Als Bettekee en Pieter om half tien de winkel
beginnen op te ruimen - de twee jongsten zijn
naar bed - zegt moeder: „Je had het nogal druk
met Wies Leydekker."
„Ze kletste maar raak", antwoordt Johan. „Toch
is zij wel een aardig meisje, niet, moeder
„Neen", zegt vrouw Israël hard. „Pas op voor
haarZij is een allemansvriendinnetje, weet je
dat niet eens Ze staat er voor bekend. Heeft wel
twee vriendjes in de week, als het niet meer is.
Haar moeder klaagde verleden week steen en been
over haar. Bijne elke avond uitgaan. Haar moeder
heeft niets in te brengen. En d'r vader is een
slappeling. Die windt zij om haar vingers. Neen,
neen, dat meisje deugt niet. Ze mag wel oppas
sen."
Als hij te bed ligt, denkt Johan: ,,'t Is toch wel
gek: een meisje, dat een jongen vraagt, mee uit
te gaan; daar is een steekje aan los. Nee, dan is
Adri anders..."
HOOFDSTUK V.
Enkele weken later heeft dominee Siderius na
de dienst weer een afkondiging, die met belang
stelling door velen wordt aangehoord: „Het ligt
in de bedoeling, een christelijk gemengde zang
vereniging op te richten; jongelui vanaf zestien jaar
en getrouwden, die daarvoor belangstelling hebben,
worden verzocht, a.s. woensdagavond om acht uur
in de zaal van gebouw „Concordia" in de Latijnse
Schoolstraat te komen, om een bespreking te heb
ben."
Na de dienst komt Van Ballegooien met zijn
vrouw bij de Israëls koffie drinken. Toen Israël
nog leefde gebeurde dat vaker. Hij is ambtenaar
bij de belastingen. Hij weet te vertellen, hoe de
vork aan de steel zit met die op te richten zang
vereniging. Willem de Wolf - die kennen ze toch
wel, ja, ja, de zoon van drukker De Wolf uit de
Giststraat - nou, die is weer terug uit Holland.
Hij is wel vijf, zes jaar op de Muziekschool in Den
Haag geweest. En nu heeft hij al zijn diploma's.
In Holland wilde hij niet blijven, keerde terug
naar Zeeland. Hij gaat piano- en orgellessen
geven; in Vlissingen is een koor opgericht, waar
hij dirigent van geworden is. Hij heeft gepraat met
Bastiaanse, jullie weten wel, die in de kerk zo
machtig zingen kan en die wil nu proberen, hier
een koor te vormen, waarvan De Wolf natuurlijk
dan de dirigent wordt. Aldus het verhaal van Van
Ballegooien.
,,'t Lijkt me wel leuk", zegt Johan. „Ik ga er
woensdagavond eens kijken, moeder."
„Best, jongen."
Het gesprek komt dan op heel wat anders.
„Hebben jullie „De Heraut" al gelezen", vraagt
de bezoeker.
Neen, dat hebben ze nog niet. Dat is lectuur
voor 's middags. Is er wat bizonders Ja en nee.
Er is immers al enige tijd sprake van, maar het
gaat er nu op lijken, dat er spijkers met koppen
geslagen zullen worden. Het zou best kunnen, dat
volgend jaar, op de beide synodes besloten zal
worden de vereniging tussen beide kerkegroepen
tot stand te doen komen. „De Heraut" en „De
Wachter" - deze laatste is het orgaan van de
Theologische school in Kampen - laten optimis
tische geluiden horen.
Met grote belangstelling zitten vooral moeder
Janna en Johan te luisteren. Ze zijn goed op de
hoogte van wat er gebeurd is. In 1834 heeft de
Afscheiding, die in Ulrum begon, plaats gevonden,
bijna tegelijk of later zijn andere plaatsen gevolgd,
ook Middelburg; velen verlieten de Hervormde
kerk, omdat die, volgens de mening van de afge
scheidenen, verwaterd was. De vrijzinnigheid vier
de er hoogtij en de kerk werd geregeerd door de
Reglementen, die in 1815 door Koning Willem I
waren uitgevaardigd. Zo ontstond een nieuwe kerk
genootschap, de christelijk gereformeerde kerk.
(wordt vervolgd)