eeuwóe 3£erkbocle DE BIJBEL <:~Uacantle HET AMBT ZONDER GRENZEN Uit de Gemeenten en de ^fabeitjeókrant 24e JAARGANG No. 1 3 JULI 1969 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND Hoofd-RedacteurDr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189)4 70. Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen: Ds. M. V J. de Craene, St. LaurensDrs. A. Elshout, Koudekerke Dr. P. C. Kraan, Vlissingen; Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden; Dr. J. H. Becker. Nieuwerkerk; ik worstel ^rs- Beinema. Middelburg; Ds. C. W. de Bruijne, Goes, en ontkom" Adres voor opgave advertenties en predikbeurten: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Abonnementsprijs 5.per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 20 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 v. Eet honig, mijn zoon, want dat is goed. Spreuken 24 13. Iemand heeft eens gezegd, dat gelovigen zich veel beter op hun gemak voelen op een begrafenis dan op een bruiloft. Vooral de Calvinisten hebben de naam van sombere mensen te zijn, die overal kwaad in zien. Behalve zuchten zouden Calvinisten ook nog uitstekend kunnen vechten als het moet, maar genieten zouden ze nooit hebben geleerd. In hard werken en Deze redenatie is echter zo fout als het maar kan. Ik hoef alleen maar te sober leven zou de minste verleiding tot zonden schuilen, wijzen op de Here Jezus, die op de bruiloft te Kana toen de wijn op was, niei dacht: „met een beetje minder kan het ook wel" en die zo overvloedig broden\ vermenigvuldigde, dat er manden vol over bleef. Hij zei niet: „een dagjet vasten kan geen kwaad" Een Christen is een blij mens, die dankbaar geniet van al het goede, dat God ons geeft. Natuurlijk, hij geen oogkleppen voor, om toch maar vooral niets te zien van de narigheid in de wereld. Daarom is hij ook een ernstig mens, die weet wat er aan de hand is en waarom het gaat. Hij is blij en dankbaar omdat hij in alle goede dingen tekenen ziet van d$ milde handen en de vriendelijke ogen van zijn hemelse Vader. Hij mag daar niet alleen van genieten, maar hij MOET dat ook. Het is helemaal niet vroom om, als God zijn zon laat schijnen, met een somber gezicht in de schaduw te gaan zitten. Ik heb daar als jongen veel last van gehad. Als ik met mijn leeftijdgenoten op straat speelde- speelvelden en voetbal- velden waren er nog niet voor de jeugd-, kwamen er vaak van die „vrome" mensen naar me toe om me te vermanen met de woorden: „dat moet nou dominee worden en loopt daar achter zo 'n voetbal aan". Honig vonden de Israëlieten blijkbaar heel erg lekker...welnu...eet er maar smakelijk van. De aarde bracht sinds de zondeval gelukkig niet alleen doornen en distelen voort, maar ook een hele massa prachtige bloemen. En nog een heleboel fijne dingen meer. Wees er maar blij mee Want de Hete wil, dat U. daar open ogen voor hebt en dat U van alle mooie en goede dingen bewust en dankbaar geniet. Eet smakelijkA.D. Een dominee, die bij-de-tijd wil zijn, TT moet van tijd tot tijd in zijn preken'*: de fabeltjeskrant noemen. Zeer treffend j; is deze zinsnede: Moeten we, ge- r meente, deze geschiedenis niet opvatten als een verhaal uit de fabeltjes Waar na dan de pastor zich haast om voor de' ineens gespitste oren te verkondigen, dat dat niet moet. De fabeltjeskrant is in. Vele keren heeft ook deze predikant zich met vrouw en kinderen gegroepeerd rond de tele-' visie, om mee te zingen „echt waar, echt waar", en voorts de verrichtingen van Truus en Bor en de anderen gade te slaan. Momenteel worden de dagen naar september afgeteld. Want dan is de vakantie van de Grote Dierenbos bewoners afgelopen, en zullen we ons weer avond aan avond bezighouden met de puzzle, waar Jacob in vredesnaam toch altijd zo plotseling die krant van daan tovert. Zoals al zulke kinderprogramma's blijkt ook de fabeltjeskrant commer cieel een succesnummer te zijn. Enkele firma's hebben kans gezien het recht te verwerven, de verkoop van hun pro- dukten te stimuleren met behulp van de fabeltjeskrantfiguren. Zo bijvoorbeeld Fina. Wie Fina tankt mag een grote kleurenfoto van één van de fabeltjes- dieren mee naar de kinderen nemen. Dank zij deze reklame heb ik de moge lijkheid gehad onze vriend De Uil eens aandachtig van dichtbij te bestuderen. De foto is zó goed, dat zelfs de kleine lettertjes in de kolommen leesbaar zijn. En wie zal niet nieuwsgierig trachten die te ontcijferen Welnu, wat zag ik daar Dat niet alleen de dominee gebruik maakt van de fabeltjeskrant, maar zelfs de fabeltjes krant gebruik maakt van de bijbel Onder de (opgeplakte) kop „Gebroe ders Bever bouwen werkplaats" las ik: „Nu is mijn ziel ontroerd, en wat zal Ik zeggen Vader, verlos Mij uit deze ure"... En wat daar verder volgt. Jo hannes 12, de passage waarin Jezus zijn sterven aankondigt. De producent heeft bij de vervaardiging van de krant voor ,de (op het tévéscherm toch onleesbare) kolommen een nuttig gebruik gemaakt yan de bijbel. Het procédé is eenvoudig: kolommen uit een bijbel knippen, op maat snijden, afplakken, kop erboven, en mijnheer de Uil heeft een fabeltjes krant in zijn vlerken. Echt waar Echt waar Echt waar, mijnheer Chanowski Ja, want de bijbel is goed voor de fabeltjeskrant, of de fabeltjeskrant voor de bijbel - net hoe je het noemen wilt. Pijnlijk vind ik het wel. Het is me daarbij overigens de vraag, of ik be ginnen moet met verontwaardigd te zijn jegens de maker van de fabeltjeskrant, omdat hij zich niet ontzien heeft pa- sages uit het Boek der boeken uit te knippen en naar believen op te plakken. Ik geloof dat wij met die verontwaar diging voorzichtig moeten zijn. Dat iemand doodgemoedereerd aan de gang is gegaan om de woorden van de bijbel te versnijden en op maat te maken ten eigen gebruike - heeft hij daarvan niet vele, vele malen het voorbeeld kunnen zien bij tallozen, die zich christenen heten, en op figuurlijke wijze dagelijks precies hetzelfde doen Wat Chanows ki en de zijnen letterlijk en voor ieder een zichtbaar presteren - het is of je in een spiegel kijktDaarom hebben wij in onszelf niet al teveel reden om er iets van te zeggen. Niet verontwaardigd dus. Wel ver drietig. Omdat het toch wel heel erg is, wanneer op deze manier met bijbel woorden wordt omgesprongen. Ik vraag me af, waarom dat nu moet, bij zo 'n voortreffelijke produktie als de fabel tjeskrant. Wij hebben van huis uit een zeer diepe eerbied meegekregen voor de bijbel: hij bevat Gods Boodschap (daar weet de kleurenfoto, die voor mij ligt, van mee te praten). Niet alleen de woorden van de bijbel, ook het boek, zoals het ingebonden op onze tafel ligt, deelt in die eerbied. Zeker, het is ge woon papier, bedrukt met gewone druk inkt; het betekent voor de heer Cha nowski wellicht ook niet meer dan een exemplaar van Ot en Sien. Maar het is wel méér: omdat het de woorden van God bevat. Ik heb een hele serie oude en versleten bijbeltjes thuis liggen; daar gooi ik er niet één van weg, dat kan ik niet. Dat heeft iets te maken met het feit, dat in elk van die oude boekjes het éne bericht staat, dat van Jezus Christus, die in Johs. 12 zegt: „Gelooft in het licht, zolang gij het licht hebt, opdat gij kinderen des lichts moogt zijn". Die eerbied voor het boek, dat bijbel heet, heeft iets te maken met het geloof in Jezus én met vaste over tuiging dat Gods Woord geen fabeltje is, maar betrouwbaar de eeuwen door. -De konstatering, die ik van de foto deed, doet pijn aan deze eerbied. Wan neer in september de fabeltjeskrant op nieuw van start gaat, zullen mijn vrouw en ik met het kroost ons opnieuw scharen rond het televisietoestel. En ik zal echt niet als een inquisiteur probe ren na te gaan, wat er dan in de opge plakte fabeltjeskrant-kolommen staat. Ik hoop wel, dat de heer Chanowski verder geen aanleiding meer zal geven voor deze pijn. A. J. Polder. P. Torenbeek Overpeinzingen na vier jaar diakonaal werk. Diakenen plegen voor vier jaar te worden benoemd en moeten dan af treden om plaats te maken voor an deren, die hun taak zullen gaan over nemen. Het is begrijpelijk, dat men je wel eens vraagt of je jezelf afvraagt: „En hoe heb je het nou gevonden Wel, ik geloof hierop te mogen antwoorden, dat het diakenambt een hoeveelheid prachtig afwisselend werk biedt, waar in je je kunt beijveren de Heer en de mensen te dienen. Intussen is het wel een job, waarvan je niet weet, waar het begint en het einde is, want het werk, waarin je echt kunt dienen, is niet te overzien. Op velerlei terreinen is immers hulp nodig, c.q. zou men zijn naasten van dienst kunnen zijn. En men moet, dacht ik, wel enige jaren als diaken hebben mee gelopen, om dit volledig te kunnen be amen. Het is heus niet een kwestie van alleen maar collecteren in de kerk en zo hier en daar wat geld uitdelen. En het is eveneens een onjuiste gedachte, die men zelfs wel eens bij ambtsdragers tegenkomt, dat de diakonie er, nu er maar weinig steungevallen meer zijn, maar wat werk bij is gaan zoeken. Diakonia is immers helpen, waar geen hulp is en dat is voor slechts een gering deel financieel, doch voor een groot deel daadwerkelijk Joh. 3 vs. 16 e.v. geeft ons toch wel een richtlijn: Evenals de Heer Zijn leven voor ons heeft ingezet, behoren ook wij voor onze broeders ons leven in te zetten en moeten wij helpen, waar dat nodig is; waar blijft de liefde Gods in ons, indien we ons binnenste maar gesloten houden Het eeuwige gebod onze naaste lief te hebben, verplicht ons te helpen, waar we kunnen. Het is voor mij dan ook een wonderlijke zaak, dat sommige wijken het aantal diakenen gaan verminderen, omdat ze het wel met minder menen af te kunnen. En dat, terwijl men het gemeente-diakonaat gestalte wil gaan geven, de dienstbaarheid van allen aan allen, met behulp van de diakenen, die daarbij voorop moeten gaan, deze hulpverlening moeten organiseren. Denkt u er alleen maar eens aan, wat er voor bejaarden, eenzamen, zieken, invaliden en op velerlei ander terrein, alsmede aan acties op het gebied van hulp aan het buitenland, het wereld- diakonaat, kan worden gedaan. Elke diaken krijgt meerdere taken toebe deeld, b.v. wijkwerk (financiële hulp verlening), werk ten behoeve van het gemeente- of werelddiakonaat, werk ten behoeve van bejaarden en de recreatie, contacten met de Sociale Dienst en met andere diakonieën, Bijstandswet zaken, evangelisatiezaken, jeugdzaken, enz. In de kerk verzorgen de diakenen de collectes en ook bij huwelijksbeves tigingen zijn ze aanwezig. En ze wonen de vergaderingen van de kerkeraad (zo eens per maand) en de diakonie (meest al tweemaal per maand) bij. Allicht word je wel eens gevraagd en heb je je oordeel over wat je nu het prettigst vond in je werk. Wel, onze diakonie-vergaderingen waren niet al leen zeer leerzaam, doch ook altijd bij zonder gezellig. De sfeer van een ge moedelijke bijeenkomst van allemaal vrienden, die willen helpen, onder leiding van een voorzitter, die zich als een graafmachine in de problemen in graaft en elk geval tot de bodem uit zoekt. Een bijeenkomst, waar echter, ondanks alles, ook de humor een plaats vond. Ik vond ze beslist wel wat gezel liger dan de meer officiële kerkeraads- vergaderingen, waar je als diaken ook wel eens kwam. In de diakonievergaderingen werd je meestal met een lawine van problemen geconfronteerd en daarbij waren er altijd meerdere, waarbij het om financiële hulp ging en die genoten dan de onverdeelde belangstelling. Kas- en andere finan ciële verslagen gaven aan heel wat aan wezigen een gelegenheid om aan pret tiger dingen te denken of een verse si gaar op te steken. Zo nu en dan werd er een interessant 10 minuten-speechje ingelast om voorlichting over specia listische onderwerpen te geven. Het was LUISTER NAAR MIJ WANT IK ROEP TOT U psalm 44 Luister naar mij want ik roep tot U rechtvaardige God Gij zult mij bevrijden uit het concentratiekamp Leiders hoe lang nog duurt die waanzin ieder woord is propaganda wanneer komt er een eind aan die stroom van leuzen Velen zeggen wie beschermt ons tegen hun atoomwapens Doe lichten Heer uw aanschijn van vrede over hun bommen Gij hebt vreugde in mijn hart gelegd groter dan de vreugde van de wijn die zij drinken op hun feesten Ik ga liggen en terstond slaap ik in ik ken geen slapeloosheid en geen bange dromen geen slachtoffers staren mij aan in de nacht ik heb geen slaaptabletten nodig want bij U ben ik geborgen Uit „Protest achter prikkeldraad" van Ernesto Cardenal, W. ten Have N.V. Amsterdam. maar een voordeel, dat zich onder onze diakenen nog al wat experts bevonden, o.a. op het gebied van de ingewikkelde sociale wetgeving, want niet alleen kon den wij diakenen daar nog wat van le ren, doch we konden hierdoor ook nu beter voorlichting gaan geven. Voor mij persoonlijk vond ik het werelddiakonaat ook altijd bijzonder interessant, zij het dan een geregelde confrontatie met de nood in de wereld je wel eens benauwt. Wat zou ik graag willen dat de rijke landen, waartoe ook wij behoren, wat meer voor de arme landen (twee derde van de wereldbevolking) zouden gaan doen. Het zijn toch allemaal onze broe ders, Gods kinderen De rijke landen worden steeds rijker en de arme steeds armer en de kloof steeds groter. Ver houdingsgewijs baden wij in weelde en dat willen we „blijven" doen en dat willen ook alle rijke landen blijven doen. Nixon is van plan zijn hulp voor on derontwikkelde gebieden te verminde ren in plaats van te vermeerderen. Doch hoe zijn wij, Nederlanders, wat doen onze kerken, hoe zijn onze collec tes Wel wat, maar toch lang niet ge noeg. Wat mij ook altijd erg aangetrokken heeft, is het door de diakonie verzorgde recreatieprogram ten behoeve van be jaarden en vermoeide huismoeders, het weekje vakantie, het uitstapje voor voor slechts één dag. Wat zijn dat heerlijke gebeurtenissen voor deze men sen en het is dan ook een hoogst dank baar werk hierin een steentje te mogen bijdragen. Het gemeentediakonaat vind ik nog maar iets, dat moeilijk op gang komt. Natuurlijk verrichten de diakenen en de dames van Zusterhulp reeds loffe lijk werk. En ook het initiatief van de jeugd zo hier en daar om hand- en spandiensten te verlenen aan onze oude re mensen is prachtig en we hopen van harte, dat deze hulpverlening van blij vende aard zal zijn. Maar toch is dit nog niet het kern punt van het gemeentediakonaat. Niet enkelen moeten voor allen klaar staan, doch de hele gemeente moet zich zoveel mogelijk voor de hele gemeente in stellen. Zij, die op enig gebied deskun dig zijn, moeten op hun terrein gaarne voor anderen klaar staan. We moeten mensen hebben, dié anderen met hun problemen kunnen helpen, b,v, met hun belastingzaken en formulieren, die kun nen voorlichten over sociale uitkeringen die juridische problemen kunnen oplos sen, die eens een erfeniskwestie kunnen uitzoeken, die hen, die zonder werk ko men, aan een baan kunnen helpen, die eens een zakelijk advies kunnen geven. Maar ook mensen, die eens met een kar weitje willen helpen. Het moest niet meer kunnen voorkomen, dat als u ie mand nodig hebt bij uw haperende radio of televisie, u 10,— moet betalen voor het enkel komen en misschien nog eens 25,— voor een kleine reparatie (wij hebben er immers geen verstand van), dat is het driedubbele van wat een particuliere patiënt voor het komen plus de diensten van een huisarts moet betalen. We kunnen, als de goede wil en de liefde tot de naaste er is, nog zo oneindig veel doen. En dat is het, wat het gemeentediakonaat beoogt. Dit waren zo enkele overpeinzingen op de valreep, die ik hiermee wil afslui ten. Moge het diakonale Werk uw volle belangstelling en medewerking blijven genieten. Gedachtig aan het mooie lied: Nog is mijn dienst van elke dag vol falen en tekort, tot, als 'k U eens aanschouwen mag, mijn lied eerst loflied wordt. Geref. Den Haag De J. NIEUWERKERK e.o.: 1. Naar huis: br. Verhcy is na een voor spoedige operatic teruggekeerd naar zijn vrouw en huis. (Bruinisse). Daar was blijdschap, en dank aan God, want onze br. is al ruim 79 jaar 2. Gebeden voor gezondheid. Laten deze veel worden opgezonden door de ge meente van Christus. Niet overlaten aan de enkeling cf aan enkele groepen De gemeente bidtZieken hebt ge altijd onder u. Mannen die nog wat

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1969 | | pagina 1