ZEELAND „Een vergeten vrijheidsstrijder BAAYENS UW OPTICIEN Voor het Forum van de Gemeente Prijs 6,90 en 4 °/0 B.T* W* Geboortekaartjes LITTOOIJ Sc OLTHOFF L.Janse de Jonge Boekhandel FAWOY VERSCHENEN: Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF VERSCHENEN: voor kolen, olie, haarden en kachels gas. B. MIDAVAINE begrafenissen I. N. VERHULST HISTOR VERVEN ALTIJD GOED De Bijbel in vogelvlucht f 7,90 Jaarboek 1969 van de Geref. Kerken in Nederland f 5,90 Verontrusting en Verantwoordelijkheid I 9,75 ONLANGS VERSCHENEN bij firma Littooij Olthoff, Middelburg deel m MIDDEN-ZEELAND KWEKERIJ M. H. DEKKER door Jan van Westhove. (slot) Door uitwisseling van gevangenen is Marnix eindelijk vrijgekomen. In Gouda ontmoet de Prins weer zijn beste vriend. Geen woord van verwijt wordt gehoord over de voorstellen, tijdens de gevan genschap gedaan. Integendeel. Want in de ogen van elkaar lezen zij weder kerig, dat zij elkaar ten volle kunnen vertrouwen. En dankbaarheid en blijd schap welden tot God in hun beider harten omhoog. Overduidelijk blijkt het vertrouwen dat daarna de Prins hem weer schonk. Negen jaar lang kreeg hij de moeilijkste opdrachten. Niet alleen in eigen land, doch ook ver over de grenzen, tot zelfs in Polen toe. Doch met wisselende kansen woedde de oorlog met Spanje voort. En Philips II zon op andere middelen. Wanneer hij de Nederlanden niet met geweld ten onder kon brengen, dan maar met list. Als opvolger van Requesens zond hij Don Jan van Oostenrijk, een bastaardzoon van Karei V. Met zoete woorden trachtte hij het bestaande wan trouwen weg te nemen. Maar Marnix doorzag hem en waarschuwde de Staten, voor de gevaarlijke vogelaar. De brieven door hem aan de regeerders gezonden, zijn ware kunststukjes. Don Jan is woedend op Marnix, want hij ziet in hem een van zijn groot ste tegenstanders. Dan moet deze am bassadeur van de Prins naar Worms, om op de Rijksdag daar het standpunt van de Nederlanden te gaan verdedigen. Hij deed dit op zo'n meesterlijke wijze, dat hij de daar aanwezige vorsten zo wist te boeien, dat hij ze daarna kon overtuigen. Dan wordt Marnix naar Gent gezonden om de fanatieke Datheen tot de orde te roepen. Maar dat is tevergeefs. En dan is Marnix het strijden moe. Hij die al zoveel jaren in de voorste gelederen had gestaan, verlangde naar rust. De tegenwerking en verdacht makingen van zijn jaloerse tegenstan ders hadden hem zo diep gegriefd, dat hij zich uit de staatsopdrachten wilde terug trekken, om zich volledig aan zijn liefde voor de studie te wijden. Hij vraagt ontslag aan de Prins. Maar zijn vorst kon hem nog niet missen. Want het antwoord, dat hij ontving was: ,,Aldegonde, dulden wij dat men over ons lope, mits wij er de kerke Gods slechts door kunnen helpen". En de trouwe dienaar offerde weer op het altaar der liefde zijn eigen ver langens op, de man die in zijn leven reeds zo ontzettend veel voor het vader land had over gehad, bleef en aan zijn vorst schreef hij: omdat Gij dat be sloten hebt, geve God, dat ik er niet meer van spreke. Gebruik mij, waar 't U zal believen". En die opdracht kwam heel snel. Prins Willem droeg hem op burge meester van Antwerpen te worden. Begrijpelijk is het, dat Marnix weifel de. Het leek hem dat hij vroeger voor belangrijker functies was aangezocht. Maar de Prins weet hem van de noodzaak te overtuigen. Hem is ter ore gekomen dat Parma, een beroemd veld heer, bezig was drie legers samen te trekken tegen deze stad. Het was de Spanjaarden van groot belang deze be langrijke havenstad te bezitten. Maar Marnix wist ook dat het in wendige bestuur van Antwerpen slecht geregeld was. Dat hij als burgemeester maar één stem bij de beslissingen had, zodat er van eenhoofdige leiding geen sprake kon zijn. Verder waren er geen soldaten aanwezig, terwijl de haven buurten wemelden van mensen van ver schillende nationaliteiten, die het ge vaar van verraad erg groot maakten. En bij een eventueel beleg zouden zij het op moeten nemen tegen een ervaren en schrander staatsman, een onvermoeid voorbeeldig krijgshoofd, die de naam had onoverwinnelijk te zijn. Maar de trouwe vriend en onderdaan gehoorzaamde weer, al was het zonder enthousiasme. Opnieuw zou hij zich volledig inzetten, om met de krachten, die hij had, de zaak der vrijheid te dienen, met wegcijfering van eigen ver langens en begeerten- In juni 1584 werd door Prins Willem, Marnix uitgenodigd om de doopplech tigheid van de kleine Frederik Hendrik bij te wonen. Volgaarne gaf hij gevolg aan die eervolle uitnodiging. Het waren onvergetelijke uren, de laatsten die zij op aarde samen waren. Het was of de Prins er een voorgevoel van had, want hij toonde meer liefde, achting en ver trouwen dan Marnix, of welke andere raadsman ooit van hem ondervonden had. De Zwijger waarschuwde hem, dat Parma inderdaad de stad zou gaan be legeren, doch dat hij van plan was over twee maanden zelf naar Antwerpen te komen. En zo scheidden zij, doch het was een afscheid voor altijd. Want nog geen maand later zou Willem van Oranje vallen door een schennige moordenaarshand. Ondertussen was het beleg begonnen. En wat Marnix gevreesd had, gebeur de. Er was geen munitie, geen bezol digde soldaten, dijken waren niet door gestoken, lafhartigheid van de ver dedigers hadden gewichtige posten in handen van de vijand gebracht. Door de tweedracht in de topleiding, was er na dertien maanden beleg geen graankorrel meer in de stad en aanvoer over de Schelde vanuit Zeeland, was niet mogelijk omdat de Spanjaarden de waterwegen geblokkeerd hadden. En toch hield Marnix met de trouwe medewerking der burgers stand en door zijn beleid kwamen er geen oproer, muiterij, bloedstorting of rechtgedingen voor. Maar er was geen houden aan. Uit zicht op ontzet was er niet. En was daardoor voortzetten verantwoord Ook was Marnix er niet gerust op dat er geen tweede Spaanse furie zou komen. Wat moest hij doen Doorvechten of overgeven Mocht hij het leven van honderden, ja misschien wel duizenden opofferen aan een hopeloze zaak Hij wist het niet. Hij voelde zich als een kapitein van een schip, dat op de rotsen gestrand is, dat door midden gebroken, door grote golven gebeukt wordt. En dan moet soms het zware en moeilijke bevel gegeven worden, dat alle bemannings leden in de reddingsboten moeten gaan, en dat de gezagvoerder zijn geliefd schip, waar hij de verantwoording van de reders voor kreeg, moet opgeven. Omdat hij in zijn tweestrijd heeft leren zien dat mensenlevens belangrijker zijn dan materiaal. En overtuigd dat verdere tegenstand nutteloos was en overgave de enigste en de meest verantwoorde oplossing, tekende Marnix op 17 augustus 1585 voor de overgave en gaf de stad aan de vijanden over. Hij had niet anders kunnen handelen, omdat het niet zou gebaat hebben nog meer bloed te vergieten. Maar toen kwamen daarna weer de lasteraars. Mensen, die als schuwe en laffe roofdiertjes in het donker en daar door ongezien, grote verwoestingen kunnen aanrichten en het leven van andere medeschepselen zuur kunnen maken, begonnen te roddelen. Zij die veilig in hun steden en burch ten, onbekommerd en zonder gevaar voor hun eigen leven en dat van hun ondergeschikten, in een ondergrondse actie van verdachtmakingen en halve leugens, waar zo weinig verweer tegen mogelijk is, plaatsten Marnix in een kwaad daglicht. Niet dat zij er van overtuigd waren dat hij het verkeerd had gedaan, mis schien zelfs in de wetenschap het zelf zo niet gekund te hebben, toch beschul digden zij hem. 1 En dat alleen om hun haat, jaloezie en wrevel, dat Marnix de grote vriend van de Prins was geweest. De mensen, die dus zelf niets of bijna niets hadden verricht voor de vrijheid van de Nederlanden, waren nu zijn be schuldigers. En wat eerst gefluisterd was, werd later hardop gesproken: Marnix had verraad gepleegd en voor veel geld Antwerpen aan de Spanjaarden ver kocht". Was de Zwijger niet door moorde naarshand gevallen en nog in leven geweest, hij die zo goed op de hoogte was geweest van de situatie in die stad, had het ongetwijfeld tegen deze lasteraars opgenomen, maar hij was weggevallen en Marnix stond alleen. En het meest tragische gebeurde toen', dat de Staten van Holland en Zeeland deze beschuldigingen geloof den en de man, die zo ontzettend veel voor ons vaderland gedaan had, zonder vorm van proces verbande en hem ver bood nog in deze gewesten te komen. Hem werd de pas geweigerd, de grie- vendste vernedering die men iemand kan aandoen. Overmand door dit grote onrecht, overwoog Marnix naar Duitsland of Polen te gaan en op verre afstand het verloop van de gebeurtenissen van zijn geliefd land af te wachten. Maar hij kon dat niet. Zijn liefde voor de Nedelanden was te groot. Hoe wel van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in zijn hoofd bonsde: ,,ik ben geen verrader, ik kon niet anders". Oogluikend lieten de Staten van Zeeland toe dat hij naar Souburg, naar zijn kasteel ging. En als hij dan een zaam en ellendig door de duinen van Walcheren zwierf, kon hij soms in eens het uitsnikken: Mijn God, mijn God, waarom verlaat u mij Waaromme gaat mijn huilen dus voorbij Verre van Uw hulp en troost, als ik voor U Doe mijne klachten De hele dag roep ik uit gansche krachten, En U mijn God en wilt daarop niet achten, Ik hou niet op van schreien alle nachten En zwijge niet". Maar op Zijn tijd greep God in. Door de Gouverneur van Bergen op Zoom waren brieven in geheimschrift onderschept. Maar niemand kon het ontcijferen. En toen dacht men weer aan Marnix, de man met de singuliere gaven. En weer werd een beroep op hem gedaan, de man die zoveel leed door mensen aangedaan te verduren had ge kregen, vergaf, vergat, gehoorzaamde weer, en stelde opnieuw zijn gaven en krachten ten dienste van het vaderland. Hij ontdekte grote geheimen. Zijn faam drong door tot in de legertent van Hendrik IV, die het beleg voor Parijs had geslagen. Ook daar moest hij mededelen, wat hij ontdekt had. En als hij terugkomt hebben de Staten van Zeeland eindelijk ingezien, dat de verdenking van zijn verraad on juist is geweest en nemen zij hem weer volledig op. Dan wordt hij ook bij Prins Maurits ontboden. Ondertussen is Marnix een arme man geworden. Hij moet de Staten van Holland om ondersteuning vragen. Slechts bij benadering kunnen wij gis sen, wat dit voor hem betekend heeft. Hij die alles wat hij had, zijn bezit tingen, zijn leven, zijn vrijheid, zijn ge zinsleven, zijn prachtige gaven opge offerd had, op het altaar ter bevrijding van zijn vaderland. Hij, de rijke edel man van vroeger, moest nu als een be rooide voor zijn onderhoud onder steuning vragen. Het laatste sprankje zelfrespect en waardering moest hij afleggen en zijn hand ophouden ter verkrijging van een aalmoes. Hij, waar van gesuggereerd was, dat hij Ant werpen voor veel geld aan de Span jaarden verkocht had. Voelden de Staten het ook als een vernedering voor Marnix Probeer den zij dit te verzachten door hem te verzoeken om tegen betaling de bijbel uit het Hebreeuws te vertalen in het Nederlands Wij weten het niet maar wel is bekend, dat hij die opdracht aan vaarde en voor de juiste uitvoering er van, naar Leiden verhuisde en aan de Pieterskerkgracht ging wonen. Nadat hij daar een paar bijbelboe ken vertaald had, kwam er opnieuw een verzoek van Prins Maurits, of hij naar het Prinsdom Oranje wilde gaan, om daar orde op zaken te gaan stellen. En weer aanvaardde de trouwe on derdaan de opdracht. Hij is inmiddels zestig jaar geworden. Onderweg werd hij ziek. Hij leed veel. En als dan een vriend van hem een in het Frans geschreven boekje doet toe komen, dat tot titel had: tegengif tegen de bloeddorstige en vergiftige raadgevingen van Philips van Marnix", is hem dat teveel. Hij had te weinig weerstand meer. De oude geschiedenis van Antwerpen, met de beschuldiging van verraad. Bitter honend en grie vend en beledigend was het geschrift van het begin tot het einde. Als hij weer terug is in 't vaderland zet hij zich ziek en zwak aan de schijf tafel en schrijft vol weemoed zijn: „ver dedigend antwoord". Al schrijvende overziet hij zijn leven, de bitterheden en teleurstellingen, ver volgingen en ballingschap, hij ziet de gluiperige gestalten van zijn lasteraars, bedriegers en haters. Zijn koortsachtige lippen mompelen soms: „Repos Ailleurs. „De strijder was uitgestreden en verlangde naar rust. Op 15 december 1598 ontsliep hij. De pest had ook bij hem gezegevierd. De man die de dichter van psalm 42 zo goed had begrepen en hem daarom na kon zingen, in het: Daar de ene afgrond slorpt, Na de and'ren, en de worpt Vlokken schuims op, met het bruisen Van Uw sterkte waterstruisen" Abonneert U op de Zeeuwse Kerkbode LANGE VORSTSTRAAT 106, GOES, TELEFOON 2159 ADVERTEERT IN DE ZEEUWSE KERKBODE Verslag van de bijeenkomst op 3 oktober 1968 in de Schouwburg te Middelburg. Weergave naar een door het Organiserend Comité gemaakte bandopname. 40 pagina's in omslag. SPANJAARDSTRAAT 49 - MIDDELBURG Verkrijgbaar bij de boekhandel of door storting van 3,50 op postgiro 68 58 54 ten name van T. E. N. OZINGA, Seissingel 54, Middelburg. Een bladzijde uit de geschiedenis van de Zeeuwse bodem, voornamelijk in betrekking tot de Waterstaat 80 pagina's, gebonden, door L. A. VAN DE VATE- oud-ambtenaar van de Provinciale Waterstaat in Zeeland. EN VERZENDKOSTEN SPANJAARDSTRAAT 49 MIDDELBURG Grote sortering LANGEVIELE 62 MIDDELBURG. ERKEND GASFITTER. Voor alle werkzaamheden betreffende kunt U zich wenden tot p.a. Singelstraat 15 Gereformeerd Jeugdgebouw Tel. (0 1180) 38 02 en 33 12. Middelburg DROGISTERIJ Lange Noordstraat 70 (hoek Hofplein), Middelburg, Tel. 24 19 Welke predikant kan MIDDELBURG helpen in de Dienst des Woords op de zondagen 20 juli, 3 augustus, 17 augustus. Opgave aan J. Olthoff, Spanjaardstraat 49, Middelburg, Telef. 01180-2438. LITTOOIJ 6 OLTHOFF Spanjaardstraat, Middelburg Sipke van der Land Berkouwer Nieuwe Burg 26-28, Middelburg, Tel. 01180-2114 (WALCHEREN EN ZUID-BEVELAND) in de serie boekwerken „Tussen Afsluitdammen en Deltadijken" door M. H. Wilderom, Ing. t.h.a. Rijkswater staat. Geïllustreerd met 117 tekeningen, 12 kaartreproducties, 158 foto's. 5 luchtfoto's, 2 uitslaande kaarten en 2 waterschapswapens in kleurendruk; totaal 446 pag. geb. in linnen band. Prijs 29.85 per ex Mocht U belangstelling voor deze uitgave hebben, zend dan een briefkaart naar het besteladres: M. H. WILDEROM, Gerbrandystraat 71, Vlissingen of bel 01184-3762 en U ontvangt de gewenste exem plaren thuisgestuurd, desnoods op zicht. Wat anderen ervan zeggen: Tijdschrift „Land en Water", maart/aprilnr. 1969. Een boek, dat wij evenals de beide voorgaande delen van ganser harte kunnen aanbevelen aan ieder, die iets met Zeeland te maken heeft; een onmisbaar werk stuk in de handen van de man. die in de toekomst moet zien. Onbegrijpelijk dat een dergelijk zeer rijk geïllustreerde uitgave voor een kleine 30.het licht kan zien. Langevleleslngel 34-38, Middelburg - Tel. (01180) 52 53 Voor een exclusieve plant Voor een bloemengroef Voor steeds verse snijbloemen en bloemwerk voor elke gelegenheid Voor Uw sier-, moes- ol groentetuin UW SUPERMARKT VOOR BLOEMEN EN PLANTEN

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1969 | | pagina 4