NIEUU/S
Bijgebouwen
degemeerste]
Over de oorlog
Diakonie gaat Biafra helpen
Eeuwfeest Rilland-Bath
HONDEMASTATE"
van contactpersonen voor. Per 10 ge
zinnen zou er een contactpersoon
moeten zijn, die nagaat wat er leeft
onder de mensen en die de vragen kan
verdelen over de daarvoor geschikte
ambtsdragers en gemeenteleden. Daar
bij mag het niet alleen gaan om in
dividuele noden, maar ook algemene,
b.v. de plotselinge sluiting van een be
drijf, de zorgen van buitenlandse werk
nemers, of de vestiging van een be
jaardencentrum of een ziekenhuis in het
eigen gebied.
Woon- en werkgebied komen voor
steeds meer mensen uit elkaar te liggen.
Ook de onderlinge relaties, de kennis
senkringen zijn steeds minder gebonden
aan de wijk of het dorp waarin men
woont. Dit heeft tengevolge dat ,,de
plaatselijke gemeente" minder betekenis
krijgt voor de gemeenschapsvorming.
Toch is de organisatie van het gerefor
meerde kerkelijke leven nog geheel ge
baseerd op deze territoriale indeling.
Deze verregaande plaatselijke zelfstan
digheid zal, aldus het oordeel van de
commissie veel „betrekkelijker" moeten
worden.
De gehele studie wordt sterk bepaald
door de gedachte, dat de gemeente in
haar verscheidenheid van gaven de
draagster is van alle bedoelingen. Dat
wil zeggen dat de bedoelingen van de
kerk primair door de gemeenteleden
gerealiseerd dienen te worden. Het ambt
is een van de gaven, die deze realisering
door de gemeente ten dienste staat en
mede mogelijk maakt.
Het rapport „Kerk in perspectief" is
verkrijgbaar a 3.25 per exemplaar bij
het Evangelisatiecentrum, Postbus 71,
Baarn. Giro 525310.
Vraagteken aangebracht door
redactie.
Op 12 maart 1969 hebben de
Gereformeerden in Rilland-Bath het
100-jarig bestaan van hun plaatselijk
kerkverband herdacht.
Het betreft het 100-jarig bestaan van
een kleine gemeente, waarvan de in-
stituering plaats vond als christelijk af
gescheiden gemeente, welke naam. wel
dra werd gewijzigd in christelijk Gere
formeerde Kerk Krabbendijke/Rilland-
Bath. Dus een aanvankelijk samengaan
van deze twee gemeenten. De plaatse
lijke zelfstandigheid ontwikkelde zich
blijkbaar vrij sterk, want reeds in 1870
gaf men er de voorkeur aan dat Krab-
bendijke en Rilland-Bath twee aparte
gemeenten zouden vormen. In 1872 is
er al weer een combinatie, welke in
1879 weer werd beëindigd en sinds
dien zijn het twee aparte gemeenten
gebleven. De acte van scheiding, waar
in uitdrukkelijk werd vermeld dat geen
conflict-situatie maar practische om
standigheden de oorzaak van splitsing
waren, werd door de classis Goes goed
gekeurd. Tot ca. 1919 bleef het aantal
leden onder de honderd, met verder
op en neer gaande wisselingen. Door
de vestiging van militaire gezinnen van
de legerplaats Ossendrecht en vlieg
basis Woensdrecht steeg omstreeks
1957 het aantal tot 250, hetgeen door
vertrek van de militairen inmiddels
weer is gedaald tot omstreeks 180.
Van de 100 jaar is de gemeente ca.
60 jaar vacant geweest. Gedurende 40
jaar was er de bezetting van predikan
ten door Ds. Brouwer, Ds. Koning, Ds.
Groenewegen, dhr. de Graaf (lerend
ouderling), Ds. W. G. F. van Her
wijnen, Ds. D. Kuiper, Ds. A. G.
Baayen, Ds. P. Stoffels en Ds. D.
Sloot.
In deze gemeente is er steeds veel
doorstroming geweest doordat gezinnen-,
naar elders vertrokken en van elders
kwamen, hetgeen heeft bijgedragen tot
een wat apart karakter van deze ker
kelijke gemeenschap zo op de grens
van Zeeland en Brabant .Naar binnen
soms wat emotioneel, maar naar buiten
hecht aaneengesloten en overigens
dikwijls in het bezit van doorzettings
vermogen.
In 1944 werd het dorp Rilland-Bath
bij de gevechten om en rond de
Kreekrakdam zwaar geteisterd, doch
het kerkgebouwtje werd geheel ge
spaard. In 1953 werd dit echter door
de watersnood zwaar getroffen en bleek
niet meer afdoende te restaureren. Dank
zij de financiële steun van het nationaal
Rampenfonds en watersnoodfonds Ge
reformeerde Kerken, kon in 1958 het
huidige eenvoudige maar fraaie ge
bouw in gebruik worden genomen. In
het oortaal boven de ingang van de
kerkzaal staan de treffende woorden
„en de winden en de zee zullen Hem
gehoorzaam zijn". Nog meer sprekend
is het opschrift boven de ingang van
dit kerkgebouw, als een getuigenis ten
aanzien van de juist tegenover gelegen
begraafplaats: „Ik ben de opstanding
en het leven".
Ter gelegenheid van het 100-jarig
bestaan werd een gestencild en van
foto's voorzien gedenkboekje uitgege
ven. Blijkens het voorwoord van de
voorzitter is aan de herdenking een
interkerkelijk karakter gegeven. Dit
blijkt ook uit het feit dat van Ned.
Hervormde. Rooms Katholieke en Vrije
Evangelische zijde, en eigen classis,
artikelen in dit boekje zijn geschreven
en zelfs interessant historisch feiten
materiaal door de burgemeester is ge
leverd. Pas daarna volgt het eigen
historisch overzicht.
Getracht is om in de dankbaarheid
ook de mede-mens te betrekken. Van
daar de deelname aan de actie „een
ton voor Paron", onder het motto: „als
kleine jubilerende gemeenschap doen
we iets voor een eveneens kleine en
jubilerende gemeenschap die het mate
rieel en financieel zoveel moeilijker
hebben".
Na een bijeenkomst van de jeugd
clubs werd s avonds een herdenkings
dienst gehouden, geleid door Ds. A. G.
v. d. Stoel te Bergen op Zoom, met
daarna een gezellige bijeenkomst voor
de gemeente met de genodigden.
Er is alle reden tot dank en lof, zo
als op de eerste pagina van het her
denkingsboekje wordt vermeld:
Geslacht meldt aan geslacht
Uw grootheid en Uw kracht,
de grootheid van uw daden.
Zo gaat een blinkend spoor
van lof de eeuwen door,
wij prijzen Uw genade.
Rilland-Bath, maart 1969.
Een nieuwe aktie voor Biafra is nood
zakelijk. Terwijl Nigeriaanse troepen
met nieuwe kracht beuken op de .ge
vechtslinies, knaagt de honger dubbel
zo sterk er achter. De oogst is op en
het duurt nog een maand eer de weinige
overgebleven tuinen weer nieuw voed
sel zullen leveren. Er is nu meer dan
alleen bijvoeding nodig.
Alleen vanaf het eiland Sao Thomé
voeren de kerken per nacht twintig
voedselvluchten uit. Deze belangrijkste
luchtbrug kost per dag bijna een mil
joen gulden Nederlandse kerken ne
men per maand 600.000 gulden voor
hun rekening.
Ook via andere kanalen wordt ge
holpen. Omdat meer geld nodig is dan
ooit, hebben ook meer organisaties dan
ooit zich verenigd voor een grote in
zameling tussen 28 april en 4 mei. Het
Biafra-comité, de NOVIB, UNICEF,
UNESCO, het Rode Kruis, de Stich
ting Oecumenische Hulp, de Rooms-
Katholiek hulpactie „Mensen in Nood"
en het Gereformeerd Werelddiakonaat
werken samen.
Het Algemeen Diakonaal Bureau
heeft de gereformeerde kerken gevraagd
op zondag 4 mei een extra kollekte voor
de diakonie in te lassen. Ook in andere
kerken wordt gekollekteerd. Als de
lidmaten 1% van hun maandinkomen
geven, kunnen de Nederlandse Kerken
dit jaar hun deel bijdragen aan de lucht
brug. Leden die zondag 4 mei niet naar
de kerk kunnen wordt gevraagd hun bij
drage te storten op giro 2211 van het
A. D. B. te Utrecht.
De toekomst ziet er voor Biafra som
ber uit. Nog landen vliegtuigen nacht
in nacht uit. Hoewel Biafranen blijven
geloven in hun eindoverwinning, heb
ben de kerkelijke organisaties hun plan
nen al klaar voor het geval het laatste
verzet gebroken wordt. Dan zullen
de kostbare voedselvluchten worden ge
staakt en zal het voedsel over het land
getransporteerd worden naar het
hongergebied. Wat er ook gebeurt, de
hulp gaat door, mits er gegeven wordt.
uit öe
kenken
Aangenomen naar Ommen (vac. J.
A. A. de Boer): J. Jellema te Blokzijl,
die bedankte voor IJmuiden.
Beroepen te Abbatsford (B. C. -
Can.) - Chr. Ref. ch.: L. M. Tamminga
te Sioux Center (Iowa - V.S.), voor
heen te Leeuwarden: te Driebergen
(vac. R. Akkerman): G. v. Andel te
Rotterdam-Charlois: te Schipluiden
(accl.): kand. T. Talsma te Amstel
veen.
AMERSFOORT Op het eerste
gezicht ziet het programma van Par
cours '69, dat is de jeugddag van de
Bond van Gereformeerde Jeugdvereni
gingen op Hemelvaartsdag er wat
rustiger uit dan het vorige jaar. Geen
wilde wedstrijdspelen op het erf van de
Barneveldse pluimveehal, maar de finale
van een cabaretconcours in de Hout-
rusthallen in Den Haag. Dat het daar
niet wild toe zou kunnen gaan, willen
we echter niet beweren.
Vijf cabaretgroepen zullen 's mid
dags tegen elkaar in het strijdperk
treden. Ze zijn geselecteerd uit ruim
twintig landelijke. Het zijn: Pasquino
uit Den Haag, Grimlach uit Huis ter
Heide. Polygonum Hydropiper uit
Schiedam, Toets uit Assen en Impuls
uit Rotterdam.
Het meer serieuze gedeelte valt als
vanouds in de morgenuren. Daar komen
vragen aan de orde als „in welke rich
ting moeten de gereformeerde kerken
zich bewegen". Dr. J. A. H. J. S. Bruins
Slot (hoofdredacteur van Trouw),
Prof. Dr. H. N. Ridderbos (hoogleraar
te Kampen) en Prof. Dr. Ir. H. van
Riessen (hoogleraar aan de VU te
Amsterdam) zullen daarover spreken.
Ligging.
„Zij zullen alle drie vertellen wat zij
als punt één op de agenda van de
gereformeerden willen zetten. Onge
twijfeld zullen de meningen van de drie
heren uiteenlopen, gezien hun „ligging"
en opvattingen, maar dat maakt het
juist interessant. Jongeren die met de
sprekers nog wat na Willen praten over
hun standpunt, kunnen dat doen tijdens
het middagprogramma in de speakers
corner", lezen we in het orgaan van de
Bond van gereformeerde jeugdvereni
gingen, Jong Gereformeerd.
Het muzikale gedeelte verzorgt het
Utrechts Byzantijns Koor.
Inlichting en opgaven voor Parcours
'69, waar evenals andere jaren vele
duizenden bezoekers worden verwacht,
kan men doen bij het secretariaat van
de Bond van Gereformeerde Jeugd
verenigingen, Koningin Sophialaan 19,
Amersfoort. (Rott.).
UTRECHT - De beide Utrechtse
gereformeerde studentenpredikanten
Ds. P. Heinen en Dr. J. M. van Min
nen hebben de steun van hun kerkeraad
(Utrecht-Oost) gekregen inzake hun
contacten met de rooms-katholieke
studentenparochie.
Na een uiteenzetting van Dr. Van
Minnen over het feit, dat hij een
eucharisatieviering heeft geleid, en een
uitvoerige discussie besloot de kerke
raad zich positief achter de beide pre
dikanten op te stellen.
De kerkeraad is „dankbaar voor de
moed en de in acht genomen zorgvul
digheid, waarmee de beide studenten
predikanten op de uitnodiging van hun
rooms-katholieke medechristenen zijn
ingegaan".
GEREF. SYNODE VERJONGD
SNEEK De gemiddelde leeftijd
van de predikanten, die benoemd zijn
tot lid van de nieuwe generale synode
der Gereformeerde Kerken is 52J^ jaar.
Bij de vorige synode was dit 58 jaar,
zodat er sprake is van duidelijke ver
jonging.
In de vorige synode hadden slechts
twee predikanten beneden de 50 jaar
zitting; 25 waren boven deze leeftijd.
Thans zijn er 11 predikanten jonger
dan 50 jaar en 15 zijn ouder. Deze
cijfers hebben betrekking op de primi-
afgevaardigden.
Ter vergelijking, de gemiddelde leef
tijd op het pastoraal concilie is ongeveer
veertig jaar.
LANDELIJKE BIJEENKOMST
TE UTRECHT
Op zaterdag 10 mei a.s. hoopt de
Vereniging van Verontrusten in de
Geref. Kerken „Schrift en Getuigenis"
een landelijke bijeenkomst te houden in
de Geref. Oosterkerk, Maliebaan 53,
hoek Burg. Reigerstraat te Utrecht,
's-middags om 1.30 uur.
Als spreker treedt op Dr. J. Schel
haas Hzn van Amsterdam met het on
derwerp: „Het gezag van de H.
Schrift".
De vergadering is toegankelijk voor
alle belangstellenden.
Opnieuw gaat de gereformeerde
Stichting Steun Kerkbouw een grote
landelijke actie voeren. Dit gebeurt in
september, vijf jaar na de grote inter
kerkelijke actie „Antwoord 64", waar
van de gereformeerde kerken 8JZ mil
joen gulden ontvingen. Daarmee steun
den zij de bouw van 180 kerken en
kerkelijke centra. De fondsen van
„Antwoord 64" zijn hiermee vrijwel
uitgeput.
Bij de opzet van de nieuwe actie
tekent SSK het volgende aan: De prak
tijk leert, dat het bij kerkbouw in onze
tijd gaat om het scheppen van ruimte
voor een totaal programma van ge
meente-opbouw en toerusting tot ge
tuigenis en dienst in de samenleving.
Daarom spreekt SSK bij haar komen
de actie in het najaar dan ook van kerk
centra.
De veranderende functie van het
kerkgebouw komt al enige tijd bij de
bouw van nieuwe kerkcentra tot uit
drukking.
Bestond een gereformeerde kerk
vroeger voor 90 uit ruimte voor de
godsdienstoefening en voor 10 uit
,,werk"ruimte, bij de in de laatste jaren
gebouwde kerken wordt de ruimte voor
niet minder dan 70% voor het door- de-
weekse kerkwerk gebruikt.
Bij het sterk gevariëerde kerkwerk
neemt naast het sociale en maatschap
pelijk werk, de bejaardenzorg, het
evangelisatie- en vormingswerk, met
name de jeugd een bijzondere plaats
in. Zo ook bij de komende actie. Niet
We bidden om vrede en verzoening
tussen de volkeren. Laten we bidden
voor ons Koningshuis en voor hen, die
ons regeren.
alleen zal een deel van de opbrengst
rechtstreeks voor de bouw van jeugd-
accomodatie worden gebruikt, maar
bovendien zal de jeugd zich overal in
het land inzetten voor de actie.
Op de vraag of nucleaire bewape
ning aanvaardbaar is voor de christe
nen, kwam het studiedeputaatschap voor
het oorlogsvraagstuk, dat hierover aan
de generale synode van de gerefor
meerde kerken moet rapporteren, niet
tot een eenstemmig antwoord. Dit be
tekent dat men de synode geen aanbe
veling kan geven voor een uitspraak.
Het deputaatschap heeft dit gerap
porteerd aan de synode, die op 13 mei
in Sneek wordt geopend.
De meningen vallen in vier groepen
uiteen. De eerste groep is tegen elk ge
bruik van geweld uitsluitend voor ge
weldloze weerbaarheid.
De tweede groep accepteert con
ventionele wapens om een afschrik
kingsfunctie uit te oefenen of tegen
weer te bieden in een conflict.
Dit laatste onder voorbehoud dat ook
in de politieke stategie nucleaire wa
pens geen rol spelen. De derde groep
aanvaard ook de nucleaire bewapening
maar alleen voorzover zij de politiek-
strategische bedoeling hebben uitbars
ting van geweld te -voorkomen.
De vierde groep wil gebruik van nu
cleair geweld niet geheel uitsluiten,
maar alleqn „wanneer satanische mach
ten zich ongebreideld op aarde zouden
dreigen te manifesteren". De laatste
groep tekent hierbij uitdrukkelijk aan,
dat de wereldsituatie, ondanks het
bestaan van anti-christelijke machten
in oost en west, thans geen gebruik
van nucleair geweld rechtvaardigt.
Wel kwam het deputaatschap tot een
eensluitende kritiek op de politieke
verhoudingen in de wereld, waarvan
het vraagstuk van oorlog en vrede niet
kan worden losgemaakt. Gesteld wordt,
„dat de huidige internationale structuur
(oost-west; noord-zuid), bepaald door
het streven naar zelfhandhaving en
zelfontplooiing, ten koste van anderen,
niet in overeenstemming is met wat
het evqngelie aan volken en mensen
voorhoudt. Daarom stellen wij ons
achter elk oprecht streven naar door
breking van deze structuren en naar een
wereldorde die niet is gebaseerd op
machtsstrijd maar op beheersing van
macht, in liefde en gerechtigheid. Het
spreekt vanzelf dat in dat streven ook
ligt besloten de inspanning om te ko
men tot rechtvaardiger sociaalecono-
mische verhoudingen en tot eert werke
lijke vredesmentaliteit onder de volken.
In dit verband menen wij dat de kerk
in het algemeen en bij voorkomende
gelegenheden moet getuigen tegen ver
schijnselen die de vrede in gevaar
brengen (machtsstreven, nationalisme,
racisme, oncritische gezindheid jegens
historisch gegroeide structuren), en
haar leden moet opwekken alles te doen
wat ieder in eigen leven en positie ten
gunste van de vrede kan verrichten".
Bij hun studie constateerden de depu-
taten, dat nog niet zo lang geleden in
de gereformeerde kerken vrij algemeen
een afijzende houding ten opzichte van
het opkomende „pacifisme" werd waar-
vervolg op pagina 3)
FEUILLETON
tf
door
HERMAN DE MUINCK
66)
„Gaat u nu nog terug naar Leersum? Kan dat?"
„Neen, zuster. Ik logeer in „Het Wapen van
Lochem". Dat leek mij een goed adres".
„O ja, prima. Maar u zult het wel saai hebben
vanavond. Als meisje alleen in het hotel".
„Och, daar kom ik ook wel door. Maar vroeg
naar bed", glimlachte Lucie droevig.
„Weet je wat? Ik ben vanavond vrij. Kom om
acht uur naar Marktstraat 10. Heel goede vrienden
van mij. Dan heb je een gezellige avond. Ik licht
hen van te voren wel in. Van wat u mij verteld
hebt, komen zij geen woord te weten. En overigens,
ik zal bij die twee bestuursleden, die speciaal met
het personeel van het ziekenhuis te maken hebben,
v/el een goed woordje doen. Als het aan mij ligt,
komt u hier werken, 'k Heb verklaren kan ik
dat niet, intuitie misschien een onbegrensd ver
trouwen in u".
„Ik zal dat niet beschamen", zei Lucie eenvoudig.
Met een vol, doch dankbaar hart verliet zij het
ziekenhuis; liep niet direct naar het dorp terug,
maar haalde diep adem in de bossen van de Lo-
chemse berg, die zij spoedig bereikt had. Het prille
voorjaar zat in de lucht, al was er nog weinig groen
behalve dan de dennebomen.
Langzaam wandelend, het was niet koud, in
tegendeel, overwoog zij: 'k heb toch goed ge
handeld, al was het ook vreemd. Zij geloofde mij.
Neen. Van Abeele mag niet weten, waar ik ben.
Dan komt mevrouw Langeveld het te weten en...
Frans. Maar misschien is die al verloofd. En Jan...
zou die nu met Gabrielle? 'k er toch niets van ge
merkt. Och, wat doet het er ook toe... Alleen, ik
begrijp het niet, ik begrijp het niet...
Zij maakte een stevige wandeling, die een blos
op haar bleek gezichtje toverde. Verdwalen was
niet mogelijk, want zij hield de kerktoren van
Lochem goed in de gaten; zij kon geen beter
baken hebben.
Terug in het dorp, 't was al een paar uur later,
passeerde zij de oude kerk. Zij liep het open
staande hek door, het kerkepad op, naar de hoofd
ingang, die naar zij vermoedde, wel gesloten zou
zijn. Het bleek niet het geval. Zij ging de ruimte
binnen. Heel vooraan, in de buurt van de kansel,
was een vrouw aan het werk, zeker de vrouw van
de koster.
Lucie zette zich in de laatste rij banken, vlakbij
de uitgang, sloot de ogen en vouwde de handen...
Het was een dag of vijf, zes later, dat in pension
„Boschzicht" te Leersum een brief voor mej. L.
van Adrigem arriveerde. Tot verwondering van de
eigenares. Want haar gaste had al die tijd nog geen
brief ontvangen. Zij had het meisje niet dóór. Ze
ker, beleefd en vriendelijk, al gebruikte ze niet veel
woorden; niets op aan te merken, ook niet wat de
betaling betrof, maar vreemd... vreemd. Alsof zij
een slag ontvangen had, die zij niet te boven kon
komen. Directe vragen werden vaag beantwoord.
Had de juffrouw geen familie? Zij bekeek de brief
van alle kanten, alsof die opheldering zou geven.
Een gewone, blanco enveloppe; het adres geschre
ven met keurige hand; poststempel niet te ont
cijferen.
Zij meende Lo te zien, maar dat was dan ook
alles.
Toen Lucie van de wandeling terugkwam en de
brief op haar kamer vond, begreep zij onmiddelijk
(wat kon het anders zijn?) dat het schrijven uit
Lochem kwam. De inhoud was heel kort: alles was
in orde; zij werd zo spoedig mogelijk verwacht, om
„haar opleiding tot verpleegster te voltooien". Of
zij wilde berichten, wanneer zij zou arriveren.
Ruim een week later was Lucie opgenomen in
het leven van het ziekenhuis „De Berg" te Lochem.
Na verloop van een week of vier zat, zoals wel
vaker gebeurde, dokter Jansonius een kopje koffie
te drinken in het werkvertrek van de directricce.
Hij was een goeie vijftiger, joviaal en vol humor.
Hij was afkomstig uit Groningerland.
„Vertel me eens, wat is dat eigenlijk voor een
exemplaar, die leerlinge Van Adrigem?"
„U bent hier niet onder de echte botte Gro
ningers, dokter. U kon wel iets beleefder spreken
over één van onze beste verpleegsters. Wat is dat
voor een exemplaar! Mooie uitdrukking!"
„Excuseer. Dat meisje interesseert mij. Intelli
gent tot en met. Hoe gaat het met haar lessen in
Zutfen?"
„Uitstekend".
„Dacht ik wel. Bij mij ook. Met een beetje
harder werken kan zij best een jaar van de cursus
overslaan. Tenminste wat de theorie betreft. Ze
is niet meer zo jong voor een leerling-verpleegster.
Hoe is zij in de praktijk?"
„Een prima kracht".
„Die indruk heb ik ook. Maar nu weet ik nog niet
wie ze is. Niet een gewoon meisje van twaalf in
een dozijn, dunkt me. Zij is beschaafd, zeer be
schaafd. Van goede familie Wat doet zo'n meisje
dan hier?"
„Voorzover mij bekend van goede familie. Niet
onbemiddeld. Salaris kon haar niet schelen, al ont
vangt zij dat natuurlijk wel. Verder is zij wees.
Met heel weinig familie. Misschien helemaal niet.
En meer weet ik niet van haar. Of liever, want
ik sta wat te jokken, meer vertel ik niet".
„Met andere woorden: verdwijn Ik ben al weg
hoor. Dank voor de koffie, 'k Heb ze wel eens
beter gehad".
HOOFDSTUK XIII.
„Hallo, Offringaatje!" begroette dokter Jan
sonius de directrice, die in de corridor liep, toen
hij binnenkwam.
„Wat zullen we nu beleven! U lijkt wel een
kwajongen inplaats van een deftige dorpsdokter.
Wat is er aan de hand"
„Nou, nou, kwajongen! Die kwalificatie neem
ik niet, meisje. Maar ik ben wel zo blij als een
kind. Vrijdag ga ik weg. Donderdag kom ik hier
mijn opvolger voorstellen".
(wordt vervolgd)