Officiële berichten
Samenwerking
„HONDEMASTATE"
B de gemeente B
dus de Bijbel is in Gods Woord6).
En wij mensen zullen U nu eens
leren wat er na die verpakking over
blijft. Een ding is hierbij gelukkig, men
werpt al meer het masker7) af en zegt
steeds meer onomwonden hoe men er
over denkt. Daardoor gaan we almeer
weten waar we aan toe zijn. Als Prof.
Kuitert in het Dagblad .Trouw" schrijft
dat Prof. Lever ons helpt bij het her
lezen van de Bijbel, windt hij er geen
doekjes om. De gebeurtenissen in Ge
nesis 1 tot en met 3 zijn eenvoudig niet
gebeurd zoals wij het ons voorstellen 8)
en gelovig aannemen op grond van
Gods eigen Woord.
Het voert mij veel te ver om in dit
schrijven uitvoerig hierop in te gaan.
Wel wil ik met nadruk stellen dat ge
loven wat anders is dan men het hier
stelt. Geloven is aanvaarden wat God
mij in Zijn Woord openbaart, ook de
dingen die ik met mijn verstand niet
begrijp9). Daarin ligt juist de rijkdom
van het geloof dat ons brengt tot aan
bidding. Wie kan b.v. Gods weg in
zijn persoonlijk leven doorgronden, im
mers niemand.
Daarom zegt onze Heiland tot zijn
discipelen dit woord: .indien gij U niet
verandert en wordt als de kinderkens,
gij zult het Koninkrijk Gods niet zien".
Kind worden en alleen 10de handen
vouwen in aanbidding is ook nodig voor
professoren en hun kennis te onderwer
pen aan Gods getuigenis.
Als Dr. Lammens dan ook spreekt
van tegengestelde standpunten dan lijkt
mij dit al te simpel gezegd.
De belijdenis11) van onze Gerefor
meerde Kerken is hier in het geding.
Laten we toch eindelijk de dingen
eens scherp stellen. Het heeft mij tot
in de ziel getroffen dat de Hervormde
Professor van Niftrik12) ronduit
schrijft dat in de Gereformeerde Kerken
de vrijzinnigheid welig tiert. Als men
dan ook problemen tegen elkaar wil af
wegen, zo als Dr. Lammens doet, laat
men dan voorzichtig zijn.
Waar onze mensen naar verlangen
is dit: klaarheid in prediking en in be
lijden, zonder dat de vaste grond van
Gods Woord onder de voeten wordt
ondergraven. Is dit goedpraten van
veler laksheid AllerminstMaar velen
zijn op drift geraakt mede door wat
er in hogere13) regionen plaats vindt.
De stem der verontrusten wordt wel
gehoord maar het lijkt er op1 dat men
de oren toestopt14).
Beproeven we de geesten of zij uit
God zijn. Waarbij een ootmoedig en
gehoorzaam buigen voor de vastheid en
de waarheid van Gods getuigenis eerste
voorwaarde is.
L. Geschiere, Zoutelande.
NASCHRIFT
Bij uitzondering neem ik dit artikel
van br. G. op. Niet omdat ik het er
mee eens ben: Integendeel Maar om
dat het een gedachtengang is, die ik
meermalen tegen kom, en waar ik
puntsgewijze op wil reageren.
Ik doe dit, omdat br. G. in de toon
van zijn verontrusting zich aan Gods
Woord onderwerpt en dus blijft binnen
de perken van de regels voor het onder
ling verkeer.
De meesten van de docenten aan
onze hogescholen ken ik persoonlijk,
verschillende van hen ken ik van zeer
nabij.
En dan moet mij van het hart, dat
ik hen heb leren kennen als oprechte,
eenvoudige christenen, die onze Here
Jezus hartelijk liefhebben en die - niet
anders dan bij G., - kinderlijk en ge
lovig buigen voor Gods Woord.
Daarmee hebben ze de wijsheid niet
in pacht en daarom hoeft U het echt
niet in alles met hen eens te zijn, maar
U moogt hen niet wegwerpen als aan
randers van Gods Woord". Dat is mé
nog al wat
Zij komen voor vraagstukken te
staan, waar br. G. en ik niet op hoeven
te antwoorden. Maar zij wel
Ze hebben recht op vertrouwen en
dankbaarheid en voorbede. Wij, de
eenvoudigen, mogen deze broeders niet
in de kou laten staan.
1Dit is een misverstand. De be
doeling van Dr. Lammens is zeker niet
de problemen te bagatelliseren. Hij
denkt ook echt niet alleen aan de theo
logische vragen alleen. Er zijn heel wat
tegenstellingen. B.v.: in de politiek:
radicaal - progressief; in de ethiek:
atoompacifisme of niet. Er zijn ook
tegenstellingen door de persoonlijke
geaardheid, b.v. Colijn - Gerbrandy.
Of Hepp - Schilder enz.
Waar gewerkt en gestudeerd wordt,
zullen er altijd „tegengestelde stand
punten" zijn, ook in de theologie en in
de Kerk. Maar de ongeïnteresseerdheid
en lamlendigheid was de reden, waar
om de Here Jezus aan Laodicea schrijft:
,,ik zal U uit mijn mond spuwen".
2) De laksheid komt in alle krin
gen voor: Ook in de kringen van ge
studeerden.
Er zijn onder de afgestudeerden van
Universiteiten (oeconomen, biologen,
psychologen, Ieraren, enz.) ouderlingen
en diakenen, die hard mee werken. Ze
hebben het ontzettend druk, maar
„maken" tijd voor huisbezoek en evan
gelisatie.
Maar er zijn er ook, die nergens
voor te porren zijn.
Datzelfde zie je ook bij wat br. G.
het „.gewone" kerkvolk noemt.
3) Dr. Lammens heeft het hier niet
speciaal over de quaestie van de „ver
ontrusting" in onze kerk, noch over die
in de andere kerken.
M.i. heerst er onder „ons eenvoudige
kerkvolk" veel misverstand.
4) Niet alleen vroeger, maar ook
vandaag wordt ons geleerd, dat de
bijbel Gods Woord is. van Genesis tot
Openbaringen, geïnspireerd door de
Heilige Geest.
5) „En nu gaat men zeggen
Ik heb een zoon die in Amsterdam en
één, die in Kampen nu theologie stu
deert en ik ben erg dankbaar voor wat
ze daar leren.
Ik zou mijn studie graag vandaag
nog eens over willen doen.
6) Ik vermoed dat br. G. de oude
en verouderde stelling van de ethischen
van vroeger bedoelt: „Gods Woord is
in de bijbel".
Maar in het catechisatieboekje van
Dr. Kuitert en Dr. Hartvelt staat 14,
5: „waarom heeft héél de bijbel het
laatste woord Antw.: Omdat we
anders alleen bijbelgedeelten aanbaden,
die wij goed gebruiken kunnen. Wij
luisteren dan niet meer naar wat de
Geest tot de gemeente zegt, maar naar
onszelf".
7) Niemand heeft er een masker
gedragen. Waarom zou men Er viel
en er valt niets te verbergen.
8) Dat is nu juist de moeilijkheid
Hoe moet je het je voorstellen Kunnen
we het ons eigenlijk wel voorstellen, hoe
God te werk ging bij Zijn schepping
Bedoelden de schrijvers van de
scheppingsverhalen (Gen. 1 en 2 ver
schillen nog al wat in hun voorstelling,
zoals U zult weten) een voorstelling
te geven van wat er „in den beginne"
gebeurde
Ik meen, dat de vraag: wat zegt God
in deze hoofdstukken tegen mij, be
langrijker is, dan de voorstelling, die
ik me met of zonder wetenschap, van
de schepping maak.
9) „Wij moeten (mogen aan
vaarden wat God mij nu openbaart" in
Zijn Woord.
Wat God ons openbaartzijn geen
aardrijkskundige wetenswaardigheden.
Maar Hij openbaart Zichzelf in de
Here Jezus Christus, opdat wij Hem
recht kennen, liefhebben en dienen.
Dat die kennis ons verstand te boven
gaat is zonder meer duidelijk.
10) Ja, dat kinderlijke geloof en
alleen de handen vouwen Daar ben
ik het helemaal mee eens. Maar dat
kinderlijke geloof mag zich niet van
de vraagstukken afmaken.
Het moet ook de handen uit de
mouwen steken.
11Onze belijdenis is niet in ge
ding. Ik heb haar 4 keer schriftelijk
ondertekend. De laatste keer op de
eerste kerkeraadsvergadering na mijn
bevestiging in Gapinge. En ik neem die
handtekening niet terug.
12) Als het waar is, wat U schrijft
over Prof. van Niftrik, dan moet hij
zich schamen voor dit domme geroddel.
13) Er bestaan geen „hogere re
gionen" in onze Kerken.
De Synode is een meerdere vergade
ring.
14) Inderdaad: wij moeten naar el
kaar wel-willend en onbevooroordeeld
luisteren. Maar dat geldt voor ons
allemaal.
A. D.
GEREFORMEERDE ORGANISTEN
VERENIGING - KRING ZEELAND
Corr. P. Th. van Belzen, Schelde-
poortstraat 38, Nw- en St. Joosland.
Vergadering op zaterdag 22 maart 1969,
te 14.00 uur, in de Gereformeerde Kerk
te Wolphaartsdijk.
AGENDA
1. Opening, notulen en ingekomen
stukken.
2. Eventuele mededelingen.
3. Contrapunt (slot) door collega Karman.
PAUZE
4. Orgelspel door de plaatselijke organist
(collega Katsman) en de collega's
Beekman, J. Dingemanse en Krijger.
DISPOSITIE van het ortjel, gebouwd
door fa. Ernst Lceflang, Apeldoorn:
Hoofdwerk Rugwerk Pedaal
Prestant 8' Holpijp 8' Bourdon 16'
Roerfluit 8' Prestant 4' Prestant 8'
Octaaf 4' Spitsfluit 4'
Mixtuur Octaaf 2'
3-5 st. Nasard 1 Va
Krom
hoorn 8'
5. Rondvraag en sluiting.
Het kringbestuur rekent op U collega's
Verzuim deze vergadering niet
N.B. Wilt U voor de behandeling van
punt 3 muziekpapicr en potlood mee
brengen
De correspondent,
P. Th. van Belzen.
KORT VERSLAG van de vergadering
van de classis Zierikzee der Geref.
Kerken in Nederland op woensdag
22 januari 1969 te Zierikzee, in het
Verenigingsgebouw der Geref. Kerk,
St. Domusstraat, 's middags 14 uur.
1. Opening geschiedt door de kerk van
Haamstede. Gelezen wordt Joh. 15:9-
17, gezongen Ps. 89 1 en 3, waarna
gebed en welkomstwoord.
2. Credentie-brieven worden nagezien
door de kerk van Nieuwerkerk. De
kerken zijn wettig vertegenwoordigd.
Twee hebben een instructie. De ver
gadering wordt geconstitueerd. Mode-
ramen: Ds. D. Jansma, praeses; Ds.
J. F. Put, scriba; Dr. J. H. Becker,
assessor; br. J. M. de Waal, actuarius.
3. Personalia o.m. dit: re praeses felici
teert Ds. Put en de kerk van Scharen-
dijke met de intrede op 5 januari 1.1.
4. Aan de orde komt nu eerst het peremp
toir examen van cand. W. v. d. Kooy,
ber. pred. te Haamstede. De stukken
worden nagezien en in orde bevonden
door de class, commissie. Inmiddels
worden welkom geheten de deputaten
ad art. 53, de Di. E. Jansen, A. G. v.
d. Stoel, P. v. Til en B. Wentsel. Na
hun onderzoek der stukken, neemt het
examen een aanvang. Preekvoorstel
over Matth. 823-27. Daarna wordt
het examen voortgezet. Uitslag: met
algemene stemmen toegelaten tot de
dienst des Woords en der Sacramen
ten. De candidaat wordt, na ondeiv
tekening van het formulier voor diena
ren des Woords, gefeliciteerd, toege
sproken en toegezongen door classis en
deputaten. Intrede D.V. 9 februari,
's middags 3 uur. Namens de classis
wordt afgevaardigd de praeses L.t.,
Ds. Jansma.
PAUZE voor broodmaaltijd.
5. Om 7 uur wordt de vergadering her
opend met Ps. 84 6.
6. De notulen van de vergadering d.d. 20-
ll-'68, 9-12-'68 en 18-12-'68 worden,
na, een enkele kleine wijziging, goed
gekeurd en vastgesteld.
7. Ingekomen stukken, o.m. over Refor
matie-Rome; Jaarboekje; de vrouw in
het ambt; de K.O.; beroepingswerk;
financ. organisatie; statistieken; collec
ten. Voorts ook concepten voor een
kerkvisitatie-reglement, op de a.s. Part.
Syn. te behandelen, maar waarover nu
reeds opmerkingen zijn in te zenden
naar Ds. P. Torenbeek, Anna Jacoba-
Polder.
8. Rapporten.
a. Evangelisatie. Br. K. Berrevoets is
als rapporteur der class, evangeli
satie commissie aanwezig. Het
strandpastoraat vormt een groot
onderdeel van de evang. arbeid. Er
zijn 3 steunaanvragen.
Haamstede: ƒ800.(classis),
1000.(part. syn.).
Zierikzee: ƒ600.(classis).
Zonnemaire: 1000.(classis),
ƒ4000.(part. syn.).
Bij deze laatste aanvraag is het de
bedoeling dat de predikant voor
een kwart van het jaar wordt af
gestaan voor het coördineren en
stimuleren van ons Geref. aandeel
in het strandpastoraat in het bijzon
der en het class, evangelisatiewerk
in het algemeen. De classis staat
achter deze aanvragen en zal de
aanvragen bij de Part. Syn. aan
bevelen.
b. Art. 17 Emeritaat. Er is een schrif
telijk rapport van br. Zoeter. Op
gebracht moet worden door de clas
sis 8 van ƒ200.000 16.000.
c. Art. 48 (hulpbeh. kerken).
De aanvragen van Nieuwerkerk en
de aanvullende aanvrage van Brou
wershaven worden toegestaan en
doorgezonden naar de Part. Syn.
Van de classis wordt als quotum
voor 1969 gevraagd 1500.te
verdelen naar het percentage der-
kerken afzonderlijk. Een gedeelte
der classic, steun zal daarnaast nog
uit de kas worden betaald, n.l.
1750.—.
9. Instructies van Scharendijke en Zierik
zee liepen deels over zelfde punten als:
vergoeding per preekbeurt; bedrag con-
sulentsgelden; vergoeding reiskosten
e.d. Veel kan worden verwezen naai
de classis commissie, die over deze
zaken op de e.k. classis rapport zal uit
brengen en voorstellen doen. De andere
instructie van Zierikzee liep over de
gelden voor de arbeid onder de schip
pers. Geantwoord wordt, dat deze be
dragen regionaal verschillen, en niet
landelijk geregeld zijn.
10. Benoemingen. Een nieuwe lijst van
deputaatschappen voor de classis Zie
rikzee wordt opgemaakt, en een lijst
van voor te stellen deputaten bij de
e.k. Part. Synode. Deze lijst berust
nu bij de actuarius en zal in de komen
de notulen van deze vergadering wor
den opgenomen.
11Rondvraag. O.m. komt ter sprake:
a. of het mogelijk is de notulen in 2-
voud aan de kerkeraden toe te zen
den. Antw.: ja.
b. kan het jeugdappèl of het jeugd
werk in het algemeen op het eiland
nieuw leven worden ingeblazen
We bidden voor het werk onder de
Afro-Aziatische studenten.
Dit zendingswerk in ons eigen land
is van uitzonderlijk belang. Ds. A. Hof
man, die speciaal met dit werk is be
last, staat in contact met vele studen
ten uit de A.A. landen.
Ze zijn van verschillende kom-af en
godsdienst. Door middel van gespreks-
kringen, catechisaties en christelijke
handreiking op allerlei gebied komen
zij in aanraking met het Evangelie.
Laten we bidden om zegen op dit werk.
waar nodig. Antw.: de kerk van
Zierikzee zal contact opnemen met
Ds. J. Wessel, directeur Stichting
Geref. Centrum voor jeugd- en
jongerenwerk in Zeeland,
c. Ds. Put dankt voor al wat Scharen
dijke aan belangstelling heeft ont
vangen.
12. Vac. beurten kunnen nu onderling ge
regeld worden (want de betreffende
kerken hebben wel recht op een aantal
beurten)
13. Samenroepende kerk: Nieuwerkerk.
14. Nazien cred. brieven: Oosterland.
15. Volgende vergadering: D.V. woensdag
7 mei, 's avonds 7 uur.
Moderamen: Ds. J. Keizer, praeses;
Dr. J. H. Becker, scriba; Ds. D. Jans
ma, assessor; br. J. M. de Waal,
actuarius.
16. Persverslag zal worden gepubliceerd
door assessor.
17. Met dank aan God wordt deze ver
gadering, omvattend het examen met
goede uitslag en de bespreking van
allerlei classicale zaken, door de praeses
gesloten.
Op last der classis,
Dr. J. H. Becker,
assessor.
Predikant
Ouderlingen
Diakenen
Op 26 maart a.s. wordt in Goes de
42e provinciale diaconale conferentie
gehouden.
10.30 uur Geref. Kerk (Oosterkerk)
Bergweg, Goes.
Hoofdzaak is de lezing en bespreking
daarop van de heer C. J. van Vliet,
staffunctionaris van het A.D.B. (alge
meen diakonaal bureau) over „De
samenwerking van predikant, ouderlin
gen en diakenen in de praktijk van alle
dag".
Om U lekker te maken geef ik hier
de stellingen van br. van Vliet.
1De plaats van alle ambtsdragers is
niet boven de gemeente maar onder
de gemeente. Dat we in onze kerken
3 soorten ambtsdragers hebben is
een „toevallige" zaak.
2. De diaken wordt vaak beschouwd
als een tweede rangs ambtsdrager.
Dit is een typisch Rooms-katholieke
gedachte. De reformatie op dit punt
van Luther en Calvijn is mislukt. De
„.bevordering tot heerlijkheid" is een
zeer schadelijke zaak voor het dia-
konale leven.
3. Diakenen zijn voor, laten we zeggen
80 eerst ambtsdragers. Daarna
pas „typisch diakenen".
4. Als alle ambtsdragers zijn de diake
nen bijzonder geïnteresseerd in alle
middelen van gemeente-opbouw.
(vervolg op pagina 4)
FEUILLETON
door
HERMAN DE MUINCK
61)
„Laten we de zaak even bekijken, Van Stralen.
Dan kunt u uw gang gaan. Ga mee, Lucie".
„Ik kan wel even wachten, mevrouw. Als u de
overledene..."
„Dat komt straks wel".
Toen het drietal in het bekende werkvertrek
zat: „Lucie, ik heb met mijnheer Van Stralen afge
sproken, dat de begrafenis dinsdagmorgen is.
Geen verre familieleden. Wie naar de begraaf
plaats wil komen, moet dat zelf weten. Je weet,
dat je oom en tante uit Den Haag komen
Lucie knikte.
„Zij zijn er dus. Dan mijnheer Van Stralen en
zijn vrouw. En notaris Verwey. En ons gezin".
Van Stralen legde haar zijn kladjes voor, die
zij met aandacht las, hier en daar enkele woorden
schrappend.
„Zo is het in orde. U zorgt verder voor alles.
In welke couranten de advertenties komen moeten.
Relaties moeten natuurlijk rouwkaarten hebben.
Die ken ik niet. En met Lucie moet u overleggen
aan wie verder een kaart moet worden verzonden".
,,'k Heb vandaag al een lijst adressen gereed
gemaakt", hakkelde Lucie, opeens in schreien uit
barstend.
„Dat is dan in orde", zeide mevrouw Van Adri-
gem onbewogen. „We zien u morgen nog wel.
mijnheer Van Stralen".
Meteen verliet zij het vertrek zonder een woord
van dank te uiten.
Van Stralen stak de hand naar Lucie uit, die
zij gretig greep.
„Dank, dank voor al uw moeite", stamelde
zij.
„Geen dank. Zou ik de dochter van mijn ouwe,
goede baas niet helpen Ik wens u sterkte. Alles
met elkaar is het voor uw verschrikkelijk".
HOOFDSTUK XXVI
De belangstelling op de begraafplaats (het was
op 2 december en guur weer) was geweldig. Niet
alleen was het voltallige personeel aanwezig, dat
de overledene steeds aanhankelijk was geweest,
maar half Schouwenburg en Westgouwe waren
gekomen. Enkele familieleden. En tenslotte nog
verschillende vrienden en kennissen uit Zeestad,
onder wie er waren, die niet begrepen, waarom zij
niet genodigd waren. Dat was natuurlijk het werk
van die vrouw geweest, niet van dochter Lucie.
Toen de kist langzaam in de groeve was neer
gelaten, bedekt met een grote krans van 't perso
neel en bloemen van vrienden, vroeg de leider,
of iemand nog het woord verlangde.
Van Stralen trad naar. voren en sprak, namens
directie en personeel van de n.v. enkele her
denkingswoorden, de overledene prijzend om zijn
werkkracht en zijn steeds humaan optreden jegens
het personeel. Hij uitte woorden van deelneming
jegens de familie.
Notaris Verwey, wetend naar hij zeide, te
spreken namens de vele vrienden van Albert van
Adrigem, bracht, in de groeve blikkend,de over
ledene dank voor zijn vriendschap, die altijd
gul en belangeloos was geweest en eindigde met:
„Rust zacht, Albert".
Namens de familie dankte Jochem van Adri
gem voor de belangstelling en het medeleven.
Hiermede was de korte plechtigheid, die on
danks alle belangstelling een koud, kil verloop
had, geëindigd en vrij spoedig daarop was de
kleine stoet weer op „Hondemastate" terug, waar
Kee en Antje voor een lunch hadden gezorgd.
Janus Jonker en zijn vrouw waren op de begraaf
plaats geweest.
De lunch verliep al even koud en kil. Lucie at
niets, dronk alleen koffie, Practisch werd er geen
woord gesproken. Oom Jochem, wetend hoe het
hoorde, vroeg weer enkele ogenblikken stilte.
Enkelen vouwden de handen en sloten de ogen.
Emil deed het ook en sloeg een kruis. Dat deed
hij al maanden bij het eten, tot grote ergernis
van zijn moeder. Maar de' jongen trok er zich niets
van aan.
„Mijnheer de notaris, we gaan naar het salon.
U kunt uw gang gaan. Emil, ga naar je kamer".
Notaris Verwey boog. Hij vond het vervelend,
onmiddelijk het testament te moeten voorlezen
en had het ook gezegd, toen mevrouw Van Adri
gem de vorige dag de opdracht had gegeven, maar
zij was niet te vermurwen geweest.
Toen allen gezeten waren zeide hij: „Dames en
heren. De overledene heeft een testament nage
laten. In het deugdelijk bezit van zijn geestver
mogen. Door hem en twee getuigen getekend.
Op verzoek van mevrouw Van Adrigem zal ik
u zijn beschikking thans voorlezen".
Lucie stond op. „Ik ga liever weg. 'k Weet wel,
wat er in staat".
„Van wie weet je dat? Van de notaris?"
„Mevrouw Van Adrigem, wilt u die woorden
onmiddelijk intrekken? Een notaris heeft zijn
ambtsgeheim. Ik heb met niemand over dit testa
ment gesproken. Ook de getuigen niet.
„O, Het zou kunnen".
„Ik verzoek u uw woorden in te trekken en mij
uw verontschuldigingen aan te bieden".
Ik bied u mijn excuses aan. Maar Lucie blijft hier
Ik bied u mijn excusesaan. Maar Lucie blijft hier
en zij zal mij later vertellen hoe zij er van wist".
„Dat is niet mijn zaak, mevrouw. Mag ik nu
gaan voorlezen?"
Hij las op droge, eentonige wijze. Mevrouw
Van Adrigem slaakte, onhoorbaar, een zucht van
verlichting. Zij had al heel gauw gemerkt, dat het
hetzelfde testament was, waarvan zij op de hoogte
was. Haar man had er niets aan veranderd. Lucie
had de ogen gesloten, leek wel afwezig te zijn.
De anderen luisterden ontzet. Alleen Van Stralen
keek zijn vrouw tersluiks aan; hadden zij het niet
gedacht, dat die arme Lucie de dupe zou worden?
Jochem van Adrigem liep rood aan.
„Dat is het, dames en heren. Mevrouw, Ik zou
u nu ergens graag onder vier ogen willen spreken".
„Als dat moet, kan het natuurlijk", zei mevrouw
Van Adrigem verbaasd. „Mijnheer van Stralen,
ik ga eind deze week naar Den Haag, de zaken
daar in orde maken. Mijn kinderen blijven hier.
Na een week ben ik terug en dan moeten wij eens
praten". (Wordt vervolgd)