Officiële berichten
Mag dat 1
Vit de Gemeenten
„HONDEMASTATE"
5. Tenslotte een groet voor ditmaal. U
wilt zelf ook wel kleine correcties aan
brengen, door onduidelijk schrift soms
nodig Een groet dus aan zieken in
ziekenhuizen of thuis. Aan ouden. Aan
eenzamen. We mogen veel aan den
Here vragen. De Kanancse vrouw
mocht het ervaren, dat Christus op haar
aanhoudend gebed zelfs een ogenblik
door „heilshistorische begrenzingen"
(Ridderbos) mocht heenbreken. Het
heil was eigenlijk nog niet voor de
heidenen. Maar ze ontving, in deemoed,
genezing voor haar dochter. In de weg
van volhardend geloof (Matth. 15 21-
28). Bidt om Gods genade.
Nieuwerkerk Dr. J. H. Becker.
PARTICULIERE SYNODE
AGENDUM
We bidden voor alle kerken, die in
deze tijd met vele structuurveranderin
gen belangrijke beslissingen moeten
nemen voor de toekomst. Hoe moet de
kerk zich vandaag presenteren in de
wereld Hoe moeten de leden worden
toegerust tot hun taak Hoe wordt
voorkomen dat bij alle goodwill-verlies
van de kerk het Evangelie niet geweld
wordt aangedaan
Laten we bidden om wijsheid voor
alle voorgangers, catecheten, gods
dienstleraars, hoogleraren, maar ook
voor alle kerkleden, dat zij vanuit het
Evangelie ,,bij de tijd" zijn.
leven zo heel veel goeds gevonden
wordt.
In elk leven, al is het nog zo ellendig,
is nog wel zegen te vinden. Want het is
altijd onbeschrijfelijk veel beter, dan wat
wij hadden verdiend.
En dan komt er het mooie waarom.
Waarom is God zo goed voor mij?
Waarom doet hij mij niet naar mijn
zonden?
Waarom ben ik—ondanks alles—toch
nog die ik ben en zoals ik ben?"
HET ANTWOORD
Op dit waarom is een antwoord. Het
is een echt stuk zaligheid, als U dit
waarom beantwoordt met het Evan
gelie: „om Jezus' wil".
Waarom is er nog zoveel goedheid van
God in elk leven, ook in het moei
lijkste en verdrietigstte
Daar toch immers alles is verbeurd?
Dat is er om Jezus' wil! Daarom!
Op het eerste waarom is geen ant
woord te geven. Dat blijft maar door-
drensen in de ontevreden ziel.
U kut wel zegen: dat leed en dat ver
driet is er om de zonden. Maar waarom
heeft de een dan zoveel meer dan de
ander, waar we toch allemaal zondaren
zijn?
Nee, probeert U maar niet de Here
na te rekenen! Want dan staat U scheef
tegenover Hem en dan trekt U toch alles
scheef.
Maar als we recht staan tegenover
Godals we erkennen, nergens recht
op te hebben, doch aan alle ellende,
ja aan de veroordeling onderworpen te
zijn—, dan staan we ook recht tegen
over het leven en verwonderen we ons
dagelijks over zo menig blijk van Gods
genadige ontferming en leren we echt
genieten.
Waarom nog zoveel weldaden?
En waarom al die beloften?
En waarom dat heerlijke uitzicht?
Waarom?
Om Jezus' wil.
DAAROM
In de hemel en straks op de nieuwe
aarde zullen we eeuwig vragen: waar
om? Waarom al die heerlijkheid voor
ons?
Dan zal het eeuwige antwoord wezen:
Om Jezus' wil—daarom! t
Daarom zal dat eerste waarom ver
stomd zijn, maar daar zal het tweede
waarom zich blijven verbazen over het
wonder van Gods genade in Jezus
Christus voor verloren zondaren.
A. D.
VERANDERINGEN
Telkens weer zijn er mensen die aan
een predikant komen vragen: „Dominee.
mag ik dat?" Voor alle zekerheid oe-
antwoord ik die vraag meestal met de
wedervraag: ,,Van wie? Bedoel je of
het van mij mag, of van je ouders, of
van ,,de regels voor het gereformeerde
leven", of misschien van Iemand an
ders?"
Of iets mag, dat moet je vragen aan de
instantie dei over je te zeggen heeft.
Want dat is nooit een onpersoonlijke
quaestie. Goed en kwaad zijn geen
abstracte begrippen. Toch kun je nog
steeds in allerlei boeken en bladen
lezen of de christen dit of dat al dan
niet mag. In de practijk van het leven
valt op, dat er tegenwoordig veel meer
schijnt te mogen dan vroeger. Dingen,
die ik vroeger in geen geval mocht,
mogen de kinderen tegenwoordig wèj. en
ze beschouwen het volkomen als een
vanzelfsprekende zaak. Ze zien er zelfs
geen quaestie in. Zeer duidelijk is deze
verandering te zien ten opzichte van de
doorsnee Zondagsopvatting in onze
kringen. En in de mode.
Vroeger mocht men niet anders dan
lopende naar de kerk zich begeven. Ook
al waren het grote afstanden, die men
afleggen moest.
Tegenwoordig komt men zelfs een af
stand, minder dan een half uur gaans,
per fiets, per auto, per tram. En men
doet dat als iets dat men mag.
Dan zijn er de moderne middelen
van vermaak en kunstgenot. Mag men
daar naar toe?
Sterke drank, mag men die gebruiken?
Een a.s. domineesvrouw mocht vroeger
geen lichtkleurige kousen dragen. Nu
mag ze géén kousen dragen.
Indertijd mocht een predikant niet de
geklede jas verwisselen met een jacquet.
Nu draagt hij van alles en nog wat.
WAT MOET IK
Wat is dat toch met al deze questies?
Het zijn over het algemeen dingen die
op zichzelf genomen niet bepaald zondig
zijn. Men kan er lang en breed over
redeneren en debateren—maar per slot
van rekening eindigt het gesprek in
een: „en ik vind...", d.w.z. niet met
argumenten, doch met sentimenten.
Ik geloof dat heel deze voorstelling
scheef is. Wij moeten de kwestie niet
stellen: „wat mag ik", maar: „wat moet
ik?"
Ons leven is een opdracht.
Er is Iemand, Die ons onze taak heeft
gegeven. En die taak is voor een chris
ten tevens zijn ideaal. En wanneer ie
mand geen christen is, dan zijn al die
vragen over wat mag of niet mag zon
der meer dwaas! Want hij mag niet
onbekeerd zijn! Hij moet in de eerste
plaats zich bekeren, dat is, zich in
dienst stellen van de Here Jezus. En
de vraag stellen: „Here, wat wilt Gij
dat ik doen zal?"
Een christen moet met inspanning
van alle krachten jagen naar een doel.
Alle energie moet gespannen zijn op
het Rijk van Jezus Christus en op de
roem van Gods Naam.
Wanneer we leven volgens de teke
ning van Hebreën 12 (de wedloop)
worden al die vragen van wat mag of
niet mag ineens heel eenvoudig. Mag
een renner in de arena een parasol mee
dragen tegen de felle zon? Och ja
maar hij zal wel zo verstandig zijn om
alle last af te leggen!
Alles wat last veroorzaakt in zijn jagen
naar het doel, doet hij graag van zich.
Het is opmerkelijk dat de apostel
schrijft: „alle last en de zonde". Er zijn
allerlei dingen die best mogen—op zich
zelf, maar die we xtoch na zullen laten
als ze ons belemmeren om zo hard mo
gelijk te jagen naar ons doel.
Daar gaat het om! Er zijn dingen-op-
zich zelf. Ze krijgen hun betekenis en
waarde of onwaarde alleen in verband
met onze taak. De Here Jezus heeft
eens dat snijdende woord gesproken:
„indien uw oog u ergert, ruk het uit".
Daarom moeten we alle belemmering,
alle ballast van ons doen. Het christen
leven is immers geen wandelpark, maar
een renbaan. Geen parade, maar een
strijd onder vijandelijk vuur. Daarom
is het geen goed teken als men voort
durend „zit" met die problemen van
wat mag en niet mag. Dat zijn quaesties
van een leven-in-rust. In de frontlinie
heeft men wel wat anders aan zijn
hoofd.
BALLAST
Er zijn allerlei dingen, die zelfs nu
nog niet mogen. Veel meer dingen zijn
er daarentegen die tegenwoordig wél
mogen; waar niemand bezwaar tegen
maakt. Maar daaronder is niettemin
heel veel dat ons tegenhoudt en belem
mert in ons leven-als-dienst. Daar is
zo ontzettend veel ballast bij!
Mogen we roken? Onder ons zijn er
maar weinigen, die deze vraag serieus
stellen. Ofschoon er duizenden christe
nen zijn in de wereld, die er heel anders
over denken, rekenen wij het rookgenot
tot de geoorloofde dingen.
Maar ik stel de vraag nu eens zo:
mogen we roken, wanneer van het ge-
zamelijk bedrag, dat door een groep
gereformeerden per jaar wordt ver
rookt, een evangeliste kan worden aan
gesteld?
Mogen wij 's zomers naar het strand?
Er zal wel niemand onder ons zijn, die
beweren wil dat we dat niet mogen.
Toch heb ik een vriend gehad die er
nooit naar toe ging. Die massale ten
toonstelling van bloot vlees en die pu
blieke uit-en aankleedgeschiedenissen
hadden geen prettige invloed op hem.
Daarom ging hij liever bij ongunstig
weer naar het strand.
Mogen we 's Zondagsavonds bij el
kaar op bezoek gaan? Natuurlijk mag
dat! Maar ondertussen zit er in die
Zondagavondconversatie ontzettend
veel ballast
Last, die ons belemmert ons ideaal te
benaderen van een waarlijk christelijke
viering van de Zondag met ons gezin.
IK MAG ALLES
Mag dat?
Zo moeten we niet vragen, als het
middelmatige dingen of disputabele
zaken betreft. We moeten vragen of
het ons helpt ons ideaal te bereiken
of althans te benaderen.
Of is het ballast, die onze vaart ver
traagt?
Als we ons leven eens wat meer
zagen als een taak! En ons christendom
als een-wedloop!
Misschien „mocht" er dan nog wel veel
meer dan tegenwoordig. Maar dan leef
den we ondanks dat toch veel nauw
keuriger en voorzichtiger.
Wiens leven bij God in dienst staat,
heeft het ontzaglijk druk. En toch mag
hij alles. Want God is geen slaven
houder, doch heeft Zijn kinderen lief
en gunt hun alles wat liefelijk is en
welluidend.
Maar helaas lijken veel christenen
op van die renners, die alle „mogelijke"
dingen meesjouwen in de renbaan, maar
die door die ballast dan ook niet vlugger
vooruit komen dan op'n sukkeldrafje.
A. D.
NIEUWERKERK e.o.
1Collecte werelddiaconaat bracht op
ƒ609.44 (waaraan 's morgens, óók onze
Oosterlandse brs. en zrs. deelnamen).
Deze gaven mogen een gezegende be
stemming vinden.
2. Ziekenhuis. We mochten vernemen, dat
het met zr. Els Rentier-van Driel beter
ging, na dagen van spanning. God
zegene onze br. en zr. en hun dochtertje.
3. Chr. polit. roeping. Vrijdag 2 februari
nog 'n goede vergadering gehad, al was
de spreker, geheel buiten zijn schuld,
door een stagnatie, later dan gepland
was. Er was een goede inspraak der
leden mogelijk. D.V. tot maandag 3
maart, zelfde plaats en tijd God eist
ons op in een totale dienst. Geen duim
breed waar Christus geen Koning wil
zijn. Pro Rege't Is genade, dit te
mogen doen
4. B.L.O.-school, Beatrixschool geheten te
Zierikzee. Aldaar wordt ook gods
dienstonderwijs gegeven. Wilt u als
kerken op Schouwen-Duivcland er ook
achter staan, als van u, per schrijven
een bijdrage wordt gevraagd God
zegene dit moeilijke maar mooie werk
aan deze kinderen
1. Opening namens de samenroepende
kerk van Goes.
2. Onderzoek naar de credentiebrieven.
3. Verkiezing van het moderamen.
4. Vaststelling van de notulen der ver
gadering van 20 maart en 14 mei 1968.
5. Definitieve vaststelling van het agen
dum.
6. Mededeling inzake de gevoerde cor
respondentie door scriba-I van de
vorige Synode.
7. Ingekomen stukken.
8. Rapporten.
9. Verkiezing van afgevaardigden naar
de Generale Synode van Sneek 1969.
10. Benoemingen.
11. Regeling van de volgende Particuliere
Synode 1970.
12. Aanwijzing drukker Acta 1969.
13. Rondvraag.
14. Vaststelling der korte notulen.
15. Sluiting.
Ingevolge art. 2 van de Huishoude
lijke Regeling der Part. Synode,
Namens de Raad der roepende Kerk,
Ds. A. Heuzevcldt, pracses K.A.Z.
D. J. Rouw, scriba K.A.Z.
Wilhelminastraat 16 d, Goes,
telef. (01100) 6676.
Kort verslag van de vergadering van
de classis Middelburg, gehouden op
maandag 10 februari 1969.
De praeses Dr. Dondorp feliciteert de
kerken die een beroep hebben uitgebracht
dat aangenomen werd en wenst de nog
vacante kerken een spoedige vervulling van
de vacatures.
De vergadering gaat ermede accoord de
a.s. Generale Synode te verzoeken wegen
te zoeken opdat in de naam van de thans
geheten Geref. Oecum. Synode blijke, dat
de besluiten van deze vergadering geen
bindend karakter dragen, doordat de naam
„synode" vervalt.
De kerken worden opgewekt in overleg
met de deputaat Ds. Streefkerk te streven
naar een zo intensief mogelijke algemene
ruil-regeling van de predikdiensten.
Br. de Bie van Arnemuidèn zal als
diaken de zaak van het project-Semarang,
gaarne in samenwerking met een door de
classis te benoemen commissie, behartigen.
De classis benoemt naast br. de Bie, de
brs. W. de Buck te Veere en J. F. Vereist
te Middelburg.
Er wordt een commissie benoemd tot
regeling van de vergoeding voor de con
sulentsdiensten en de predikdiensten, be
staande uit Drs. M. de Bruyne te Middel
burg en Ds. G. S. Oegema.
De kerk van Domburg ontvangt toe
stemming tot het houden van een gemeen
schappelijke kerkdienst met de Ned. Herv.
Gemeente als inleiding op het zomerwerk,
cle kerk van Middelburg tot het houden
van zo'n dienst in twee wijken als inleiding
op de lijdensprediking, evenzo de kerk van
Souburg voor enkele diensten te Souburg
en Ritthem.
De kerk van Middelburg vraagt hoe de
geestelijke verzorging van de gereformeerde
patiënten in „Vijvervreugd" naar de
mening der classis geregeld dient te wor
den. De classis verwijst naar de „classicale
commissie voor de geestelijke bearbeiding
in de rust- en verpleeghuizen", resp. het
bestuur van de Stichting Verpleeg- en
Rusthuizen Zeeland, daar de in „Vijver-
We bidden voor het Zendingsseminarie
te Baarn.
Eind december heeft Prof. Dr. A. G.
Honig, de rector van het seminarie, een
hartaanval gehad, zodat hij gedwongen
is enkele maanden rust te houden. Laten
we bidden om zijn herstel. Laten we ook
bidden voor Ds. P. G. van Berge, de
conrector, op wiens schouders nu een
extra zware verantwoordelijkheid drukt.
vreugd" op te nemen patiënten lid blijven
van de kerk van herkomst.
Tevens vraagt de kerk van Middelburg
hoe de geestelijke verzorging in het straks
te openen geref. rusthuis te Middelburg
geregeld zou moeten worden. De classis
verwijst deze zaak in eerste instantie terug
naar de kerk van Middelburg.
Ds. Streefkerk rapporteert over de
zegeningen en de moeilijkheden van het
zendingswerk in Indonesië, alsmede in
Ruanda.
De classis verklaart zich accoord met
het nieuwe zendingsreglement voor de
samenwerkende kerken van Zeeland en
N. Brabant-Limburg.
Alle kerken die steun willen ontvangen
van classis deputaten voor de evangelisatie
wordt opgewekt vóór eind februari een
begroting met verzoek om steun in te
zenden.
De praeses deelt mede dat br. B. H.
Lavooy door ongesteldheid zijn arbeid als
quaestor der classis heeft moeten neerleg
gen. Hem zal de dank der classis worden
gebracht. In afwachting van een nieuw te
benoemen queastor zal aan Drs. M. de
Bruijne gevraagd worden in de lopende
zaken te voorzien.
Classis Dep. Hulpbehoevende Kerken
wijzen erop, dat dit jaar geen bijdrage der
kerken wordt gevraagd, doch volgend jaar
stellig. De kerken wordt gevraagd bij het
opstellen van hun begroting 1970 hiermede
rekening te houden.
Br. M. P. de Bruin te Middelburg wordt
benoemd tot archivaris der classis, terwijl
br. B. H. Lavooy hiervan onder dank ont
heven wordt.
De praeses Wordt afgevaardigd naar de
intrede van Ds. Genuït te Vlissingen; even
eens naar de intrede van Ds. van Benthem
te Middelburg.
De volgende vergadering wordt vast
gesteld op dinsdag 13 mei.
Moderamen: Ds. H. Groeneveld, praeses;
Dr. A. Dondorp, assessor; Ds. G. S. Oege
ma, scriba I; Drs. A. Elshout scriba II.
Namens de classis,
A. Elshout, scriba II.
KAPELLE-BIEZELINGE
Het adres van de Geref. Kerk te Kapelle-
Biezelinge is: J. A. van Neuren, Oude Bos
straat 16, Kapèlle-Biezelinge. Tel. 01102-
1207.
HET PROBLEEM
Het grote probleem is momenteel niet,
dat er tegengestelde standpunten zijn,
maar dat er zoveel ongeïnteresseerdheid
en lamlendigheid heerst.
Dr. G. N. Lammens.
FEUILLETON
door
HERMAN DE MUINCK
57)
„Ja, 'k weet wel, hoe jullie beiden er over
dachten, 't Was niet mijn opvatting. En nog niet.
Ik geloof er niet aan, afgelopen. Je hebt geen
beste tijd achter de rug, wel, Lucie?" veranderde
hij opeens van onderwerp. „Jouw nieuwe moeder
had hier nooit in huis moeten komen. Ik heb je,
toen ik er meer en meer over nadacht, de laatste
maanden, neen, nog al langer, bewonderd, dat je
het bij haar uithield".
,,'t Was niet gemakkelijk, papa. U weet, dat
ik van huis wilde, maar u weigerde. Op de duur
ging het wel. Ik heb Emil les gegeven en ik heb
mijn eigen lessen. En wat uitgaan betreft, heeft
moeder geen last van mij. Ik blijf liever thuis. En
nu zou ik beslist niet meer weg willen. U hebt
mij nodig".
„Je bent een lief kind. Maar ik geloof niet, dat
je moeder zich aan jouw gelegen laat liggen".
„Zij bemoeit zich niet met mij, papa. Ze laat
me links liggen. Dat is niet prettig, want ik heb
haar nooit een stobreed in de weg gelegd, maar
't is zo, vind ik, het beste".
„Ja, 't is verschrikkelijk. Maar troost je, Lucie,
met mij is het net zo. We leven naast elkaar.
Dat is ook verreweg het beste".
„Uw tweede huwelijk is mislukt, papa
„Voor de volle honderd procent, kind. Zij is
een vampier. Maar ik heb het aan mijzelf te
wijten. Zij deed toen in Mentone heel lief. En
ik, ik was een ezel. Inlichtingen heb ik toen niet
eens ingewonnen. Dat ik zo onnozel ben geweest!
Zij heeft mij ontzettend voorgelogen.
„Ik weet het, papa".
„Hoe kan jij dat weten?" vroeg hij verbaasd.
„Ik wist het de dag nadat zij hier kwam al.
Van Emil. 'k Heb er niet naar gevraagd. Hij
vertelde... Eerst wilde ik het niet geloven maar
hij leek mij toch eerlijk en dat is dan ook wel
gebleken. Mevrouw Dumourez was niet bemiddeld,
hè?"
„Welnee, zij zat dik in de schuld. Maar die schul
den heb ik alle betaald. Haar eerste man was
helemaal niet een hoog amtenaar. Hij was portier
bij een departement. Het pensioen was gering,
heel gering. Maar zij gaf handen vol geld uit.
Nu, dat kon ook wel, want zij had rijke vriendjes,
de meeste getrouwd. Die schoven natuurlijk niet
voor niets af. Och, of je nu als meisje of vrouw,
lichtekooien, langs de straat slentert of in café's
omhangt, om voor korte tijd een betalend „vriendje"
te hebben óf je doet, wat zij deed, in wezen is
het precies hetzelfde; laag gemeen, zedeloos".
„Papa!"
„Zo was het kind."
„Maar hebt u dat dan niet geweten?"
',Natuulijk niet, Lucie. Denk je dan, dat ik met
haar getrouwd zou zijn!? Een paar zeer verholen
opmerkingen hebben mij aan 't denken gezet. Ik
heb 'n particulier detectievebureau in Rotterdam
in de arm genomen, dat in ons land en in
Frankrijk een naarstig onderzoek heeft ingesteld.
Ik ken haar hele levensloop. Die is ver van fraai.
Maar ja, dat onderzoek had ik toen moeten laten
instellen. Als zij mijn vrouw niet was, trapte ik
haar van „Hondemastate" af", zei hij bitter, de
hand onder het hoofd op de tafel steunend.
„Praat u niet teveel, paps?" vroeg Lucie, die
niet alleen ten diepste geschokt en ontdaan was,
maar innig medelijden met hem had. „U is erg
moe".
„Neen, neen. ik ben blij, dat ik er nu over
praten kan met mijn dochter, die mij begrijpt".
„Zou Gabrielle dat. alles weten?"
„Ik vermoed van wel. maar vergis je niet,
Lucie! Zij staat heel sterk onder de invloed (slechte
invloed dan) van haar moeder, maar zoals haar
moeder is zij niet. Beslist niet! Dat weet ik heel
zeker. Zij werkte voor haar brood op het departe
ment. Eigenlijk wilde zij niet eens naar hier mee,
maar haar moeder heeft haar gedwongen".
„Emil weet het niet. Hij vertelde mij, dat zijn
moeder, naar zijn mening wel veel moest ver
dienen, want zij had altijd nieuwe kleren. Maar
hij heeft nooit antwoord gekregen op zijn vragen,
welk werk zij nu eigenlijk deed".
„Begrijpelijk. Bovendien is die jongen een blok
aan haar been. Een aardige jongen. Er zit wat in.
Je hebt hem goed les gegeven, Lucie Hij spreekt nu
feilloos Hollands, 'k Zou wel willen proberen,of
de geneeskunde er iets aan kan doen, maar zijn
moeder moet toestemming geven en die weigert".
„Ik begrijp zo'n moeder niet".
„Ik wel, als je haar karakter goed kent".
„Maar, papa, neemt u mij niet kwalijk, nu u
tegenover mij zo openhartig bent durf ik het wel
vragen of zeggen, u is toch nooit een doetje ge
weest. U kunt mevrouw Dumourez... eh, uw vrouw
toch wel de baas?"
„Neen, Lucie, zij was enorm lief en vriendelijk
eri aanhankelijk. Ik hield van haar, ik schaam mij
er over, het te bekennen. Van haar was het
alles berekening. Toen wij eenmaal getrouwd waren
was zij volledig de baas over mij. En.ik kan mij
er niet aan ontworstelen, 'k Heb jou zelfs niet
fraai behandeld".
„Nee. nee, paps. Zo erg was het niet. U was
niet, zoals vroeger, bepaald lief voor mij. Maar
de laatste tijd is dat toch wel anders geworden.
Gelukkig! 'k Heb tijden gehad dat ik dacht: heb
ik nu mijn vader ook verloren?"
„Lucie, je bent zo'n ongecompliceerd, oner
varen meisje. Heb je ooit wel eens aan je finan
ciën gedacht?"
„Financiën? Ik krijg toch mijn maandgeld van u?
Ik kan het lang, lang niet op en breng de rest op
de spaarbank".
„Dat maandgeld! Daar gaat het nu niet over.
Je hebt recht op je moederlijk versterf, 'k Heb
het bedrag, dat vrij behoorlijk is, niet uitbetaald
ook al omdat je minderjarig was. De successie
belasting is natuurlijk betaald. Het bedrag is
goed belegd. Als je het hebben wilt, het is van jou,
staat ook op jouw naam, dan zeg je het maar. Dan
maak ik het los. Over drie maanden is het geld
binnen".
(Wordt vervolgd)