Officiële berichten Over Professoren en Studenten De recreatie in W.-Z. Vlaanderen Uit de Gemeenten I in de gemeerfte uit öe keRken „HONDEMASTATE" In 1822 vergaderde de synode onzer kerken in Zwolle. Bij de bespreking van het rapport, door de curatoren der Theologische School te Kampen uitgebracht, ging de synode in comi té" d.w.z. vergaderde zij met gesloten deuren. Het toen besprokene draagt dus een vertrouwelijk karakter. De notulen bevatten echter niet alleen de be sluiten, maar ook de besprekingen. En zeer uitvoerig zelfs. Het is geen schennis van vertrouwen - nu, na 80 jaar - iets uit.de notulen aan te halen. In zeer critische geest werd over de docenten, zoals de professoren toen genoemd werden, gesproken. .,Zij had den geen tact en vooral de stellige godsgeleerdheid (d.w.z. dogmatiek) was maar zwak". Er ging - behalve van Noortzij - van de professoren te weinig uit. Boven dien was er onder hen te weinig samen werking. De ouderen toonden duidelijk de toenemende gebreken van hun ouder dom. Een commissie werd benoemd om namens de synode docent ,,de Cock" te verzoeken ,,zich geene vrijheden te veroorloven waardoor leden der ge meenten worden bedroefd, en onze school haar crediet bij onze kerk ver liest, maar steeds en overal de eer der school te handhaven". Wat deze zoon van de vader der scheiding (Ds. de Cock van Ulrum) gezegd of gedaan had, melden de notulen niet. Een der andere docenten, wiens be noeming een vergissing was volgens sommige leden der synode, moest be wogen worden zelf zijn ontslag te vragen. Deed hij dat niet, dan moest hem dat gegeven worden. (Hier was Wieleriga - ere zij zijn nagedachtenis! - tegen!) Gezondheidsredenen zijn altijd een handig motief, wanneer men iemand kwijt wil. Eventueel is het - vooral als de be trokkene een teergevoelig mens is, niet moeilijk hem ziek te maken. De psycho somatiek is wel een moderne weten schap, maar de verschijnselen zijn zeer oud. Wie zulke notulen leest, staat ver baasd over het feit, dat er vandaag nog een kerk bestaat. Het feit der kerk alleen al, is een regelrecht wonder Maar wat zal het nageslacht over 80 jaren over ons oordelen Toen de synode uitvoerig zo de arbeid der professoren besprak (berod- delde - en de één opmerkte dat de Cock ,,de dogmatiek niet flink behan delde" en zijn studenten niet op de hoogte hield en de ander van mening was, dat Noortzij, ofschoon ontegen zeggelijk de krachtigste persoonlijkheid, ..voorliefde inboezemde voor de be studering der critische theologie" - werd ook nog een ander geluid in de vergadering vernomen. Iemand stelde de vraag, of misschien ook nog andere oorzaken te noemen waren voor de minder goede examens, die de studenten aflegden. Hij sprak letterlijk: „de studenten studeren niet genoeg. Zij houden zich teveel met belletrie bezig. Het studie leven wordt van hen te luchtig op genomen". Een ander doet in deze zak de vol gende duit: ,,Er heerst gebrek aan discipline. Men jaagt naar het genot en verspilt zijn tijd". Ik vraag me af, of de studenten wel licht aangeraakt waren door de literaire beweging, die men de „beweging derx tachtigers" noemt. In ieder geval werd in 1882 steen en been geklaagd over de „jeugd van te genwoordig". En dan te bedenken, dat dit nog het „groene hout" was. In die tijd studeer den te Kampen om een paar namen te noemen de latere Ds. Landwehr van Rotterdam (wiens catechisatie-boekjes tientallen jaren door honderden kerken gebruikt zijn geworden) Ds. Breukelaar van Zaandam, Ds. Gunst van Woerden, Ds. Tazelaar van Weesp, Ds. de Geus van Lemmer enz. enz. Het is toch blijkbaar nog wat mee gevallen met die studenten, waarover geklaagd moest worden, dat ze na de verspilde jaren de „op de examina ge- eiste kennis er in pompten, maar de wetenschap niet innerlijk verwerkt hadden". Een der synodeleden zegt, dat „het examen en niet de wetenschap motief der studie geworden is". Een ander vreest, „dat Kampen te veel gebruikt wordt als inrichting van educatie". Wat hiermee bedoeld is, is me niet helemaal duidelijk. Geheel duidelijk is de opmerking dat er „in de prediking der studenten, noch geest, noch praktijk zit". In de vergadering der synode en in het college der curatoren zat wél geest. Alleen maar weinig Heilige Geest En er zat ook heel wat praktijk in. Om zich van een niet meer gewenst man te ontdoen, beschikt men over een voldoende dosis practische handigheid. De rechtspositie van onderwijskrachten is tegenwoordig gelukkig heel wat solider dan in vroeger dagen bij de kerk. Even zo vrolijk sloot een zekere br. Branderhorst de zitting met dankzeg ging. Toch waren het allemaal vrome mannen, die synodeleden. Maar het waren ook grote zondaren. En ik kan me best voorstellen, dat de Roomse kerk op het idee van een vagevuur ge komen is. Tenslotte geloof ik niet, dat scriba's er verstandig aan doen met alles wat er op een vergadering gezegd wordt (en zeker niet in comité-vergaderingen) voor het nageslacht vast te leggen. A. D. Waar het nu dus eigenlijk om gaat is dit: deze bedrijfsvorm heeft zich enorm ontwikkeld in de laatste 20 jaren. Momenteel geeft dat in Nederland millioenen overnachtingen. In West Zeeuws-Vlaanderen groeit dat bijv. boven de millioen uit. Er is bij ons zelfs één camping - om een voorbeeld te noemen - die van 1966-1968 van 46.000 tot 72.000 overnachtingen klom. Bres- kens is een dorp van 4000 inwoners met 5 kerken en 400 kerkgangers per zondag, een vraag apart. Dit jaar waren er weken dat er boven de 4000 inwoners 6500 vacantiegangers waren. U begrijpt dat heel de levensgewoonte, heel de levenswijze van een dorp daar door verandert. Er dringt zich een levenspatroon op dat oorspronkelijk in een dorp niet be kend was met dus andere zeden en ge woonten. Wie de etherleergang van de N.C.R.V. beluistert heeft Ds. H. Strating onlangs daarover kunnen horen. Trouwens heel het levenspatroon van een dorp is veranderd, ook in het agrarische bedrijf door de modernise ring, door de oprukkende industrie, pendelen enz. Zo kunt U de recreatie een aparte toeristenindustrie noemen. U begrijpt dat alle beheerders, ook die van de hotels, met die snelle groei niet meer in staat waren voor de ont spanning te zorgen. Men was al blij dat het een beetje georganiseerd liep. Toen kwam de taak voor de kerk en de kerken zijn het gaan inzien. W. J. Musch. (Wordt vervolgd.) CLASSIS MIDDELBURG DER GEREFORMEERDE KERKEN Vergadering van de Classis Middel burg der Gereformeerde Kerken in Nederland D.V. 10 februari 1969, 's avonds half acht, in de Getuigenis- kerk, Adriaen Lauwereijszstraat, Mid delburg. Voor de classis, G. S. Oegema, Scriba. Persverslag van de voortgezette ver gadering van de classis Zierikzee op woensdag 18 december 1968, in één der gebouwen van de Gerefor meerde Kerk te Zierikzee. De praeses, Dr. J. H. Becker, opent de vergadering en laat zingen gezang 94. Daarna leest hij Efeze 4:11-13 en gaat voor in gebed. Alle kerken worden welkom geheten. In het bijzonder worden verwelkomd depu- taten art. 53, die in verband met een examen ter vergadering zijn en kandidaat Put, die op deze vergadering peremptoir examen zal afleggen. Moderamen: Het moderamen blijft, om dat dit een voortgezette vergadering is, ongewijzigd. Praeses is: Dr. J. H. Becker; scriba: Ds. J. Keizer; assessor: Ds. D. Jansma en actuarius: br. J. M. de Waal. Appèl nominaal: De kerken van Ooster- land, Nieuwerkerk, Scharendijke en Zie rikzee zijn niet geheel door dezelfde af gevaardigden vertegenwoordigd. De broe ders, die voor het eerst op deze vergade ring zijn, tekenen de presentielijst. Door de kerk van Brouwershaven worden de stukken nagezien van kandidaat Put. Deze worden in orde bevonden. Deputaten art. 53 hebben, nadat zij de stukken hebben nagezien, nog één vraag en als deze door kandidaat Put is beant woord, wordt overgegaan tot het examen. Eerst volgt dan het preekvoorstel naar aanleiding van 1 Koningen 19: 1-18. Noch bij de classis, noch bij deputaten is er be zwaar om het examen voortgang te doen vinden, waarna kandidaat Put geëxami neerd wordt in verschillende vakken. Enige tijd wordt dan weer in comité vergaderd en er blijkt bij niemand be zwaar te zijn om kandidaat Put toe te laten tot de dienst des Woords en de be diening van de sacramenten. De praeses deelt dit aan kandidaat Put mede en feliciteert hem namens de classis van harte. Namens deputaten wordt het woord gevoerd door Ds. Jansen en ook hij biedt gelukwensen aan. Staande wordt dan kandidaat Put toe gezongen gezang 52 gew., waarna kandi daat Put de classis en deputaten hartelijk dank zegt. Hij spreekt zijn blijdschap uit over het feit, dat nu zijn studie bekroning mocht vinden. De deputaten art. 53 nemen nu, na door de praeses hartelijk bedankt te zijn, af scheid van de vergadering. Rapporten en benoemingen: Als deputaat art. 53 wordt in de plaats van Ds. Wentsel benoemd: Dr. J. H. Becker van Nieuwer kerk. Ds. J. Keizer wordt benoemd als secundus. Beide predikanten nemen deze benoeming aan. De volgende vergadering wordt vast gesteld op woensdag 22 januari 1939. Nadat de assessor is voorgegaan in dankzegging wordt de vergadering door de praeses gesloten. In opdracht der classis, Ds. D. Jansma, assessor. NIEUWERKERK (EN DUIVELAND) 1Mogen we de draad weer eens op nemen, in het nieuwe jaar? God zegene en stelle ten zegen in 1969, de kerken in Zeeland en alom. 2. Kort overzicht over 1968. Hoewel er niet minder dan 9 kinderen werden ge doopt en een enkel gezin inkwam, en enkelen ook óverkwamen, is toch de gemeente gedaald van 279 tot 274, op 31 dec. 1968. Personen vertrokken, ge zinnen vertrokken en ons ontvielen onze oud_e zr. de Bil-Hoogerland. En - on vergetelijk' ook zal voor ons (hoeveel te meer voor de liefhebbenden) blijven die 2de en die 15de maart, toen ons ontvielen onze jonge zr. J. Flikweert- Dalebout en haar man Henk Flikweert. God geve bij de voortduur sterkende genade aan de familie en aan de drie jonge weeskinderen. Gelukkig zijn ze elk in een gezin (familie) liefderijk op genomen. 3. De classis. De vorige keer schreef ik er ook over. Ik zet het nu nog even voort. Br. Jansma werd Ds. Jansma. Hoera Gode zij lof, en Hij zegene zijn weg. Ook de weg van Ds. Wentsel, die met 1 januari ophield, maar wèl nog voortgaat en ons tot veel nut is. Ook de weg van Ds. Keizer. En van kand. Put, die Ds. werd te Scharendijke (op 5 januari). En van br. v. d. Kooy, kand., die op 22 januari per. ex. doet (beroepen te Haamstede). Naar die vergadering van 22 januari zijn afgevaardigd, van Nieuwerkerk, met de predikant: br. L. M. Steketee en br. J. A. Schiettekatte. 4. Ingekomen van de kerk van Brouwers haven: br. en zr. van Sluis-Jonker, met hun 3 kinderen: Joka, Peter en Marco. Hartelijk welkom in onze gemeente, hoewel reeds lang in ons midden be kend. 5. H. Avondmaal. Wij hopen dit te vieren a.s. zondag 26 januari. Mogen deze dagen van voorbereiding toch staan in het teken van: „laten wij toch (brief aan de Hebreeën). Laten wij toch ernst maken met de wandel in geloof, in de hoop, in de liefde. Bidden we om een zegen. 6. Ontvangen giften: 25.(voor de kerk); ƒ5.(voor de vrouwenver eniging). Hartelijk dank. Ook die laat ste is leuk, komt niet zo veel voor 7. Zieken. Wij dragen ze den Here op. Met een deputatie van de kerkeraad van Bruinisse, mochten we een bezoek brengen aan zr. Müller-Jumelet, in het Bethel ziekenhuis te Delft. God geve haar verder herstel. We groeten ook hen die oud zijn, of eenzaam. Br. Wes- dorp, uit Bruinisse ging naar ,.de Kruuze", Venraay, (kerkelijk Geref. Kerk Venlo) 8. In militaire dienst ging Stoffel bij de Vaate (Bruinisse) n.l. naar Amersfoort, artillerie, Pr. W. III Kazerne. God ga met jou en jij met Hem. En tracht met Gods hulp er het beste van te maken 9. Christelijke roeping op politiek gebied. Denkt u daaraan, mensen in Duiveland, want er komt D.V. een vergadering op vrijdag 7 februari (en niet op 3 febru ari). Spreker: de heer R. Zijlstra. Oos- terland. Plaats: zaal Geref. Kerk, Nieu werkerk. Nieuwerkerk Dr. J. H. Becker. Wij bidden voor allen, die werkzaam zijn bij het gevangenis-wezen en de psychopaten-zorg. Achter de muur van deze inrichtingen is een zee van leed, verdriet en teleur stelling. Het werken met deze (vaak nog jonge) mensen is erg moeilijk, daarvoor is veel tact nodig. Laten we deze stille werkers niet vergeten. We bidden voor het Vroüwenzendingsthuisfront. Het werk van het VZT heeft zich in de loop der jaren steeds uitgebreid. Veel en zegenrijk is het werk geweest, dat vele actieve dames op het thuisfront voor de zending hebben gedaan. Het Werk gaat zich nu in ook richten op verdieping van de contacten overzee en in ons land. De a.s. vacature-mej. Goemaat, de secretaresse-buitenland, moet worden vervuld. Laten we bidden om een opvolgster, die verdere ver dieping van het werk mede kan stimuleren. mocht hij verkopen om zijn kinderen naar school te kunnen sturen. Eén banaan moest aan God worden terug gegeven. Die banaan moest dienen om God te danken voor de overige negen. Die man dacht: Waarom moet ik eigen lijk die banaan aan God teruggeven? Daarom at hij hem op. En toen gaf hij de schillen aan God." Wat is uw bijdrage voor de zending? Vele mensen geven vrijwillig een rijksdaalder per jaar. Sommigen zeggen: wij doen het wel in de kollekte. Maar vaak is het zo moeilijk te merken in de kollekte. Wist u, dat van elke gulden die voor kerkelijk werk in de ruimste zin van het woord wordt gegeven, slechts zeven cent voor de zending bestemd is? Wilt u bij het vaststellen van uw bij drage voor de zending voor 1969 eens denken aan die banaan? Wat doet u met die ene banaan die voor God is overgebleven? Dit artikel en vele andere vindt u in het januarinummer van het Zendings blad. THEOLOGISCHE HOGESCHOOL Algemeen Diakonaal Bureau Oudestraat 6, Kampen, Tel. 05292-4934 Voor bezitters van het gymnasium-, H.B.S.-, H.T.S.- of Kweekschooldiplo ma wordt een Voorlichtingsdag over de theologische studie gehouden op zaterdag 8 februari a.s. in het gebouw der Hogeschool. Aanvang 10.30 uur. Reiskosten worden vergoed. Opgave voor deelname te zenden aan het bureau der Hogeschool, Oudestraat 6 te Kam pen. RAPPORT KERK EN JEUGD Het op de laatstgehouden synode behandelde rapport van de deputaten voor „Kerk en Jeugd", dat vorige maand in enigszins omgewerkte vorm aan alle kerkeraden werd toegezonden, is nu verkrijgbaar gesteld. Het rapport kan besteld worden door overmaking van ƒ1.— op postgiro 513153 van het Algemeen Kerkelijk Bureau te Utrecht, onder vermelding: bestelling rapport Kerk en Jeugd '68. EEN BANAAN VOOR GOD „Er was eens een arm man, die niets bezat. God gaf hem een tros bananen. Drie bananen waren om op te eten. Vier mocht hij verkopen voor de aan schaf van huisraad en kleren. Twee In de sector Stille Hulp hebben depu taten voor de algemeen diakonale arbeid een bijdrage van 77.000,— gegeven voor de aanschaf van winterkleding. Voorts een bedrag van 30.000,— voor de aankoop van medicijnen voor vluchtelingen. Toezegging werd gedaan van een bij drage van 50.000,— in de bouwkosten van een meisjeshuis te Rennies Mill Hong Kong. Voor de aanschaf van een ambulance auto voor het Leger des Heils te Congo- Brazzaville werd 17.000,— beschik baar gesteld. Beroepen: te Ridderkerk, K. Ubels te Drachten; te Broeksterwoude, Schoonoord, Witmarsum c.a. (Fr.), Scharnegoutum, Grijpskerke (Zld.), Tholen, Zuid - Beijerland - Klaaswaal, kand. W. A. v. d. Berg te Sassenheim, die geen verdere beroepen in over weging kan nemen. Aangenomen: naar Westervoort-Ze- venaar, J. J. van Nijen te Lemele- Lemelerveld. Beroepbaarstelling: kand. L. J. G. IJkel, Waverstraat 58 te Amsterdam. FEUILLETON door HERMAN DE MUINCK 53) Het was eerst na kerstmis, dat er een brief voor Lucie uit Utrecht was. Even aarzelde Gabrielle, legde de brief terug, maar pakte die weer op en liep er mee weg. Op haar kamer wierp zij het schrijven, zonder het geopend te hebben, in het vuur. Alleen het adres in Utrecht, dat achter op het couvert stond, noteerde zij. Er verliepen enkele weken. Toen was er bij de uitgaande post een brief van Lucie aan hem. Die zou Utrecht nooit bereiken... Haar aanvankelijke bezwaren waren wegge nomen, nu zij al twee maal een brief had onder schept. Nadien, met wel vier, vijf weken er tussen, kwamen er nog twee brieven uit Utrecht. En toen was het afgelopen. Lucie schreef blijkbaar niet meer. HOOFDSTUK XXII. 't Was vinnig koud. Een scherpe oostenwind had de wateren gestold en op de stadsgrachten van Zeestad werd druk gereden. Even buiten de Nagelpoort, aan de weg naar Schouwenburg waren enkele niet al te grote land huizen gebouwd, in één waarvan Van Stralen waS gaan wonen, toen hij eenmaal mededirecteur van het bedrijf Van Adrigem n.v. geworden was. 't Was ruim half zes, toen hij zijn wagentje dé garage inreed en huiverend zijn huiskamer binnen kwam, waar een behagelijke warmte heerste. „En?" vroeg zijn vrouw na de begroeting. „Is het meegevallen?" „Kind, hou er over op. Me dunkt, dat alle praatjes en geruchten wel zowat juist zijn. Eerlijk gezegd, heb ik er niet aan getwijfeld. Maar het was nog erger dan ik mij had voorgesteld." „Lieve help. Erger kon het haast niet." In september was de nieuwe mevrouw Van Adrigem op „Hondemastate" gearriveerd en nu, half januari, was zij, gehuld in een zware bont mantel, naar de zaak gekomen, om die eens te bezichtigen. „Nu ja, ik heb een hand van haar gekregen en we hebben enkele woorden gewisseld. Mijnheer (hij sprak nog steeds van „mijnheer", hoewel ze tenslotte beide directeuren waren) probeerde haar nog tot wat jovialiteit te krijgen, maar het lukte hem niet. Zij bleef verwaand en uit de hoogte. Niemand van het kantoorpersoneel kreeg een hand, alleen een genadig knikje. Met de rondleiding in de fabriek had ik Schaveling belast. Nu, die heeft mij later ook een boekje opengedaan! 't Was, of er alleen een paar machines stonden. Het personeel werd met geen blik verwaardigd. En dan, Mies, moeten we er overmorgen heen." „Waarheen?" „Naar „Hondemastate". Donderdagavond. Bij het afscheid nodigde „mijnheer" ons allebei uit. Of zij het goed vond, kan ik niet beoordelen. Zij zei er geen woord over. In elk geval, we zijn genodigd en ik kon natuurlijk niet weigeren. Neen, jongen, ik begrijp het. Maar zin heb ik er niet in." „Ik dan zeker! Ik beklaag „mijnheer". Ik snap hem ook niet. Hij heeft de zaak opgebouwd enfin, je weet er alles van met een verbazing wekkende doortastenheid. Zakenman eerste klas. Spijkerhard, maar rechtvaardig tot en met. Een integer man, die precies wist, wat hij wilde. En, ik kan het niet anders zeggen, zo'n man laat zich in de luren leggen door die vrouw. Hij lijkt wel haar „slaaf". Iemand moest hem eens geducht de waar heid zeggen. Misschien zou dat helpen. Maar tja, wie durft dat? En dan heb ik vernomen..." „Hoor eens, Kees. We gaan eerst eten. Als je dan nog meer op je lever hebt, hoor ik dat vanavond wel. De kinderen hebben trek in eten." „Meid, ik ben er vol van. 't Is toch een zielig geval. Maar je hebt gelijk. Eerst eten." Inderdaad was hij er „vol van". Want al heel spoedig vertelde hij verder, toen het maal ge nuttigd was. ,,'k Heb vanmiddag, 'k was er voor de zaak, gepraat met notaris Verwey, die zeer mede deelzaam was. Hij vroeg mijn mening. Het bleek me wel, dat hij ook ongerust is en de houding van „mijnheer" hem raadselachtig voorkomt. Hij ver telde mij, dat de nieuwe mevrouw oorspronkelijk uit Driebergen komt." „Uit Driebergen? Maar schrijf dan Frits eens en informeer eens, uit welk milieu dat mens komt. Als ambtenaar op de secretarie kan hij dat wel uitzoeken..." „Och, waarom zal ik mijn broer hierover lastig vallen? De zaak ligt nu eenmaal zo. Ik voor mij ben er bijna van overtuigd, dat zij uit een gewoon of minder gewoon milieu komt. Dat geeft niets. Voor mijn part was haar vader een heel gewoon mannetje, dat nauwelijks zijn brood kon verdienen. Hij is er mij niets minder om. Maar als dat waar is, behoeft die dochter zich niet zo aan te stellen en zo verwaand te zijn. Maar ja, je weet het, hé: als niet komt tot iet, dan kent iet zichzelve niet." „Ik zou toch eens aan Frits schrijven. Hij zit in Driebergen dicht bij het vuur." Hij haalde de schouders op. „Zal ik het dan doen? Of heb je er bezwaar tegen?" „Bezwaar, bezwaar, och neen. Maar wat schieten we er mee op? We kunnen er toch niets aan doen. „Mijnheer" heeft zichzelf in de nesten gewerkt en zeg hem dat nu eens! Nog eens: dat durft niemand. Misschien notaris Verwey, maar dan moet er toch een aanleiding voor zijn. Die kan toch ook niet a bout portant er over gaan praten." Mevrouw Van Stralen nam zich voor, naar Driebergen te schrijven. „Hoe heet zij? Of weet je dat niet?" „Ja zeker. Eh... hoe is het ook weer? O ja, Haagmans is haar eigen achternaam. Wilde je schrijven O, die vrouwelijke nieuwsgierigheid". „Ik zou wel eens willen weten, of je vermoeden juist is?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1969 | | pagina 2