Officiële berichten
Over Professoren en Studenten
De recreatie in W.-Z. Vlaanderen
Uit de Gemeenten
I
in
de gemeerfte
uit öe
keRken
„HONDEMASTATE"
In 1822 vergaderde de synode onzer
kerken in Zwolle. Bij de bespreking
van het rapport, door de curatoren
der Theologische School te Kampen
uitgebracht, ging de synode in comi
té" d.w.z. vergaderde zij met gesloten
deuren. Het toen besprokene draagt dus
een vertrouwelijk karakter. De notulen
bevatten echter niet alleen de be
sluiten, maar ook de besprekingen. En
zeer uitvoerig zelfs. Het is geen
schennis van vertrouwen - nu, na 80
jaar - iets uit.de notulen aan te halen.
In zeer critische geest werd over de
docenten, zoals de professoren toen
genoemd werden, gesproken. .,Zij had
den geen tact en vooral de stellige
godsgeleerdheid (d.w.z. dogmatiek)
was maar zwak".
Er ging - behalve van Noortzij - van
de professoren te weinig uit. Boven
dien was er onder hen te weinig samen
werking. De ouderen toonden duidelijk
de toenemende gebreken van hun ouder
dom.
Een commissie werd benoemd om
namens de synode docent ,,de Cock"
te verzoeken ,,zich geene vrijheden te
veroorloven waardoor leden der ge
meenten worden bedroefd, en onze
school haar crediet bij onze kerk ver
liest, maar steeds en overal de eer der
school te handhaven".
Wat deze zoon van de vader der
scheiding (Ds. de Cock van Ulrum)
gezegd of gedaan had, melden de
notulen niet.
Een der andere docenten, wiens be
noeming een vergissing was volgens
sommige leden der synode, moest be
wogen worden zelf zijn ontslag te
vragen.
Deed hij dat niet, dan moest hem dat
gegeven worden. (Hier was Wieleriga
- ere zij zijn nagedachtenis! - tegen!)
Gezondheidsredenen zijn altijd een
handig motief, wanneer men iemand
kwijt wil.
Eventueel is het - vooral als de be
trokkene een teergevoelig mens is, niet
moeilijk hem ziek te maken. De psycho
somatiek is wel een moderne weten
schap, maar de verschijnselen zijn zeer
oud.
Wie zulke notulen leest, staat ver
baasd over het feit, dat er vandaag nog
een kerk bestaat. Het feit der kerk
alleen al, is een regelrecht wonder
Maar wat zal het nageslacht over 80
jaren over ons oordelen
Toen de synode uitvoerig zo de
arbeid der professoren besprak (berod-
delde - en de één opmerkte dat de
Cock ,,de dogmatiek niet flink behan
delde" en zijn studenten niet op de
hoogte hield en de ander van mening
was, dat Noortzij, ofschoon ontegen
zeggelijk de krachtigste persoonlijkheid,
..voorliefde inboezemde voor de be
studering der critische theologie" -
werd ook nog een ander geluid in de
vergadering vernomen. Iemand stelde
de vraag, of misschien ook nog andere
oorzaken te noemen waren voor de
minder goede examens, die de studenten
aflegden.
Hij sprak letterlijk: „de studenten
studeren niet genoeg. Zij houden zich
teveel met belletrie bezig. Het studie
leven wordt van hen te luchtig op
genomen".
Een ander doet in deze zak de vol
gende duit:
,,Er heerst gebrek aan discipline. Men
jaagt naar het genot en verspilt zijn
tijd".
Ik vraag me af, of de studenten wel
licht aangeraakt waren door de literaire
beweging, die men de „beweging derx
tachtigers" noemt.
In ieder geval werd in 1882 steen en
been geklaagd over de „jeugd van te
genwoordig".
En dan te bedenken, dat dit nog het
„groene hout" was. In die tijd studeer
den te Kampen om een paar namen te
noemen de latere Ds. Landwehr van
Rotterdam (wiens catechisatie-boekjes
tientallen jaren door honderden kerken
gebruikt zijn geworden) Ds. Breukelaar
van Zaandam, Ds. Gunst van Woerden,
Ds. Tazelaar van Weesp, Ds. de Geus
van Lemmer enz. enz.
Het is toch blijkbaar nog wat mee
gevallen met die studenten, waarover
geklaagd moest worden, dat ze na de
verspilde jaren de „op de examina ge-
eiste kennis er in pompten, maar de
wetenschap niet innerlijk verwerkt
hadden".
Een der synodeleden zegt, dat „het
examen en niet de wetenschap motief
der studie geworden is". Een ander
vreest, „dat Kampen te veel gebruikt
wordt als inrichting van educatie".
Wat hiermee bedoeld is, is me niet
helemaal duidelijk. Geheel duidelijk is
de opmerking dat er „in de prediking
der studenten, noch geest, noch praktijk
zit".
In de vergadering der synode en in
het college der curatoren zat wél geest.
Alleen maar weinig Heilige Geest
En er zat ook heel wat praktijk in.
Om zich van een niet meer gewenst
man te ontdoen, beschikt men over een
voldoende dosis practische handigheid.
De rechtspositie van onderwijskrachten
is tegenwoordig gelukkig heel wat
solider dan in vroeger dagen bij de
kerk.
Even zo vrolijk sloot een zekere br.
Branderhorst de zitting met dankzeg
ging. Toch waren het allemaal vrome
mannen, die synodeleden. Maar het
waren ook grote zondaren. En ik kan
me best voorstellen, dat de Roomse
kerk op het idee van een vagevuur ge
komen is.
Tenslotte geloof ik niet, dat scriba's
er verstandig aan doen met alles wat er
op een vergadering gezegd wordt (en
zeker niet in comité-vergaderingen) voor
het nageslacht vast te leggen.
A. D.
Waar het nu dus eigenlijk om gaat is
dit: deze bedrijfsvorm heeft zich enorm
ontwikkeld in de laatste 20 jaren.
Momenteel geeft dat in Nederland
millioenen overnachtingen. In West
Zeeuws-Vlaanderen groeit dat bijv.
boven de millioen uit. Er is bij ons zelfs
één camping - om een voorbeeld te
noemen - die van 1966-1968 van 46.000
tot 72.000 overnachtingen klom. Bres-
kens is een dorp van 4000 inwoners
met 5 kerken en 400 kerkgangers
per zondag, een vraag apart. Dit jaar
waren er weken dat er boven de 4000
inwoners 6500 vacantiegangers waren.
U begrijpt dat heel de levensgewoonte,
heel de levenswijze van een dorp daar
door verandert.
Er dringt zich een levenspatroon op
dat oorspronkelijk in een dorp niet be
kend was met dus andere zeden en ge
woonten. Wie de etherleergang van de
N.C.R.V. beluistert heeft Ds. H.
Strating onlangs daarover kunnen
horen. Trouwens heel het levenspatroon
van een dorp is veranderd, ook in het
agrarische bedrijf door de modernise
ring, door de oprukkende industrie,
pendelen enz. Zo kunt U de recreatie
een aparte toeristenindustrie noemen.
U begrijpt dat alle beheerders, ook
die van de hotels, met die snelle groei
niet meer in staat waren voor de ont
spanning te zorgen. Men was al blij dat
het een beetje georganiseerd liep. Toen
kwam de taak voor de kerk en de
kerken zijn het gaan inzien.
W. J. Musch.
(Wordt vervolgd.)
CLASSIS MIDDELBURG DER
GEREFORMEERDE KERKEN
Vergadering van de Classis Middel
burg der Gereformeerde Kerken in
Nederland D.V. 10 februari 1969,
's avonds half acht, in de Getuigenis-
kerk, Adriaen Lauwereijszstraat, Mid
delburg.
Voor de classis,
G. S. Oegema, Scriba.
Persverslag van de voortgezette ver
gadering van de classis Zierikzee
op woensdag 18 december 1968, in
één der gebouwen van de Gerefor
meerde Kerk te Zierikzee.
De praeses, Dr. J. H. Becker, opent de
vergadering en laat zingen gezang 94.
Daarna leest hij Efeze 4:11-13 en gaat
voor in gebed.
Alle kerken worden welkom geheten. In
het bijzonder worden verwelkomd depu-
taten art. 53, die in verband met een
examen ter vergadering zijn en kandidaat
Put, die op deze vergadering peremptoir
examen zal afleggen.
Moderamen: Het moderamen blijft, om
dat dit een voortgezette vergadering is,
ongewijzigd. Praeses is: Dr. J. H. Becker;
scriba: Ds. J. Keizer; assessor: Ds. D.
Jansma en actuarius: br. J. M. de Waal.
Appèl nominaal: De kerken van Ooster-
land, Nieuwerkerk, Scharendijke en Zie
rikzee zijn niet geheel door dezelfde af
gevaardigden vertegenwoordigd. De broe
ders, die voor het eerst op deze vergade
ring zijn, tekenen de presentielijst.
Door de kerk van Brouwershaven
worden de stukken nagezien van kandidaat
Put. Deze worden in orde bevonden.
Deputaten art. 53 hebben, nadat zij de
stukken hebben nagezien, nog één vraag
en als deze door kandidaat Put is beant
woord, wordt overgegaan tot het examen.
Eerst volgt dan het preekvoorstel naar
aanleiding van 1 Koningen 19: 1-18. Noch
bij de classis, noch bij deputaten is er be
zwaar om het examen voortgang te doen
vinden, waarna kandidaat Put geëxami
neerd wordt in verschillende vakken.
Enige tijd wordt dan weer in comité
vergaderd en er blijkt bij niemand be
zwaar te zijn om kandidaat Put toe te
laten tot de dienst des Woords en de be
diening van de sacramenten.
De praeses deelt dit aan kandidaat Put
mede en feliciteert hem namens de classis
van harte. Namens deputaten wordt het
woord gevoerd door Ds. Jansen en ook hij
biedt gelukwensen aan.
Staande wordt dan kandidaat Put toe
gezongen gezang 52 gew., waarna kandi
daat Put de classis en deputaten hartelijk
dank zegt. Hij spreekt zijn blijdschap uit
over het feit, dat nu zijn studie bekroning
mocht vinden.
De deputaten art. 53 nemen nu, na door
de praeses hartelijk bedankt te zijn, af
scheid van de vergadering.
Rapporten en benoemingen: Als deputaat
art. 53 wordt in de plaats van Ds. Wentsel
benoemd: Dr. J. H. Becker van Nieuwer
kerk. Ds. J. Keizer wordt benoemd als
secundus. Beide predikanten nemen deze
benoeming aan.
De volgende vergadering wordt vast
gesteld op woensdag 22 januari 1939.
Nadat de assessor is voorgegaan in
dankzegging wordt de vergadering door
de praeses gesloten.
In opdracht der classis,
Ds. D. Jansma, assessor.
NIEUWERKERK (EN DUIVELAND)
1Mogen we de draad weer eens op
nemen, in het nieuwe jaar? God zegene
en stelle ten zegen in 1969, de kerken
in Zeeland en alom.
2. Kort overzicht over 1968. Hoewel er
niet minder dan 9 kinderen werden ge
doopt en een enkel gezin inkwam, en
enkelen ook óverkwamen, is toch de
gemeente gedaald van 279 tot 274, op
31 dec. 1968. Personen vertrokken, ge
zinnen vertrokken en ons ontvielen onze
oud_e zr. de Bil-Hoogerland. En - on
vergetelijk' ook zal voor ons (hoeveel
te meer voor de liefhebbenden) blijven
die 2de en die 15de maart, toen ons
ontvielen onze jonge zr. J. Flikweert-
Dalebout en haar man Henk Flikweert.
God geve bij de voortduur sterkende
genade aan de familie en aan de drie
jonge weeskinderen. Gelukkig zijn ze
elk in een gezin (familie) liefderijk op
genomen.
3. De classis. De vorige keer schreef ik
er ook over. Ik zet het nu nog even
voort. Br. Jansma werd Ds. Jansma.
Hoera Gode zij lof, en Hij zegene zijn
weg. Ook de weg van Ds. Wentsel, die
met 1 januari ophield, maar wèl nog
voortgaat en ons tot veel nut is. Ook
de weg van Ds. Keizer. En van kand.
Put, die Ds. werd te Scharendijke (op
5 januari). En van br. v. d. Kooy,
kand., die op 22 januari per. ex. doet
(beroepen te Haamstede).
Naar die vergadering van 22 januari
zijn afgevaardigd, van Nieuwerkerk,
met de predikant: br. L. M. Steketee en
br. J. A. Schiettekatte.
4. Ingekomen van de kerk van Brouwers
haven: br. en zr. van Sluis-Jonker, met
hun 3 kinderen: Joka, Peter en Marco.
Hartelijk welkom in onze gemeente,
hoewel reeds lang in ons midden be
kend.
5. H. Avondmaal. Wij hopen dit te vieren
a.s. zondag 26 januari. Mogen deze
dagen van voorbereiding toch staan in
het teken van: „laten wij toch
(brief aan de Hebreeën). Laten wij
toch ernst maken met de wandel in
geloof, in de hoop, in de liefde. Bidden
we om een zegen.
6. Ontvangen giften: 25.(voor de
kerk); ƒ5.(voor de vrouwenver
eniging). Hartelijk dank. Ook die laat
ste is leuk, komt niet zo veel voor
7. Zieken. Wij dragen ze den Here op.
Met een deputatie van de kerkeraad
van Bruinisse, mochten we een bezoek
brengen aan zr. Müller-Jumelet, in het
Bethel ziekenhuis te Delft. God geve
haar verder herstel. We groeten ook
hen die oud zijn, of eenzaam. Br. Wes-
dorp, uit Bruinisse ging naar ,.de
Kruuze", Venraay, (kerkelijk Geref.
Kerk Venlo)
8. In militaire dienst ging Stoffel bij de
Vaate (Bruinisse) n.l. naar Amersfoort,
artillerie, Pr. W. III Kazerne. God ga
met jou en jij met Hem. En tracht met
Gods hulp er het beste van te maken
9. Christelijke roeping op politiek gebied.
Denkt u daaraan, mensen in Duiveland,
want er komt D.V. een vergadering op
vrijdag 7 februari (en niet op 3 febru
ari). Spreker: de heer R. Zijlstra. Oos-
terland. Plaats: zaal Geref. Kerk, Nieu
werkerk.
Nieuwerkerk
Dr. J. H. Becker.
Wij bidden voor allen, die werkzaam
zijn bij het gevangenis-wezen en de
psychopaten-zorg.
Achter de muur van deze inrichtingen
is een zee van leed, verdriet en teleur
stelling. Het werken met deze (vaak
nog jonge) mensen is erg moeilijk,
daarvoor is veel tact nodig. Laten we
deze stille werkers niet vergeten.
We bidden voor het
Vroüwenzendingsthuisfront.
Het werk van het VZT heeft zich
in de loop der jaren steeds uitgebreid.
Veel en zegenrijk is het werk geweest,
dat vele actieve dames op het thuisfront
voor de zending hebben gedaan. Het
Werk gaat zich nu in ook richten op
verdieping van de contacten overzee en
in ons land. De a.s. vacature-mej.
Goemaat, de secretaresse-buitenland,
moet worden vervuld. Laten we bidden
om een opvolgster, die verdere ver
dieping van het werk mede kan
stimuleren.
mocht hij verkopen om zijn kinderen
naar school te kunnen sturen. Eén
banaan moest aan God worden terug
gegeven. Die banaan moest dienen om
God te danken voor de overige negen.
Die man dacht: Waarom moet ik eigen
lijk die banaan aan God teruggeven?
Daarom at hij hem op. En toen gaf hij
de schillen aan God."
Wat is uw bijdrage voor de zending?
Vele mensen geven vrijwillig een
rijksdaalder per jaar. Sommigen zeggen:
wij doen het wel in de kollekte. Maar
vaak is het zo moeilijk te merken in de
kollekte. Wist u, dat van elke gulden
die voor kerkelijk werk in de ruimste zin
van het woord wordt gegeven, slechts
zeven cent voor de zending bestemd is?
Wilt u bij het vaststellen van uw bij
drage voor de zending voor 1969 eens
denken aan die banaan? Wat doet u
met die ene banaan die voor God is
overgebleven?
Dit artikel en vele andere vindt u in
het januarinummer van het Zendings
blad.
THEOLOGISCHE HOGESCHOOL Algemeen Diakonaal Bureau
Oudestraat 6, Kampen, Tel. 05292-4934
Voor bezitters van het gymnasium-,
H.B.S.-, H.T.S.- of Kweekschooldiplo
ma wordt een Voorlichtingsdag over
de theologische studie gehouden op
zaterdag 8 februari a.s. in het gebouw
der Hogeschool. Aanvang 10.30 uur.
Reiskosten worden vergoed. Opgave
voor deelname te zenden aan het bureau
der Hogeschool, Oudestraat 6 te Kam
pen.
RAPPORT KERK EN JEUGD
Het op de laatstgehouden synode
behandelde rapport van de deputaten
voor „Kerk en Jeugd", dat vorige maand
in enigszins omgewerkte vorm aan alle
kerkeraden werd toegezonden, is nu
verkrijgbaar gesteld.
Het rapport kan besteld worden door
overmaking van ƒ1.— op postgiro
513153 van het Algemeen Kerkelijk
Bureau te Utrecht, onder vermelding:
bestelling rapport Kerk en Jeugd '68.
EEN BANAAN VOOR GOD
„Er was eens een arm man, die niets
bezat. God gaf hem een tros bananen.
Drie bananen waren om op te eten.
Vier mocht hij verkopen voor de aan
schaf van huisraad en kleren. Twee
In de sector Stille Hulp hebben depu
taten voor de algemeen diakonale arbeid
een bijdrage van 77.000,— gegeven
voor de aanschaf van winterkleding.
Voorts een bedrag van 30.000,—
voor de aankoop van medicijnen voor
vluchtelingen.
Toezegging werd gedaan van een bij
drage van 50.000,— in de bouwkosten
van een meisjeshuis te Rennies Mill
Hong Kong.
Voor de aanschaf van een ambulance
auto voor het Leger des Heils te Congo-
Brazzaville werd 17.000,— beschik
baar gesteld.
Beroepen: te Ridderkerk, K. Ubels te
Drachten; te Broeksterwoude,
Schoonoord, Witmarsum c.a. (Fr.),
Scharnegoutum, Grijpskerke (Zld.),
Tholen, Zuid - Beijerland - Klaaswaal,
kand. W. A. v. d. Berg te Sassenheim,
die geen verdere beroepen in over
weging kan nemen.
Aangenomen: naar Westervoort-Ze-
venaar, J. J. van Nijen te Lemele-
Lemelerveld.
Beroepbaarstelling: kand. L. J. G.
IJkel, Waverstraat 58 te Amsterdam.
FEUILLETON
door
HERMAN DE MUINCK
53)
Het was eerst na kerstmis, dat er een brief voor
Lucie uit Utrecht was. Even aarzelde Gabrielle,
legde de brief terug, maar pakte die weer op en
liep er mee weg. Op haar kamer wierp zij het
schrijven, zonder het geopend te hebben, in het
vuur. Alleen het adres in Utrecht, dat achter op
het couvert stond, noteerde zij.
Er verliepen enkele weken. Toen was er bij de
uitgaande post een brief van Lucie aan hem. Die
zou Utrecht nooit bereiken...
Haar aanvankelijke bezwaren waren wegge
nomen, nu zij al twee maal een brief had onder
schept.
Nadien, met wel vier, vijf weken er tussen,
kwamen er nog twee brieven uit Utrecht. En toen
was het afgelopen. Lucie schreef blijkbaar niet
meer.
HOOFDSTUK XXII.
't Was vinnig koud. Een scherpe oostenwind
had de wateren gestold en op de stadsgrachten van
Zeestad werd druk gereden.
Even buiten de Nagelpoort, aan de weg naar
Schouwenburg waren enkele niet al te grote land
huizen gebouwd, in één waarvan Van Stralen waS
gaan wonen, toen hij eenmaal mededirecteur van
het bedrijf Van Adrigem n.v. geworden was.
't Was ruim half zes, toen hij zijn wagentje dé
garage inreed en huiverend zijn huiskamer binnen
kwam, waar een behagelijke warmte heerste.
„En?" vroeg zijn vrouw na de begroeting. „Is het
meegevallen?"
„Kind, hou er over op. Me dunkt, dat alle
praatjes en geruchten wel zowat juist zijn. Eerlijk
gezegd, heb ik er niet aan getwijfeld. Maar het was
nog erger dan ik mij had voorgesteld."
„Lieve help. Erger kon het haast niet."
In september was de nieuwe mevrouw Van
Adrigem op „Hondemastate" gearriveerd en nu,
half januari, was zij, gehuld in een zware bont
mantel, naar de zaak gekomen, om die eens te
bezichtigen.
„Nu ja, ik heb een hand van haar gekregen en
we hebben enkele woorden gewisseld. Mijnheer
(hij sprak nog steeds van „mijnheer", hoewel ze
tenslotte beide directeuren waren) probeerde haar
nog tot wat jovialiteit te krijgen, maar het lukte
hem niet. Zij bleef verwaand en uit de hoogte.
Niemand van het kantoorpersoneel kreeg een hand,
alleen een genadig knikje. Met de rondleiding in
de fabriek had ik Schaveling belast. Nu, die heeft
mij later ook een boekje opengedaan! 't Was, of
er alleen een paar machines stonden. Het personeel
werd met geen blik verwaardigd. En dan, Mies,
moeten we er overmorgen heen."
„Waarheen?"
„Naar „Hondemastate". Donderdagavond. Bij
het afscheid nodigde „mijnheer" ons allebei uit. Of
zij het goed vond, kan ik niet beoordelen. Zij zei
er geen woord over. In elk geval, we zijn genodigd
en ik kon natuurlijk niet weigeren.
Neen, jongen, ik begrijp het. Maar zin heb ik
er niet in."
„Ik dan zeker! Ik beklaag „mijnheer". Ik snap
hem ook niet. Hij heeft de zaak opgebouwd
enfin, je weet er alles van met een verbazing
wekkende doortastenheid. Zakenman eerste klas.
Spijkerhard, maar rechtvaardig tot en met. Een
integer man, die precies wist, wat hij wilde. En,
ik kan het niet anders zeggen, zo'n man laat zich
in de luren leggen door die vrouw. Hij lijkt wel haar
„slaaf". Iemand moest hem eens geducht de waar
heid zeggen. Misschien zou dat helpen. Maar tja,
wie durft dat? En dan heb ik vernomen..."
„Hoor eens, Kees. We gaan eerst eten. Als je
dan nog meer op je lever hebt, hoor ik dat
vanavond wel. De kinderen hebben trek in eten."
„Meid, ik ben er vol van. 't Is toch een zielig
geval. Maar je hebt gelijk. Eerst eten."
Inderdaad was hij er „vol van". Want al heel
spoedig vertelde hij verder, toen het maal ge
nuttigd was.
,,'k Heb vanmiddag, 'k was er voor de zaak,
gepraat met notaris Verwey, die zeer mede
deelzaam was. Hij vroeg mijn mening. Het bleek me
wel, dat hij ook ongerust is en de houding van
„mijnheer" hem raadselachtig voorkomt. Hij ver
telde mij, dat de nieuwe mevrouw oorspronkelijk
uit Driebergen komt."
„Uit Driebergen? Maar schrijf dan Frits eens
en informeer eens, uit welk milieu dat mens komt.
Als ambtenaar op de secretarie kan hij dat wel
uitzoeken..."
„Och, waarom zal ik mijn broer hierover lastig
vallen? De zaak ligt nu eenmaal zo. Ik voor mij ben
er bijna van overtuigd, dat zij uit een gewoon of
minder gewoon milieu komt. Dat geeft niets. Voor
mijn part was haar vader een heel gewoon
mannetje, dat nauwelijks zijn brood kon verdienen.
Hij is er mij niets minder om. Maar als dat waar
is, behoeft die dochter zich niet zo aan te stellen
en zo verwaand te zijn. Maar ja, je weet het, hé:
als niet komt tot iet, dan kent iet zichzelve niet."
„Ik zou toch eens aan Frits schrijven. Hij zit in
Driebergen dicht bij het vuur."
Hij haalde de schouders op.
„Zal ik het dan doen? Of heb je er bezwaar
tegen?"
„Bezwaar, bezwaar, och neen. Maar wat schieten
we er mee op? We kunnen er toch niets aan doen.
„Mijnheer" heeft zichzelf in de nesten gewerkt
en zeg hem dat nu eens! Nog eens: dat durft
niemand. Misschien notaris Verwey, maar dan
moet er toch een aanleiding voor zijn. Die kan toch
ook niet a bout portant er over gaan praten."
Mevrouw Van Stralen nam zich voor, naar
Driebergen te schrijven. „Hoe heet zij? Of weet je
dat niet?"
„Ja zeker. Eh... hoe is het ook weer? O ja,
Haagmans is haar eigen achternaam. Wilde je
schrijven O, die vrouwelijke nieuwsgierigheid".
„Ik zou wel eens willen weten, of je vermoeden
juist is?"
(Wordt vervolgd).