Officiële berichten KARISIMBI Vormingswerk in het Evangelisatiecentrum „H O ND EM A STA TE" zij allen een .macht" op het hoofd had den, ging de president bidden. Maar het eigenaardige is, dat wat in de bijbelse gedachtewereld gold voor de vrouwen, toen ook voor de heren der schepping gold. Vrouwen moesten hun onderdanigheid tonen o.a. tegenover mannen, door zich gedekt te houden. Maar mannen toon den eveneens hun onderdanigheid en eerbied door iets op te zetten. Dus net andersom dan bij ons tegen woordig In de tijd rondom het Nieuwe Testament, moest men bij het naderen van een meerdere het hoofd dekken. Toen werd tegen de kinderen gezegd: denk er om hoor, als je mijnheer die of die tegenkomt, dat je dan je pet opzet. Omdat de omgangsvormen volkomen anders zijn geworden, en het hebben van een macht op het hoofd nu geen teken meer is van eerbied juist het tegendeel is het nonsens zich te be roepen op de Paulinische omgangsma nieren. Paulus' vermaan tot nederigheid blijft actueel. Maar de manier, waarop wij tegenwoordig onze eerbied uiten is een heel andere. Er zijn plaatsen en omstandigheden, waar bijzondere eerbied van ons ge vraagd wordt. B.v. in de kerk. Hoe uiten we daar die eerbied Een man, door zijn hoed af te zetten. Maar een vrouw Wat doen we als we bij iemand op bezoek gaan. En als wij gasten ont vangen Wij ontdoen ons van mantel en jas en van onze hoeden. Als wij vrienden aan tafel nodigen tot een feestmaaltijd, nemen zij daar zeker niet plaats met hun jassen en mantels aan. Waarom doen we dat in de kerk wel Omdat de ker ken vroeger niet of slecht verwarmd waren. En omdat er geen gelegenheid is je goed op te hangen. Die is er wèl in een trein of in een stationswachtkamer of in een restaurant. En in ieder gewoon huis. Overal waar je bij iemand thuis komt en ontvangen wordt, ontdoe je je van je buitenkleren: jas en hoed. Zijn wij in de kerk dan niet thuis Zijn wij daar niet bij Iemand thuis Ik vind het on eerbiedig, ook voor vrouwen, om in de kerk hoeden op te houden. Gelukkig begint er iets te veranderen en worden er in sommige kerken garderobes aan gebracht. Het besef dringt door, dat je in de kerk binnenshuis bent en niet op de markt. Een tijdlang gold het voor heel erg deftig, als dames bij bezoek hun hoed ophielden. Zo heeft het hospitium van de V.U. (studententehuis) eens een directrice gehad, die aan het diner verscheen met haar hoed op. Dit snobisme hebben de studenten haar spoedig afgeleerd door eveneens met een hoed op hun hoofd aan tafel plaats te nemen. Trouwens, mannenhoeden zijn heel anders dan dameshoeden. Ze stellen heel wat anders voor. En zijn ook veel soepeler. Ze voegen zich gewilliger naar de persoonlijkheid van de drager. Da meshoeden blijven meestal vreemde ele menten. Het geldt dan ook alleen maar van de herenhoeden, wat Prof. Dr. J. H. v. d. Berg, (de man van metabletica) schreef in zijn ,,De psychologie van het ziek bed": ,,Nog persoonlijker wordt dit kle dingstuk, wanneer de eerste nieuwheid er af is. De hoed krijgt deuken en vou wen, de rand krijgt een draai en een slag, alles even zoveel signaturen van de drager en zijn greep op de dingen, zijn wijze van leven. Er zijn continu huilende hoeden, fiere hoeden, uitdagende hoe den, sombere hoeden, gepijnigde hoeden". A. D. KORT VERSLAG van de classisvergadering Zierikzee op 11 september 1968 Praeses ds. B. Wentsel (in juni 80 jaar geworden! Dr. Becker wijdde er nog enige hartelijke woorden aan) feli citeert in zijn openingswoord m.n. ds. Scholing met herstel na vrij langdurige ziekte en dankt hem i.v.m. verleend emeritaat voor het vele door hem ge dane werk op classicaal en provinciaal terrein en wenst hem en zijn vrouw nog enige goede tijd in Hogeveen toe. De classis zal bij het afscheid op 22 sept. vertegenwoordigd zijn. Wegens het vertrek van ds. Scholing zal br. Jansma tijdelijk de catechisaties in Scharendijke en Haamstede voor zijn rekening nemen, terwijl ds. Nawijn consulent van Haamstede wordt. Het praeparatoir examen van br. D. Jans- mja wordt vastgesteld op woensdag 2 oktober om 19.00 uur te Zierikzee, tij dens een voortgezette classicale ver gadering. Naast een preekvoorstel zul len aan de orde komen: exegese O.T. en N.T. en dogmatiek. Uitvoerig wordt gesproken over de instructie voor een predikant in het recreatiewerk. Bruinisse en Haamstede zullen zich gezamenlijk nader over de inhoud daarvan beraden. Ds. Scholing rapporteert over kerkvisitatie, gehou den te Brouwershaven en Bruinisse. Bij de rondvraag naar art. 48 K.O. wordt het preekconsent van br. Blok land met een jaar verlengd. Bruinisse vraagt i.v.m. het 100-jarig bestaan van de Geref. kerk op 13 november om af vaardiging van de classis. Ds. Scholing memoreert in zijn af scheidswoord dankbaar veler mede leven tijdens zijn ziekte, dankt voor vriendschap en vertrouwen en wenst de kerken in de classis Gods zegen toe voor de komende jaren. Dr. Becker gaat voor in dank aan God. Voor de classis: J. H. NAWIJN, ass. ■IWIIffliromill ■■IIIWII BB Voor leiding en hoofdleiding van bejaardensociëteiten die uitsluitend of grotendeels onkerkelijke leden hebben, wordt er een gespreksdag gehouden op dinsdag 12 november van 10.15 tot 17.15 uur. Mejufrouw Van Egmond houdt een causerie over: ,.De positie van de be jaarde in de hedendaagse maatschap pij" (over punten als: woning, bejaar dentehuis, financiële zekerheden, aan zien, grootouderschap, nieuwe kennis senkring). Door middel van interviews zullen de deelnemers elkaar inlichten over de verkondiging op hun sociëteit. De leiding berust bij ds. H. H. Gros heide. Deelnemersprijs (inclusief warme maaltijd en lunchpakket (bedraagt 9,50. Jonge leiders en leidsters van zon dagsscholen en -clubs zijn welkom op het weekend 19/20 oktober in het evan gelisatiecentrum. Onder leiding van mejuffrouw T. >VTP VAN DE XVI Bij al het werk, dat door de Presby teriaanse Kerk in Rwanda gedaan wordt, is de centrale vraag: hoe rust al dit werk geestelijk in de Gemeenten hoe wordt het door de christenen zelf gedragen Het is een nogal hachelijke zaak, daar over te schrijven. Zoals in elke Kerk ter wereld staan daarin de positieve en de negatieve dingen vlak naast elkaar. En terwijl men erover denkt of schrijft, komt men er gemakke lijk toe, dit geestelijk leven van de Kerk vanaf een afstand te beoordelen en er dus eigenlijk over te oordelen. Vooral als zendingsarbeider vervalt men daar al heel gemakkelijk toe: en het vergt dan ook een voortdurende zelfcorrectie om het zover niet te laten komen. Zo er gens, dan moet hier blijken, dat er niet is: aan de ene kant de Kerk, die dan natuurlijk nog zo zwak is en daar tegen over de zendingsarbeider (en de Zen ding), die dan even natuurlijk zo sterk is. Vandaar is het maar een kleine stap naar de zendingsarbeider, die vanuit zijn eigen en bewuste geestelijke kracht zich neerbuigt over de ach nog zo zwakke Kerk om enige geestelijke bij stand te verlenen. We hebben hier dan wel een volstrekte caricatuur van wat „zendingsa'rbeid" is en hoort te zijn. Het is veeleer zo, dat er de Kerk is, waarin naast vele anderen o.a. ook zen van Harten zal men bezig zijn met: het leiden van een clubuur op zondag. De deelnemersprijs is 16,50 per persoon. Voor hoofdleiding van de zondags scholen en -clubs, welke leiding ver antwoording draagt voor het plaatse lijk zondagclubwerk of een deel ervan, wordt een bijeenkomst gehouden op vrijdag/zaterdag 1/2 november. Deelnemersprijs hiervoor bedraagt ƒ15,00. Voor het programma van beide weekends verwijzen we u naar de mededelingen in .,De Herdersfluit" en „Weerklank". Leidsters en leiders in het week- clubwerk kunnen terecht in het evan gelisatiecentrum op zaterdag/zondag 16/17 november (van zaterdag 15.00 tot zondag 21.00 uur). Leiding heeft mejuffrouw G. Tel. Medewerking van anderen. Deelnemersprijs: 16,50 per persoon. Mededelingen over het programma vindt u in „Positief" en „Weerklank". Voor alle genoemde bijeenkomsten' kunt u intekenen bij het Evangelisatie centrum, Postbus 71, Baarn. Giro 52 53 10. Intekening per giro moet u ruim een week tevoren verzenden! dingsarbeiders werken. De geestelijke kracht of zwakheid van de Kerk is tege lijk de kracht en zwakheid van de zen dingsarbeider. We kunnen nog een stap verder gaan en zeggen: de kracht en zwakheid van de Kerk is tegelijk de kracht en zwakheid van de Zending. Anders gezegd: Kerk en Zending vallen samen. Het is dan ook feitelijk onjuist om te spreken b.v. over de Gerefor meerde Zending in Rwanda. Er is geen Gereformeerde Zending in Rwanda. Er is de Presbyteriaanse Kerk in Rwanda. En de Gereformeerde Kerken werken met deze Kerk samen in de op dracht, die door de Heer aan deze Kerk is gegeven. De Kerk in Rwanda is het, die de strategie uitmaakt en dat in over eenstemming met haar eigen geestelijke structuur. Een zendingsarbeider of een „Zending" die daar buiten gaat, ver staat zijn taak niet. Het is van uitermate groot belang zich dit terdege bewust te zijn bij allerlei werk, dat door de Kerk gedaan wordt. Het is nu eenmaal zo. dat voor dit werk nog een groot aantal zendingsarbeiders is ingeschakeld, die daarbij vaak leiding gevende taken hebben. Ze zullen zich bij dit leiding geven er steeds van be wust dienen te zijn, dat zij zelf weer ge leid worden door de Kerk en de officiële kerkelijke organen. En dit geldt ook van de Kerken, die hen hebben uitgezonden. Hun tempo moet gesynchroniseerd zijn met het tempo van de Kerk. Dat is een van de voorwaarden, dat dit werk door de plaatselijke Gemeenten en de chris tenen worden gedragen. Het moet niet alleen in formele zin werk van de Kerk zijn: maar men moet het ook als eigen kerkelijk werk voelen, waarbij men zelf betrokken is. Daarin ligt al een heel FEUILLETON door HERMAN DE MUINCK 40) Maar na een half uur vond zij toch even de ge legenheid, de lange, lange brief uit Parijs te lezen. De inhoud zou altijd te vroeg gekomen zijn... Want het epistel luidde: Liefste Lucie. Zoals je ziet ben ik weer terug in Parijs, op weg naar huis, al zal dat nog een week of zes duren. Over Noord-Afrika heb ik je geschreven. En ook iets van Zuid-Frankrijk. Wat betreft Parijs, ik hoop later er nog eens met jou heen te gaan. Dat blijft toch altijd een fantastische stad, met een eigen sfeer. Je hebt al gezien, dat dit een lange brief is ge worden. Ik heb een verrassing voor je, waaraan je even zult moeten wennen. Ik heb, toen ik voor de eerste maal in Menton was, kennis gemaakt met madame de weduwe Dumourez. We hebben besloten, begin september hier in Parijs in het huwelijk te treden. De datum is nog niet vastgesteld. Die hangt af van het tijdstip, waarop de benodigde papieren hier kunnen zijn. Je zult er wel van opkijken, dat je een tweede moeder krijgt. Ja, ik ben er wel zeker van, dat deze gedachte even pijnlijk voor je zal zijn. Maar ik hoop vurig dat je niet denkt, dat ik onze lieve dode ver geten ben. Mevrouw Dumourez kan dat ook wel begrijpen. Tenslotte is zij ook weduwe. Geloof mij, het is zowel voor jou als voor mij. dat ik tot deze stap besloten heb. Ik weet, dat je aan mij heel weinig zoudt hebben, als ik alleen zou terugkomen. Want, aangezien mijn gezondheidstoestand heel goed is, ik gevoel mij zo fit als wat, zou ik mij weer in de zaken storten en jij zou als een eenzame op ..Hondemastate" verblijven. Ik voelde, dat dit niet ging. Je moet gezelschap hebben van een lieve, ontwikkelde vrouw, die ook jou leiding kan geven. Nu, mevrouw Dumourez is, evenals je moeder was lief. Anders natuurlijk, want geen twee mensen zijn gelijk. Ook ontwikkeld. Ik twijfel er niet aan, of jullie zullen het met elkaar kunnen vinden. Daar komt nog iets prettigs bij. Mevrouw Dumou rez is niet alleen. Zij brengt een dochter mee. Ga- brielle, die twee jaar ouder is dan jij. En dan is er nog een zoontje, Emil, jammer genoeg wat zwak en iets misvormd, 'k Heb hem verteld, dat hij een goede kameraad aan jou zou hebben. Nog een paar mededelingen. Mevrouw Dumourez is niet een Francaise, al spreekt zij vloeiend Frans. Zij is een puur echte Hollandse. Haar eigen naam is Haagmans en is afkomstig uit het Utrechtse. De heer Dumourez bekleedde een hoge fuctie op een departement in Parijs. Vandaar, dat Agnes, dat is haar voornaam, een flink pensioen geniet, dat nu natuurlijk komt te vervallen. Zij kon behoorlijk leven, royal zelfs. Toch bevredigde de situatie haar niet. Zij wenste te hertrouwen. Ik zal vandaag Janus schrijven en hem opdracht geven, dat alles half september in orde is. Zijn vrouw moet er voor zorgen, dat er 1 september of, zo het niet anders kan, een week later, een keuken meisje en een binnenmeisje zijn zoals verleden jaar. Je nieuwe mama wil het misschien later iets an ders, maar dat zullen we dan wel zien. Het is mis schien, wel goed, dat jij ook naar vrouw Jonker schrijft, om haar instructies te geven. Je bent per saldo in mei nog een weekje op „Hondemastate" geweest. Ik stel er prijs op, dat je uiterlijk eind augustus thuis bent. Dan heb je alle tijd een wakend oog te laten gaan over de voorbereidingen, die getroffen worden, om je aanstaande mama en mij behoorlijk te kunnen ontvangen. Zend spoedig een brief terug. Heus, ik verlang er naar. Het adres van mijn hotel vind je beneden deze brief. Als ik de gelegenheid heb, want mevrouw Dumourez krijgt het druk met inkopen en zo, schrijf ik je aan het eind van deze maand naar Schouwenburg, want dan zal je daar wel zijn. Nu, kind, het beste met je. Ik hoop, dat deze brief je niet in de war brengt, al kan ik mij wel voorstellen, dat hij een verrassing voor je is. Maar ik weet, als je even aan de gedachte gewend bent, dat je mijn beweegredenen zult begrijpen en dat ie je nieuwe mama vriendelijk en lief tegemoet zult treden. Ik weet zeker, dat je haar aardig zult vinden en jullie goed met elkaar kunnen opschie ten. Tot ziens, meisje. Je liefh. vader. Als wezenloos staarde Lucie door het raam, dat op een binnenplaats uitzag. Alles had zij, bij wijze van spreken kunnen vermoeden of verwachten, maar dit... Dan evenwel vermande zij zich. Het werk wacht te. ..Wat zie je bleek, wat heb je? vroeg een collega, toen beiden enkele patiënten geholpen hadden en op de corridor liepen; om naar een andere kamer te gaan. „Och, t gaat wel over. Ik voel me niet erg pret tig." ..Geen zieke kindertjes, hoor", lachte de andr. t Is toch al poot-aan werken, nu er nogal met vakantie zijn." ..Ik voel me niet ziek", antwoordde Lucie. Neen, ze voelde zich niet ziek. Ze was het ook niet. Maar zij kon niet onder woorden brengen, wat haar, na het lezen van de Parijse brief, nu eigenlijk scheelde. ,t Was een soort verdoving. Ze kon er ook niet goed over nadenken. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1968 | | pagina 2