eeuwóe
3£erkhocle
ebeclóverkorlnc)
IN MÉMOR1AM
Gereformeerde Oecumenische Synode in Lunieren
23e JAARGANG No.
19 SEPTEMBER 1968
„Ik worstel
en ontkom"
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND.
Hoofd-RedacteurDr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70.
Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen;
Ds. M. V. J. de Craene, St. LaurensDrs. A. Elshout, Koudekerke
Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Dr. J. H. Becker, NieuwerkerkDrs. M. Beinema, Middelburg
Ds. C. W. de Bruijne, Goes.
Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Abonnementsprijs
4,per halfjaar
bij vooruitbetaling.
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager.
Losse nummers 15 cent.
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Laat Hij hen wachten
Lucas 181-8
Niet alleen de ervaring leert ons, maar ook de Heilige Schrift, dat wij waar
lijk de dingen niet zo maar te bestellen hebben bij God. Het is niet zo, dat wij
maar te bidden hebben om onmiddellijk onze wensen in vervulling te zien gaan.
De Here Jezus heeft zelf tegen zijn discipelen gezegd: „in de wereld zult gij
verdrukking hebben". En toen de gemeente van Jeruzalem voor de gevangen
genomen apostelen Petrus en Jacobus bad, is wèl Petrus, maar niet Jacobus uit
de gevangenis verlost.
Ik denk aan de doorn in Paulus' vlees. Aan de galstenen (of nierstenen)
waardoor Calvijn zo ontzettend veel pijn geleden heeft. Zonder verdovende
middelen of kans op een operatie.
Uit de concentratiekampen is wél de een, maar niet de ander teruggekomen,
dóór wie en vóór wie toch minstens evenveel was gebeden.
Wij luisteren graag naar de verhalen over Dr. Adriani en over zendeling
Eigenbrodt en de wonderen die de Here op hun gebed heeft gedaan in het
heidenland.
Maar daar is ook dat andere verhaal over een zeer plotselinge storm, die op
stak op het Tobameer in Sumatra, waardoor tal van Scheepjes, die op weg
waren naar het eiland Samosir, waar een nieuwe gemeente zou worden ge-
installeerd, vergingen, waarbij vele christenen en zendelingen verdronken. Tot
hoon van de heidenen.
Maar ik hoef waarlijk niet zo ver van huis te gaan.
Daar is een gezin zonder kinderen, dat vruchteloos verlangt naar de ver
vulling van hun liefste wens.
Mogen we nu met een beroep op deze gelijkenis tegen deze mensen zeggen:
„als u maar volhardt in het bidden, dan zult u eens wat zien
U hebt een zieke in huis, met wie het maar niet beteren wil
Of een der uwen moet jaar in jaar uit in een inrichting worden verpleegd.
Bedoelt de Here Jezus dat u hem of haar in elk geval zult kunnen beter
bidden, als u maar gelooft
Nee, het klinkt voor sommigen misschien diep teleurstellend, maar dit zegt
Nee, het klink voor sommigen misschien diep teleurstellend, maar dit zegt
de Here Jezus hier niet.
Nooit moogt u het gebed gebruiken alleen maar om uw zelfzuchtige wens te
verkrijgen. Bidden is geen wapen van ons particuliere koninkrijk maar staat
uitsluitend in dienst van Gods rijk.
Betekent dat dan, dat u uw bidden maar moet staken, als het verlangens
betreft, die u koestert voor uzelf of voor de uwen
Neen, zeker niet
Maar al uw wensen en verlangens moeten worden opgenomen in en uitlopen
op deze grote bede: „Uw koninkrijk kome"
Alle andere dingen zijn gunsten, die u God wel vragen moogt, zekermaar
alleen in het verband van Zijn rijk. En over dat verband beslist Zijn welbehagen.
Al uw vragen van gunsten, zoals gezondheid, voorspoed, werk, woonruimte
enz., moet worden gedragen door dit vertrouwen: „Here U weet, wat ik in Uw
dienst doen moet. En wat ik daarvoor nodig heb".
Wij hebben niet uit te maken, of het onze taak in Gods Rijk is Zijn naam te
belijden door middel van dankbaar genoten voorspoed dan wel door middel
van geduldig gedragen tegenspoed.
Hier hebben wij geen enkel recht van spreken. En als u werkelijk „amen"
zegt, en meent, wat u daarmee zegt, dan haalt u een streep door uw particuliere
verlangens en bidt: „ik reken op U, onze hemelse Vader. U bent mijn deel en
eeuwig goed. En Uw genade is voor mij genoeg".
Maar als u bidt om wat God ons heeft beloofd, dan bidden we om ons recht.
En dan moogt u vasthouden en dan moet u volharden. Het komt er dus op
aan, dat u goed weet, wat God beloofd heeft. Wat is dat
Dat is „ons recht tegenover onze wederpartij, de duivel"
Want die onthoudt ons wederrechtelijk, wat God ons geven wil, namelijk:
de volkomen verlossing, de bevrijding van ziel en lichaam, van mens en natuur
en cultuur, ja van heel 't zuchtende schepsel, dat reikhalzend uitziet naar de
bevrijding van Gods kinderen.
Dat is heel wat meer dan uw genezing, die toch alleen maar tijdelijk baat
brengt en uitstel, geen afstel is van de dood.
God heeft u de definitieve en radicale wederherstelling van alle dingen be
loofd: het nieuwe paradijs.
Nieuwe hemelen en een nieuwe aarde.
Dat is uw recht in Christus.
Dat is voor GOD het voornaamste.
Daarom moet dat ook voor u het voornaamste wezen.
Dat moet de grootste plaats innemen in uw hart. In uw geloofsleven en in
uw gebedsleven. De komst van Gods rijk.
Of dacht u, dat u dit verlangen wel mocht overlaten aan de zielen onder het
altaar, die luid roepen: tot hoelang o, heilige en waarachtige Heerser, doet Gij
ons geen recht tegenover onze tegenpartij(Openb. 6 10).
Al die ziekenhuizen, al die sanatoria, al die krankzinnigengestichten, al die
oude mensen, al die rheumapatiënten, al die achterbuurten, al die concentratie
kampen, al die vluchtelingen, al die melaatsen, al die kerkhoven
Dat is erg.
Niet dat ik ziek ben en oud word en ga sterven is erg. Want ik zal dan
Gods naam nog loven.
Maar al die ellende in de wereld.
Al die kinderen zonder eten.
Al die zieken zonder doktoren.
Al die oorlogen.
Al dat bloed en die tranen.
„O God, doe mij recht en voer mijn rechtsgeding (Psalm 43 1
Met andere woorden: „Kom Here Jezus, ja kom haastig".
A. D.
JERUSALEM
Daar is geen pijn en verdriet
geen afgunst en geen nijd
en angst en armoe zijn er niet
maar altijd vrolijkheid
De negers met hun loftrompet
de joden met hun ster
wie arm is, achterop gezet
de vromen van oudsher
van alle kanten komen zij
de lange lanen door
het is een eindeloze rei
de kinderen gaan voor.
Jeruzalem, mijn vaderhuis
mijn moederstad, wanneer
zal ik u zien Wij zijn op reis
naar U en naar de Heer
Guillaume v. d. Graft
In het kerkelijk jaarboek 1968 staan
weer, zoals gewoonlijk, een aantal ar
tikelen ter gedachtenis van in het vorige
jaar overleden predikanten. Over wijlen
Ds. Richters schreef Ds. H. Wiersinga
o.a.:
Vóór zijn sterven, dat hij lang van te
voren zag naderen, beschreef hij precies
hoe de begrafenis geregeld moest wor
den. De aanwezige kerkelijken en bui
tenkerkelijken werden blijvend ontroerd,
toen zijn vrouw uit zijn laatste wilsbe
schikking voorlas:
,,1. Er is geen enkele reden om over
mij te rouwen, want overlijden betekent
voor mij, opgenomen worden door de
Heer, die ik tijdens mijn leven mócht
dienen. Er is voor een mens niets
mooiers denkbaar, dan bij zijn Heer te
mogen zijn. Dit ideaal heb ik dan be
reikt.
2. Er is ook geen reden om over mij
te roemen. Ik heb hard en stug gewerkt
voor mijn Heer. Het is een stuntelige
poging geweest om iets van mijn dank
baarheid voor de verlossing door Chris
tus te beleven.
Ik heb er aan willen meewerken, dat
zoveel mogelijk andere mensen dit ge
schenk ook zouden krijgen.
Slot
Grote verdeeldheid kwam aan het
licht op de G.O.S. die deze zomer in
Lunteren werd gehouden. Maar men
bleefmet elkaar in gesprek. Alleen al
om de dialoog een kans te geven mag
men niet wensen, dat de G.O.S. zal
.ontploffen". De niet-blanken van
Zuid-Afrika zouden dan de enige plek
op aarde waar zij nog kunnen pleiten
voor recht en gerechtigheid missen.
Daar komt nog bij dat ook in de blanke
'moederkerk lang niet iedereen de me
ning deelt van de leidende figuren als
Dr. J. D. Vorster en Dr. J. S. Gericke,
die in Lunteren de voornaamste sprekers
waren van de blanke Nederduits Ge
reformeerde Kerk. Zij verdedigden prin
cipieel het apartheidsbeleid en zij deden
dat bijzonder hard. Maar toch ook weer
niet zo dat ze volkomen doof bleven
voor wat tegenstanders betoogden. In
elk geval nam Dr. Vorster de synode
uitspraak mee, waarin werd gesteld dat
verschil van ras en cultuur geen reden
mag zijn om een huwelijk te verbieden.
Deze uitspraak druist rechtstreeks in
tegen ,de Zuid-Afrikaanse wetten, die
zo'n huwelijk wel verbieden. Ook heb-
Ik heb niet méér gedaan dan de ga
ven, die God me gegeven heeft, weer
tot Zijn beschikking te stellen en dat
vaak op een gebrekkige manier.
Als er dan geroemd moet worden,
dan moet er geroemd worden in Chris
tus, dat Hij kleine mensen in Zijn grote
werk inschakelt.
3. Er is dus volop reden om God
dankbaar te zijn. Dit moet in alles, wat
er na mijn sterven gebeurt, duidelijk uit
komen."
ben Dr. Vorster en zijn medestanders
tenslotte geen pogingen meer gedaan
om de apartheidspolitiek te verdedigen
met bijbelteksten.
Niettemin: de Nederlandse gerefor
meerde delegatie, waarvan prof. Dr. J.
Verkuyl, Prof. Dr. D. G. Mulder, Dr.
C. Gilhuis en Drs. R. J. van der Veen
de voornaamste woordvoerders waren,
had gaarne concreet willen uitspreken
dat de principes van de Zuid-Afrikaanse
apartheid in tegenspraak zijn met het
christelijk geloof en dat de Zuid-Afri
kaanse kerken hiervan moeten getuigen
t.o.-v. de regering. Maar het ging de Ne
derlanders en de krachtig met hen mee
getuigende Indonesiërs, zoals de gezag
hebbende prof. Dr. Sudarmo uit Dja
karta en zijn jongere mede-gedelegeerde
Ds. R. Budiman en Ds. Sutarno, niet
om een veroordeling van Zuid-Afrika
alleen. Zij spraken ook tegen Neder
land, dat z'n gast-arbeiders en niet-
blanke studenten discrimineert, tegen
Amerika, dat z'n negers armoede laat
lijden, tegen Indonesië, Ceylon en Ni
geria waar minderheden in de bevolking
onrechtvaardig behandeld worden.
Met 16 stemmen voor en 30' stemmen
tegen verwierp de synode het minder
heidsrapport, waarin deze zonden con
creet bij de naam werden genoemd.
Voornaamste motief van de tegenstem
mers was, dat men niet over anderen
wilde oordelen ook niet kon oor
delen omdat men zich onvoldoende ge
ïnformeerd achtte. En dit laatste achtte
men ook van toepassing op Zuid-Afrika.
Na langdurige besprekingen stemde de
synode tenslotte in met een verklaring
opgesteld door ,,drie wijze mannen":
prof. Dr. J. L. Helberg (Zuid-Afrika),
prof. Dr. F. H. Klooster (Ver. Staten)
en prof. Dr. R. Sudarmo (Indonesië)
waarin sterke nadruk wordt gelegd op
de nieuwe eenheid die door Christus
tussen de mensen van welk ras ook ont
staat en waarin rassendiscriminatie en
racisme worden veroordeeld. Een laatste
poging van prof. Dr. Mulder om in dit
verband de apartheidspolitiek met name
te noemen mislukte. De synode oor
deelde dat ieder z'n eigen samenleving
concreet moet toetsen aan de gedane uit
spraken.
Zoals gezegd: het rassenvraagstuk
was niet het enige punt, waarover in de
synode zeer verschillend werd gespro
ken. Ook bij de bespreking van de open
stelling van de kerkelijke ambten voor
vrouwen was dit het geval. Met 25 te
gen 22 stemmen stelde men vast dat de
bijbel duidelijk leert, dat vrouwen geen
predikant of ouderling kunnen zijn. Een
eerder gedane uitspraak om deze zaak
ernstig te bestuderen werd daarmee be
trekkelijk zinloos. Wel stelde de synode
met een kleine meerderheid, dat iedere
kerk voor zich kan bekijken of vrouwen
diaken kunnen worden maar men
maande hierbij aan tot grote voorzichtig
heid.
Voor de Indonesische kerken, die
reeds lang de vrouwen hebben toege
laten tot kerkelijke ambten en voor de
gereformeerden in Nederland, die juist
bezig zijn vrouwen toe te laten, was