eeuwóe 3Cerkbode Iets over Ds W. J. van de Kerk tweeërlei behandeling De onfeilbaarheid van de Paus in hei gedrang Afscheid Ds P. C. DEN HENGST van Grijpskerke 23e JAARGANG No. 6 15 AUGUSTUS 1968 „Ik worstel en ontkom" OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND. Hoofd-Redacteur Dr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70. Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen; Ds. M. V. J. de Craene, St. LaurensDrs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk Drs. M. Beinema, Middelburg Ds. C. W. de Bruijne, Goes. Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Zie, een overste der synagoge kwam tot Hem en viel voor Hem neer. Zie, een vrouw kwam van achteren tot Hem. Mattheüs 9:18, 20. Wat zal die Jaïrus blij zijn geweest, toen de Here Jezus onmiddellijk met hem mee ging. Weliswaar werd de Heer op een tamelijk vrijpostige manier in zijn onderwijs gestoord, maar hij stond toch dadelijk van zijn leer-stoel op om mee te gaan. De bedroefde vader grijpt moed: misschien is er nog iets aan te doen. Terwijl ze zich haasten naar het huis van Jaïrus is er een zieke vrouw, die in de oploop der mensen zogenaamd per ongeluk van achteren het kleed van de Heere Jezus aanraakt. Het wordt haar geluk, want ze geneest meteen. De Here Jezus staat stil, keert zich om, zoekt de genezen vrouw met zijn ogen en begint een gesprek met haar. Wat een oponthoud Geloof maar, dat Jaïrus staat te popelen van ongeduld: Toe nu: loop nu toch door. Die vrouw kan best wel even wachten. Maar nee, de onstuimige Jaïrus moet wachten. Hij was van voren gekomen. Die vrouw van achteren. Hij had openlijk zijn geloof beleden (leg uw hand op haar en zij zal leven). Zij had ongemerkt het kleed van de Heer aangeraakt. Beiden worden deze mensen-in-nood geholpen. Maar de Heer past tweeërlei behandeling toe. Jaïrus moet geduld leren, maar die zieke vrouw, die helemaal geen beslag op de Here Jezus dorst te leggen, wordt naar voren gehaald. Zij moet haar schuchterheid afleren. Terwijl Jaïrus leert op de Heer te wachten wordt die vrouw bemoedigd. Zo worden die twee levensdraden in één bijbelse geschiedenis verbonden. Die vrouw wordt er toe gebracht om moed te g r ij p e n. Jaïrus om moed te houden. leder krijgt van de Heer een aparte behandeling. De goede Herder beschouwt zijn schapen niet als kuddedieren. „CREDO- IN MEMORIAM Ds. S. VAN WOU WE. De auto snort, vakantietijd. De rit lijkt kort, drukte ten spijt. Een dubb'le weg, de vangrail sterk als veil'ge heg volvoert zn werk. ,,0 God, wat doet die truck Twee koplampogen staren mij aan. Zonder meedogen komt hij, zijn weg verlatend, op mij aan: komt gierend naderbij: nu botst hij tegen m aan." ,,0 Heer, waar is Uw schuil plaats, waar Uw hand? Waar zijn Uw engelen, die mij dragen moeten Waarom doet Gij Uw woorden niet gestand?" Maar God deed hem als He noch eens zijn blik ontmoeten. Toen klonk een zachte stem: „We zijn zo dicht bij huis, Uw woning is gereed. Ik breng u veilig thuis. Jan van Westhove. Is de pil de druppel geweest die de emmer deed overlopen, of is de pil het proefballonnetje waardoor de paus zijn rooms-katholieken wil dwingen defini tief zijn onfeilbaarheid te herkennen? De vraag stellen, is nog niet ze be antwoorden. Toch willen we proberen door alles heen hierop 'n antwoord te geven. Allereerst is het duidelijk dat de on feilbaarheid van de paus onder rooms- katholieken, zelfs zonder de encycliek ,,humanae vitae" min of meer 'n vraag teken was geworden. De onfeilbaarheid van de paus hangt volgens vele rooms- katholieken ergens in de lucht. Niet dat men deze onfeilbaarheid niet meer zou aanvaarden, maar wel in deze zin: dat men zich afvraagt of het nog verstandig is de leiding van een kerk in de handen te leggen van een man. Deze vraag is niet nieuw binnen de R.K. kerk, zij heeft haar bestaan te danken aan de nieuwere theologie. Deze theologie ging immers in op de vraag wat het betekende dat de paus moest spreken ,,ex cathedra om leerstellig te spreken. Het eerste Vaticaans concilie heeft immers uitge maakt dat de paus alleen onfeilbaar is wanneer hij wil spreken voor de ganse rooms-katholieke kerk over leer en zeden als onfeilbaar hoofd der rooms- katholieke kerk. Nu valt het natuurlijk op, dat de eerste vraag die gesteld moet worden is: hoe hebben de vorige pausen hun uitspraken bedoeld? Al spoedig werden dan ook de encyclieken be schouwd als zijnde feilbaar. De bedoe ling van zo'n pauselijke zendbrief was, zo zei men, 'n richtlijn te geven voor de tijd waarin hij geschreven werd, noch min, noch meer. Werd zo'n ency cliek door de praktijk weersproken, of werden er nieuwe gezichtspunten in lijn gebracht, dan was zo'n encycliek niets meer dan 'n historisch document. Het tweede Vaticaans concilie, dat men mag beschouwen als 'n uitloper van de nieuwere theologie, streefde er naar enigszins de onfeilbaarheid van de paus in te dammen. Dat dit niet hele maal gelukte, was te danken aan het feit dat Johannes de 23ste nog tijdens het concilie vervangen werd door de diplomaat Paulus de 6de. Deze paus, die van in het begin zich had omringd door conservatieve krachten, streefde naar het volledig herstel van de pause lijke hiërarchie. Dit komt b.v. duidelijk tot uiting in de geschiedenis van de nieuwe rooms-katholieke katechismus. Tot vandaag de dag is deze nog steeds 'n splijtzwam tussen de rooms-katho lieken, ook in Nederland, waar de con- frontatiegroep de nieuwe catechismus nog steeds bestrijdt, tot in Rome toe, terwijl de bisschoppen verplicht zijn hem te verdedigen, in Rome en ver daar buiten. In het najaar van 1966 b.v. werd door de confrontatiegroep niet minder dan zeven dwalingen geconstateerd in de nieuwe catechismus, en deze waren in februari 1968 door n kardinalen commissie al aangevuld met elf nieuwe bezwaren, zodat de nieuwe catechismus 18 grotere dwalingen zou bevatten en 32 kleinere. Dat men niettegenstaande dit alles toch verder ging met 'n Duitse en Engelse vertaling, moet Rome een doorn in het oog geweest zijn. De paus kon, met al zijn gezag en al zijn ge schrijf, o.a. een brief aan kardinaal Alfrink (30 maart 1967) toch niets be reiken en zag zijn gezag afbrokkelen. Heeft dit tenslotte hem naar de pil doen grijpen als naar een middel om zijn onfeilbaar leergezag te demon streren? Dat hij het nodig achtte te on derlijnen dat hij zoveel bijval had ge noten met deze encycilek, en dat hij meende dit zelf te moeten onderlijnen, is 'n veeg teken aan de wand. Een an dere vraag is of hij zijn slag heeft thuis gehaald. In de brief die de bisschoppen van Nederland naar aanleiding van deze encycliek hebben uitgegeven, staat: ,,wij katholieken geloven in de pauselijke on feilbaarheid". Hoe is deze uitspraak be doeld? Dat is de vraag waar het om gaat, om te zeggen of de paus werkelijk zijn slag heeft thuisgehaald. Is deze uit spraak bedoeld als een correctie op de nieuwe catechismus, waar volgens de confrontatiegroep de onfeilbaarheid van de paus niet aan het licht komt, of is dit bedoeld als een geruststelling voor de paus ,dat men niettegenstaande alles toch nog in zijn onfeilbaarheid gelooft? Het is ons, eerlijk gezegd, met alles wat we in handen hebben onmogelijk een definitieve conclusie aan dit alles te verbinden. Wat duidelijk is, is dat de paus in de rooms-katholieke kerk de vraag naar zijn onfeilbaarheid opnieuw heeft gesteld, niet in vragende ,maar in bevestigende vorm. De vraag is echter in hoeverre zullen de rooms-katholieken deze pil, die toch weer een achteruit gang is na het tweede Vaticaanse con cilie, slikken. M. V. J. d. C. Zijn vrouw en hij: een glunder twee tal, in een huis, dat glundert van de verf, met een tuin, die glundert van de bloemen. Ds. en mevrouw Van de Kerk, pas getrouwd en op 14 juli begonnen in Krabbendijke, voelen zich er al aar dig thuis. Ze houden van gezelligheid (dat blijkt al heel duidelijk uit de in richting van hun pastorie), en hebben de stellige indruk, dat ze die in Krab bendijke niet zullen missen. Wat heeft je naar Zeeland gevoerd? Dat is een afgezaagde vraag, die ik toch niet nalaten kon te stellen. Ds. Van de Kerk gaat er tegelijk speels en bedacht zaam op in. Misschien komt het door de t.v.-reklame van „Zeeuws Meisje", die zegt dat Zeeland het land is, waar het leven goed is. Misschien komt het, omdat hij als telg uit een predikants gezin al in zoveel provincies heeft ge woond ,maar nog niet in Zeeland. Hij is geboren in Sneek, maar via het ge slacht van zijn moeder met Zeeland ver want misschien heeft dat er iets mee te maken. Krabbendijke heeft hem aangetrok ken, dat is het. De gemeente; stellig ook de mogelijkheden, die er liggen voor samenwerking met de hervormden. En het is ongetwijfeld zo, dat men in Krab bendijke het pastorale werk van een predikant op hoge prijs weet te stellen. In ieder geval verwacht hij zich in zijn gemeente goed op zijn plaats te zullen voelen, en dat geldt ook voor zijn vrouw, die geboren en getogen is in zijn studie stad, Amsterdam. Ds. Van de Kerk is een opgewekt mens. Dat blijkt onder meer, wanneer hij vertelt, dat hij van zingen houdt. Zingen heeft hij geleerd van een onder wijzer, die zijn leerlingen de zangvaar digheid bijbracht met behulp van een originele corsetbalein! Daarmee sloeg hij de maat en de leerlingen. Ik zou zeg gen: als je op die manier onderricht bent en tóch van zingen houdt, moet je wel een opgewekt en lakoniek mens zijn. Ik vroeg hem, wat hij onder een „goede gereformeerde preek" verstaat. Want bij zijn intree werd door de ouderling, die namens kerkeraad en ge meente een (hartelijk) woord sprak, op gemerkt, dat de gemeente van Krab bendijke van een goede gereformeerde preek houdt. Ds. Van de Kerk: „Dat moet een goede bijbelse preek zijn". Ik moet denken aan de slotzin van zijn in- treepreek: ik verkondig u Christus! Deze mededeling is hem hoge ernst. Ds. Van de Kerk blijkt wel wat te voelen voor een gezond piëtisme, al wil hij ver verwijderd blijven van elke aber ratie. „Het gevaar is groot, dat je te zeer met het eigen ik naar voren komt, en daarmee min of meer de aandacht afleidt van Jezus Christus, terwijl het toch om Hem alleen begonnen moet zijn. Aan de andere kant mag ik toch ook niet in kille, onpersoonlijke en on- doorleefde formuleringen vervallen." Ds. Van de Kerk is een zeer jong predikant. Wat hij gelukkig mist, is een opgepijpt idealisme; hij praat rustig en nuchter over de dingen. Dat zal er wel mee te maken hebben, dat hij het leven in de pastorie van huis uit kent. Toen hij zijn intree deed, wenste de ned. herv. collega de gemeente geluk met haar predikant, en ik zie geen enkele reden om mij bij die gelukwens niet van harte aan te sluiten. A.J.P. P. T. Op zondag 28 juli j.l. nam in de mid- dagdienst Ds. den Hengst afscheid van zijn eerste standplaats, welke hij nu gaat verwisselen voor Den Helder. Om direct een indruk te geven van deze eredienst, die allen goed zal hebben gedaan: voor de laatste maal mocht Ds. den Hengst op heilzame wijze afbreken, wat wij aan wand en muur tussen de Heer Jezus Christus en ons aldoor weer trachten op te richten. De tekst was genomen uit Matth. 28 het laatste vers: ,,En zie, Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld'. Christus de Heer is met, naast ons; was het ook in de nu afge sloten pastorale periode, zodat gemeente en alle aanwezigen persoonlijk afge vraagd werd, of wij die wandloze aan wezigheid van de Heer der Kerk wel beseffen en of daar niet afschermingen tegen Zijn gaven, die altijd tegelijk op drachten zijn, door ons worden bedacht. In zijn laatste verkondiging hier, gaf Ds. den Hengst het evangelie zo aan de gemeente door, dat alle sentiment en besluiering van een afscheidspreek wijken moest voor krachtige klaarte. De lijn naar de ook te Grijpskerke lang zaam ontwakende erkenning van de samenwerking tussen plaatselijke her vormde gemeente en gereformeerde kerk, waar dit in waarachtigheid en trouw aan het Woord Gods kan en dus moet, kon zo vanzelfsprekend doorge trokken worden in de tenslotte volgen de toespraken .beantwoord door de scheidende pastor. Ouderling P. S. Geschiere (namens de kerkeraad) gaf in zijn overzicht de wederkerige lering predikant-gemeente het volle pond; Ds. A. Krijger (namens de hervormde gemeente, met voltallige kerkeraad) wees mede vanuit de preek op de opdracht voor de beide kerken en het moderne in de juiste betekenis bij Ds. den Hengst: de frisse wind niet èrgens vandaan afwachten, maar van uit de gelezen bijbel op voelen komen. En in zijn woorden èn in die van Ds. J. Helderman (namens de classis Mid delburg) klonk, door de aard der re latie, steeds de persoonlijke ervaring met collega Den Hengst door. Die er varing was verblijdend. Mocht de clas- sisspreker Ds. den Hengst als vaste scriba der classis een vis in zijn element noemen als hij zijn werk daar verrichtte,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1968 | | pagina 1