Twlee Teksten over het Tentleven bij Johannes
Waarover praten zij 7
ny2
„HONDEMASTATE"
De vakanties zijn aangebroken. Laat
ons danken voor de weken van rust, die
ons geschonken worden. God geve ons
zó uit te rusten naar lichaam en geest,
dat wij straks weer met nieuwe krach
ten onze arbeid op kunnen nemen. Laat
ons bidden om bewaring onderweg.
Laat ons bidden om verwondering over
de schoonheid der schepping. Vergeten
wij hen niet, die, om wat voor reden
ook, niet met vakantie kunnen gaan.
Gedenken wij het werk van de kerk in
de recreatiegebieden.
We bidden voor de gevangenen van
Nusa Kembangan.
Dichtbij de enige belangrijke haven aan
de Zuidkust van Java, Tjilatjap, ligt het
streng in afzondering gehouden eiland
Nusa Kembangan eenden eiland).
Bijna niemand wordt tot dit gevange
nen-eiland toegelaten. In 9 kampen be
vinden zich hier ongeveer 6000 politieke
en criminele gevangenen van de zwaar
ste klasse in het volstrekte isolement
van dit eiland. Mede door de arbeid
van de gevangenis-predikant ds. Supar-
no, heeft het Evangelie al bij honderden
van hen ingang gevonden. Ook hun li
chamelijke conditie gaat hem Voortdu
rend ter harte hongerigen moeten hier
gevoed, naakten gekleed worden bij het
prediken van het Evangelie aan deze
,,armen". Laten wij niet ophouden voor
deze mensen en deze predikant te bid
den
PERSVERSLAG van de vergadering van
de Classis Zierikzee der Geref. Ker
ken, gehouden op woensdag 15 mei
1968, 's avonds 7 uur, in het vergader
gebouw der Geref. Kerk te Zierikzee,
St. Domusstraat 35.
1. De opening der vergadering geschiedt
door de samenroepende kerk Zonnemaire,
bij monde van br. D. Jansma. We zingen
Ps. 138:1. Na het openingsgebed wordt
gelezen Psalm 150.
2. De credentie-brieven worden nage
zien door de kerk van Brouwershaven. D^.
Wentscl rapporteert hierover. De kerken
zijn wettig vertegenwoordigd. Eén kerk
heeft een instructie.
3. Het moderamen is als volgtDs. J.
H. Nawijn, praeses Dr. J. H. Becker, as
sessor Ds. B. Wentscl, scriba Br. J. M.
de Waal, actuarius.
4. De praeses memoreert enkele perso-
-naliahij feliciteert br. Jansma, die juist
de vorige dag door de Particuliere Synode
De vacantietijd vestigt steeds weer
en al meer onze aandacht op het wonen
in tenten. Men behoeft maar even in de
natuur te vertoeven en men ziet hoe
velen in tenten onderdak zoeken. Kijk
maar naar de campings, waar dicht op
een geplaatst het uitgaande publiek zich
schikt in het tentverblijf om er beschut
ting te zoeken tegen eventuele regen
buien en zelfs op het strand nog afweer
tegen al te felle zonnestralen begeert.
Tot in de stad toe kan men kinderen
gevolg gevend aan een zekere imitatie-
drift tenten zien maken van oude kle
den, dekens enz. We hebben het in
onze jeugd toen nog niet iedereen uit
ging, zelf allicht ook in deze verbeel
ding en namaak als vacantie-geneugt
gezocht. Je idealiseerde dit je deed net
alsof het echt was. 't Zit er blijkbaar
bij ons in om het heerlijk te vinden om
de hoge, enge flatwoning, het stenen of
betonnen huis te ontvluchten en tijdelijk
in de tentwoning te bivakeren.
van Zeeland is onderzocht en unaniem is
toegelaten tot het aanvragen van praepara-
toir examen bij onze classis. In dc geluk
wensen wordt ook de kerk van Zonne
maire betrokken. Voorts memoreert hij
met blijdschap dat sinds enkele dagen Ds.
D. Bremmcr voor de derde maal in Brui-
nisse is komen wonen, zij het nu als emeri
tus. We hopen, dat hij onze kerken nog
een goede tijd zal kunnen dienen in de pre
diking, met name op ons eiland. Het derde
feit is spijtig, n.l. dat Ds. Scholing, die
juist zijn emeritaat zou aanvragen, momen
teel in het ziekenhuis ligt voor onderzoek.
Ons gebed is, dat hij, hersteld, het zieken
huis zal mogen verlaten, mocht het zijn
spoedig.
5. De notulen van de vergadering, ge
houden 31 januari 1.1., worden goedgekeurd,
vastgesteld en getekend.
6. Ingekomen stukken, o.m.
a. Allereerst is er de emeritaatsaanvragc
van Ds. H. Scholing, Scharendijke. Een
commissie uit de classis br. M. Kempe,
Bruinisse en ds. Wcntsel zien de stukken
na. Om 8 uur komen de deputaten ad art.
53, van de Particuliere Synode, Ds. E.
Jansen, Goes en Ds. P. van Til, Middel
burg, om, met Ds. Wentsel, die mede de-
putaat is ad art. 53, de stukken te bezien.
Zij brengen rapport daarover uit op de
vergadering. Een enkele formele correctie
en aanvulling zal nog worden aangebracht.
Niettemin kunnen deputaten thans hun
medewerking verlenen tot eervolle emeri-
tering van Ds. Scholing. Zij ondertekenen
de stukken ter goedkeuring. Aan deze
broeders wordt dank gebracht voor hun
komst, en zij verlaten onder een woord
van dank voor de goede ontvangst de ver
gadering. Ds. Scholing hoopt op de e.k.
vergadering der classis alsnog aanwezig te
zijn, daar zijn emeritaat is aangevraagd te
gen 1 oktober.
b. Van de Generale Synode aangaande
nieuwe psalmberijming over aansporing
om als kleinere kerken tot combinatie te
komen over het minimum aantal leden,
thans 300, wil een kerk voor steun in aan
merking komen, e.d.
't Is begrijpelijk, want men huist dan
weliswaar met vele honderden op een
en dezelfde plaats, maar heeft toch iets
aparts. Men is niet met zes buren of
meer op een trappenhuis aangewezen,
hetgeen een gevoel van onafhankelijk
heid geeft. Goed, daarover niet meer
iedereen kan zich dit indenken.
De mensheid heeft het al vroeg in
tent gezocht. Na holbewoners te zijn
geweest nam de mens de tent in ge
bruik. Hij werd tentbewoner, zoals we
lezen in Genesis 420Ada baarde
Jabaldeze werd de stamvader van de
bewoners van veehoederstenten. De
nomaden, die hier bedoeld zijn, leven
niet in holen, maar in tenten van geiten
huiden. Letterlijk staat er tenten van
vee" en het wijst op een bepaalde leef
wijze van een groep mensen in een ten
tenkamp. D.i. dan niet een wit tenten
kamp, zoals men soms leest, maar het
zijn zwarte tenten.
Het is geen wonder dat de Schrift
c. Van een comité, over indiening gra
vamen bij de G.O.S. (Geref. Oec. Synode),
te houden in augustus in Nederland, be
treffende uitspraken over het z.g.n. rassen
vraagstuk. De classis betuigt daaraan
adhaesie, cn zal de G.O.S. verzoeken op
nieuw dit vraagstuk te bezien vanuit het
Evangelie van Jezus Christus, cn mede
naar Hand. 17:26 („uit één bloede").
7. Instructies
De kerk van Scharendijke vraagt, in ver
band met ziekte van Ds. Scholing liefde
beurten. In de regeling hiervan voorziet
art. 23 van de „Huishoudelijke Regeling"
onzer classis. Het bestaat uit één beurt per
zondag, telkens voor één maand op te stel
len. De aanvrage dient te worden gericht
tot dc deputaat voor vacaturebeurten, Ds.
Becker.
8. Rapporten
a. Kerkvisitatie-rapporten worden uitge
bracht door ds. Nawijn over dc kerken van
Haamstede en Nieuwerkerk door ds. Bec
ker over de kerken van Oosterland, Scha
rendijke en Zonnemaire. Over de 3 andere
kerken zal later worden gerapporteerd.
b. Art. 48, hulpbehoevende kerken. De
nieuwe bedragen over 1968 zijn gelijk aan
die van 1967. De bedragen der quota zijn
aan de kerken toegezonden. Deze quota
(classicaal en provinciaal) dienen te wor
den opgezonden naar dc Scheldcbank, Zie
rikzee, met duidelijke vermeldingt.g.v.
dep. ad art. 11 (48) der cl. Zierikzee, ds.
Becker, Zierikzee.
c. Zending, door Ds. Nawijn en Ds.
Wentsel. Met bijzondere nadruk wordt de
aandacht der kerken gevestigd op de e.k.
classicale Zendingraad, in Zierikzee, op
dinsdag 28 mei 1968, Geref. Kerk, 's avonds
8 uur. Het programma is zeer goed ver
zorgd. Wij zijn als kerken er toegeroepen
te zorgen, dat de kerk vol is.
d. Percentage-commissie. De volgende
percentagecijfers, geldende voor alle quota
in onze classis, worden voorgesteld en aan
vaard, zulks met ingang van 1 januari 1969.
op tal van plaatsen over tenten spreekt,
zowel in letterlijke zin, als figuurlijk.
Ik laat dit nu daar omdat het me te
doen is om een tweetal plaatsen, waar
in Johannes over de tentidee handelt
Joh. 1 14 en Openb. 21:3, teksten die
ik hier even afschrijf „Het Woord is
vlees geworden en heeft onder ons ge
woonden „Zie, de tent van God
is bij de mensen en Hij zal bij hen wo
nen
De vertaling van Joh. 1 14 door het
woord „gewoond" camoufleert voor de
doorsnee Bijbellezer het feit, dat hier
van de tent sprake is. Als men wat
ouder wordt, beleeft men het merkwaar
dige feit, dat oude en lang bekende op
merkingen als nieuw worden doorge
geven. Dit geschiedt stellig te goeder
trouw en behoeft niet als plagiaat te
worden becritiseerd.
Zo maakte een halve eeuw geleden
de oude prof. L. Lindeboom op een van
(vervolg op pagina 3)
oud nieuw
(l-l-'69)
Brouwershaven
5K
Bruinisse
9
9
17J4
16
Nieuwerkerk
12
Oosterland
2H
3
13K
131/?
Zierikzee
35
35 k?
Zonnemaire
6
100
100
e. Evangelisatieer is een ontwerp ter
tafel van de taak van de predikant in het
recreatiewerk der kerken, door br. H. S.
van Waveren, Haamstede, opgezonden
naar Ds. Becker. Eenigszins aangevuld zal
dit vopr gebruik vast ter handv worden ge
steld aan de kerk van Bruinisse, om later
definitief te worden vastgesteld.
9. Benoemingenop de Part. Synode
zijn enkele benoemingen gedaan (zie ko
mend persverslag). Voor de classis zullen
deze op dc e.k. classisvergadering gedaan
worden.
10. Vacaturebeurten worden voortaan
onderling geregeld tussen kerken en predi
kanten.
11Tweeërlei rondvraag de kerk van
Scharendijke vraagt toestemming voor br.
Romkes te Urk om een stichtelijk woord
in deze kerk te mogen spreken. Toege
staan, mits deze br. zelf ook een aanvraag
inzendt.
12. Volgende vergadering:
a. Samenroepende kerk: Brouwershaven.
b. Credentiebrieven Bruinisse.
c. Datum woensdag 11 september 1968,
's avonds 7 uur.
d. Moderamen praeses Ds. B. Went
sel Scriba Ds. J. H. Becker Assessor
Ds. J. H. Nawijn Actuarius br. J. M.
de Waal.
13. Persverslag: zal door de assessor
worden verzorgd.
14. Sluiting Ds. Nawijn gaat voor in
dankzegging en gebed en sluit de vergade
ring.
Op last der classis,
Dr. J. H. BECKER, assessor.
FEUILLETON
door
HERMAN DE MUINCK
29)
,,'t Is aan je te zien, meid. Je hebt een hele metamorfose
ondergaan. Je lijkt zo opgewekt. In het Huis vinden de
meesten je over het algemeen somber. Neen, neen, kind,
ik begrijp fiet wel (want Lucie keek opeens heel ernstig),
maar je moet je toch niet door je verdriet laten overheer
sen. Als Christen mogen we dat niet. Het leven gaat
verder, kind, bedenk dat wel. Het verheugd mij, toen je
vanmorgen zei, dat je ging schaatsen. Is het een aardige
jongeman vroeg zij guitig.
„O, ik ken hem.'Hij is een zoon van de Langevelds,
waar ik geregeld kom, een neef van de directrice dus,
want zij en zijn moeder zijn zusters. Maar ik moet mij
verkleden, 't Is hard tijd."
„Je ziet er snoezig uit in dit pakje. Net een plaatje.
Heus, ik meen het. De directrice heeft je vanmiddag in
de corridor gezien en die zij het later ook tegen mij."
„Vlei me niet al te veel," lachte Lucie. „Dat is niet
goed voor een mens. Oef, ik ben niet moe, maar stijf.
En ik heb zo'n slaap. En dan te bedenken, dat ik nog tot
elf uur dienst heb."
„Tja, 't leven heeft zijn lusten en lasten, meisje. Als
je straks werkt, gaat de slaap wel over."
Lucie was al bezig zich te ontkleden en weldra had zij
haar uniform weer aan.
,,'t Wordt tijd. Ga je mee naar de eetzaal
De beide vriendinnen (want dat waren zij in korte tijd
geworden) liepen naar beneden, naar de eetzaal, vol gon
zende stemmen.
Het avondwerk in de keuken helpen de patiënten
thee of koffie brengen de bloemen uit de kamers op de
corridor zetten een praatje maken met de patiënten en
wat er al meer te doen was leidden de gedachten van
Lucie volkomen af.
Maar toen zij, Adri Vermeulen had vrij cn was naar
haar ouders in Voorschoten, alleen op haar kamer zat,
nog even luieren en dan naar bed, lust om te studeren
had zij niet, kwamen de overwegingen van de vóóravond
terug.
Zij begréép. Maar dat begrijpen verontruste haar.
Neen, zij had niet moeten toestemmen in morgenavond.
Want wat zij als zeker voelde aankomen kon én
mocht toch niet? Zeker, zij vond hem een aardige jongen
en als Jan er niet was, maar jaJan was er. 't Zou
niet lang meer duren, of hij zou haar komen bezoeken.
Zij had hem teruggeschreven, dat zij het fijn vond, dat
hij zou komen en twee vrije middagen genoemd. Neen,
Frans was Jan niet. Maar Jan was ook Frans niet.
Nog nooit had hij doen^blijken, wat Frans vandaag had
doen raden. Och kom, laat ik wijzer zijn, ik ben nog jong
genoeg. Over een half jaar pas twintig. Enverbeeldde
ze zich niet te veel Neen, neen, zij verbeeldde het zich
niet. Frans
Zij had niet moeten ingaan op zijn voorstel. Zou zij
hem morgenochtend opbellen en plotselinge verhindering
voorwenden Maar neen, dat ging niet. Zij had toege
stemd. En nu zou zij zich door een leugen er uitredden
Gelukkig had zij de volgende dag heel druk werk, zodat
er geen tijd over bleef om te piekeren. En 's avonds zeven
uur stond Frans op haar te wachten en gingen zij naar
het terrein van de Haagse IJsclub, dat uitstekend verlicht
was. 't Was'nog wat vroeg, zodat zij alle ruimte hadden,
om te rijden. Maar tegen achten was de baan zo vol, dat
het louter genoegen er af was.
„Zullen we een kop koffie gaan drinken
Lucie had er al enkele malen een blik op geworpen
het was een fraai, stenen gebouw, het restaurant van de
IJsclub.
Zij zochten bij de ingang tot een kelner hen wenkte
met grote moeite had hij nog twee plaatsen gevonden.
Toen zij daar eenmaal zaten, keek Lucie de grote zaal
rond en ontdekte Heieen en nog enkele meisjes met heren.
Die naast Helcen zat zou dan zeker de jonkheer wel zijn
Juist op het moment, dat Lucie zich weer wilde omwen
den, keek Helcen haar aan en stak de hand op. Vergiste
Lucie zich kwam er op het knappe gezicht van Heieen
een uitdrukking van spot Evenwel, zij stak de hand ook
ten groet omhoog.
„Een kennis vroeg Frans.
„Daar in de verte zit mijn nichtje Heieen. Met een
gezelschap jongelui."
Hij ging er niet verder op in. Zij dronken hun koffie
en even later stond zij weer buiten in de vrieskou.
„Nog steeds druk," zei Lucie, over de baan kijkend.
„Zeg het maar, zullen we naar het ziekenhuis wandelen
of wil je nog wat rijden, al is het vol
„Laten we proberen, of er nog behoorlijk te rijden is."
Lucie's onrust kwam terug. Neen, het hele eind naar
het ziekenhuis wandelen. Frans was zo vol attentie voor
haarBeter maar rijden en straks met de tram tot
het ziekenhuis.
Nu ja, het ging met het rijden, maar daarmee was alles
gezegd.
„Vind jij er wat aan vroeg Frans.
„Eerlijk gezegd, neen. Het is te vol", antwoordde Lucie.
„Weet je wat We binden af en pakken de tram tot
de Hugo de Grootstraat. Verder is het maar een eindje
lopen naar het ziekenhuis."
„Goed," zei Lucie met benepen stem.
Haar intuitie had haar niet bedrogen eenmaal lopend
van de Hugo de Grootstraat vroeg Frans Langeveld
„Je hebt deze week zeker nog wel een middag of avond
De verwachting is, dat dc vorst aanhoudt."
„Neen, ik ben pas zondagmiddag één uur vrij."
„Neen toch Duidelijk klonk teleurstelling.
„Ja toch. Het is heus waar. Ik kom deze week niet meer
op schaatsen."
„Heb je ook niet een paar uurtjes
„Vrijdagmiddag. Het is de moeite niet. En dan moet ik
ook naar mijn familie. Anders kom ik daar de hele week
niet."
„Als het dooit, kom je er geregeld," pleitte hij nog.
„Dus vrfjmidagmiddag, als er nog ijs is
„Neen, Frans, dat gaat heus niet."
„Ik dacht, dat je het leuk vond
„Dat was het ook."
„Nu dan. Volgende week kan het misschien niet meer."
Lucie antwoordde niet.
Ze liepen nu in een stille straat. Opeens nam hij haar
bij de arm.
(Wordt vervolgd)