DUIDELIJKHEID FOUT Van de Orgelbank B0MDSDAQ De Kerk op haar best Een samenzwering Op 19 februari hield Dr. O. Jager (oud-predikant van Vrouwenpolder) voor de radio (N.C.R.V.) de hieronder volgende toespraak. Omdat velen hem niet gehoord zullen hebben, o.a. omdat ze de voorkeur ge ven aan de wufte T.V. boven de dege lijke, oude, maar wat saaie radio, ook omdat het rustig gelezen woord dieper doordringt dan het alleen-maar-^e/zoor- de en vooral omdat wat Dr. J. zegt of schrijft altijd de moeite van het over wegen waard is, geef ik U hier de tekst van zijn toespraak „Merkwaardig dat diezelfde mens die zich in dc moderne kunst uitdrukt in wat velen aanvoelen als geheimtaal of wartaal op politiek gebied al luider roept om duidelijkheid. Dit is niet een op zichzelf staand ver schijnsel in de verwarrende hoeveelheid politieke partijen in Nederland, maar dit hangt samen met wat het typisch moderne is in de moderne mensde drang naar echtheid cn oprechtheid, naar het direkte en konkretc, de afkeer van pose, napraterij, formalisme en schone schijn en de hoge waardering van het authentieke. Dat prof. Delfgaauw niet vervolgd wordt als hij konstateertJohnson en de zijnen zijn volgens de wetten van Neuren berg oorlogsmisdadigers, dat ds. Buskes mag zeggen het is godslastering als John son zich op de t.v. vooroverbuigt om ^te bidden voor een rechtvaardige strijd in Vietnam, en dat jonge mensen die iets riepen waarmee zij hetzelfde bedoelden, gestraft werden voor levenslang (want ze kunnen nooit leraar worden of rijksamb tenaar of emigrant), dat is een duidelijk voorbeeld van een zaak waarvan wij tegen woordig zeggen dit is niet duidelijk. Het gaat er dan niet over, of wij dc feiten wel kennen en of wij de verslagen van wat er gebeurd is, kunnen begrijpenmaar het gaat om liet konsekwent zijn, om de eer lijkheid. Als wij vragen om duidelijkheid in de politiek bedoelen wij niet dat de politici ons als kleuters behandelen door eenvoudige voorbeelden bijv. maar dat zij ons laten meetellen als mensen die recht hebben op een doorzichtig beleid. Wij begrijpen wel dat zij ons niet zomaar even een overzicht kunnen geven van wat er allemaal vastzit aan regeren, maar wij willen doorzicht hebben in hun spreken en handelen tot op de mens daarachter. Ook de voor iedereen verstaanbare taal van een politicus die zich aanpast aan de eenvou- digen als een volwassene aan de brabbel taal van een kind, kan tóch onduidelijk zijn, doordat wij er iets oneerlijks in ver moeden. De roep om duidelijkheid is niet allereerst gericht tegen vaktaal, maar te gen diplomatentaal, niet tegen deskun digheid, maar tegen geslepenheid. Als politici zeggen dat de NAVO er is om de Duitsers militair in bedwang te hou den en zo ook dc Russen te beschermen, dan is dat verstaanbare maar geen dui delijke taal, want het draait heen om het eigenlijke puntdat dc NAVO is opge richt om mét. de Duitsers een dreiging te vormen tégen de Russen. Duidelijkheid wil niet zeggen dat ze ons een slabbetje moe ten ombinden, maar dat ze ons niet voor het lapje mogen houden. Daarom moet de Kerk het goede voor beeld geven, omdat zij in dienst staat van Hem, die niet altijd door iedereen werd begrepen, maar die nooit de taal misbruikte door het eigenlijke te omzeilen. Voor de massa is het nieuws van de Olympische Spelen opwindender dan dat uit Vietnam. Als dat voor de gemeente ook zo is, is zij geen gemeente meer. Wat de gereformeerde synode uitsprak over ds. Buskes, ontlokte een stroom van brieven en ingezonden stukken. Maar dat deze synode niets uitsprak tegen de totale oorlog, bracht niemand in beweging. Alsof deze zaak niet duizendmaal belangrijker zou zijn dan die van Buskes, ook volgens Buskes zelf, hoe goed het ook was dat gisteren dc beschuldiging van Schriftaan randing openlijk werd herroepen leer zaam voor hen die nu weer anderen van Schriftaanranding beschuldigen. Maar dat men zózeer kan vergeten wat het belang rijkste is, betekent dat de gemeente zich gelijk maakt aan de massa. Daardoor kan zelfs de Kerk niet werkelijk duidelijk spre ken. Als in 1969 het NAVO-vcrdrag her zien moet worden, moet de Kerk in 1968 de publieke opinie beïnvloeden. Volgend jaar is het daarvoor te laat. Als er morgen een atoombom valt, moet de Kerk vandaag zich daartegen uitspreken, zodat wie zo iets zou besluiten, o priori weet dat hij daarmee de vervloeking over zich haalt van de hele christenheid. Maar morgen kan het tc laat zijn. Hoe kan men van de politici duidelijkheid verlangen, als zelfs de Kerk daar niet aan toe is Als iemand dit zegt, kunnen wij ons van zijn appèl meteen afmaken door iets onduidelijks, d.w.z. iets ondeugdelijks te beweren, bijv.: O, dat is er zo eentje van „liever rood dan dood". Met andere woorden liever zelf rood wórden dan zelf dood gaan. Maar dat is helemaal niet aan de orde het gaat er over dat wij altijd nog beter kunnen leven onder een rode overheersing dan onder Gods oordeel over hen die on- schuldigen massaal dood maken. Liever een gevangene van rood dan een kameraad van de dooddat is aan de orde. Pas wie zindelijk denkt, kan duidelijk spreken. (EN NOG WAT ANDERS) In een artikeltje over de nieuwe psalmberijming schreef ik dat ,,in onze kerken van af 1 januari '69 alleen deze bundel in gebruik zal zijn". Dat is natuurlijk fout, als U daar onder verstaat, dat geen andere psal men gezongen mogen worden. In onze kerken is gelukkig nog een heleboel vrijheid. En onze plaatselijke kerkeraden hebben ook nog wat te zeg gen Maar het is wel zo, dat die nieuwe berijming voortaan de officiële zal zijn. Ik dank br. C. uit Yerseke, dat hij mij attent maakte op mijn abuis. Van deze gelegenheid maak ik ge bruik, om de kerken, die tot nu toe de „proeve" zongen en overgaan op de definitieve berijming, te vragen een in zameling te willen houden van de „groe ne boekjes". Wij kunnen die namelijk zo uitste kend gebruiken in diensten deze zomer in de campings en bij het strandwerk. Het is een kleine moeite de groene boekje af te geven b.v. aan de koster of aan iemand anders. Dan kom ik ze wel ophalen. Bij voorbaat dank A. D. Zaterdagmiddag 8 juni hielden de Geref. organisten, Kring Zeeland, hun vergade ring in dc Geref. Kerk te Oostkapelle. Deze vergadering stond onder leiding van dhr. T. Fraanje, onze Kringvoorzitter. De Kringcorrespondent P. Th. v. B. be handelde de verschillende ingekomen stuk ken, de notulen en verdere correspondentie wat ons werk in Zeeland omvat. Het Kringwerk wordt steeds uitgebreider van vorm. De organist dhr. Jobse gaf een duide lijke uiteenzetting over de verschillende mogelijkheden en de bouwconstructie. Dit orgel is een bizondcr orgel. Iedere heeft hier kunnen spelen en muciseren. Wc wen sen de kerkeraad en de gemeente van Oostkapelle veel genoegen met deze aan winst. Dit orgel is niet alleen voor de Eredienst geschikt, maar ook voor kerk- concerten. We hopen collega Jobse nog wel eens te horen concerteren op dit orgel. Gezien er in Oostkapelle veel recreatie mensen zijn, zit hier misschien een moge lijkheid in voor concerten. Veel sterkte gewenst hierbij. Dit moet nog groeien in vele kerken, liefde voor het „orgel". „Het Koninklijke instrument." De koster zorgde voor de koffie, die ons gratis door dc kerkeraad was aange boden. Goed voorbeeld, doet goed volgen! We zijn met genoegen in Oostkapelle ge weest. De opkomst was bizonder groot deze middag. Laten we zo voortgaan, col lega's Kringcorrespondent, P. Th. v. B. Dat heet tegenwoordig Jeugddag. Wat hebben onze jongens en meisjes in Barneveld een prachtige dag gehad Het moet een belevenis zijn geweest Dr Visser 't Hooft te horen spreken. Om nooit meer te vergeten Zo herinner ik me in mijn jongensjaren John Mott te hebben gehoord. Ik was maar een gewone gerefor meerde jongen van een gewone J.V. Maar toen voor het eerst werd ik met mijn neus op de wereldproblemen ge drukt. Anders dan vroeger wordt er op zo'n jeugddag ook aandacht gegeven aan ontspanning. Het valt niet meer om daar ieder jaar weer opnieuw een goed programma voor samen te stellen. Dat het een ge slaagde jeugddag was blijkt wel uit het volgende verslag van Rina Langebeke, die mij schreef „Wij hadden het er op de G.J.V. over en vonden het een bijzonder geslaagde dag. De drie toespraken waren erg mooi. Er waren er, die liever gehoord hadden, dat er een discussie op volgde. Maar door de vele meisjes en jongens en de tijd was dit onmogelijk. Het middagprogramma is ook zeer in de smaak gevallen. We vonden het mooi al de provincies tegen elkaar tc zien strij den. Een prachtige afwisseling in het mid dagprogramma waren een Amerikaanse volksdansgroep en de rollende rijders. Dit was wel zó mooi, dat we het bij het mooi ste van het middagprogramma konden re kenen. Ik vond het een zeer geslaagde bondsdag en reken hem tot een van de mooiste bondsdagen, die ik mceqemaakt heb." A. D. Het is een waarheid, die door veel christenen steeds weer beleefd wordt, dat de Kerk op haar best is, wanneer ze zingt. Ondanks verschillen kunnen we sa men met loflied eenstemmig doen rij zen. Het nieuwe lied, dat wij de Heer mogen zingen, verheugt het hart en vormt een getuigenis van de vreugde, die in Christus ons deel is. Dit blijkt elke keer weer opnieuw, wanneer er interkerkelijke zangavonden worden gehouden. Ondanks televisie, teruggang van verenigingsactiviteiten etc. mogen interkerkelijke zangavonden steeds in een opmerkelijk grote belang stelling verheugen. Op die avonden wordt nogal eens de opmerking ge maakt, dat „wij dat vaker" zouden moe ten doen, omdat zo samen zingen, blij maakt. U kunt nu zelf de Kerk op haar best in Breskens meebeleven, doordat er op vrijdagavond 5 juli in de Hervormde Kerk aan de Dorpsstraat een interker kelijke zangavond wordt gehouden. Deze avond begint om 8 uur 's avonds. Aan deze avond wordt o.a. medewer king verleend door het koor God is mijn lied en de Breskense zangertjes. Verder zal er veel samenzang zijn. U wordt hartelijk uitgenodigd om mee te zingen en deze avond te bezoe ken, waarvan de toegang gratis is. Het artikeltje dat ik in de Zeeuwse Kerkbode van 13 juni j.l. publiceerde, gericht tegen de wijze waarop Dr. Arnt- zen over Prof. Verkuyl schreef, heeft bij deze en gene nogal wat weerstand gewekt. Zo werd ik opgebeld door een broe der uit Kamperland wiens naam ik helaas niet goed verstaan heb, anders zou ik hem stellig ook nog persoonlijk benaderen die me begon te vertellen dat ik deel uitmaak van een „meute" die er op uit is de Geref. Kerk (en de ARP) in Zeeland af te breken. In de loop van het wel wat eenzijdige gesprek viel dat woord „meute" nog een paar keer, soms ook afgewisseld door „sa menzwering" en „complot". Deze wel ingelichte spreker, die kennelijk meer afwist van dat „complot", dan ik, noem de nog enkele namen van samenzweer ders mensen, die als voornaamste ge meenschappelijke eigenschap hebben dat zij bij hun werk voor de Geref. Kerk en/of de ARP trachten als christen ant woord te geven op de vragen en uitda gingen, waarvoor deze tijd en de toe komst ons stellen. Voor mijn zegsman bleek het echter zwaarder te wegen dat die complotteurs, evenmin als ik, Zeeuw van geboorte zijn, want herhaaldelijk werd dit met nadruk door hem vermeld, wat ik bepaald onbillijk vond, omdat dit tekort nooit meer op te heffen is. En bovendien voel ik me zo langzamerhand om meer dan één reden al enigszins Zeeuw onder de Zeeuwen, al blijf ik me bewust lidmaat te zijn van een Ge- FEUILLETON „HONDEMASTATE" door HERMAN DE MUINCK 26) HOOFDSTUK XII. „Zij houdt het geen week vol," had Heieen tot haar moeder gezegd. Heieen, die alles wist en op ieder aan merking had, behalve op zichzelf. Maar Lucie hield het wel vol in het ziekenhuis. Ze was er nu al ruim een maand en had van alles meegemaakt. Zij maakte zich, on opzettelijk, geliefd bij de andere leerling-verpleegsters en bij die verpleegsters, met wie zij dagelijks in aanraking kwam. Zij had een prettige kamergenote aan Adri Vermeulen, dochter van een schoolhoofd in Voorschoten, die op het punt stond haar diploma te halen. Eerste Kerstdag was in het ziekenhuis prettig verlopen. Met zulke feestdagen werd, evenals trouwens des zon dags, alleen de noodzakelijke dienst verricht, maar daar voor kwam toen in de plaats de kerstfeestviering met de patiënten, zang en muziek en een korte preek van dc ziekenhuispredikant in de grote hal, waarheen de patiën ten, behalve de -zware zieken, met bed en al heengereden werden. De tweede Kerstdag had zij vrij, welke dag zij gedeel telijk doorbracht bij oom en tante en bij de Langevelds, waar zij zo wat kind in huis geworden was. Zij voelde zich prettig gestemd, nu zij zich nuttig wist te maken. Aan haar vader, die aan de Franse Rivièra vertoefde, had zij geschreven, hoe de zaken in Den Haag stonden. Er was een aardige brief teruggekomen, alleen met een min of meer bittere opmerking, namelijk, dat hij haar besluit, om in het ziekenhuis te gaan werken, zeer beslist afkeurde. Zij hoefde niet te werken en zou bij oom Jo ch em een gezellig tehuis hebben gehad. En dan werken in een ziekenhuis Ze leek wel stapelgek. Bijna het zwaar ste werk, voor een meisje, dat er bestond. En altijd el lende om je heen. Toen Lucie dat las, had zij even ge glimlacht. Zeker, er was ellende er werd geleden in een ziekenhuis, maar er werd ook gelachen. Enfin, ze moest het zelf maar weten. Hij zou het haar niet verbieden. Zij zou het toch niet lang volhouden. Bovendien ze moest bedenken, dat zij onmiddellijk naar huis moest komen, als hij uit het buitenland terugkeerde. Met zijn gezondheids toestand ging het goed vooruit. Hij had uit de verte nog bemoeienis met de zaak, want Van Stralen, dat was de afspraak, zond hem regelmatig rapporten, die hij dan weer beantwoordde. Zij zou bij oom en tante een gezellig tehuis hebben Papa moest toch beslist niet weten, hoe het er gesteld was, anders zou hij zó toch niet kunnen schrijven. Zelf schreef ze er niet over, had ze zich voorgenomen, er in geheel niet over te reppen. Gezellig tehuis 't Was een huis van verdeeldheid. Ze zou er eenvoudig niet in kun nen leven, dag in dag uit. Tweede kerstdag was zij 's morgens naar de kerk ge gaan en vandaar naar oom en tante, waar zij ongeveer om twaalf uur was aangekomen, maar de deur nog op slot vond. Dat was geen bezwaar, want zij had de sleutel. Op de tafel stond nog de rest van het ontbijt voor één persoon. Later bleek dat Loes geweest te zijn, die, na het ontbijt, naar haar vriendin verdwenen was. In de haard was nog wat vuur, dat Lucie oprakelde, want 't was ver van warm in de kamer. Zij meende, dat het huis uitge storven was, maar dat kon toch niet, want er was afge sproken, dat zij komen zou. Maar toen hoorde zij boven een deur dichtslaan en iemand kwam de trap af. Tante Suze, nog in peignoir, kwam binnen. „Zo, Lucie, was je er al Nou ja, 't is ook tamelijk laat. Maar we zijn zo beestachtig laat naar bed gegaan, 't was vanmorgen vier uur, dat alles nog in bed ligt, behalve oom, die toilet maakt. Loes o ja, ik zie het al zou alleen ontbijten en dan de deur uitgaan. Dat zal wel in orde zijn. Helcen en Hermien zullen voorlopig wel niet komen opdagen." Tante Suze ratelde maar door. Het kwam Lucie voor, dat zij met de figuur wat verleen was. „Hermien heeft bij haar vriendin gefeest en Heieen, ik weet het niet, maar die zal wel met haar galant op stap geweest zijn (ver giste Lucie zich werd dit laatste niet met een zekere trots gezegd ja, ja, je moet maar een jonkheer tot vriend hebben). Oom en ik waren ook uit. Vanavond komen die vrienden hier. Dat is zo dc gewoonte. Dat wordt natuur lijk weeer een latertje. Oef, ik ben altijd blij, als zulke dagen voorbij zijn. Je hebt natuurlijk al ontbeten Och ja, vanzelf. In een ziekenhuis is uitslapen er niet bij." „Ik ben in de kerk geweest, tante, 't Was gister in het ziekenhuis zo druk met de kerstviering, dat er van kerk- gaan niets is gekomen. Ik had trouwens dienst." „Kind, ik begrijp je niet. Je kon een leven als een prin ses hebben en dan ga je moedwillig werken en dan nog zó, dat je met de kerstdagen niet eens vrij hebt. Enfin, je moet het zelf weten. Het verbaast me nog, dat je vader er geen stokje voor gestoken heeft." „Ik heb beide kerstdagen geen dienst, tante," zei Lucie, niet ingaand op de laatste opmerking. „Vandaag ben ik vrij." „O zo, dat zal maar dienen. Je blijft hier zeker eten En op het knikken van Lucie „Ik zal het klaar maken, maar je moet even geduld hebben. Eerst toilet gaan ma ken." Lucie snakte naar een kop koffie, maar tante Suze was al weer naar de slaapkamer verdwenen. Even later kwam oom Jochem in de kamer. „Morge, Lucie. Tante vertelde mee, dat je hier was. Al lang „Neen, oom. Een half uurtje zowat. Ik kwam uit de kerk." „Juist. Nog geen koffie gehad? Had je tante wel eens even mogen zetten, 't Heeft nu geen zin meer. Want straks lunchen we. 'k Heb de meisjes gewekt, 't Is te hopen, dat ze niet te lang op zich laten wachten. Je blijft hier het verdere van dc dag „Neen, oom. Daar weet tante van. Ik ga vanmiddag naar de Langevelds." „Maar heb je vandaag dan wel warm eten Of dineert men daar ook om een uur of zes „Dat denk ik niet, want dat gebeurt daar nooit. Altijd 's middags één uur. Maar voor een keer geeft dat niet," antwoordde Lucie opgewekt. „Neen, maar dat gaat toch niet. 'k Zal er eens met tante over spreken. Voor een keer kunnen we 's middags wel warm eten." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1968 | | pagina 2