OVER DE BRUG Uit de Gemeenten „HOND EM A STATE" Aan Ds. J. BOSMAN Oostkapelle. Geliefde Broeder in Christus, Er zijn momenten in ons leven, die wij niet licht vergeten. Momenten, die wij zó dicht in de buurt van God bele ven, dat ze voor ons latere leven be palend zijn. Zo'n moment is b.v. het be lijdenis doen. Wat zijn we dan dicht bij God Want Hij hóórt ons Maar we moesten voor Zijn aangezicht ver klaren dat we de leer. die in het Oude en Nieuwe Testament en in de Artike len des christelijken geloofs begrepen is. en in de plaatselijke kerk geleerd werd, hielden voor de waarachtige en volkomen leer der zaligheid. Ook mij is in 1940 door een dienstknecht des He ren gevraagd ,.En belooft gij, in de belijdenis daarvan, door Gods genade, standvastig te zullen blijven in leven en sterven Daarop heb ik in 1940, voor de ge meente van Appelscha, en voor Gods aangezicht, gelovig ,,jagezegd. Ik was toen militair. Ik had mijn belijdenis catechisatie gelopen bij wijlen Ds. P. D. Kuiper van Sassenheim, waar ik als on derofficier in dienst lag gedurende de mobilisatie. 12 dagen later lag ik op het slagveld. Duitse parachutisten en een verwarde strijd. Maar met die belijdenis durfde ik sterven. God gunde mij na die strijd nog leven Een ander moment in mijn leven was mijn bevestiging als Dienaar des Woords door Ds. G. S. Oegema van Arnemuiden. Na de handoplegging sprak mijn be vestiger o.a. ..Heb acht op de leer en volhard daarin. Lijd geduldig alle lijden en verdrukking, als een goed krijgs knecht van Christus Deze dingen doen de, zult gij èn uzelf behouden, èn die u horen. En als de overste Herder ver schenen zal zijn, zo zult gij de onver- welkelijke kroon der heerlijkheid beha len". Voor het aangezicht van mijn opper ste Herder wil ik ook nü-nog verklaren, dat ik in de kracht des Heren, met het oog op mijzelf èn die mij horen, zal trachten aan de eens beleden waarheid vast te houden. Ik zal het Woord verkondigen op de wijze, waartoe het bevestigingsformulier mij opwekte „niet als der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk is) als Gods Woord". En nu uw „Open Brief". De discussie-avond van de V.U. is geen rustige avond geweest. U zegt, dat daar door mij een element in is ge bracht, dat U daar gaarne had willen missen. Maar collega Bosman, hoe kan het helemaal rustig blijven, bij zoveel onrust Wanneer U zegt, dat ik vol gens U namens velen gesproken heb, dan vraag ik in liefde Houdt rekening met ons Wij menen dat er fundamen tele vanen van ons geloof in geding zijn Dat wij ons in deze ontwikkeling steeds minder kunnen vinden. Dat wij de fatale weg gaan. Want het Woord van God komt steeds meer in de crisis Wij kunnen niet leven bij welk ge leerd boek ookwij kunnen alleen leven uit het onfeilbaar, onwankelbare Woord van God. Jezus heeft éénmaal gebeden voor zijn kerk op aarde. Vlak voor zijn lijden (Joh. 17). Heilig hen in Uw waarheid en Hij betuigt dan aan Zijn Vader „Uw Woord is de waar heid". Jezus beroept zich dikwijls op het Oude Testament. Daar staat geschre ven Jezus heeft geen critisch geluid la ten horen over Genesis. Hij vergelijkt zichzelf met Jona. zonder commentaar Een kerk kan toch niet leven van het luisteren naar wat er in de Bijbel alle maal niet woord-Gods is. Wij kunnen niet leven van het negatieve. Dat biedt geen enkel houvastDaar houdt op de duur noch de gemeente, noch een her der het bij uitOok geen intellectuele. Wie de Bijbel niet meer aanvaardt als het Woord van God (de Bijbel is Gods Woord), maar spreekt over omhulsel en kern, die buigt niet meer vóór dat Woord, maar stelt zich als zondig mens boven dat Heilig Woord van God. Die zegt dit verwèrp ikdat neem ik aan Gods Woord is dus in de Bijbel. Maar daar hebben wij vroeger de Vrijzinnigen zo om veroordeeld Als de mens moet oordelen over de Schrift, dan is het niet best. De één bestrijdt Genesis, de ander Jona, weer een ander het Nieuwe Testament en zo dóórgaande, komen we uiteindelijk terécht bij lege kerken en sterfbedden zonder hoop. Wie er aan twijfelt, of Jona in de grote vis het leven heeft kunnen be houden, kan over dat deel van Gods Woord nooit meer preken. Wie het wonder in de Schrift niet kan geloven en er een mythe van maakt, zegt toch eigenlijk Neen, dit kan niet Een slang spreken Een papegaai, ja, dat gaat nogmaar een slang Een ezel Maar wij hebben het met God te doen. Met Hem, die een won derdoend God is Hij dacht de hemelen en zij waren Dat is de aloude leer. „Heb acht op de leer en volhard daarin Prof. Berkouwer verdient terecht onze hoge waardering en dankbaarheid. Persoonlijk heb ik altijd veel gehad aan zijn colleges en zijn ..Dogmatische Stu diën". En wanneer ik mijn verontrusting uitsprak, dan doet dat niets af aan mijn waardering voor Prof. Berkouwer. Ik had dat ook op de V.U.-avond wel moe ten zeggen, maar er waren ons slechts 2 minuten spreektijd toegemeten. Wat mij persoonlijk heeft getroffen in het inleidend woord van Prof. Berkouwer is, dat hij enerzijds toegeeft: Bij velen, in de kerk heerst de vrees alles wordt wankel. Ook bij de leiding van de V.U. leeft bij sommigen de vraag waar komen wij uit maar dat Prof. Berkouwer in deze ontwikkeling in de theologie toch een meegaande houding heeft. Dat heeft mij zeer te leurgesteld. Ook de beantwoording van mijn vraag over het mogelijk verband tussen universiteit en lege kerken was een te leurstelling. Dat er geapplaudiseerd werd om dat antwoord, dat heeft mijn verdriet alleen maar vergroot De kerk zou aan de vragen en problemen van de 690, die zich in een tweede dienst niet meer lie ten zien, voorbij zijn gegaan. Ik ben het met Prof. Berkouwer eens, als hij zegt, het verminderde kerkbezoek is een ge compliceerde zaak. Ik had echter graag gehoord, dat hij had opgeroepen tot trouw aan de Here. Want Prof. Berkou wer heeft wèl applaus gehad van de zaal, maar hij heeft mij niet overtuigd, dat het verband met de universiteit er niet is Prof. Lever heeft in Leeuwarden op een onderwijzersconferentie eens be toogd, dat een bepaald soort aap de overgang zou kunnen zijn geweest. Van de aap naar de mens Dus een V.U.- hoogleraar leert de evolutie-leer Het scheppingsverhaal leert dit an ders „Heb acht op de leer en volhard daarin Wanneer Prof. Kuitert zegt..De vaderen lazen Genesis veel te letterlijk!" dan is dat voor zijn rekening. Misschien mag ik met vele anderen dan aan Dr. Kuitert vragen Leest U Genesis ook wat al te vrij Weet U wel, waar U straks uitkomt Heeft U ook niet ge zegd in Middelburg, dat er heel wat aan de rol was in de theologie Dat ook het Nieuwe Testament nog opengebro ken moest worden Dr. Kuitert zei in Middelburg: „Voor sommigen gaat het om de aantasting van het fundament van hun leven". Als Dr. Kuitert dat dan zo goed weet, dan zou ik hem willen meenemen naar Paulus, als deze zijn brief schrijft aan de Corinthiërs, 1 Cor. 8. over het eten van offervlees. Stel, dat Dr. Kuitert met zijn nieuwe theologie alles eens beter zou weten en dat hij in alles volkomen gelijk zou heb ben en de verontrusten ongelijk. Paulus zegtDan gaat er immers iemand die zwak is, tengevolge van uw kennis verloren een broeder, om wiens wil Christus gestorven is. Door zó tegen de broeders te zondigen en hun geweten, indien het zwak is, te kwetsen, zondigt gij tegen Christus. Daarom, indien wat ik eet, mijn broeder aanstoot geeft, wil ik in eeuwigheid geen vlees meer eten. om mijn broeder geen aanstoot te ge ven" 1 Cor. 8 11 13) Wanneer Dr. Kuitert zelf spreekt over „de aantasting van het fundament" van soinmiger leven dan is. dacht ik. om Christus' wil, voorzichtigheid gebo den. Dit gaat om heel wat belangrijker dingen dan het eten van offervlees. Het fundament bewéégt De V.U. is gesticht in 1880, in een tijd, dat alle rijksuniversiteiten stoelden op de wortels van het vrijzinnig mo dernisme van de 19de eeuw, toen man nen als Opzoomer, Scholten, Hofstede de Groot hun ideeën hadden verkon digd. Waarom moest de V.U. er ko men Was er geen opleiding nog voor Gereformeerde theologen JawelIn 1854 was de Theologische Hogeschool in Kampen opgericht. Maar het ging om Gods Woord over de wetenschap pen. In de rangorde der faculteiten stónd en staat nóg de faculteit der theo logie bovenaan Daarin lag het geloof verankerd Gods Woord heeft gezag over alle wetenschappen. Wij buigen voor de Heilige §chrift. Velen zien, mét mij, in deze omkeer van de Gerefor meerde Schriftbeschouwing „omhulsel kern". „gewaad-boodschap", een duide lijke /oslating van wat onze Gerefor meerde vaderen tegenover het modernis me van de 19de eeuw met overtuiging beleden hebbenDe Bijbel is Gods Woord. Prof. Dr. J. Ridderbos zegt in „Het verloren paradijs", als hij ergens ruimte vraagt voor de wetenschap „Maar, al hebben wij ook voor deze dingen het oog open te houden, dat wil natuurlijk allerminst zeggen, dat we aan de weten schap zouden mogen toelaten over de Schrift en over ons Schriftgeloof heer schappij te voeren. De Schrift ontleent haar gezag niet gelukkig niet aan menselijke, altijd feilbare wetenschap, maar aan zichzelven, d.i. aan Hem, die in haar tot ons spreekt. In geen geval mogen wij uitgaan van de gedachte, als of het gezag der Schrift slechts bij de gratie der wetenschap zou kunnen be staan. De wetenschap te eren is voor treffelijk. Maar men stelle zijn geloof en zijn Bijbel niet ter beslissing in haar hand". (J. Ridderbos „Het verloren paradijs", blz. 1416.) Ook wil ik verwijzen in dezen naar het voortreffelijke boek van Dr. A. Kuyper „Strikt genomen" over het recht tot universiteitsstichting". Vooral wat hij schrijft op de blz. 209 en 210. En dan tenslotte de diepte van mijn ontrusting. Wie zal die peilen Het is één van beiden geweest, dat ik in de naam des Heren een beroep deed op de hoogleraren van de Vrije Universiteit „Geestelijke hoogmoed", of een zó die pe verontrusting en een zó grote liefde voor mijn kerk, dat ik de naam des He ren tussen onze verontrusting en de nieuwe theologie heb ingelegd. Ik had tevoren niets overwogen. Dit kwam spontaan op het moment, dat ik gele genheid kreeg te spreken. Nu geloof ik. collega Bosman, dat wanneer later, de actie „Kom over de brug" met grote letters in de dagbladen laat drukken „In Gods Naam, geef wij over mijn bewogen oproep, die voort kwam uit grote liefde voor onze kerken, maar niet langer moesten door spreken. Daar is die zaak te teer voor Mijn oproep was niet alléén en spe ciaal bedoeld voor die twee hoogleraren van de V.U., die daar aanwezig waren. Maar hij was gericht tot al mijn broe ders in Christus, die het ambt van hoog leraar aan de V.U. bekleden, om zich toch in kinderlijk geloof te buigen voor Gods onfeilbaar Woord. Want achter de universiteit ligt het achterland. Ook de gemeenten. En waar het Woord van God niet meer krach tig en met gezag gepredikt wordt, daar keren de mensen de kerk gaandeweg de rug toe. Doch waar dat Woord gehandhaafd wordt en gepredikt wordt in al zijn rijk dom, daar zal een kudde steeds blijven komen om de dorst te lessen bij de bron des heils en de Here zal die kudde doen nederliggen in grazige weiden. Troost, troost mijn volk Verontrust Gods volk niet. Troost, troost mijn volk zegt ulieder God. Want het Woord is vlees gewor den. Gezegend Pasen. Christus is opgestaan Heb acht op de leer en volhard daarin. De Uwe in Christus, L. HARTHOLT. Naschrift Redactie. Hiermede is de discussie gesloten. Maar dat hiermede de vragen niet zijn opgelost, is wel duidelijk. Want 1. Ik voor mij, geloof door een kin derlijk geloof in de Here Jezus, dat de bijbel van de eerste tot de laatste blad zijde het onfeilbare Woord van onze God is, geïnspireerd door de Heilige Geest. 2. Niet omdat, maar juist daarom ben ik zo buitengewoon blij met de ont wikkeling van de theologische weten schap aan onze Theol. Hogeschool en aan de Vrije Universiteit. A. D. We zijn er overEn niet met de hakken over de sloot, maar royaal. Spontaan en zonder veel gezeur en ge bedel. Een competent team aan de top en een efficiënt apparaat. Wat werkt dat prettig Ik heb vroeger veel voor de Novib gewerkt. Maar tot stomme verbazing van liberale en socialistische figuren brachten wij dominees en pastoors on middellijk een leger van vrijwilligers op de been. We hoefden maar even te bel len naar vrouwenbond of jeugdverband en de zaak was voor elkaar. De buitenkerkelijken zijn alleen maar te bereiken door gebedel met reclame techniek via pers, radio en T.V. De kerk is van buiten bekeken een zaak met een zakje. Met vele zakjes. Wil je een collecte organiseren, contri buanten werven, een steunactie lance ren, je gaat maar naar de dominees of richt je tot de kerkeraden. Adressen- materiaal is altijd voorhanden. Menige dominee (en dominees vrouw heeft wel vaak gezucht onder al de beroepen, die op zijn organisatie talent werden gedaan. Maar je kunt er ook dankbaar voor zijn, dat dat allemaal zo is. En dat het werkt. En vooral nu zijn we bijzonder blij met al die millioenen, die we geven mochten aan de vele buitenlandse hulp behoevende kerken. Iemand zei eens tegen me Niet de liefde, die de mens krijgt, maar de lief de, die hij geeft, maakt hem gelukkig. Er zijn nog een paar vragen Was dit nu één procent van ons ge zamenlijk inkomen Was dit nu een offer voor ons Zeker voor sommigen wel. Maar toch niet voor allen. Maar ik denk, dat de offers, die door deze en dergelijke acties van ons ge vraagd worden nog zullen komen. Als die negers en Arabieren en Pa kistani leren lezen en rekenen en op agrarisch en technisch terrein door onze hulp hun achterstand inhalen, worden zij onze concurrenten op de wereld markt. Als de landen, waar de cacaobonen groeien deze grondstof niet meer voor een lage prijs uitvoeren, maar zelf gaan verwerken, kunnen de chocoladefabrie ken in Europa wel sluiten. We merken het al in de textiel en in de aardappelen. De klanten van giste ren worden de concurrenten van mor gen. En wij helpen hen daarbij. En dat doen we bewust en om Chris tus' wil. Vanwege dat gebed, dat hij ons leerde. Wij zijn met onze millioenen over de brug gekomen. Maar over deze brug komen straks mensen terug. Geen in boorlingen, geen kleurlingen, geen goedkope arbeidskrachten, maar men sen. Die ook wat kunnen en ook wat we ten en ook wat willen. Dan zal het uitkomen of we inder daad tot offers bereid waren. Want het ging niet om een aalmoes aan een arme, maar om de opheffing van zijn armoe. En dat zal alleen kunnen ten koste van veel rijkdom aan onze kant van de we reld. Ik weet, dat er mensen zijn, die ge geven hebben uit angst. Zij gingen uit van de gedachte, dat de beste manier om het communisme te bestrijden niet het dood maken van communisten is, maar het opheffen van hun ellendl. Deze gezonde idee wint ook in Ameril^i hoe langer hoe meer veld. Maar ze wordt ingegeven niet door de liefde, maar door de angst. In de geest van als we het hun niet geven, komen ze het straks halen. De liefde is evenwel niet vóór alles uit op het zelfbehoud en streelt zichzelf niet met het heerlijke gevoel van toch zo barmhartig te zijn, maar zoekt vóór alle dingen naar een betere structuur van de wereldsamenleving. Dat is gerechtigheid. Het sociale vraagstuk is ook in zijn wereldverbanden een vraagstuk niet van barmhartigheid, maar van gerech tigheid. Een „betere wereld" zal offers vra gen. Een betere verdeling zal onze wel vaart bedreigen. Er is echter geen an dere mogelijkheid. Niet vanwege het gevaar, maar van wege het grote gebod. En de toekomst leggen we in de han den van God, wiens Koninkrijk geko men is en komt en komen zal. A. D. Nieuwerkerk. 1. Na die bijzondere weken voor de families FlikweertDalebout, waarin al leen de Here zelf troost kon schenken en terwijl nog voortdurend onze gebeden voor hen mogen opgaan, om genade en wijs heid nemen we nu de draad in dit ru briekje weer op. 2. Inzamelingen, enz. Collecte Wereld- diaconaat519,04. Verjaardagsfonds 139,42. Gift, ontvangen voor de Kerk 20,Biddag-collecte: 958,(Kerk), 181,85 (Diaconie). Aktie Kom over de Brug Geref. Kerk2778,80. Voor al deze gaven zijn we dankbaar gestemd en we zijn er door verblijd. 3. Openbare Geloofsbelijdenisop 24 maart 's middags deden zes jonge mensen belijdenis drie echtparen waren het, Wim van Putten en Truus van PuttenFolmer Wim Rentier en Els Rentiervan Driel Albert Talen en Wilma Talenv. d. Pan ne. In deze dienst werden ook kinderen ge doopt van twee van deze echtparen Elo- dia Rentier en Peter Harm Talen. Onze gelukwensen en Gods genade toegewenst, om trouw te blijven en heilbegerig, onder de bediening van Woord en Sacrament. 4. Zieken ze mochten herstellen, terug keren uit het ziekenhuis of het werk weer FEUILLETON door HERMAN DE MUINCK 17) .Daar kunt u niets aan doen, oom. 'k Had het eigenlijk iets eerder moeten schrijven, maar vader kon de juiste dag nog niet vaststellen." „Tot morgen dan, Lucie. Want ik heb zo het vermoe den, dat je niet laat naar bed zult gaan, als je zo moe bent." Van Adrigem verliet de kamer, nagestaard door Lucie, die medelijden met haar oom had. Welk een verschil, die twee broers, haar vader en haar oom. Vader vitaal, zelf bewust, organisator, zakenman van de bovenste plank, 't Zou hem niet overkomen, dat zijn vrouw en twee doch ters uitgingen, terwijl een nichtje op komst was. Maar oom Jochem. Ze had beslist medelijden met hem. Het was duidelijk, dat hij het met deze gang van zaken helemaal niet eens was. Maar hij zat onder de plak van vrouw en dochters, had niets in te brengen, Lucie had het geval on middellijk dóór. Dan bezag zij de kamer, die tijdens haar verblijf in Den Haag de hare zou zijn. Niet groot, integendeel. Verschoten behang, kaal gemeubileerd, waarschijnlijk afgedankte meu belen. In een hoek een klein gaskacheltje met twee staven, die, en 't was nog maar november, niet voldoende warmte gaven. In de andere hoek een ledikant. Een kleine vaste wastafel. Het was een vertrek, dat mama zo niet gegeven zou hebben aan Kee of Adri. Zij huiverde, want vond het koud, misschien ook, om dat zij wat verreisd was. En dan drukte haar de eenzaam heid toch al, en dan nu in dat grote huis, waar geen ster veling was. Zij kon het niet goed begrijpen, dat haar tante en nichtjes zó onbeleefd hadden kunnen zijn. Zij schrok. Er kwam iemand de trap opnatuur lijk de kleine Lucie. Oom had immers gezegd Een stevige tik op de deur en nauwelijks had Lucie „ja" gezegd, of de deur werd opengegooid en een bakvis stapte binnen. Een knap ding, zag Lucie onmiddellijk. Donker, zwart haar, bruine ogen, een guitige blik. „Lucie, hier is Lucie, de robbedoes," riep zij, en zij omhelsde haar nicht zo spontaan en hartelijk, dat Lucie tranen in de ogen kreeg. „Een gekke aankomst voor je, niet?" vroeg zij, Lucie aandachtig bekijkend. „Ja, maar daar komen we wel overheen. Van je vader heb ik begrepen, dat het niet anders kon." „Och, die lieve beste paps. Natuurlijk had het wel an ders gekund. Ze hadden toch een telegram kunnen zenden, dat het beter was een dag later te komen 't Zou nog beter geweest zijn, als mama thuis was gebleven, 'k Heb het gezegd, maar kreeg zo de wind van voren, dat ik ver der maar gezwegen heb. Wat een oude kletskous ben ik, niet Ga maar gauw mee naar beneden, 't Is hier niets warm. Heeft papa je hier laten zitten Min of meer geamuseerd luisterde Lucie naar haar jongste nichtje, dat niet bepaald op haar mondje gevallen was en haar mening niet onder stoelen of banken stak. „Je moet natuurlijk ook nog eten," ratelde de jonge Lucie verder. „Dan doen we dat samen. Ik heb sinds vanmiddag ook nog niets gehad." „Je vader heeft ook al over eten gesproken, maar, heus, ik moet niets hebben. Op de boot naar Rotterdam heb ik laat warm eten gehad, 'k Heb niet de minste behoefte." „Dan houd je mij maar gezelschap. Ik rammel van de honger. Kom mee." Lucie vond de huiskamer niet ongezellig. Maar ook hier waren de meubelen ver van nieuw. „Mijn brood staat in de keukenkast. Wat er bij is, lust ik niet graag, maar 'k heb wel wat anders gevonden." „Mag je dat dan zo maar nemen vroeg Lucie. „Magge, magge. Ik krijg er nog wel wat over tc horen, als het morgen uitkomt. Nu, dat horen we dan wel." ,,'k Vind het toch niet goed, Lucie." „Dat is het ook niet. Maar als je oudere zusters ook zulke dingen uithalen, dan doe je het vanzelf." Lucie gaf er geen antwoord op. 't Leek haar hier een wonderlijke huishouding, maar zij wilde haar oordeel op schorten. Het nichtje was al aan het eten. Gebeden had zij niet. Maar dat had zij wel verwacht. Met haar zouden zij toch rekening moeten houden. „Je hebt geen zuster, hé Je moederplotseling zweeg zij, vuurrood wordend. „O, neem me niet kwalijk, Lucie," stamelde zij. ,,'t Moet wel erg zijn, een moeder te verliezen. En dan je vader zo'n tijd weg." Lucie gaf geen antwoord. Ze kon het op dat moment ook niet. Dus was er een gedwongen stilte tot de jonge Lucie opstond en zeide „Ziezo, dat zit er in. Ik breng het even naar de keuken. Jullie hadden zeker een dienst bode „Een keukenmeid en een binnenmeisje," antwoordde Lucie kort. „Gosjemijne, dat is nog eens de moeie waard. Hier komt drie morgens in de week een werkster en mama beweert, dat die er niet veel van terecht brengt. Ik zie haar bijna nooit, maar volgens Hermien moet zij een leukerd zijn. En dan hebben jullie ook nog een koetsier, niet? Ja, heeft papa verteld. Die was chauffeur... nu ja..." „Ja, Janus is er ook nog. Koetsier en tuinman." Kleine Lucie zag de nicht uit Zeeland bewonderend aan, en dacht'k wou, dat we hier ook maar rijk waren, maar 't is altijd gezeur over het geld. „Zal ik straks koffie zetten of heb je liever thee „Je bent een handigere meid," zei Lucie op warme toon. „Maar zouden we niet liever op je mama wachten „Ik een handigerd Nu ja, misschien voor die kleine karweitjes. Maar dat moet wel. Ik ben zo vaak alleen. Of met papa. En op mama kunnen we niet wachten. Als die om twaalf uur thuis is, is het vroeg." „O, dat wist ik niet," antwoorde Lucie bedrempeld. „Dan lig ik al lang in mijn bed en slaap ik, naar ik hoop." „Dus koffie of thee „Een kopje thee zal wel smaken," dacht Lucie. „Goed, ik ga ze even zetten. Daar ligt de krant van vanavond. Verveel je je niet „Zou je me straks willen helpen, de koffers uit te pak ken Of heb je nog huiswerk „Leuk, koffers uitpakken. Mijn huiswerk kan ik daarna wel doen. 't Is vanavond - heel weinig." Weldra was het tweetal weer boven en werden de koffers geleegd. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1968 | | pagina 2