eeuwée
SCerkbocle
Momenten uit liet latere leven van David
Uit EGYPTE
Stilte kracht
Rijken en armen
22e JAARGANG No. 36
21 MAART 1968
„Ik worstel
en ontkom-
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND.
Hoofd-Redacteur Dr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70.
Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen;
Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk Drs. M. Beinema, Middelburg.
Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
r
Abonnementsprijs
4,per halfjaar
bij vooruitbetaling.
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager.
Losse nummers 15 cent.
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaards!"" 47
MidcL11 24 38
C'
y
(2 'Samuel)
VI (slot)
zo zegt de Hete drie dingen leg
Ik u voor kies er één van dan zal Ik
dat over u doen komen.
zeven jaar hongersnood, o[ drie
maanden vluchten, of drie dagen pest.
2 Sam. 24 12, 13.
Onder de plaatsen, die ons duidelijk leren, dat de Here over alles gaat
behoort ook deze.
En onder dat alles is ook te rekenen de ramp, het onheil, 't gericht
tot ons aller tuchtiging.
Dit is een ernstig hoofdstuk, evenzeer als hoofdstuk 21, over die vereffening
van bloedschuld. Hier gaat het ook over schuld, bij vorst en volk (vs. 1). Het
is alles zeer aangrijpend, maar er gaat licht op over allerlei oordelen
en gerichten. De Schrift vertelt ons de werkelijkheid en de werkelijkheid moet
ons weer uitdrijven naar de Schrift.
De Here bezoekt zijn volk. Davids zonde is een schakel in de keten. De
boodschap komt: Kies u uit deze drie (rampen), 't Was om de volkstelling,
die David uitrichtte, noch op Gods bevel, noch naar Gods wetten. Joab, de
generaal, heeft David nog gewaarschuwd De koning wil uit deze drie rampen
liever niet kiezen. Hij wil maar schuldverslagen liever in Gods handen vallen
en dan staat er zo, overduidelijk, onontkoombaar, om enkel diep onder te
buigen Dus bracht de Here de pest over Israël.
Dacht u, dat het anders was Neen, God zendt tot tuchtiging de vijanden
of honger, of welk gerucht ook.
Verwonder u daar niet over. Verwonder u enkel hierover, dat het gericht
niet over allen is en niet overal is. Want heel de wereld is toch ver
doemelijk voor GodZe hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid
Gods.
Dit behoeft niet ons laatste woord te zijn. Wat lees ik in vs. 16?
DitToenberouwde het onheil de Here, en Hij zeide Genoeg. Dan
komt Gods bewogenheid. Dan neemt het gericht een einde.
Toch is dit nog niet ons allerlaatste woord. Wij zijn in de lijdens
weken. Ik zie daar een kruis opgericht, op Golgotha. Daar is het gericht over
Christus gekomen. De slagen waren op hem. Hij (God) maakte hem ziek
(fes. 53). Om. onze ongerechtigheden is hij verwond. En dat is Gods
grootste ontferming. Van eeuwige waarde, uitgaande boven alle andere
uitredding of bewaring. De drie dingen hier genoemd zijn heel erg honger,
oorlogsellende, epidemie. Maar ze zijn niet het allerergste. Wie daarin
omkomt, en gelooft in het heil van Christus, zal
toch niet écht omkomen. Hij wordt gered van het gericht, van het eeuwig
verderf. Hij is voor eeuwig behouden.
Lof daarom aan het Lam
die 't volk, dat Hij ontzondigd heeft,
in eeuwigheid beveiligt.
Nieuwerkerk Dr. J. H. BECKER.
Laat ons in deze lijdenstijd denken
aan de velerlei arbeid, verricht tot leni
ging van het lijden der mensheid.
Wij bidden regelmatig voor onze zie
ken en het ziekenhuiswerk. Laat ons
deze week in 't bijzonder denken aan
vele andere werkplaatsen", waar men
helpt lasten te lenigen en te dragen
tehuizen voor blinden, doofstommen,
chronische zieken, psychiatrische inrich
tingen. Wat schuilt er al niet achter
namen als Bartimeüs, Lozenoord, Meer
en Bosch, Hogeland, Zonnehuizen etc.
Laat ons bidden voor allen, die in
deze sectoren zorgen en verzorgd wor
den.
We bidden om nieuwe zendings
arbeiders.
Er zijn verschillende vacatures op de
zendingsterreinen, waarin het moeilijk
is voorziening te vinden. Zo zoeken wij
op korte termijn een chirurg voor Pa
kistan. Verder twee predikanten voor
Sumba, twee kadervormingspredikanten
voor Midden-Java, een predikant voor
Brazilië en een docent/internaatsleider
voor Rwanda. Laten we God bidden,
of Hij harten bereid wil maken om Hem
in het zendingswerk overzee te dienen.
Vrijwel iedere zondag, wordt er te
gen ons gezegd Ik ben de Here, uw
God, die U uit het land Egypte, uit het
diensthuis uitgeleid heb.
Ofschoon niemand van ons ooit in
Egypte geweest is, verstaan wij deze
woorden uitstekend. Want ze worden
tegen ons gezegd op de dag des Heren.
D.w.z. op de dag, dat we de opstanding
van de Here Jezus uit de doden vieren.
Op die dag buigen we ons onder de
tucht en de vertroosting van de wet en
horen we de tien geboden.
Deze geboden hebben een geschiede
nis. Ze horen bij de historie van Israëls
verlossing uit Egypte.
Gods geboden zijn namelijk geen van
zelfsprekende, tijdloze waarheden, waar
iedereen bij enig nadenken ten allen
tijde ook wel op komen kan. Ze spreken
niet vanzelf, maar werden op een be
paald moment door de Here God ge
sproken.
Op de Sinaï ontvingen de geboden
van de Here God een zeer bijzondere
vorm. Maar die geboden bestonden al
veel eerder. De 10 geboden zijn niet
de oorspronkelijke vorm van Gods wet.
Uit de wet des Heren leren wij onze
ellende kennen, maar die wet was ouder
dan de zonde.
Eerst was er de wet. Toen kwam de
zonde. Zonder wet was er geen sprake
van zonde geweest.
Reeds in het paradijs werd de mens
door zijn God onderwezen van de weg,
die hij te gaan had en van de manier,
waarop hij te leven had, zou er van dat
leven iets terecht komen.
De oorspronkelijke vorm van Gods
geboden luidt,,Gij zult de Here uw
God liefhebben boven alles en uw naas
te zult gij liefhebben als uzelf".
Dit dubbele gebod spreekt helemaal
niet op een natuurlijke manier vanzelf,
maar het gaat dwars in tegen alle mo
gelijke wijsheid en braafheid van on
gelovigen.
De wet is nooit iets op zich zelf. Is
geen zelfstandige instantie, maar is al
tijd een door God tot ons gesproken
woord.
Het is pracht, dat God ons geboden
geeft, want dat betelcent, dat Hij ons
persoonlijk leiden wil. Hij laat ons niet
aan ons lot over en laat ons niet aan-
tobben, maar zegtzo moet je doen
en zo moet je niet doen.
Dat bedoelt de psalmist, als hij zegt
,,Gij zult mij leiden door uw raad". En
in Ps. 25 ,,Leer mij, hoe ik wandelen
moet". Daarbij denken we aan een kleu
ter, die geholpen wordt bij zijn eerste
stappen op zijn levensweg.
Het is er mee als met een stel spel
regels voor een spel. Het leven is een
ingewikkeld spel en velen verknoeien
het door zich niet aan de regels te hou
den.
Het spelen wordt een genot niet on
danks, maar juist door de vele geboden
en verboden.
Er zijn meer vergelijkingen. Ik denk
ook aan de verkeersborden langs de
weg. Ze beperken je vrijheid, maar wat
zou er van het verkeer terecht komen
zonder die gebiedende en verbiedende
aanwijzigingen
We zouden ook kunnen zeggen het
leven is een zeer gecompliceerd appa
raat. Maar gelukkig hij, die het appa
raat gemaakt heeft, gaf er een ge
bruiksaanwijzing bij. Nu weten we, hoe
we er mee aan moeten.
Het is natuurlijk mogelijk, die ge
bruiksaanwijzing te negeren. Het appa
raat is van U, en U kunt er mee doen,
wat U wilt. U kunt er mee gaan expe
rimenteren op uw eigen manier, maar
dan moet U niet verbaasd zijn, als uw
dure apparaat kapot gaat. Zo zijn Gods
geboden de pracht van ons leven. Het
is de persoonlijke leiding en persoonlijke
raad van de Here, die ons uit Egypte,
uit het diensthuis heeft geleid en een
mee-gaande God is.
Daarom moogt U nooit een tegen-tel
ling maken tussen wet en evangelie.
Calvijn zei ,,God heeft twee han
den". En Verkuyl ,,De Here spreekt
altijd met twee woorden".
Maar het is de éne God, die op de
dag van de opstanding van de Here
Jezus laat rond zeggen ,,Ik ben de
Here, uw God".
A. D.
Ik kan niet zeggen, dat ik een erge
voorstander van demonstratieve optoch
ten ben. Ook niet als deze voor een
goed doel willen opkomen en met echte
geestdrift worden ondernomen. In jonge
jaren heb ik de vaak hinderlijke 1 mei
optochten van de toenmalige S.D.A.P.
meegemaakt, d.w.z. deze aan de kant
staande moeten verdragen, want d.i.
wel het juiste woord, omdat de kerk
gang b.v., zoals ik het me nog goed her
inner, naar de nu verkochte Buiten-
Amstelkerk, verhinderd werd. De op
tocht ging namelijk voor, de kerkganger
kon wachten. Wie er net zo over denkt
als ik heeft het goed gedaan in de ver
slagen van de Generale Synode die
over het vredesvraagstuk moest hande
len vermeld te vinden, dat een broeder
ouderling de opmerking maakte, dat het
van meer waarde is als Gods 'vromen
bidden voor de vrede, dan dat men met
leuzenvolle optochten over de straat
loopt te schreeuwen.
Men doet dit wel met ernst, doch
neemt het niettemin toch niet ernstig
genoeg. Er zijn namelijk stille krachten
die meer uitwerken dan openbaar
krachts- en machtsvertoon. Onder deze
stille krachten meen ik ook het gebed
te mogen en te moeten rekenen. Het
gebed eens rechtvaardigen vermag veel;
veel ook ten opzichte van Vietnam e.a.
zaken op allerlei gebied. Geen ding gaat
er zonder bidden goed, zegt het volk.
Christen zijn betekent in de eerste
plaats bidder zijn. Als Jezus tot zijn
discipelen zegt .Zonder Mij kunt ge
niets doen", dan houdt dit naar mijn
gedachte wel allereerst en meest in, dat
we Hem bij alles moeten erkennen
Hem overal bij halen, omdat Hij overal
mee te maken heeft. Er is immers niets
dat Hem niet aangaat. Een christendom
en een kerk die niet sterk op het gebed
ingesteld zijn, is zout dat smakeloos is
geworden, ondeugdelijk, waardeloos.
Zulk een kerk bereikt ook niets steek
houdends in de wereld, omdat er geen
kracht van haar uitgaat. Ik meen ook,
dat er wel reden voor ons is om een
beetje, ja een heel beetje bang te zijn,
dat de gebedspractijk van veel christe
nen verschraald is tot en met. Men
spreekt sinds even van .christen-radica
len" hetgeen ik op het gebed wilde toe
passen. Echt christen-radicaal is radi
caal „bidden zonder ophouden", zoals
Paulus de echte christen-radicaal uit de
eerste tijd schreef. Mij dunkt, dat de
kerk zich in haar vele afsplitsingen
vooral beschuldigen moet van gebrekkig
gebedsleven. Ware dit een kracht in de
christelijke gemeenschap hier en elders,
binnen- en buitenlands, och dan zou de
éénheid der kerk binnen afzienbare tijd
een feit zijn.
Ik zou de stelling willen verdedigen,
dat als de christenheid één gebedsfront
zou vormen dit naar buiten merkbaar
zou worden. Dan zou de duivel aan
krachtsbetoon inboeten en wegvluchten
van velerlei terrein, waar hij nog in
vloed heeft, al zou ik niet geloven in
des duivels bekering, waar ik trouwens
ook niet om zou willen bidden, zoals
Papini in zijn boek over de duivel wel
wil in de mening, dat als de duivel niet
bekeerd wordt dit de schuld der chris
tenen is die er niet voor gebeden heb
ben. Ik meen evenwel, dat Jezus wel
beveelt te bidden verlos ons van de
boze en niet verlos de boze. Dat we
echter het kwade kunnen keren door
gebedskracht te stellen tegenover de
macht van het kwade, ja d.i. wel zo.
Jezus geeft ons het wapen des gebeds
in handen tegen de boze, die we weg-
bidden moeten overal vandaan.
Zo, dat hij het op aarde niet uit kan
houden en verdwijnt naar de hel. Er is
trouwens geen andere mogelijkheid om
satan te bestrijden dan door de stille
kracht van het gebed. Slechts geestelijke
wapenrusting doet hierbij deugd en ver
schaft overwinningsvreugde. Daarom
onderschrijf ik graag de opmerking van
dat synodelid dat zo grote waardering
voor het gebed der rechtvaardigen kon
opbrengen en het gewicht er van niet
onderschatte, omdat hij allicht zich ook
de voorzegging herinnerde betreffende
de duivelen hij zal van u vlieden
Misschien denkt nu iemand zou die
dominee nooit hebben gehoord van bid
den èn werken Jawel, maar d.i. een
ander hoofdstuk, zo iets als van het eer
ste gebod en het tweede daaraan gelijk
als u me begrijpt.
Brouwershaven B. WENTSEL.
Te New Dehli wordt van 1 februari
tot 25 maart de Tweede Wereldhan
delsconferentie gehouden. De tegen
stellingen in de wereld tussen de rijke
en de arme landen zijn schrijnend. De
rijken en de armen ontmoeten elkaar op
deze conferentie. De synode onzer ker
ken wilde dat op zondag jl. 4 februari
de predikanten voor deze samenkomst
bidden zouden. Namelijk om wijsheid
voor de vertegenwoordigers dier landen,
opdat hun beraadslagingen de bijbelse
gerechtigheid op deze aarde mogen be
vorderen. Gerechtigheid verhoogt een
volk, terwijl de zonde de schandvlek
der natiën is. Stellig ook de zonde te
gen het 8e gebod gij zult niet stelen.
Ofschoon dit gebod bepaald niet tegen