eeuwóe 3£erkbode Momenten uit het latere leven van David AF TE MALEN de gemeentel IK ZIE, IK ZIE... J-V A™r 22e JAARGANG No. 35 14 MAART 1968 ,Jk worstel en ontkom- OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND. Hoofd-Redacteur Dr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70. Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen; Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk Drs. M. Beinema, Middelburg. Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. A Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Girp no. 4 22 80 v. (2 Samuël V. en David zocht het aangezicht des Heren en hierna ontfermde God zich. 2 Sam. 21 1,14. Dit is een aangrijpend hoofdstuk, vol van ernst. En dat vanwege schuld tegenover God. Dan is er donkerheid. En alleen in een diepe weg kan er weer licht komen. En vrede, en ontferming, en verzoening. Het gaat in dit hoofdstuk over de Gibeonieten en het huis van Saul. Met eden tegenover Israels God was gezworen, dat de inwoners van Gibeon niet zouden worden gedood. En nu was Saul, in zijn ijver, toch begonnen hen te doden. Zo liggen volk en vorst onder schuld voor God. En daarom moet die schuld worden vereffend. Zo moeten we dit hoofdstuk lezen. Begin en e ind staan in het teken van God. De naam des Heren wordt er veel in vermeld (vs. 1, 2 maal), vs. 3, vs. 6, 7, 9, 14. Het gaat over schuld tegenover de Here (vers 1). En het gaat over ontferming en verzoening, vanwege de Here vers 14) Het is waar Gij, Gij zult vreselijke dingen, ons in gerechtigheid doen horen en ons blij doen zingen, van 't heil voor ons bereid. De schuld moet worden verzoend. De Here vraagt tuchtigingDe Here ontdekt aan David, die door Zijn roepstemmen (hongersnood) tot Hem vlucht, deze dingen. En dan moeten er opdat het erfdeel des Heren, opdat Zijn bondsvolk weer in vrede met God, en verzoend met God, kan voortleven, zeven mensen gedood worden. Zij moeten als een offer voor het volk vallen, opdat heel het volk van ellende en honger en noden zal worden verlost. Aangrijpend zeven mannen hangen daar straks aan het hout. Naarhet Woord Gods voor het land, kan ten aanzien van het bloed, dat vergoten is, geen verzoening worden gedaan, dan door het bloed van dengene, die het vergoten heeft Numeri 35 33)Het zijn zeven mannen uit het huis van Saultwee zonen van Rizpa en vijf kleinzoons van Saul, uit Merab, Saul's dochter. Treffend is het tafereel, van wondere zorg bij Rizpa, voor deze zeven lijken. Ze blijft dag en nacht gieren en jakhalzen wegjagen, uit piëteit voor de doden. Er zijn nog meer treffende bijzonderheden in dit hoofdstuk. Men leze Hier wil ik dit nog zeggen Er was immers hongersnood. Drie jaren. Door droogte. En nu is het uur van Gods ontferming en verzoening aangebroken het water stroomde neer van de hemelt (vs. 10). Uitkomsten van de Here. Voor heel het volk, dat solidair moest zijn met Saul die zij zelf immers had den begeerd in de schuld. Nu verzoend. Ziel u daar de Christus aan het vloekhout. Daar hebt u het in het groot Hij heeft de vervloeking op zich genomen, opdat Hij ons met zijn zegening vervullen zou. Hij, alleen, om geheel zijn volk ook te redden, van nood en gericht. Dat kruis getuigt van onze schuld en van Gods ont - f e r m i n g. Mijn Verlosser hangt aan 't kruis en Hij hangt er mijnentwege, mij ten zegen van de vloek maakt Hij mij v r ij. Nieuwerkerk Dr. J. H. BECKER. het Evangelie. Wij mogen naast hen staan en met hen zoeken naar dit ant woord. Niet minder dan 140 projecten zijn ingediend, die alle een royaal ant woord1 op de uitdaging vragen. Laten we bidden om Gods zegen op dit werk. Laten wij danken voor de opbrengst van de collecte voor het Werelddiaco- naat. Er is weer meer binnen gekomen dan verleden jaar. Wij kunnen dus voortgaan met de leniging van vele no den ver over onze grenzen. Laat ons bidden om wijsheid en toe wijding hier en besteding elders in de wereld, opdat deze collecte maximale vrucht mag opleveren. Laat ons blijven vragen om Gods ze gen op de actie ,,Kom over de brug". We bidden voor de actie ,,Kom over de Brug". Deze week bereikt de actie haar hoogte punt. Kerkelijk Nederland" wordt uit gedaagd om te laten zien, wat het man daat van Christus, gegeven in de voet wassing, haar waard is. Wij mogen onze zusterkerken in Azië, Afrika en Latijns Amerika helpen in de/taak, die zij hebben in een wereld-in-ontwikke- ling. Van die kerken wordt een ant woord gevraagd op de velerlei vragen op allerlei gebied een antwoord vanuit Het is nu gelukkig af te zien. de tijd dat we nog de berijming van 1773 moe ten zingen. In mijn kindertijd (een hal ve eeuw geleden!) ging Dr. De Moor al te keer tegen de rijmelarij, die we in de eredienst zongen. Natuurlijk, alles went. Maar dat is juist zo ontzettend, dat de mensen in de kerk vaak zo stom-weg zingen. Ze zingen niet met hun voorhoofd, maar met hun achterhoofd. Op de dreun van de bekende klanken. Het is natuurlijk prachtig als je veel mooie verzen uit je hoofd kent. Juist het rythme en de rijm maken een diep' engram in onze herinnering. Maar dat ,,uit het hoofd" kennen is ook een ge vaar. Men zingt dan maar half bewust mee. Of soms helemaal zonder ergens aan te denken. Ook daarom ben ik zo blij met de nieuwe berijming. Dan moet je ten minste de eerste jaren zingen uit een boekje. De nieuwe woorden of de veranderde zinnen dringen dan veel meer tot het bewustzijn door. Men zegt wel eens het is voor de oude mensen een groot offer, dat ze brengen moeten, door op hun oude dag nog te moeten wennen aan een nieuwe berijming, terwijl de oude hun zo ver trouwd was. Daar zit zeker wat in. Maar dat over bekende en vertrouwde was ook een gevaar. Als je 's zondags hoort, hoe weinig enthousiast de lofzang wordt gezongen, denk je onwillekeurig ,,Wat zingen ze weer uit hun achterhoofd". Als je voor de T.V. ziet, hoé wijd de kinderen der wereld hun mond open doen, als ze zingen en met hoeveel be zieling ze bezig zijn, dan kunnen de kinderen van het licht daar nog heel wat van leren. Men verwacht van de dominees, dat ze hun uiterste best doen op hun pre ken maar de eredienst is meer dan de preek. We moesten ook eens wat meer ons best doen op ons antwoord op het Woord. In mijn vorige gemeente heb ik jaren lang uit het Psalter van Hasper gezon gen. Toen onze kerken de verloving" met dit Psalter verbraken, gingen we over op het groene boekje", de Proe ve. Nu zing ik weer de berijming van 1773. D.w.z. dat ik veel minder keus heb. Tal van verzen uit de 150 psalmen zijn eenvoudig niet zingbaar, wat cle woorden betreft. Het gevolg is, dat het psalmgezang zich terugtrekt op een klein getal goede verzen. En in dat kleine getal zijn een paar juwelen. Wanneer je over de 10 geboden preekt kun je het eenvoudig niet laten een keer uit Ps. 19 en uit Ps. 119 te zingen. Iedereen zong braaf mee over de wet des Heren, die „slechten" wijsheid leert. Maar toen ik op catechisatie vroeg, wat dat voor slechten waren, wist niemand te antwoorden. Met volwassenen, die erg tegen de nieuwe berijming waren, sprak ik over vers 1 van Ps. 19. Maar wat het „af malen" van wijsheid was, wist men niet. En toch maar zingen Nu is Ps. 19 in de berijming nog niet eens de meest ongelukkige, maar hoe- velen zullen er zijn, die onder „prijzen zijn beleid" verstaan dat de beloningen gereed liggen (bereid)? In ieder geval is dit een goede bijbelse waarheid, al bedoelde de dichter het anders. Natuurlijk zul je het altijd hebben, dat er misverstanden zijn. Bij iedere be rijming. Maar dat zul je toch het meest over komen bij uitdrukkingen, die twee eeuwen geleden gewoon waren, maar nu niet meer. Dit alles is nog niet eens mijn hoofd bezwaar tegen de berijming van de he ren Voet en Ghijsen en van het genoot schap „Laus Deo, Salus Populo" Deze berijming ademt de geest van een heel slechte theologie. Ze stamt uit de tijd van „God, deugd en onsterfe lijkheid". Die slechte adem kun je nog altijd merken. Want de Theologie en het kerkelijk leven van zo'n twee hon derd jaar geleden, bevatte een groot aantal holle kiezen en rotte tanden. Nee, het oude is zeker niet goed, omdat het oud is. Laten we toch ook eens blij zijn en dankbaar voor vernieuwingen, die werkelijk verbeteringen zijn. Het is fijn, dat wij dit nu mee maken. Wat kon mijn vader, die Nederlandse taal en letterkunde doceerde, foeteren tegen het kreupelrijm, dat we zongen in de kerk en op school. Zelf is hij, net als zovelen vroeger, bezig geweest met een verbetering. Maar helaas hij was geen dichter. A. D. De laatste tijd heb ik weinig naar de T.V. gekeken. Als het even kon, keek ik naar Pipo aan het begin van de avond en naar het laatste nieuws aan het einde. U weet, het zijn nu de maan den voor vergaderingen en voor het huisbezoek. Bovendien zijn de program ma's niet zo, dat je er een prettig ge sprek of een boeiend boek voor opoffe ren wilt. Grenoble interesseerde me niet, van zingende heren, dames of figuren daar ergens tussen in, houd ik niet. Moderne dansen vind ik lelijk. Een echt ballet is prachtig en huppelende kinderen zijn hartveroverend, maar dat gewring en gekronkel op de plaats rust is afschu welijk. Er zijn ook enkele gezichten, die vaak op het scherm verschijnen, die ik niet zien kan zonder aversie. En reclame vertelt me alleen maar, wat ik zeker niet ga kopën. Kortom, T.V. is aan mij echt niet besteed. Toch wil ik mijn grote waardering uitspreken voor de serie van Dr. De Jong over Nederland in de bezetting. Deze reeks werd voor de tweede keer uitgezonden. Wel heel erg laat. Maar daardoor heb ik vrijwel alle afleverin gen kunnen zien. Wel heb ik dikwijls hardop gedacht: „Dit moesten al die jongeren, die nu (hoop ik) kostelijk slapen, zien". Laten we veronderstellen, dat ze het eerd'er hebben gezien. Veel dingen heb ik van dichtbij mee gemaakt. Maar nu zag ik van veel de samenhang en de achtergronden. In het laatste gedeelte de bevrij ding kwam duidelijk naar voren, aan welk groot gevaar we vlak na de be zetting zijn ontsnapt. We zeiden wel dikwijls „Als de vrede uitbreekt, zijn wij er ook nog niet". Maar dat het zó erg was, heb ik niet geweten. VAN DEN BLINDE TOT JERICHO Toen Jezus kwam van de Jordaan, om naar Jeruzalem te gaan, toen riep een blinde man hem aan: Kijrieleis Die blinde zat er doodalleen, de scharen stroomden langs hem heen, toch klemde hij zich vast aan één, Kyrieleis Want Hij maakt alle dingen nieuw en Hij kan zorgen dat ik zie de morgen van de profetie, Kyrieleis Ze zeiden dat ik zwijgen zou, maar Jezus vroeg mij wat ik wou en mijn geloof werd mijn behoud, Kyrieleis O mensen geeft dan Gode lof Hij maakt ons ziende door geloof, maar zonder dat is alles dof, Kyrieleis Gij koning op des Vaders troon. Gij hogepriester, Davids Zoon, Profeet die ons de Schrift aantoont, Kyrieleis Op U is onze hoop gericht, geloof in U geeft ons gezicht, Uw liefde is ons levenslicht, Kyrieleis UitDe tale Kanaans, W. Barnard Er hing ons namelijk iets dergelijks boven het hoofd, als er nu in Grieken land regeerteen stel hoge officieren, adellijke heren en groot-industriëlen (O.D.). Men was zo bang, dat het verzet te links zou zijn, de illegaliteit te rood. Daarom zou de O.D. na de capitula tie de leiding in handen nemen. De zgn. Orde Dienst. Door het eenparige verzet van het verzet over de gehele breedte van links tot rechts, is dit onheil voorkomen en

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1968 | | pagina 1