Officiële berichten De Zeeuwse Kerken in de achttiende eeuw De rechtvaardige verdeling der Kerkelijke Lasten „HONDEMASTATE" ander ligt het ook niet opgeschept". Toch zit er een moeilijkheid Want de christelijke beginselen zijn vandaag nog geen waarborg, dat ik met het programma of met de politiek of met de coalities van mijn partij accoord ga. Dat was vroeger in onze strijd op leven en dood tegen het liberalisme di rect duidelijk. Beginsel en programma klopten toen op elkaar als een bus. Ik denk aan de sociale wetgeving en aan de schoolstrijd. Maar dat ligt nu heel anders. Mensen die met mij dezelfde politieke beginselen huldigen (het Evangelie als inspiratiebron en als handelingsnorm) denken over heel veel practische punten van vandaag niet alleen anders dan ik, maar we staan lijnrecht tegenover el kaar. Vroeger was het fijn, dat je in één partij allerlei mensen en allerlei I Het lijkt wel een soort dieventaal, als vanaf de kansel wordt medegedeeld ,,De collecte is vandaag bestemd voor het FAKA". Misschien wordt er nog bij gezegd ,,het Fonds Algemene Ker kelijke Arbeid". Maar dan zijn we nog niet veel wijzer geworden. Toch is het wel van belang, dat de leden der ge meente hierover iets nader geïnformeerd zijn, en de redactie heeft mij verzocht hierover het een en ander in ons blad te schrijven, en dit te meer nu voor dit „FAKA" ee-n bedrag van 4,25 per ziel per jaar van de kerken gevraagd wordt. Eerst maar iets over de voorgeschie denis. Door onze kerken wordt heel veel arbeid „in het algemeen" verricht, d.w.z. dat ze niet ten laste kan komen van een bepaalde kerk. Mag ik enkele van deze takken van arbeid noemen de geestelijke verzorging van zeevaren den,'van ziekenhuispatiënten, van zee-, land- en luchtmacht, van verstrooiden in het buitenland, de hulpbehoevende kerk, enz. In het verleden werden de hiervoor benodigde gelden per collecte bijeengebracht. Wat deden sommige kerken echter Men zette zo'n vijf of zes collecten op één dag, men had dan wel gecollec teerd", maar de opbrengst was maar erg magertjes. Met resultaat natuurlijk, dat de kerken, die zich eerlijk aan de af spraak hielden, in verhouding veel te veel opbrachten. De Gen. Synode is er toen in 1963 toe overgegaan voor diverse doeleinden een totale quotatie op te leggen, dat wil dus zeggen, dat van elke kerk zoveel per ziel moet worden opgebracht. Wel is hierbij een z.g. correctiefac tor" aangebracht. De Synode van Gro ningen besloot (Acta art. 257): ,,de quotatie van het fonds voor al gemeen kerkelijke arbeid en voor de kosten van de generale synode jaar lijks te doen geschieden op basis van het totaal aantal zielen per particulier synodaal ressort, met dien verstande, dat een correctie wordt toegepast op grond van de inkomensverschillen per ressort, zoals deze zullen worden ideeën kon bundelen door de band van de beginselen. Het is nog wel fijn, het is nu ook erg moeilijk geworden. Het is nationaal al net eender als in ternationaal we zijn het met onze bondgenoten niet eens. Internationaal zitten we met Griekenland, Spanje en Portugal in het Navoschuitje. Nationaal zitten we met de V.V.D. - waarvan de feestredenaar onlangs op een jubileumvergadering van de par tij zowel de vrijheid (geen vrije me ningsuiting via radio en T.V.) als de democratie (voorrang voor de „sterken" en de „besten") openlijk bestreed in één kabinet. De synode adviseert ons het lid maatschap van een christelijke politieke partij. Maar met dat lidmaatschap al leen zijn we er nog lang niet. A. D. vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, en dat deze cor rectie om de drie jaar wordt herbe rekend". Dat deze inkomensverschillen belang rijk kunnen zijn, moge voor de Classis Middelburg b.v. blijken uit onderstaan de gegevens van dit Centraal Bureau voor de Statistiek over 1960 Gemiddeld inkomen per per in belas- woner plichtige Arnemuiden 1901 4490 Domburg 2525 5909 (Gapinge) - Grijpskerke 2103 4753 Koudekerke 2178 5262 Meliskerke 1987 4940 Middelburg 2511 5879 St. Laurens 2288 5629 O. en W. Souburg 2042 5021 Oostkapelle 2137 4813 Serooskerke 2001 5110 Veere 2537 5949 Vlissingen 2266 5447 Vrouwenpolder 2189 5417 Westkapelle 1903 4859 Gem. Zeeland 2255 Wanneer men het gemiddeld inko men per inwoner van Nederland op 100 stelt, was de verdeling in 1958 als volgt: Groningen 92 Friesland N83,9 Friesland Z81,4 Drente 80 Overijssel 90,2 Gelderland 89,4 Utrecht 105,7 N. Holland 116,1 Z. Holland 0108 Z. Holland W118,6 Z. Holland Z102,6 Zeeland 93 N. Brabant/Limburg 87,3 Zo moest N. Holland, dat 14,05 van alle Gereformeerden heeft, door deze correctiefactor 16,31 van de lasten dragen, Drente met 5,09 der gereformeerden echter maar 4,07 Zeeland met 3,68 der gereformeer den maar 3,42 °/o. In een volgend artikel willen we na gaan, welke arbeid uit deze FAKA- quotat-ie wordt betaald. A. E. i A DE GEREFORMEERDE KERKEN. De naam. In de oudste na-reformatorische ker kelijke archieven spreekt men meestal over de Gereformeerde gemeente. Voor zover wij konden nagaan schijnen de burgerlijke archieven het eerst en later voornamelijk te schrijven over de ware Gereformeerde kerk, terwijl de burger lijke autoriteiten zich aanhangers noe men van de ware Gereformeerde religie: de Gereformeerde kerk was immers staatskerk. Daarna en daarnaast ging men vaak spreken over de Nederduits (Gereformeerde) kerk of gemeente. De naam Nederlands Hervormde kerk is in het midden van de achttiende eeuw, de periode waarover we hoofdzakelijk schrijven, weliswaar niet totaal onbe kend, maar hij werd pas later veelvul dig en daarna vrijwel uitsluitend ge bezigd. Het bestuur. Reeds in 1591 is er te Middelburg een synode gehouden, waarin o.m. het bestuur en de organisatie van de kerk zijn vastgesteld. De bekende generale synode te Dordrecht (1618'1619) is op deze punten hiermee grotendeels in overeenstemming. De daar vastgestelde leer is voor de Zeeuwen in de achttien de eeuw nog steeds normgevend. Op de dorpen is de leiding toever trouwd aan de predikant met de ouder lingen en de diakenen. In een enkele stad begint er reeds een bijzonder col lege bij te komen. Daar kent men soms een brede kerkeraad. Hieronder wordt dan verstaan de zittende kerkeraad, aangevuld met hen die er wel eens deel van hebben uitgemaakt. Predikantenverkiezing. Het beroepen van predikanten ge schiedt in geen enkele provincie zoals in Zeeland. Heeft een predikant een beroep naar elders aangenomen of is hij overleden, dan wordt zo spoedig moge lijk het collegium qualificatum bijeen geroepen om een director te benoemen. Zijn taak is enigszins te vergelijken met die van een tegenwoordige consulent. Predikanten, die een beroep naar elders hebben aangenomen, worden meestal tot director benoemd en hebben de ge woonte te blijven totdat hun opvolger het beroep heeft aangenomen. Is een dominee overleden, dan wordt veelal de predikant van een naburige gemeente tot director aangesteld. Hij heeft meest al adviserende stem. Het collegium qualificatum bestaat, behalve uit de kerkeraad, in de steden uit een paar afgevaardigden van de mo- gistraat (gemeenteraad); in Middelburg drie of vijf. Op de dorpen komen er voor zo'n gelegenheid twee niet-kerke- raadsleden bij de ambachtsheer en een door hem aangewezen lid van de plaat selijke magistraat. Is de ambachtsheer alleen dooplid, dan mag hij twee afge vaardigden benoemen. Evenzo een eventuele ambachtsvrouw, want die mag natuurlijk niet zelf op de vergadering verschijnen. Op plaatsen waar een an dersdenkende ambachtsheer is mag deze noch op de vergadering komen, noch afgevaardigden benoemen. De gemeen teraad kiest dan zelf twee gereformeer de deputaten. Het collegium qualificatum maakt een groslijst op een twee-, drie-, zes- of twaalftal. Vaak komt hieruit op de zelfde vergadering nog één predikant naar voren. De beroeping wordt door een kerkeraadslid en een lid van de magistraat ter kennis van de classis ge bracht, die hierover moet beslissen. Kerker aadsleden. De ouderlingen en diakenen mogen slechts twee jaar dienst doen en zijn dan niet direct herkiesbaar. Men streeft naar een rustperiode van twee jaar. Elk jaar treedt de helft af. Dit wordt ver making van de kerkeraad genoemd. In sommige plaatsen maakt de kerkeraad de nominatie, in andere het collegium qualificatum. De mannelijke belijdende leden mogen aan de stemming deelne men. Er zijn wel eens uitzonderingen. Zo worden de diakenen te Middelburg uit een nominatie door de magistraat benoemd. Kerkdiensten. Overal wordt 's zondags in de mor gendienst een gedeelte uit de H. Schrift en na de middag de catechismus ver klaard. Gedurende de winter wordt overal op een avond in de week ge preekt. Te Middelburg komen elke dinsdag- en donderdagavond successie velijk alle bijbelboeken aan de beurt. Het duurt wel jaren voor men de hele bijbel door is, want elke avond wordt de helft van een hoofdstuk behandeld. Over de duur van de kerkdiensten zullen we hier maar niets meedelen. Voorlezer. De kerkeraad beroept en ontslaat de voorlezer. Indien hij tegelijkertijd onder wijzer is, en dat is bijna overal zo, dan moet het collegium qualificatum in actie komen. Is de schoolmeester geen voor lezer in de kerk, dan wordt hij beroepen en ontslagen door de magistraat. (Wordt vervolgd) A. de Smit. AGENDUM voor de Classicale vergade ring op dinsdag 6 februari a.s. in de Gereformeerde Kerk te Axel. Aanvang 13.30 uur. Het moderamen voor deze vergadering bestaat, volgens art. 9 H.R., uit de brs. Ds. J. Th. Heemskerk, Praeses Ds. W. H. Gispen, Assessor Ds. L. Berger, scriba. FEUILLETON door HERMAN DE MUINCK 8) Lucie liep Jan Fottema tegemoet, die behendig met uit gestrekte hand, een lach op het nóg zo jongensachtig ge zicht, op haar toetrad. „Proficiat, Lucie, met je negentiende verjaardag. En nog vele jaren Negentien Wat jong nog „En dat zegt iemand, die pas twintig is schaterde Lucie, die zijn hand nog steeds vasthield en hem naar de tuinbank voerde. „Het zit heerlijk in de morgen," zeide zij. Hij haalde een klein pakje te voorschijn. „Pas in zwang. Ik zag het in Utrecht in een kantoor boekhandel. Een kleinigheid voor je verjaardag." Zij opende het pakje nieuwsgierig en vroeg „Wat is dat? Toch niet een gewone penhouder?" „Neen. Een vulpen. Kijk." Hij demonstreerde, hoe de pen, als die leeg was, ge vuld moest worden. „Wat leuk Dank je wel, Jan. Als de pen versleten is, hoe moet het dan 't Gaat niet op de manier van de kroontjespen, dat zie ik wel." „Deze pen verslijt niet. Veertien karaats goud." „Maar, jongen, dat is veel te duur 't Is iets nieuws en die worden voorlopig niet in massa gemaakt. Had je niet moeten doen." „Moet je dat eens zien," zei hij, wijzend op het gouden armbandhorloge, dat hij al spoedig had opgemerkt. „Heb ik ook in Utrecht gezien." Intussen de pen was niet goedkoop geweest. Hij had uiterst zuinig van zijn zakcentjes moeten leven, om die te kunnen kopen „Mooi, hé vroeg zij. „Van vader gekregen. En deze van moeder,de vinger uitstekend. „Gouden armbandholcge en gouden ring Of ze gek met je zijn ,,'k Heb een reuzenverjaardag, niet Tc Mag wel op passen, dat ik niet een verwend poppetje wordt." „Daar is geen kans op," zei hij beslist. „Niet? Ken je me dan zo goed?" „Beter dan je misschien denkt," lachte Jan. „Maar als ik naar die geschenken kijk, dan is mijn cadeautje er een prul bij." „Niet zeggen, Jan. 't Wordt evenveel gewaardeerd. Misschien nog wel méér." „Méén je dat?" vroeg'hij gretig. „Natuurlijk! Ik ben er'zeker van, dat je je heel wat hebt moeten ontzeggen, om dit te kunnen kopen. Zon pen kost meer dan een gulden of zo." Lucie was geheel op de hoogte een min of meer ge fortuneerd oom betaalde zijn gehele studie en levensonder houd. Zijn vader kon dat alles onmogelijk opbrengen. Van huis kreeg hij alleen zakgeld. En dat zou heus niet zoveel zijn. En daarvan had hij nu die pen gekochtZe werd er van binnen warm van. Het tweetal zat nog even te keuvelen over van alles en nog wat, waarna Lucie zei „Kom, we gaan naar binnen een kopje koffie drinken". Mevrouw Van Adrigem mocht de jongen graag. Wel een uur bleef hij in de serre zitten. Hij deed nog wel wat jongensachtig, vond zij, maar kon toch ook verstandig praten. Aan ernst ontbrak het hem niet, al vertelde hij tal van studentengrappen en imiteerde hij verschillende professoren op vermakelijke wijze. Zij vond hem een ge schikte pretendent voor Lucie. Haar man dacht er trou wens ook zo over. Het leek er wel op, dat die beiden elkaar zochten. Goede schoolkameraadschap blijft duren, als de wegen eenmaal uit elkaar zijn gegaan. Enfin, maar eens afwachten. Niets forceren en er niet de minste in vloed op uitoefenen. „O, ja, dat is waar ook. 'k Zat gisteravond boven te werken, toen ik op straat geroep hoorde. Ik kijken en zag nog net een schim van de automobiel. Was het fijn „Heerlijk, Jan 'k Zal vader eens vragen, of we ook eens mogen." „Maar ik kan niet rijden." „Janus natuurlijk mee. Hij kan het ons wel leren. Hij beweert, dat er geen kunst aan is." - „Weest jullie maar voorzichtig," meende mevrouw Van Adrigem. „Mama heeft het niet begrepen op de laatste hobby van paps," plaagde Lucie. „Maar u zult vanmiddag, eens zien, hoe fijn het gaat. 't Is veel en veel heerlijker dan -in een rijtuig," merkte zij enthousiast op. „Wat heb je, Jan?" „Oniets," stamelde hij. ,,'k Zat met mijn gedachten even ergens anders." „Professorale neigingen Je leek wel een verstrooide professor." Hij lachte gewild smakelijk. Gewild, Want toen hij naar huis reed, kwam de gedachte onmiddellijk weer te rug. Eigenlijk wist hij het wel, dat hij Lucie lief had. Maar die liefde had gesluimerd. Ze waren nog zo jong. En hij had nog zo'n studie voor de boeg. Maar nu, nu was hij zich er opeens helder van bewust, dat hij later Lucie als vrouw zou willen hebben. En meteen was hij geschrokken van dat denkbeeld, 't Was allereerst de vraag, of Lucie dat zou willen. Zij gingen wel kameraad schappelijk met elkaar om, maar kameraadschap was geen liefde. Er was nog méér, dat hem bezwaarde. Voor me vrouw Van Adrigem, die lieve, eenvoudige vrouw, vreesde hij niet, maar hoe zou Lucies vader er over denken Misschien zou hij zijn dochter wel aan de zoon van een dominé geven, misschien. Maar een doodarme dokter, gesteld, dat hij zijn plannen kon voltooien En dan als er bij de ouders geen weerstand was, dan zou mijnheer Van Adrigem hem, als hij eenmaal dokter was, wel geld moeten en willen geven, om een praktijk te ko pen. En dat stootte hem nu weer tegen de borstaf hankelijk van de vader van zijn vrouw, 't Was dan net, of hij Lucie begeerde om haar geld. Dat zouden de mensen ook wel zeggen of denken. Moest, je net op zo'n dorp wezen Och komvooruit, weg met die muizenissen. Hij moest nog jaren studeren. Misschien was Lucie dan al met een ander getrouwd. Maardie gedachte kon hij moeilijk verkroppen (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1968 | | pagina 2