DIAKONIE dat de Here Jezus het fijn vond, daar naar te luisteren en dat Maria er graag van vertelde. En ieder verhaal eindigde dan met de eerbiedige bevestiging, dat hij, als hij straks groot zou zijn, wezen moest in de dingen van zijn Vader, want hij was de beloofde Messias, door wie God verlossing zou zenden aan zijn volk. Zo heeft Maria gewerkt aan de op voeding van de Here Jezus. Over de lange periode van Jezus' le ven in Nazareth, vóór hij zich aan zijn volk openbaarde, weten wij niets. We gaan daar ook niet over fantaseren. Dat is bovendien al genoeg gedaan. De zgn Christuslegenden" van Sel- ma Lagerlöf vormen wel aardige lec tuur. En zijn hier en daar interessant door de zeer oude tradities, die ontleend zijn aan gegevens uit de apocriefe evan geliën. Maar we moeten oppassen, dat de fantasie het Evangelie niet gaat over woekeren. Soms weten kinderen meer van ,,de vierde wijze" of dergelijke apocriefe figuren dan van het eigenlijke Evange lie. De bijbel zwijgt over de tussenperio de van het kinderleven van de Here Jezus en van zijn ontwikkeling tot jonge man. Het enige gegeven is wat Lucas ver telt over de 12-jarige Jezus in de tempel. Bovendien zijn er hier en daar in de evangeliën van die eigenaardige opmer kingen, die een „terugwerkende kracht" hebben. Zo b.v. dat zijn broers niet in hem geloofden. En dat zijn verwanten bang waren, dat hij zich te druk maakte en „buiten zijn zinnen" zou raken. Zij wilden hem thuis halen en hem kalme ren. Hieruit kunnen wij concluderen, dat de woorden, die Maria bewaard had en die ze aan de Here Jezus vertelde, niet door de huisgenoten in Nazareth wer den geloofd. Wel door de Here Jezus zelf. Die dronk ze in Aan Maria's knieën is hij gaan ge loven, dat hij de beloofde Messias was en dat al die profetieën, waarvan hij hoorde, en die hij ook zo nu en dan lezen moest in de synagoge op hem sloegen en in hem vervuld zouden wor den. Dat betekende voor de Here Jezus, zo jong als hij was, lijden. De jongeren in het gezin van Jozef en Maria geloofden er niets van en lachten er om. Daardoor was er tussen hem en Maria een groot geheim. Een geheim, dat zij samen wisten en waar zij samen blij mee waren hij moest, als hij groot was zijn in de dingen van zijn Vader. Hij was de beloofde Messias, de ver losser van Israël -of, zoals het in de profetieën ook wel genoemd werd de knecht van de Here, of de zoon van God. Zo heeft Maria, als moeder des He ren, haar zoon niet alleen lichamelijk verzorgd en gevoed, maar hem ook geestelijk geleid en opgevoed. A. D. Over enkele maanden zal bij het gereformeerde conferentie-oord „De Blije Werelt" in Lunteren een geheel nieuwe vleugel worden geopend voor vakanties van lichamelijk gehandicap ten. Het centrum zal na deze uitbrei ding ruimte bieden aan tweehonderd gasten, verdeeld over drie afzonderlijke groepen. Met de uitvoering van dit bouwproject is een bedrag van ruim een miljoen gulden gemoeid. De plaatselijke diakonieën van de gereformeerde ker ken hebben hiervoor reeds 85.000 gul den bijeen gebracht. Deze zomer zullen op „De Blije We relt" vier diakonale vakantieweken voor gehandicapten worden georganiseerd. Er is een speciale week bij voor bejaar de invaliden. Ook wordt een experiment genomen met een vakantieweek voor gehandicapte jongeren. Dit gebeurt in samenwerking met het Centrum voor Gereformeerd Jeugdwerk, dat met z'n Postclubwerk in dit opzicht reeds erva ring heeft. Ook organiseert het diako- naat 29 vakantieweken voor bejaarden en overbelaste huisvrouwen. Hiervoor zoekt men 250 vrijwillige stafleden, zo als artsen, verpleegsters, verpleeghul pen, onderwijzers, jeugdleiders, maat schappelijke werk(st)ers etc. Men kan zich opgeven bij het A. D. B„ Konings laan 7, Utrecht, tel. 26961. Deelnemers moeten zich opgeven bij de plaatselijke diakonie. Op een op 18 november 1967 gehouden vergadering van de diakonieën van onze kerken met deputaten der provincie wer.d het voornemen om gespreksavonden te be leggen in verschillende regio's in Zeeland, met instemming ontvangen. Als onderwerp werd gekozen Wat is en wat doet het ambt Het gesprek zal worden ingeleid doo.r Ds. J. Wcssel te Middelburg en de heer Hartman. Na de inleidende woorden, zal er ruimschoots gelegenheid zijn voor dis- kussie. Zowel ouderlingen als diakenen nodigen wij hiermede hartelijk uit aan deze ge spreksavonden deel te nemen. Vooral voor de nieuwe ambtsdragers lijkt ons deze mo gelijkheid collega-ambtsdragers te ontmoe ten van veel belang. De samenkomsten zullen plaats hebben volgens onderstaand schema. Wilt U de datum van uw regio meteen vastleggen Regio Plaats van samenkomst Datum Zeeuws-Vlaanderen-West de kerken van Aardenburg, Breskens, Oostburg, Schoondijke Breskens, in de Geref. Kerk, hoek Nicuwstraat-Weijkmanlaan 5 febr. Classis Middelburg Middelburg, in de Getuigeniskerk aan de Adr. Lauwerijeszstraat 8 febr. Zeeuws-Vlaanderen-Oost de kerken van Axel Hoek, Terneuzen, Zaamslag, Zoutespui Axel, in het Geref. Jeugdgebouw, Pironstraat 15 febr. Classis Zierikzee Zierikzee, in het Verenigings gebouw van de Geref. Kerk, St. Domusstraat 35 20 febr. Noord-Beveland Wissenkerke, consistoriekamer, Geref. Kerk, Ooststraat 1 22 febr. Zuid-Beveland Goes, in de consistoriekamer Geref. Kerk, Westwal 4 26 febr. Classis Tholen Bergen op Zoom, consistoriekame Geref. Kerk, Bolwerk-Zd 34 :r 27 febr. De aanvangstijd is voor alle bijeenkomsten gesteld op 19.30 uur. ASSEN Uit het maandblad „Opdracht en Dienst", het orgaan van de Geref. Man nenbond, neem ik het hiervolgende ar tikel van Dr. D. van Swigchem (Am sterdam) over, dat handelt over wat onze synode deed met „Assen". Ik denk wel eens aan het gezegde, ik weet niet meer van wie dat de ge lovigen van de Russisch-Orthodoxe Kerk wat minder de bijbel moesten kus sen en er wat meer in moesten lezen. Het was namelijk in Rusland gewoonte om tijdens de eredienst de onfeilbare schrift te kussen. Het was immers de heilige schrift en men bezong haar gezag. Maar bijbellezen deed men vrijwel niet en van bijbel studie was nog veel minder sprake. Problemen waren er dus ook niet. Maar wie de bijbel gelovig bestudeert en meer doet dan haar onfeilbaarheid belijden, komt als vanzelf allerlei vraag stukken tegen. En voor die is de uitleg ging niet altijd even „klaar-blijkelijk". Ook al buig ik me onder het gezag van Gods Woord (de bijbel van kaft tot kaft) daarom zijn er nog wel vraag stukken Daarop wijst Dr. v. S. „Met overweldigende meerderheid (drie tegen, één onthouding) nam de generale synode het besluit om „Assen" niet langer bindend tc doen zijn. Bij de voorstemmers waren zeker heel wat afgevaardigden, die voor zichzelf wel van mening zijn, dat de bekende vier bij zonderheden (de boom des levens, de boom der kennis van goed en kwaad, de slang en haar spreken) als letterlijk en zin tuigelijk waarneembaar moeten worden op gevat, zoals de synode van Assen destijds uitsprak. Maar ze waren met de anderen overtuigd, dat men die mening niet meer bindend mag opleggen aan broeders, die een andere uitleg voorstaan, die evenzeer aan Schrift en belijdenis recht doet. Het feit, dat zulke gereformeerde broe ders er zijn, en in steeds groter getal, be wijst, dat Assen bij nader inzien niet ge lijk had met te spreken van „de klaar blijkelijke bedoeling" van het Schriftver- haal in Genesis 2 en 3. In dit woord school de fout. Zeker, wij belijden dat de H. Schrift ons klaar en helder wijst op Jezus Christus, de Zoon van God als onze enige Zaligmaker. Maar dat wil niet zeggen, dat er geen vraagtekens kunnen zijn bij de uitleg van vele passages of zelfs boeken uit de Bijbel. Het Hooglied is door de Statenvertalers niet letterlijk, maar allegorisch opgevat. Later noemde men het een bundel aardse liefdesliedjes en sloeg zo naar een ander uiterste door. De schriftuurlijke exegese van vandaag beschouwt het wél als een liefdeslied, maar dan met een diep-ernstige boodschap van 's Heren wege. Zo staat de Bijbelverklaring nooit stil. Na een slin gerbeweging komt men vaak tot een meer genuanceerde omschrijving van de bedoe ling dan men eerst voor de ware hield. Een ander bekend voorbeeld Wat be doelt Jezus met de „petra" in Matth. 16? Middeleeuwen Petrus, de eerste paus. Reformatie Nee, niet die man, maar die belijdenis Huidige (ook Gereformeerde) exegese algemeen De met zijn mede-apos telen belijdende Petrus. We leren de preciese bedoeling vaak na eeuwenlange controvers fijner omschrijven. Zo zegeviert de waarheid van het Woord over onze eenzijdigheden. Daaromeen bepaalde uitleg van een bijbelplaats voor altijd bindend vastleggen is altijd een riskante zaak. Ook in de eerste hoofdstukken van Genesis zijn vele moeilijke punten. De „dagen" in Genesis 1 niet alleen Waarom, spreekt 1 9 van een met water bedekte en 2 5 van een droge aarde Hoe moet ik verklaren, dat 2 522 deze volgorde van Gods scheppingswerk geeftman - bomen - dieren - vrouw Hoe moet ik mij een (historische rivier denken, die zich splitst in Eufraat, Tigris, Nijl en een ri vier die om Arabië heenstroomt Tot waar is de slang letterlijk op te vatten, als hij in 3 15 niet letterlijk is bedoeld? Spreekt 6 1 van „de mensen" of van ongelovige mensen Waarom noemt 9 22 geen zonde van Kanaan, terwijl juist hij in 9 25 ver vloekt wordt? Enz. enz. Natuurlijk zijn er oplossingen, vaak ge kunstelde, gesuggereerd. Sommige zijn een soort gereformeerde traditie geworden, die voor veler besef haast met de Bijbel, gelijk staat. B.v., dat Kanaan wel bij Cham heeft gestaan, en dat ze samen hebben gespot. Dat is ons vanaf de lagere, school al bijge bracht, maar het staat nergens Als nu andere uitleggingen meer bevre digen én met het geheel van de Bijbelse boodschap overeenstemmen, moeten we ze niet a priori afwijzen, maar dankbaar over wegen. Ondanks de „rem" van Assen heeft het denken over Genesis niet stilgestaan. Men heeft verder gespeurd naar de „bedoeling des Geestes". En dat in echt-gereformeerde lijn Kuyper en Bavinck hadden ons al duidelijk gemaakt, dat de Heilige Geest de schrijvers als echte mensen-van-hun-tijd heeft ingeschakeld bij de teboekstelling van 't Woord Gods. Organische inspiratie Ook dit begrip kan misbruikt worden (wat niet?), maar het is (op grond van de schriftgegcvens zelf de enige juiste op vatting. In Genesis is welke bronnen hij ook mag hebben gebruikt een schrijver aan het woord, wiens naam we niet kennen, maar die o.a. blijkens 36 31 in de eerste Koningentijd leefde en kennelijk een be- FEUILLETON „HONDEMASTATE" door HERMAN DE MUINCIC 7) Haar moeder omarmde haar het eerst met een „Van harte, kind. En God zegene je verder". Haar stem was zacht. Zij wierp een blik op het frisse meisjesgezicht en bad, woordeloos „O, God, blijf haar nabij, als ik er niet meer ben". Een vreemd gevoel overkwam haar. Maar dan vermande zij zich ,.'k Heb hier een cadeautje voor je, dat in je smaak zal vallen. Je hebt het verleden week al gezien in de winkel van Jumelet". 't Was een gouden ring, versierd met een juweel. Be wonderend had Liicie er de vorige week in de juweliers winkel van Zeestad naar gekeken, die zelfs aan haar wijs vinger gehad paste precies. „O, mams, dat is veel te veel. 'k Heb geen kroonjaar. Ik ben nog maar negentien en niet twintig." Onstuimig omhelsde zijn haar moeder met een dankbare blik. „Is er voor mij ook nog even tijd vroeg haar vader op luidruchtige toon. „Proficiat, meisje, en nog vele jaren. En hier mijn cadeautje. Ik ben niet bij Jumelet geweest, want die heeft ze voorlopig nog niet. Moet je voor in Rotterdam zijn. Een nieuwigheid." Lucie opende nieuwsgierig het kleine pakje, dat een doosje bevatte, waarin op rose watten een gouden arm bandhorloge lag. Inderdaad had zij zo iets nog nooit ge zien. Een van de nieuwste snufjes uit Zwitserland, die in enkele grote steden in Holland te koop waren. Een hor loge aan de arm, hoe bestond hetEr waren wel dames horloges, maar die werden aan een kettinkje of snoer om de hals gedragen en ergens in een speciaal daarvoor ge maakt zakje opgeborgen. Lucie stond sprakeloos, geamuseerd aangestaard door haar vader, de robuste, koel berekenende zakenman, die nu werkelijk aangedaan was. „Laat ons nu maar gaan ontbijten," zei hij, zich wrin gende uit de stevige omhelzing van Lucie. „Ik moet fluks naar het kantoor, omdat ik er vanmiddag, ter ere van mijn dochter, niet heen ga." „Fijn, we gaan lekker rijden naar Harenstede en Esser- dorp. „U bent in lang niet aan het strand geweest, mams." „Wat bedoel je nu, kind? Ik ga niet mee, hoor!" „Toe nou. Doe het nu eens op mijn verjaardag. U ziet er vanmorgen zo best uit. En 't wordt een mooie dag weer." ,,'k Zou het maar doen, lieverd,", zei Van Adrigem. ,,'t Is een leuk verzetje. Je gaat eerst een paar uur rusten en bent dan zo fris als een hoentje." Het tegenstribbelen van mevrouw Van Adrigem werd zwakker en eindelijk gaf zij toe, zij het node. Ogenblikke lijk had zij spijt van haar beslissing. Zij had zo'n vreemd voorgevoel. Maar nu weer terugkrabbelen, neen, dat ging ook niet. Albert van Adrigem legde zijn vrouw en dochter wat hun godsdienstige overtuiging betrof, geen strobreed in de weg. Zij konden rustig voor zichzelf bidden. Hij wist ook wel, dat zij samen de bijbel lazen, als hij er niet was. Zijn vrouw had hem meermalen gevraagd, ook eens mee te luisteren, maar tot haar verdriet had hij steeds constant geweigerd. Dus moest zij haar pakje maar dragen. Zij behoefde niemand iets te verwijten (deed het ook niet), want zij was genoeg gewaarschuwd vóór zij met Albert trouwde. Door haar ouders en door anderen. Zij had zich diets gemaakt met de gedachte, dat zij hem wel zou kun nen beïnvloedenZij dankte God, dat Lucie niet de weg van haar man volgde, maar van kind af aan gevoelig was voor het onderricht, dat zij haar gegeven had. Af gelopen Pasen had zij in de kerk van Westgouwe (na enkele jaren de catechisatie van dominee Fottema te heb ben gevolgd) openbare belijdenis des geloofs afgelegd. Van Adrigem stond van de ontbijttafel op, drukte een kus op het voorhoofd van zijn vrouw en streek plagend over de haardos van Lucie, die heftig protesteerde. En kele minuten later reed Janus hem met de automobiel naar de stad. De beide .vrouwen keken hem door het raam na. ,,'k Heb zin in vanmiddag," zei Lucie. „Het voorproefje gisteravond was al leuk." Toen Janus de vorige avondvan de boot naar „Honde- mastatc" was gereden, was heel Schouwenburg uitgelopen, om het spektakel te zien. De meningen van de bewoners waren verdeeld geweest, maar de meeste waren afge keurd. Met zo'n ding rijden, dat was met je leven spelen... Later op de avond, een mooie zomeravond, hadden Lucie en haar vader een eindje gereden, zo door en om Westgouwe heen. Lucie had het prachtig gevonden. „Omdat vader en jij het graag willen, ga ik mee. Maar liever bleef ik thuis." „Kom, mams, u zult eens zien, hoe fijn het gaat." „Ja, dat geloof ik wel. Ik behoor niet tot die mensen, die beweren, dat het God verzoeken is, met een automo biel te rijden. Dat heeft men van de trein en de tram ook gezegd. En nu zitten dezelfde mensen er in. Neen, neen, daar niet om. Maar ja, kind, 'k weet niet, wat ik heb. Een bang voorgevoel zou je het kunnen noemen." Lucie glimlachte. „Geen muizenissen op mijn verjaar dag, mams," zei zij vrolijk. „Ik 'ga wat bloemen plukken en de zitkamer wat opvrolijken." „Doe dat, kind. 't Is niet zeker, dat we buiten kunnen zitten. Gisteravond werd het ook te fris." Die avond zouden er enkele vriendinnen van Lucie komen. Ze woonden in Zeestad en hadden met haar de H.B.S. bezocht. „Komt Jan vandaag vroeg mevrouw Van Adrigem., „Hij zal toch wel weten, dat je jarig bent," plaagde zij dan. „Weet ik niet," lacht Lucie blozend. Zij verdween uit de kamer, onderweg naar de tuin Kee en Adri ontmoetend, die haar uitbundig gelukwensten. Janus, die, na terugkeer uit de stad in de tuin ging wer ken, deed het ietwat formeler. „Janus, wil je me even helpen Ik wil mooie ruikers maken." „Ik ben zo meteen tot uw dienst, juffrouw Lucie," zei hij glimlachend, naar de oprijlaan starend. Lucie volgde zijn blik en begreep daar kwam een jongeling op de fiets. Janus verdween uit de buurt. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1968 | | pagina 2