Ö$Uiële> fezLMm KARISIMBI >urp VAN DE „HONDEMASTATE" o Heer, en wek over hen hun koning op, de zoon van David". En dan gaat de dichter door met het vertellen wanneer de onrechtvaardige heersers verpletterd en Jeruzalem van vijanden door hem gezuiverd zal zijn, zal hij alle stammen vergaderen en ze verdelen over het ganse land op dezelfde wijze als in oude tijden. De heidense volken zal hij onder zijn juk brengen en hij zal heersen over zijn eigen volk in gerechtigheid en wijs heid in hun volksvergaderingen zal zijn woord zijn als van een engel. Hij zal niet toelaten, dat er nog ongerechtigheid in hun midden zal bestaan, zijn onder danen zullen heiligen en zonen Gods zijn. En dan vervolgt hij in vers 41 en 42: „En hij zelf zal vrij zijn van zonde, zodat hij mag heersen over een groot volk heersers zal hij terecht wijzen, zondaars zal hij doen verdwijnen door de kracht van zijn woord en (zich verlatend op zijn God) zal hij al zijn levensdagen niet struikelen want God zal hem macht verlenen door middel van (Zijn) heilige geest". Is het te verwonderen, dat het een voudige volk daardoor een verkeerde voorstelling kreeg in hun Messiaanse verwachting In de tientallen boeken en geschriften die tussen Babylonische ballingschap en de geboorte te Bethlehem geschreven zijn, spreken de meesten niet eens over een Messiasverwachting of verlangen. En de weinigen, die er wel over hande len, geven meestal een verkeerde voor stelling van Hem, op wie zij hoopten. Samenvattend kunnen we dit consta teren dat het oude bondsvolk wel een Messias verwachtte, maar niet in de vorm zoals God die in Bethlehem zou schenken. De vraag van Johannes de Doper ,,Zijt Gij degene die komen zou, of verwachten wij een andere was de steeds terugkerende vraag die het volk zich stelde, als zij van een nieuwe Mes sias hoorden. Zij waren al zo dikwijls opgeschrikt door de mare ,,de Messias is er". Later bleek hij vals te zijn. Eens een Hizkia, toen een Judas, daarna een Menahem en later weer een Theudas. En al deze figuren hadden meer tot hun verbeelding gesproken dan het Kind dat in een stal geboren werd. Want deze gebeurtenis was, wat later ook van het kruis zou gelden voor de Joden een ergernis en voor de Grieken een dwaasheid. JAN VAN WESTHOVE. Op maandag 18 december a.s., des avonds 8 uur, zal het nieuwe orgel in de Gerefor- meerdev „Getuigeniskerk" aan de Adriaen Lauwerijeszstraat te Middelburg in gebruik worden genomen. Dit orgel is gebouwd door de firma Ernst Lecflang te Apeldoorn naar het me chanisch systeem met sleepladen, vrij pe daal en 9 stemmen. De heer Arie J. Keijzer, stadsorganist van ,,De Doelen" te Rotterdam, zal het orgel bespelen. Belangstellenden zijn hartelijk welkom. H. van Winkelhof lid Orgelcommissie KORT VERSLAG vergadering der Classis Zierikzee van 8 november 1967. Namens de samenroepende kerk van Scharendijke opent Ds. H. Scholing de ver gadering, laat zingen Gez. 9 vers 48, leest Openb. 1 vers 48 ern gaat voor in gebed. Naar aanleiding van het gelezene spreekt hij een kort openingswoord, waarna hij vervolgens de broeders hartelijk welkom heet. Door de Kerk van Zierikzee worden de credentiebrieven nagezien. Alle Kerken zijn wettig vertegenwoordigd die van Zie rikzee en Zonnemaire hebben een instruc tie. De vergadering wordt geconstitueerd als volgtPraeses Ds. H. Scholing Scriba Ds. J. H. Nawijn Assessor Ds. B. Wentsel Actuarius br. J. M. de Waal. De praeses, Ds. Scholing, betuigt de Kerk van Haamstede het medeleven der Classis nu Cand. Dijk voor een beroep be dankte en hoopt, dat zij verder met moed en vertrouwen het beroepingswerk mogen voortzetten. De ingekomen stukken worden behan deld 1. brief van de Geref. Kerk te Zonne maire, waarin een br. wordt voorgedragen die gelegenheid heeft de vergadering der P.S. bij te wonen 2. brief van Redactie en Uitgevers der Zeeuwse Kerkbode, waarin enkele dingen worden gevraagd ter bevordering van de lezerskring dier Kerkbode. Dr. Becker, de- putaat, zal hieraan de nodige aandacht blij ven besteden 3. de Gen. Synode zendt a. de collectelijst voor 1968, met toe lichting inzake het ,,F.A.K.A." b. een schrijven, waarin de voorwaar den zijn vervat met betrekking tot het be roepen van een em. predikant c. bepalingen inzake aanvragen ingevol ge art. 6 K.O. d. idem predikantstraktementen. De praeses, die zelf lid der Gen. Synode is, geeft uiteraard de beste toelichting 4. aanvullend bezwaarschrift van br. D. Tom aan de Gen. Synode, hetgeen voor kennisgeving wordt aangenomen 5. schrijven Scriba van de Gercf# Kerk te Goes, waarin de Classis verzocht wordt afgevaardigden aan te wijzen voor de ver gadering der Part. Synode van Zeeland, te houden D.V. 20 maart 1968 te Goes. Benoemd worden 1. Als primi-predikanten Dr. J. H. Becker en Ds. J. H. Nawijn en als secundi- predikanten Ds. H. Scholing en Ds. B. Wentsel. 2. Als primi-ouderlingen de brs. A. Domburg te Zierikzee en J. M. de Waal te Bruinisse. Als secundi-ouderlingen brs. J. C. den Boer te Haamstede en H. Vos hol te Zonnemaire. 3. Als primus-dialcen br. J. W. Capelle te Zierikzee en als secundus-diaken br. S. Beekman te Bruinisse. De instructies worden behandeld a. de Kerk van Zierikzee vraagt de be staande vacaturebeurten-regeling los te la ten en de vrijheid aan de predikanten over te laten. Na gehouden bespreking wordt besloten een minimum vast te stellen van 4 beurten - per jaar b. de Kerk van Zonnemaire vraagt goedkeuring der Classis en zo ja, een ge tuigschrift voor br. D. J. i.v.m. toelating ingevolge art. 6 K.O. Wordt gaarne ver leend. Ds. Wentsel rapporteert over de Zen ding en laat zien de moeilijkheden en de zegen op de zendingsterreinen, voorname lijk op Rwanda en beveelt deze zaak aan in de gebeden der Kerken. Ds. Nawijn deelt mede, dat de bijdragen der Zending door de Kerken voor of op 31 december moeten worden gestort. Dr. Becker deelt mede, dat voor 1968 de recrutendag is bepaald in het najaar van 1968. Vervolgens wijst hij het houden van kerkvisitatie. In de volgende vergadering zal hij een voorstel indienen. Tenslotte wijst hij hierop, dat voor of op 16 januari 1968 de aanvragen betref fende hulpbehoevende kerken bij hem moe ten zijn ingediend. De quaestor, br. J. W. Capelle, dient 3 begrotingen in voor 1968 en wel a. voor de Classis Zierikzee 250, b. F.A.K.A. 9000,— c. Classicale Kinderbijslagregeling 3000,—. Na toelichting worden deze begrotingen op dc vermelde bedragen goedgekeurd. Tenslotte worden na gedane rondvraag art. 48 K.O. en hoofdelijke rondvraag aan gewezen als samenroepende Kerk voor de vergadering de Kerk van Zierikzee na zien credentiebrieven door die van Zonne maire cn de datum bepaald op D.V. 31 januari 1968. Als moderamen wordt aangewezen praeses Dr. J. H. Becker Scriba Ds. B. Wentsel Assessor Ds. H. Scholing Ac tuarius br. J. M. de Waal. Daarna sluit de praeses de vergadering, nadat eerst gezongen is Ps. 68 vs 10 hij vergadering dank heeft gezegd voor haar medewerking en alle goeds toe te wensen en voorgegaan is in dankgebed. Op last der Classis, B. WENTSEL, Assessor. VRIJE UNIVERSITEIT MAAKT ERNST MET KERNVRAAGSTUKKEN Als ergens begripsverwarring heerst, kan een openhartig gesprek verhelderend wer ken. Men schept daarmee de mogelijkheid kennis te nemen van eikaars standpunten. Het resultaat er van is dikwijls, dat mis verstanden uit de weg zijn geruimd en dat het wederzijds vertrouwen is hersteld. Wij leven in een tijd van grote ontwik kelingen er worden indringende vragen opgeworpen en er ontstaan veelzijdige problemen. Een gedeelte van deze proble matiek ligt op kerkelijk en sociaal terrein er zijn nieuwe inzichten in de theologie, het schriftgezag wordt breedvoerig aan discussies onderworpen en op sociaal ge bied vraagt men zich af in hoeverre de werknemers inspraak moeten hebben in de onderneming. Bij al deze vraagstukken is de Vrije Universiteit ten nauwste betrokken. Zij is zich terdege bewust. Het getuigt dan ook van bezig zijn met en oog hebben voor deze vraagstukken, nu de Vrije Universiteit be sloten heeft aandacht te schenken aan za ken, die voor veel mensen van tegenwoor dig, en in het bijzonder voor christelijk Nederland, vraagtekens oproepen. Onder het motto „Kernvraagstukken" wil de V.U. in een zestal bijeenkomsten, verdeeld over het hele land, het gesprek op gang brengen over veranderingen, die ons voortdurend bezighouden en waarmee we steeds weer geconfronteerd worden. Verandert er inderdaad veel en druisen deze nieuwe inzichten niet in tegen onze traditionele opvattingen Of is het een kwestie van verkeerd begrijpen, van tekort aan contact Het programma van deze bijeenkomsten zal toegespitst zijn op actuele zaken. De onderwerpen zijn Nieuwe inzichten in de theologie. Inleider prof. dr. G. C. Berkouwer, Forum o.l.v. ds. P. N. Kruyswijk. 15 maartMiddelburg. 3 aprilLeeuwarden. De natuuronderzoeker en Genesis. Inleider prof. dr. J. Lever. Forum o.l.v. prof. dr. G. J. Sizoo. 1 maartArnhem. 22 maartDen Haag. Structuur en rechtsvorm van de onder neming. Inleider prof. dr. H. J. van Zuthem. Fo rum o.l.v. ir. C. A. Doets. 8 maartEindhoven. 22 maartHengelo. Nia een korte inleiding van het betref fende onderwerp zal een forum van des kundigen vragen beantwoorden die door -de aanwezigen kunnen worden gesteld. Eén avond is kort en het is mogelijk, dat in een paar uur niet alle vragen tot ieders tevredenheid kunnen worden beant woord. De Vrije Universiteit wil hierin voorzien i door alle belangstellenden die over een bepaald onderwerp verder van gedachten Willen wisselen, in de gelegen heid te stellen het gesprek met spreker en forum op een van tevoren bepaalde dag voort te zetten in dc universiteitsgebouwen te Amsterdam. Deze landelijke voorlichtingscampagne omvat echter meer. Mede door de enorme uitbreiding dreigt de Vrije Universiteit als centrum van wetenschapsbeoefening uit onze gezichts kring te verdwijnen. Om dit te voorkomen zal bijzondere aandacht worden geschon ken aan een aantal faculteiten. Dat gebeurt in het V.U.-blad maandelijks orgaan van de Vereniging, waarvan de Vrije Univer siteit uitgaat. De edities van december, januari en fe bruari, zullen thema-nummers zijn over resp. de faculteiten der theologie, wiskunde en natuurwetenschappen en geneeskunde. In deze nummers zal veel informatie wor den verstrekthoe zit de opleiding in el kaar-en wat komt er allemaal voor kijken om jongelui wetenschappelijk te vormen er zullen interviews in worden opgenomen met bekende hoogleraren er zal gespro ken worden over de noodzakelijkheid van bepaalde studierichtingen aan een reforma torische universiteit. Ook niet-regelmatige V.U.-bladlezers kunnen hiervan kennis nemen. Een briefkaartje naar de Vrije Univer siteit, afdeling Landelijke Organisatie, post bus 7161 te Amsterdam, is voldoende om zich van toezending van de betreffende drie nummers te verzekeren. Men wordt daarin tevens op de hoogte gehouden van alle nadere mededelingen die op de bijeenkomsten betrekking hebben. De Vrije Universiteit heeft een stap ge zet in de richting van een openhartig ge sprek Het gesprek vindt plaats als de volgende stap doetaanwezig zijn op de bijeenkomsten in uw provincie en het lanceren van de vraag waar u al zolang mee rondloopt IX Eind oktober is uit Rwanda vertrok ken naar Ndesha in Gongo Mejuffrouw Josephine Mukagasana. Dat is wel een vermelding waard, want Ndesha is de Theologische School, waar de predikan ten van de Presbyteriaanse Kerk in Rwanda worden opgeleid. Mej. Maka- gasana gaat dus theologie studeren. Zij FEUILLETON door HERMAN DE MUINCK 2) De volgende dag, 't was weer volop zomer, vroeg hij Kees, of deze naar Westgouwe, een'dorp in de buurt, wilde fietsen en een boodschap doen bij dominé Fottema. Ik kon dan meteen wat van de omgeving zien. Nu, een fiets was er wel en we réden door het vlakke Zeeuwse land. Tjonge, wat een dijken Ik leerde er heel wat nieuws. Je had er de eigenlijke zeedijk dan was er meer landwaarts een dijk, die de „waker" werd genoemd en tenslotte weer een dijk, die de „slaper" heette. Maar toen kwam het merkwaardige. We naderden het gehucht Schouwenburg, dat eenvoudig uniek was bos, waterpartijen, buitenverblijven, twee grote uitspanningen. En betrekkelijk veel mensen in het gehucht, wandelend of zittend op het terras van de beide café's. Schouwenburg bleek te zijn wat tegenwoordig een recreatieoord wordt genoemd. Merkwaardig ik was toch op een Zeeuws eiland, vlak, met bouw- en weiland, stevige vette klei, uitgezon derd dan de kust in set westen, aan de Noordzee, met duinen en strand. Maar hier waren we midden op het eiland. En daar was in enen een bosrijke streek. Nee, tarwe of suikerbieten kon men hier niet verbouwen. Want het was er zandgrond. Er was in deze kleine omgeving dan ook geen boerderij of boerderijtje te bekennen. In enen remde ik. Daar was een oprijlaan, blijkbaar van een buitenverblijf. En op het hek was geschilderd de naam: „Hondemastate". Ik sprong van de fiets, stomver baasd. Dat was toch geen naam voor een villa in Zee land. Wel voor Friesland, misschien ook wel voor Gro ningen, maar dat wist ik niet zeker. Mijn vriend miste mij, keek om, zag mij voor de oprij laan staan, keerde terug en zei„Wat is er aan de hand Band lek „Ik vroeg (in zijn oren moet de vraag wel onnozel ge leken hebben): „Wat is dat?" „Dat?" vroeg hij verbaasd. „Een oprijlaan van een buitenhuis natuurlijk." „Ja, dat begrijp ik wel. Maar die naam „Hondemasta te." Hoe komt die naam nu hier terecht? Dat is Fries. Hij haalde de schouders op en antwoordde „Weet ik veel. Dat ding staat er geloof ik, al een paar honderd jaar. En die naam Zal wel niét veel bijzonders zijn. Kom, we gaan verder." We arriveerden in .het dorp Westgouwe, waar we in de pastorie onze boodschap deden en een aardig gesprek hadden met dominee Fottema, evenals ik van Friese af komst. „Hondemastate" was'toen uit mijn gedachten, an ders had ik bij de predikant er naar geïnformeerd. Mis schien had hij mij kunnen inlichten. Maar op de terugweg, het buitenverblijf natuurlijk weer passerend (heel in.de verte zag ik een glimp van de behuizing) kwam mijn nieuwsgierigheid terughoe kwam dat huis aan die naam Ik heb nu eenmaal een knobbel voor historie. Het antwoord kreeg ik die dag niet. Want informerend bij vader Aarnoutse haalde die ook de schouders op. „Een heel oud gebouw, maar gemoderniseerd. Ben er een maal geweest. Oorspronkelijk kan het wel iets moois ge weest zijn, maar er is in de loop der jaren al zoveel ver bouwd een stuk er achter een vleugel er naast, neen, de fleur zal er wel af zijn." De naam Ook een schouder ophalen. „Ik wed, dat niemand in Zeestad het weet, be halve misschien, o wel zeker, Vossius, de archivaris. Wil je het zo graag weten Ja Nou, ik zal hem aanstonds opbellen en vragen, of hij je vanavond of morgenochtend kan ontvangen." IV. Zo geviel het, dat ik de andere morgen het oude, fraaie, in gothische stijl gebouwde stadhuis betrad en werd toe gelaten tot mijnheer Vossius, de gemeentearchivaris. Toen ik, na de kennismaking, vertelde, wat het doel van mijn komst was, zeide hij „Dat is aardig van u. Verreweg de meeste inwoners van Zeestad bekommeren zich niet om de historie. En toch heeft ook Zeestad en trouwens het hele eiland een rijke historie, een interessante geschiedenis. Ik kan uw weetgierigheid wel bevredigen, al behoort Schouwenburg tot de gemeente Westgouwe. Maar ja, als u bijzonderheden en data wilt weten, moet ik aan het raadplegen. Vanmiddag kan ik u de gegevens vermoedelijk wel verstrekken. Ik zeide hem, dat het mij niet bepaald om bijzonder heden te doen was. Dc naam „Hondemastate" had alleen mijn belangstelling opgewekt. Dat was een Friese naam. Daar moest haast wel een historie aan verbonden zijn. Het „buiten" moest, naar gezegd werd, wel over de twee honderd jaar oud zijn. „Zó oud is het niet. Maar een geschiedenis is er wel aan verbonden. Die dateert van even vóór de Napoleon tische tijd." Toen heb ik mij verbaasd over de kennis en het ge heugen van de archivaris, die oude paperassen had ge raadpleegd en ook het een en ander van „Hondemastate" af wist. Ik kwam te weten, dat indertijd in de nu verzande haven (de vroegere Hanzestad was toen al een stil stadje geworden met weinig vertier) een Friesche vrachtschipper was binnengevallen. Die schipper heette Arjen dc Jonge. Aan boord was ook zijn vrouw. En een knecht. Het ver haal luidde, dat de schipper, eigenaar van het scheepje, een zonderling was, maar voor de waarheid van die be wering stond de heer Vossius niet in. Historisch stond wel vast, dat op een dag de vrouw op het dek vermoe delijk struikelde, overboord viel (niemand had het ge merkt) en verdronk. Haar lijk dreef bij eb in de richting van de zeearm, waarmee de haven verbonden was, om door de zes uur later opkomende vloed weer teruggedre ven te worden tegen de zeedijk, waar het lijk door een visser gevonden werd. Het raadsel van het verdwijnen der vrouw was opgelost. Misschien was Arjen de Jonge door dit gebeuren een zonderling geworden, zoals beweerd werd. In elk geval zeide hij, toen zijn vrouw was begraven op het kerkhof van Zeestad, dat hij het stadje niet meer verlaten zou, want hij wilde bij zijn vrouw blijven Hij schreef op zwaar perkament een uitvoerige brief, die hij aan de knecht gaf met de opdracht, naar Friesland te varen en de brief aan de geadresseerde ter hand te stellen. Daarna kon hij een ander schip zoeken, want de schipper bleef aan de wal en zou niet naar Friesland te rugkeren. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1967 | | pagina 2