PHILADELPHIA OföidëU foUMcti Van de Orgelbank „HONDEMASTATE" men volkomen op Hem aan kan, daar Zijn Woord de waarheid is. Nu blijft er wel de grote eerbiedig heid en het diepe respect, maar God heeft niets griezeligs. Hij is de Here, die gezegd heeft, genadig te zullen zijn en die trouwe houdt in eeuwigheid. De ootmoed blijft. Want we blijven schepselen. Bovendien weten we ons zondig. Niettemin is er in de „vreze des Heren" het element van vertrouwen en blijdschap en van liefde. Hier komt de verhouding naar voren van kinderen, die hun vader erkennen. Zij weten hun plaats. Maar ze zijn niet bang van hun vader. Er is geen sprake van angst. Zelfs niet, als ze gestraft worden. Want ook dan weten ze, dat Hij hun geen kwaad zal doen. De liefde sluit de angst uit. A. D. De Kring van Zeeuwse Geref. organisten hoopt D.V. 16 december, 's middags om 14 uur, een vergadering te houden in de Geref. Kerk te Grijpskerke. Na de huishoudelijke zaken, hopen we gezamenlijk rond de speeltafel van het keu rig gerestaureerde orgel, te zingen uit de nieuwe proeve Psalmberijming en 119 Gez. bundel. Afwezige collega's, ,rKom en zing en musiceer mee". „Zangers en speellieden aangetreden." Vervolgens krijgen we een onderwerp ii Het ontvangen van een geestelijk ge handicapt kind is voor de ouders een zware beproeving. Alles gaat dan zo heel anders dan ze zich hadden voor gesteld. De buren, familieleden en vrienden, die ook het onheil ontdekken, zien er wellicht ten onrechte - de ouders op aan en laten dat misschien merken. En dan komen de ouders een zaam te staan en weten zich met hun verdriet geen raad. Wat een zegen als ouders dan (via een vereniging van ouders met dezelfde moeilijkheden) steun vinden en hoewel de steun van mensen weinig betekent bij de troost die God geeft als Hij kracht geeft naar kruis, de gemeenschappelijk gedragen nood helpt de ouders toch ook. Philadelphia ijvert er al jaren voor, om adviesbureau's te krijgen, waar ter zake deskundigen de ouders kunnen voorlichten over de lichamelijke verzor ging en opvoeding van hun kind. Het is helaas zo moeilijk om aan de nodige deskundigen te komen. Toch is zo iets een belangrijk stuk volksgezondheid voor het héle gezin. Want ook de an dere kinderen van een gezin, waarin een geestelijk gestoord kind is, zijn er ten- zeerste bij gebaat, dat dit kind niet zo als nog al eens gebeurt) de alleenheer schappij krijgt in het gezin en vrijwel alle aandacht trekt, maar dat het zoveel mogelijk als een normaal kind wordt op gevoed. Als de ouders, dank zij de ont vangen steun, eenmaal over hun ver driet heen zijn, kunnen ze over hun kind van Ds. Kornet van Vlissingen over „Pre dikant en organist". Dus, collega's, maak deze middag vrij, dit wordt een mooie en leerzame middag. Heren predikanten, U bent deze middag ook heel hartelijk wel kom, dit is voor organist en predikant leerzaam Dan nog een mededeling van collega Wijnands uit Bennekom, die half januari 1968 een „Orgelcursus" wil gaan geven. Dit zal één middag per maand zijn. Totaal zullen dit 7 lessen, dus 7 middagen worden, waarschijnlijk willen we dat in Goes doen als centrale plaats voor Zeeland. Collega's, we willen dus graag weten wie hier voor voelt. U kunt zich bij mij Kringcorrespon dent opgeven, zo spoedig mogelijk liefst, bij voldoende deelname gaat deze cursus door, dus graag zoveel mogelijk aanmel dingen, collega's. U krijgt les door een vakman, uitstekende organist en tevens orgelbouwkundige, over alle technische aspecten van het orgel. Tot ziens in Grijpskerke, 16 dec., col lega's. Voor opgave Orgelcursus 1968: Schelde- poortstraat 38, Nw.- en St. Joosland. Dispositie orgel Manuaal I. Manuaal kopp. Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Lesqialter 2 st., Mixtuur 23 st. Manuaal II. Holpijp 8, Gamba 8, Roerfluit 4, Octaaf 2, Quint IV3, Tramulant. Pedaal Subbas 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Koraal 4. Ped. kopp. I, Ped. kopp. II. Kringcorrespondent, P. Th. v. B. gewoon doen en gewoon praten. Dan wensen ze geen médelijden, maar wel graag begrip voor hun moeilijkheden. Soms komen er grote spanningen in het gezin, als de ouders, of één daarvan, dit kind niet kunnen aanvaarden. Wat fijn, als er dan ergens mensen zijn, waar men met zijn moeilijkheden naar toe kan. Ook gebeurt het, dat de opvoeding loopt door over-verzorging en verwen ning van het kind, waardoor het een huistiran wordt, terwijl de anderen kin deren daar de dupe van worden. Of als een kind door slechte verzorging en ver waarlozing te kort komt. In al deze ge vallen hebben de ouders ruggesteun nodig. De moeilijkheden beginnen vaak al in het gezin als het kind de leeftijd van de kleuterschool heeft bereikt. Want lang niet altijd kunnen deze kinderen op de kleuterschool worden toegelaten. Speciaal in de steden, met hun wei nige speelruimte in huis (kleine flat) en soms helemaal geen speelruimte bui ten, staan dan de ouders alweer voor een probleem. De ouderverenigingen proberen dan te helpen door een kleu terdagverblijf op te richten. Zodat de kinderen tenminste overdag goed zijn verzorgd. En als de schooljaren voorbij zijn Dan komen er weer zorgen. Dan komt de vraag „Kan ons kind naar de sociale werkplaats Gelukkig kan dit heel vaak wel. Een kind dat op school heeft kunnen gaan, zij het dan op een school voor zeer moeilijk lerende kinde ren, heeft veelal geleerd de handen goed te gebruiken, en dan lukt het meestal wel op de Sociale werkplaats. Maar niet altijd. Wat dan Gelukkig worden er overal dagverblijven gesticht, waar vijf dagen van de week deze kinderen met heel eenvoudig werk worden bezig gehouden, waarbij het de bedoeling is, om zo mogelijk het arbeidstempo zo ver te krijgen, dat alsnog plaatsing op de werkplaats mogelijk is. Ook Philadel phia heeft al dagverblijven geopend, zoals een paar weken geleden in Goes nog is gebeurd. En kind dat naar een dagverblijf gaat blijft dus in 't gezins verband, wat toch altijd het meest ge wenst is. Maar het kan ook gebeuren, dat een kind om verschillende reden voor korter of langer tijd uit huis moet. Dat kan bijvoorbeeld zijn, als de moeder ernstig ziek is. Dan kan een geestelijk gehan dicapt kind grote moeilijkheden geven en moest zo'n kind tijdelijk ergens heen kunnen. Maar wie neemt zo'n kind graag op Philadelphia heeft tehuizen, waar in een dergelijk geval een kind tijdelijk kan worden opgenomen. Of een vader en moeder worden te oud om voor hun volwassen zoon of dochter te zorgen. Dan moet er een te huis zijn, dat de plaats van het gezin inneemt. In zo'n gezinsvervangend te huis komen hoogstens 10 a 12 „kinde ren" onder leiding van een „vader en moeder". Philadelphia heeft al verschil lende van die tehuizen in gebruik en er moeten er nog vele bijkomen. En als de ouders met dè grote vraag van hun leven komen „Wat gebeurt er met ons kind als wij er niet meer zijn dan moet weer de Ouderver eniging bijspringen en zorgen, dat er een tehuis is. In Nederland draaien al 11 Philadelphia tehuizen, waar de jon gere of oudere gehandicapten een uit muntende verzorging genieten. Wat véél dingen om dankbaar voor te zijn. De ouders van geestelijk gehan dicapten staan niet meer alleen. Duizen den vrienden steunen hen met vele hon derdduizenden guldens, waardoor al dit liefdewerk mogelijk is. En een ieder, die met zijn geld dit zeer mooie en nuttige werk steunt, mag daarbij denken aan de woorden van onze Heiland „In zover gij dit aan een van Mijn minste broeders hebt gedaan, zo hebt gij dit aan Mij gedaan". G. Noback, Secr. Afd. Walcheren van Philadelphia. KORT VERSLAG van de vergadering van de Classis Zeeuws-Vlaanderen, dinsdag 7 november, gehouden te Schoondijke, 's avonds om half 8. Ds. Musch opent namens de roepende kerk van Schoondijke de vergadering. Zin gen Ps. 93 lezen Efeze 2 en gebed. De credentiebrieven worden nagezien en in orde bevonden. Als moderamen treedt op ds Gispen, praescs, ds Paksy, scriba en ds Berger, assessor. De praeses spreekt ds Musch toe, die nu als predikant van Breskens voor 't eerst aanwezig is. Hij wenst de kerken van Hoek en Schoondijke sterkte met het berocpings- werk. De notulen worden vastgesteld. De actuarius, ds Heemskerk doet mede deling van gevoerde correspondentiede benoeming van mevr. De Vriesde Rijk in het jeugddeputaatschap, de heer Loeve in de P.S.V.G. Het verzoek aan de com missie kerkgrenzen een beschrijving voor het archief klaar te maken en aan de ker ken een ingetekende kaart toe te zenden. Een brief aan de deputaten Rome-Refor matie i.v.m. de door hen toegezegde steun verlening aan de kerk van Aardenburg. Ingekomen stukken 1. Van de commissie Bizonder Kerke- werk een brief over Gemeentetoerusting, wordt in handen gesteld van deputaatschap voorlichting. 2. Van de kerk van Hoek een uitnodi ging in verband met het afscheid van ds. Verbeek. 3. Een verslag, van de commissie Re creatie Braakman over het laatste seizoen. Besloten wordt op een latere vergadering hierover te spreken tegelijk met het recrea- tiewerk in W. Z. Vlaanderen. 4. Van de Zeeuwse Kerkbode, 3 ver zoeken a. een verslag te mogen ontvangen van alle kerkelijke evenementen b. in alle kerken een plaatselijke correspondent aan te stellen en c. het aanbod dat ds. Don- dorp desgewenst op de classisvergadering de belangen van de kerkbode komt beplei ten. 5. Van de Gen. Synode a. Over de positie van de niet-ambtelijke voorganger en het verlenen van preekconsentb. over het beroepen van emeritipredikanten in kleine kerken c. over de predikantstrac- tementen én d. de lcollektelijst en een over zicht van het FAKA. 6. Van de roepende kerk van de a.s. Part. Synode, welke gehouden zal worden 20 maart 1968 in de Westerkerk te Goes, een verzoek voor deze synode afgevaar digden te benoemen en eventuele agenda punten in te zenden minstens 6 weken vóór die vergadering. 7. Van dc heer Hartman van Breskens, dat hij wegens vertrek zijn benoeming in de P.S.V.G. niet kan aanvaarden. Benoemingen. Kerk en Industrieds. Berger, primus ds. Gispen, secundus. P.S.V.G. dhr. W. Sytsma van Breskens. Voorlichting en Vorming van ambtsdra gers ds. Zwaan. Afgevaardigden Part. Synode prima predikanten Bergen en Noorloos met hun secundiHeemskerk en Zwaan. Primi ouderlingen: de brs. Lefeber en v. d. Driest met hun secundi Moggré en De Koeyer. Primus diaken br. Den Hollander en br. Meesen, secundus. De quaestor br. Bot geeft een toelichting op de classicale begroting 14.2000, Deze wordt aanvaard. Rapporten. Evangelisatie. Ds. Noorloos vertelt over de moeizame weg om te ko men tot kerkbouw in Aardenburg. De classis besluit om van de kerken één kol- lekte meer te vragen en zich garant te stel len voor wat aan het bedrag van 3000, per jaar ontbreekt. De steunaanvragen voor de kerken van Breskens, Aardenburg en Terneuzen wor den toegestaan. Over het project Evangelische Klank studio Antwerpen doet ds. Gispen enkele mededelingen. Rondvraag art. 48. De kerk van Bres kens vraagt aan de Classis eens te willen nadenken over de positie en de taak van de 4 kerken in West-Zeeuws Vlaanderen. Daartoe wordt een commissie benoemd, bestaande uit de brs Bot, Zegers, Hunse, P. J. van Bortel en Moggré, terwijl de 3 FEUILLETON door HERMAN DE MUINCK 1) I. Ik was toen een teenager, zoals men de jongelui tegen woordig noemt. Ja, wij, nederlanders zijn zo „zelfbewust", dat we bijna meer buitenlandse dan nederlandse woorden gebruiken. Maar goed, ik was een teenager. Of toch niet Is een jongen van negentien jaar nu een teenager of ben je er dan al te oud voor Laten we er niet over gaan twis ten. U weet nu in elk geval dat ik toen negentien jaar was. Ik woonde ergens in Nederland, het doet er niet toe, waar. Ik ben een Fries van geboorte, maar was nog niet één jaar, toen mijn ouders Friesland verlieten en zich „ergens" vestigden. Dat is niets bijzonders. Je vindt in heel ons land geboren Friezen. Ik had mijn diploma 5-jarige H.B.S. gehaald en wilde journalist worden. Hoe je daarbij nu zo komt Wel, ik had een schoolvriend, wiens vader aan de redactie van een dagblad verbonden was. En die animeerde mij. Hij zei„Je bent er geknipt voor, ik zal eens voor je uit kijken". Weinig vermoedden hij en ik toen, dat er nog bijna vijf jaar zouden verlopen eer ik ging volontairen in de journalistiek. Want ik moest eerst in militaire dienst. De loting be stond toen nog. Ik trok nummer 1 Nu, dan wist je zeker, dat je er bij was Nu was dat niet zo erg. De diensttijd duurde toen heel wat korter dan nu. Je was in acht maan den klaar. In januari 1914 ging ik in werkelijke dienst en als ik soldaat bleef, zou ik dus in november van dat jaar met groot verlof gaan. Of als ik in de opleiding voor ser geant zou komen, twee maanden later. Ik zou mijn best doen, niet in de opleiding voor reserve-officier te komen, want dan duurde de diensttijd zoveel langer. En ik wilde zo spoedig mogelijk in de journalistiek. Edoch -op 31 juli, ik was toen net sergeant, werd de mobilisatie afgekondigd. In Serajewo was een dodelijke aanslag gepleegd op de kroonprins van Oostenrijk-Hon- garije en toen die lont eenmaal in het kruitvat was ge gooid, was er geen houden meer aan. Er kwam oorlog, die al meer uitdijde, zodat men later sprak van de eerste wereldoorlog. Nu ligt het niet in de bedoeling, over die oorlog te schrijven noch over de mobilisatie, al zit er stof genoeg in. Dit is slechts een aanloop, een inleiding, als u het zo noemen wilt, om straks op het eigenlijke verhaal te komen. De eerste wereldoorlog (die, als je de goe-gemeente wilde geloven, met kerstmis 1914 wel afgelopen zou zijn, hoe dan ook, want een moderne oorlog kon niet lang duren) eindigde met de wapenstilstand van november 1918 Nu begrijpt u, dat ik boven schreef, dat mijn ideaal pas na vijf jaar vervuld werd. Dat was de schuld van de oorlog en de mobilisatie. -II. In die maand augustus 1914 kwam ik terecht bij een zogenaamd reservebataljon. Dat was een allegaartje van alle mogelijke landgenoten uit verschillende windstreken van ons landje. Verreweg de meesten waren Zeeuwen, maar toch ook Hollanders, Friezen en Groningers. En nog uit enkele andere delen van het land. Verder vertel ik er, zoals opgemerkt, niets van. Nu was er mijn compagnie een collega-sergeant, die Kees Aarnoutse heette. Als u maar even op de hoogte bent, weet u, dat Aarnoutse een echte, uitgesproken Zeeuwse naam is. Hij was dan ook een Zeeuw en woonde in Zeestad. Met Kees Aarnoutse werd ik dik bevriend. We waren toch al heel goede kennissen, maar de vriendschap kwam pas goed, toen de compagnie in een klein dorpje aan de Belgische grens in twee barakken was gelegerd. Alle be woners waren rooms-katholiek, op één na. Die was pro testant en grenskommies. We hebben heel wat met hem afgepraat, ook over zijn werk en belevenissen. Om een boekje over open te doen. Maar goed, dat is nu niet aan de orde. Kees Aarnoutse en ik informeerden eens bij de kom mies. We liepen namelijk rond met het plan, een soort „Militair Tehuis" in te richten. Maar ja, dat was voor ons niet zo eenvoudig. Een lokaliteit was niet te krijgen. Het was er niet. Behalve dan het r.k. Verenigingsgebouw, maar dat was altijd bezet. We vroegen dus, of de kom mies een gaatje wist en zowaar reeds de dag daarop deelde hij mede, dat we een grote kamer van een woon huis goedkoop konden huren. De vrouw, een weduwe, was zeer geschikt. Zij stond er alleen op, dat er geen herrie zou worden gemaakt. Nu, dat konden we wel be loven. We hadden gecorrespondeerd met de secretaris van de vereniging, die nu „Pro Rege" heet en die zegde alle mede werking toe. Er kwam lectuur, er kwamen spelen. Alle kosten waren voor rekening, der vereniging. We richtten de kamer zo goed en zo huiselijk mogelijk in. Avond aan avond was „Het Tehuis" vol. We hebben er zelfs een maal de veldprediker in algemene dienst, oud-minister Talma, op bezoek gehad, die een „goed woordje" tot de verzamelden sprak. Maar om nu op mijn apropos terug te komen (want dit alles heeft met het eigenlijke verhaal niets te maken) u begrijpt nu wel, dat Kees Aarnoutse en ik, die dit alles bekokstoofd hadden, dik bevriend werden. Zó, dat werd afgesproken (mijn ouders vonden het goed) dat ik, als we samen verlof hadden (eenmaal per maand hadden de gemobiliseerden vier dagen verlof, reistijd inbegrepen, met vrij vervoer) met hem naar Zeestad zou gaan, om kennis met zijn ouders en verdere familie te maken, 't Was wel te regelen, dat we tegelijk verlof zouden hebben. Zo is het inderdaad gescheid. III. 't Was een lange, vermoeiende reis naar Zeestad (eerst enkele uren lopen dan met een trein dan een veerboot daarna met een aftandse omnibus, bespannen met twee paarden en tenslotte weer een veerboot, maar het was toch niet ongezellig, te meer daar het zomers weer was en de Zeeuwse zee-armen waar het, volgens mijn vriend, geducht spoken kon, rimpelloos waren), maar eindelijk arriveerden we er toch en maakte ik kennis met de familie. Vader Aarnoutse had niet alleen een grote comestibles- zaak, maar grossierde ook. Op het eiland stond hij te goeder naam en faam bekend. Aarnoutse was er een be- grip. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1967 | | pagina 2