eeuwóe J^erkbocle yn broederzijn r De Evangelische Omroep 22e JAARGANG No. 21 30 NOVEMBER 1967 „Ik worstel en ontkom" OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND. Hoofd-Redacteur Dr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70. Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen; Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Cracne, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk. Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 V broeders geloofden niet in hem. Joh. 7:5. De Here Jezus heeft broers en zusters gehad. Kinderen van Jozef en Maria die in Nazareth en misschien al in Egypte geboren waren. Er is geen enkele reden om dat weg te exegetiseren door van die broers neven of kinderen uit Jozefs eerste huwelijk te maken. Maria is er mij niet minder heilig" om, door dat zij met Jozef in de heel gewone manier getrouwd geweest is. Integendeel Zo had God het bedoeld. En dat was „zeer goed" Wat is er heiliger dan het moederschap En we spreken nog steeds over de „heilige huwelijkse staat". Maar dat was voor de Here Jezus, als oudste in dat gezin, ontzettend moei lijk We weten er te weinig van. Het bericht van Lucas over de twaalfjarige: Jezus is het enige. Want wat de apocrieve evangeliën vermelden, wijst allemaal in een verkeerde richting. Maar er zijn een paar berichten met terugwerkende kracht, zoals dat, wat hier boven staat. Want dat slaat natuurlijk ook op de toestanden vroeger thuis. Hier beseffen we iets van het lijden van de Here Jezus van kind af aan. Wat moet hij zich vaak ontzettend eenzaam hebben gevoeldDie eenzaamheid klonk aldóór in het antwoord, dat de twaalfjarige aan Maria gaf. Zelfs zijn moeder. Nu staat er „Zelfs zijn broeders". Die broers geloofden niet in zijn grote geheim. En zelfs Maria was het soms vergeten. En hij moest er toch over praten Dat kon hij toch onmogelijk voor zichzelf houden Maar dan spotten zijn broers. En dat zal ook wel zo geweest zijn met de andere jongens op straat„ha, die Messias Ook nu weer. „Als je dan werkelijk de Massias bent, zoals je beweert, waarom blijf je dan in Gallilea hangen In dit achterland. Ga dan naar Jeruzalem. Daar hoort de Messias zich aan de wereld te openbaren." Dit misverstand was daarom des te pijnlijker, omdat de Here Jezus zijn familie zo liefhad. Het deed hem zeer om hunnentwil, dat ze zijn woorden niet geloofden. Hij zou naar Judea gaan. Zeker. En hij zou zich aan de wereld openbaren. Doch heel anders dan zij dachten. Maar na zijn kruisdood en opstanding zal Jacobus, de oudste van de broers, een der eersten zijn, aan wie hij zal verschijnen (1 Cor. 15:7). A. D. SAMEN Het menselijke leven wordt door twee grondlijnen bepaald de relatie met God en de relatie met zijn medemens. Er zijn nog andere verhoudingen, zo als de relatie tot de natuur, tot de dieren en vooral ook tot onszelf, maar ik meen, dat zij gelijk hebben, die spreken van twee grorcdverhoudingen. Het samen met God en het samen met de mede mens. De verticale en de horizontale lijn. Ik gebruik expres het woord samen. Want met de natuur en met de dieren is men niet echt samen. Ook niet met je zelf. Het woord samen veronderstelt het gesprek, waarin het eigen hart het hart van de ander zoekt en vindt. De Ander en de ander spreken ons aan. In deze aansprakelijkheid worden we onszelf bewust, worden we een zelf. In het gesprek wordt de ander tot een „gij" in plaats van een „hij". Dit wederzijdse spreken en luisteren, dit bewuste samen, deze dialoog met God en de medemens bepaalt ons we zen, zoals God dat bedoelde. Door de zonde is deze dialoog niet uitgevallen of verzwakt, maar omgeval len. Het ja werd nee. De liefde werd haat. Het geloof werd ongeloof. Het samen bleef samen, maar werd tot con flict. Zo kennen wij de mens, d.w.z. ons zelf onder de vloek van de zonde de werkelijke mens, de rebel en de ruzie maker. De mens in de tweespalt, maar die nopit los is van de Ander noch van de anaer. De wezenlijke mens, zoals God hem bedoelt, vindt U nergens om U heen, maar alleen in de bijbelde Here Jezus. De echte mens, dat is de mens-zonder- zonde. Het is Gods genade, dat Hij ons wil aanzien en beoordelen in Christus en ons tot nieuwe schepselen maakt naar het voor-beeld van de Here Jezus. Hij herstelt daardoor het wezenlijke samen leidt de dialoog weer in leert ons bidden en luisteren. Maar geeft ook opnieuw de dialoog met onze naas ten maakt ons disponibel voor elkan der en plaatst ons „in de liefde". Al blijft er een gespletenheid en wor Laat ons bidden om een gezegende adventstijd. Wij zeggen zo vaak er moet wat gebeuren. Welnu er is wat gebeurd en er zal wat gebeuren. Laat ons smeken, dat het advents- evangelie de harten verwarmen mag en de mensen vervullen mag met de echte christelijke hoop. jr czAdvent melodie Ps. 124. Hij komt, Hij komt, reeds eeuwen lang verbeid, Uw Koning komt; geen praal, geen heerlijkheid Wacht Hem op aard, maar het angstwekkend kruis. Opdat gij leeft, en door Zijn Geest bereid, Hem eeuwig prijzen moogt in 't Vaderhuis. Hij komt, Hij komt, Immanuël, Gods Zoon, Uit hoge hemel daalt Hij van Zijn troon Op aarde neer, om ons, met schuld belaan, Te redden opdat wij met blijde toon, Verrukt, Zijn hemel zullen binnengaan. Nog eenmaal komt Hij op de wolken weer, Met grote kracht, in heerlijkheid, met eer, Om t' oordelen wat heeft en heeft geleefd, Wees onze Goël op die dag, o Heer, Wij danken U, dat G' ons de schuld vergeeft. den we steeds nog gevolgd door onze schaduw, we worden toch uit de een zaamheid verlost. In het Evangelie is de Here ons nabij. En rondom het Evangelie zijn we ook weer bij elkaar. Omdat God ons door zijn genade aan wil zien in-, beoordelen naar Jezus Christus, de waarachtige mens èn om dat Hij bezig is ons naar diens beeld te vernieuwen, mogen wij met Hem meewerken door het geloof. Wij mogen ook elkaar en onszelf aanzien in de Here Jezus. Dan zien we wel de rebellie en al de conflicten, maar dan zien we dat allemaal als niet wezen lijk. Het wezenlijke is niet, dat wij zeur derig zijn en lange tenen hebben en graag een beetje opscheppen, maar dat wij mensen Gods zijn. Door. je naasten zó aan te kijken en zó te benaderen, help je hen zo te zijn Hier mee bedoel ik zeker geen „goed kope genade" noch de leer der alge mene verzoening. Ik geloof zeer zeker in een objectieve genade en in de kosmische betekenis van Christus' verzoening en overwin ning. Ook in 'n generale werking van de Heilige Geest. Maar dat betekent niet, dat er geen persoonlijke beslissingen genomen moeten worden. Dit is juist de grote betekenis van de ernst van het leven Hoe reageren we o>Qd uen Een Geref. Zeeuwse organist schreef mij „In onze Eredienst worden verschillende zeer mooie melodiën van onze Psalmen weinig- of nooit gezongen. Inzonderheid als organist voel ik dit als een groot gemis. Een gegronde reden daarvoor is dikwijls, dat de woorden zelden bij een preek pas sen. Eén van deze psalmen is wel Psalm 124. Mede met de bedoeling deze melodie meer bekendheid aan onze mensen te ge ven, heb ik bijgevoegd gedicht gemaakt, tevens met de stille wens „Mogelijk wordt het in de Adventstijd een enkele maal „vóór de dienst" gezongen." op het appèl van de boodschap Want het kan zus en het kan zo. Dat zit alle maal in de idee van de dialoog. Vroeger zeiden de mensen zo fraai het verbond met God is eenzijdig in zijn ontstaan, maar tweezijdig is zijn be staan. Een dialoog is namelijk nooit een éénrichtingsverkeer. Het is dan ook mogelijk om de Zoon van God on-gehoor-zaam te zijn. D.w.z. hem wèl te horen, maar hem niet te ach ten en aan zo'n grote zaligheid geen waarde te hechten en daardoor het le ven niet te zien en verloren te blijven. A. D. j II We hebben verleden week gesteld, dat er rondom radio en T.V. zich een oekumenische radio-gemeente formeer de. Er luisteren in Nederland veel meer mensen naar het Evangelie, dan er we kelijks naar de kerk gaan. „Natuurlijk", zult u zeggen, „dat zijn de zieken. En oudere mensen, die niet meer naar de kerk kunnen." Maar dat zijn ook vele anderen. Zij komen van daag in aanraking met het evangelie. Met Christus. En het boeit hen ergens. Het laat hen niet los. Misschien zijn ze bitter teleurgesteld in de maatschappij. In de gemeenschap. Is dat niet hun eigen schuld Gedeel telijk wel. Ze kunnen nu eenmaal erg moeilijk kontakt leggen. Ze sluiten zich op in een eenzaamheid, die ze willen en niet willen. „De vergeten groepen." En hoeveel raken er in onze samen leving niet tussen wal en schip Ont stellend velen. Meer dan wij denken. Meer dan wij willen weten. En juist onder hen zijn er velen, die ongevraagd hun leven binnendringt. Er wordt wel eens smalend beweerd, dat het juist altijd „de kneusjes" zijn, die het eerst tot bekering komen. Nu, ten eerste kan niemand dat zo stellen. Maar ten tweede is het altijd een stuk vreugde geweest in het leven en werk van de Heer, dat hij een soort vreemdelingenlegioen om zich heen ver zamelde.. Is het niet te begrijpen, dat velen van hen zich moeilijk kunnen inpassen in een kerk, die zich vroeger nooit om hen heeft bekommerd IV. DE SOCIALE CONTROLE. Daarnaast zijn er velen, die hun be langstelling voor de Bijbel graag ver bergen. Ze willen er niet op aangekeken worden, dat zij ook al „vroom" zijn. Maar een bezoek per radio heeft altijd een incognito karakter. Niemand, die het zien of merken kan. Geen nieuws gierige buurman, die vraagt„Zeg, wat is er met jou Ga je tegenwoordig naar de kerk En dat je naar zulke dingen luistert via de radio het valt niemand op. „Hij stond toevallig aan", zeg je dan. En misschien is dat nog waar ook. Voor u in Zeeland speelt het element van de sociale controle ook een rol. Maar dan op een heel andere manier. In veel plattelandsgemeenten hier is de trouwe kerkgang van de een door de ander veilig gesteld. We houden elkaar in de gaten. „Het naar de kerk gaan" is een traditie, een adat. Ze hoort het eigenlijk. Maar in de kop van Noord-Holland, waar ik vier jaar mocht werken, kende men diezelfde „adat" in omgekeerde richting. Daar was het „normaal" om de kerk links te laten liggen. En „abnormaal" als je er heenging. En juist ook in zo'n situatie is een verkondiging per radio of T.V. enorm belangrijk. Het zijn dacht ik deze dingen, die „Deo" scherp ziet. En uit de erva ring van andere landen weten zij, hoe het werk van zo'n direkte verkondiging gezegend kan worden. Bovendien zijn ze bewogen. Vanwege de concrete nood en de eenzaamheid van velen. Ik heb de indruk, dat ze uren naar T.V. of radio kijken en luisterden, en dat ze denken „Hoeveel kansen laten wij voorbijgaan Maar wanneer we zo ver zijn, moeten er eerst weer een paar vragen aan „Deo" worden gesteld. Tot wie willen ze zich richten Hoe willen ze het zeg gen En wat willen ze zeggen Tot wie willen ze zich richten In het vorige artikel heb ik gesteld, dat „Deo" m.i. een revival-beweging is. Een opwekkings-beweging. Een wekker richt zich tot de slapers. Dat lijkt mij duidelijk. Maar wie zijn dat Zijn het mensen, die volslagen onbekend zijn met het evangelie Zijn het mensen, die niets denken als ze het woord „God" ho ren, omdat dit woord hen niets zegt Zulke mensen zijn er. En hun aantal zal alleen maar groter worden. Ze be grijpen heel gewoon niet wat u bedoelt, als u over de Bijbel gaat spreken. Dat is geen onwil. Het is gewoon onmacht. Ze kunnen uw taal niet verstaan. Alsof iemand hen plotseling vurig bespreekt in 't Japans. Deze groep is niet direkt te benaderen door een groep als „Deo". Ze vindt bij deze mensen geen „echo", geen „weerklank". Maar er zijn in ons land ook zoveel andere groepen van „on-kerkelijken". Bijna evenveel als kerken. Zo zijn er veel mensen, die op de een of andere manier een band aan vroeger hebben,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1967 | | pagina 1