RAAR, maar waar...
SAMEN
SPRAAK
Schriftgezag
beriM&t
VAN EEN ARM DORP,
DAT RIJK WERD
Uit tal van brieven, die ik ontving,
en die ik met dit artikel probeer te be
antwoorden, blijkt mij een groot misver
stand ten opzichte van het Schriftgezag.
Verschillende correspondenten zijn ver
ontrust over wat er tegenwoordig in
onze kerken allemaal gezegd en ge
schreven wordt. Nu neem ik zeker niet
alles voor mijn rekening. Er zijn van die
onbekookte kreten, waar je maar het
beste niet op reageert.
Maar dan wil ik ook stellen, dat er
ontzettend veel geroddeld en gelasterd
wordt. Als men dan beweert op te ko
men voor het Schriftgezag laat men dan
beginnen met te buigen voor het negen
de gebod. Dat staat ook in de bijbel
Iemand schreef me, dat Prof. Berkou-
wer vrijzinnig was en of ik maar
eens tegen hem waarschuwen wou.
Toen ik bewijs vroeg bleek mij, dat de
broeder geen enkel boek van Berkou-
wer gelezen had. Heel veel laster komt
ook uit de hoek van sommige vrijge
maakte broeders, die stokken zoeken
om de niet vrijgemaakte hond te slaan.
Eigenaardig dat men het met het
Schriftgezag vaak veel nauwer neemt,
waar het feitelijke mededelingen be
treft, dan waar het om directe geboden
gaat.
Velen beklagen zich over de nieuwig
heden, die via de Theol. School en de
V.U. onze Kerken binnendringen.
Dat is een misverstand.
In de boeken van Berkouwer, Rid
derbos, Kuitert, Koole enz. wordt ten
opzichte van het Schriftgezag de lijn
van ons allerleermeesters Kuyper en
Bavinck doorgetrokken.
Die hebben namelijk de organische
inspiratie geleerd. D.w.z. dat de bijbel
niet letterlijk, zelfs niet woordelijk door
de Heilige Geest aan de bijbelschrijvers
gedicteerd is geworden. Het karakter,
de stijl, de tijdsomstandigheden, het
wereldbeeld van de schrijvers werd
door de goddelijke inspiratie niet opzij
gezet, maar gehandhaafd.
Dit is toch waarlijk geen nieuws
Er zijn drie dingen van belang.
1. Wat staat er precies in de oor
spronkelijke tekst, voorzover wij die
kunnen benaderen. Want de oorspron
kelijke handschriften zijn er niet meer.
2. Wat bedoelde de man, die dit
schreef te zeggen
Dat is een zeer moeilijke vraag. Want
de mensen van duizenden jaren gele
den, waren wel een beetje anders dan
wij. Hun manier van denken en zeggen
was anders.
3. Wat bedoelt de Here God er mee?
Wat wil Hij daarmee tegen ons zeggen?
Pas deze derde vraag brengt ons tot
het eigenlijke geheim van de bijbel.
Hij is namelijk geen boek, maar een
woord. In de bijbel is God aan het
woord. Daarom is hij de Heilige Schrift.
God doet ons nooit mededelingen
zonder meer. Die wij voor kennisgeving
aan kunnen nemen. Gods Woord is
niet alleen waar, maar het is waarach
tig. Het zijn allemaal beloften en be
velen. De waarheid geloven is de waar
heid doen.
Ik vind dan ook de onderscheiding
die men nog al eens maakt tussen his
torisch gezag en normatief gezag van
de bijbel niet erg gelukkig.
Trouwens de bijbel heeft geen gezag
als boek op zichzelf, waarin allerlei be
trouwbare dingen over God en zo in
staan, maar het spreken van God is
gezaghebbend. Dat spreken is vlees
geworden in de Here Jezus; En dat
spreken komt tot ons hier en nu door
middel van de bijbel.
De afstand tussen de Here Jezus toen
en nu die 20 eeuwen wordt over
brugd door de Heilige Geest en de
Heilige Geest gebruikt daarvoor de bij
bel. Het is dan ook altijd samen: Woord
en Geest. De Geest openbaart zich in
het incognito van de prediking. En het
is een zeer juiste manier van spreken als
men zegtde Here Jezus gaat vandaag
in het gewaad van Schrift en prediking
door de wereld.
De bijbel is dus meer dan bronnen
boek.
Bevat meer dan de notulen wat God
vroeger zei.
De bijbel is geen hooi, maar gras.
God heeft maar niet gesproken, maar
hij spreekt. Tegenwoordige tijd. Hij is
aan het woord in de bijbel.
In de boekwinkel kunt U boeken ko
pen met als titel alles over uw tuin,
alles over uw hond. Maar de bijbel is
niet een een dergelijk boek met alles
over uw God.
Sommige briefschrijvers stellen het
me zo voor, dat je beginnen moet met
in de bijbel te geloven. Alles wat daar
in staat moet je aannemen. Welnu daar
staat ook het een en ander in over zonde
en genade en over de Here Jezus. Dat
moet je dus ook geloven, want de bijbel
deelt ons dat allemaal mee.
Deze redenering gaat uit van een
verkeerd geloofsbegrip. Geloven is niet
het aannemen van een aantal waarhe
den (,,wij geloven lekker veel meer" zei
een opschepperig rooms jongetje tegen
een van mijn kinderen ,,dan jullie"),
maar is een ontmoeting en een dialoog.
Geloven is geloven in de Here Jezus.
Natuurlijk is hij de Christus der Schrif
ten. Want buiten de bijbel om is er vrij
wel niets bekend over hem. En in de
Here Jezus ontmoet ik God. Buiten de
Here Jezus om weet ik echt niet precies
wie God is. Ik wil het zo stellen De
kerk drukt mij met de neus op de bijbel.
In de bijbel ontmoet ik de Elere Jezus.
En in de Here Jezus, hoor ik en zie ik
de levende God.
Deze vier momenten, verdiepingen of
hoe U het noemen wilt, moogt U geen
ogenblik los maken van elkaar. Dit
wordt bedoeld, als U leest of hoort, dat
het bijbelgezag niet formeel, doch mate-
riëel moet worden opgevat.
Niet alleen dat iets er staat is belang
rijk. Dat ook. Maar vooral: wat er staat.
Dat brengt mee dat niet alles in de
bijbel op het zelfde niveau van gezag
staat. Dat is met alles wat leeft zo. Er
zijn centrale delen en delen aan de
rand.
Hart en longen zijn onmisbaar.
Hoofdhaar, blindedam en dergelijke ho
ren wel echt hij ons lichaam, maar zijn
niet onmisbaar. Zo is het ook met de
edele en bijkomstige delen van de
Schrift.
Het is wel zo, dat er de laatste tijd
meer nadruk gelegd wordt op het ma
teriële gezag van de bijbel, dat is op
het „Christelijke" karakter van dat ge
zag dan vroeger, en dat wij niet alles
op het zelfde niveau zien liggen. Maar
dat is dan een vooruitgang. En dat ligt
volkomen in de lijn van Kuyper en Ba
vinck. U moogt ook teruggaan tot
Luther en Calvijn. En dat onze laatste
Synode losser en vrijer tegenover het
Schriftgezag zou staan dan de Synode
van Assen is dom geroddel.
Ik ben mij bewust, dat' het hier bo
venstaande een heleboel zaken heeft la
ten liggen. Wie er meer van weten wil,
leze en herleze de boeken van Prof.
Berkouwer. Maar ik hoop toch een aan
tal vragers, die mij schreven, zo goed
mogelijk te hebben beantwoord.
A. D.
TENTEN.
Op de Theologische Schooldag van
de Vrijgemaakte Kerken in Kampen
bleven de kerken van de vrijgemaakten
in Kampen gesloten voor de duizenden
belangstellenden, die van heinde en ver
waren gekomen, zodat dezen een onder
dak moesten zoeken in allerlei gebou
wen en vooral in een geweldige tent.
GEWICHT.
Prof. Dr. K. Dijk verklaarde niet
naar de Generale Synode in Lunteren
te zijn gegaan, waar de quaestie Assen
besproken werd, omdat hij het onjuist
vond door zijn persoonlijke aanwezig
heid gewicht in de schaal te leggen.
BONDGENOOT.
Onze Navo-bondgenoot, West-Duits-
land, is bezig een vloot op te bouwen.
Al die nieuwe oorlogsschepen hebben
namen nodig.
Eén schip werd reeds vernoemd naar
de commandant van het slagschip „Bis
marck", een echte nazi. Een tweede
krijgt de naam van een piloot, die bom
bardementservaringen opdeed in Span
je. Een derde de naam van een nazi-
generaal, die sneuvelde bij de overval
op Polen.
Gelukkig is er in Duitsland (een
beetje) verzet tegen deze heldenver
ering.
Overigens is de Navo opgericht o.a.
ter verdediging van de democratie.
TURKEN IN TEXTIEL.
Onze textielindustrie heeft het ont
zettend moeilijk.
Landen, naar wie wij grote massa's
uitvoerden, hebben van ons de kunst
afgekeken, maken hun eigen textiel en
beconcureren ons op de wereldmacht.
Vandaar de grote ellende in Twente,
waar zo veel textielarbeiders geen werk
meer hebben.
Wat doet men nu
Men haalt een aantal Turken naar
Twente en stelt die te werk.
A. D.
(vervolg van pag. 1)
diging, over lectuur, over materialen en
over door de deelnemers gestelde vragen.
De kosten van deelname voor zaterdag
21 oktober 1967 èn zaterdag 16 maart 1968,
telkens van 10.15 tot 18.00 uur, bedragen
15,-.
(Op 2/3 februari 1968 is er een weekend
voor evangelisatie-ouderlingen met verkort
programma, deelnemersprijs 13,50.)
„Waar praten we over op het huisbe
zoek is één van de vragen, die behan
deld zullen worden op een bijeenkomst van
twee zaterdagen. De bijeenkomst is be
doeld voor huisbezoekers en wordt gehou
den op de zaterdagen 14 oktober en 23
maart, beide malen van 10.00 tot 18.00 uur.
Intekening voor de gecombineerde dagen
15,-.
„Aller dienaar is het thema van de
instructiedag voor leiding en hoofdleiding
van (evangelisatie)bejaardensociëteiten, te
houden op dinsdag 7 november van
10.15—17.15 uur.
Besproken worden vragen alsWie
leidt de sociëteit Bejaarden, ook onker
kelijke bejaarden, in de leiding opnemen
Mede-verantwoordelijkheid aan de leden
geven Drs. J. Matse, deskundig op het
gebied van het bejaardenwerk, houdt een
causerie over „De levensomstandigheden
van bejaarden uit een eenvoudig milieu".
De leiding berust bij ds. H. H. Grosheide.
U kunt deelnemen voor 8,50 (lunch
pakket inbegrepen).
Voor alle conferenties kan men zich
schriftelijk melden bij het Evangelisatie
centrum, Postbus 71, Baarn.
Kosten bij vooruitbetaling voldoen op
giro 52 53 10 Evangelisatiecentrum, Baarn.
L.S.
De vergadering van de Kerken in de
Classis Zierikzee zal D.V. worden gehou
den op woensdag 8 november 1967, des
avonds 18.30 uur.
Stukken voor het agendum te zenden aan
de eerst-ondergetekende vóór 4 november
1967.
Namens de samenroepende kerk
van Scharendijke,
Ds. H. SCHOLING, praeses.
J. FOLMER, scriba.
KORT VERSLAG vergadering Classis
Middelburg, gehouden woensdagavond
13 september 1967 in de Getuigenis-
kerk te Middelburg.
1. Opening. Ds. Ocgema opent de ver
gadering namens de roepende kerk van
Middelburg. Gezongen wordt Ps. 84:1,
gelezen een gedeelte van Ps. 84. Daarna
wordt gebeden. Praeses heet Ds. Hartholt
van Oostkapelle, voor het eerst ter verga
dering aanwezig, hartelijk welkom, wenst
de kerk van Oostkapelle geluk, spreekt
dankbaarheid uit voor het feit, dat Ds.
Bosman bedankt heeft voor de op hem uit
gebrachte beroepen. Ds. Meijer van Sou
burg wordt gelukgewenst met de geboorte
van een dochter. Praeses memoreert de
eerste geslagen paal voor het nieuwe be
jaardencentrum in Middelburg. Grijpskerke
wordt gelukgewenst met ingebruikneming
nieuw kerkgebouw.
2. Constituering van de vergadering.
Uit de credentiebrieven blijkt, dat alle ker
ken wettig vertegenwoordigd zijn. De ker
ken van Domburg, Middelburg, Vlissingen
en Westkapelle hebben een instructie. Het
moderamen neemt zitting Ds. Ocgema,
praeses Ds. P. C. Meijer, assessor Ds.
(vervolg op pagina 3)
F EU I L L E T O N
door
H. NOORMAN
66)
„Hierheen, zuster. De trap op is onbegonnen werk.
Het schelppad door. Daar staan de mensen," zei vrouw
Vermeulen.
Zij had gelijk. Al wat nog behoorlijk lopen kon in het
dorp had zich door het schelppad naar een kom in de
duinen begeven. En daar stond men opeengepakt. Het
was een geroezemoes van stemmen. En allen tuurden zee
in, waar in de duistere avond heel in de verte een donker
silhouet zich aftekende de boot, die steeds om hulp riep.
Vuurpijl na vuurpijl werd afgeschoten.
„Ze klimmen al in de mastwerd er geroepen. En
Hertha's scherpe ogen zagen het ook, toen een geweldige
vloedgolf voorbijgevaren was, hoe gedaanten naar boven
klommen.
,,'t Is onbegonnen werk voor Krijn, 'k Heb het nog zo
meegemaakt," merkte een bejaarde schipper, vlak in
Hertha's nabijheid op.
Zij drong wat meer naar voren en zag met ontzetting
naar de kokende zee. Torenhoge golven werden tegen het
strand stukgeslagen en spatten, uiteen als één witte massa,
schuimend en bruisend. Een veertienhonderd meters zee
in sloegen zij over de gestrande boot, die zich al vaster in
het zand groef. Het was duidelijk zichtbaar, dat het ach
terschip omhoog stak.
„Het ding breekt zo vast als wat," hoorde Hertha de
bejaarde schipper weer zeggen.
„Waarom gaat Krijn er niet uit?" vroeg een vrouw.
„Stil nu, Krijn weet wel, wat hij doet," werd er ge
antwoord. „Hij wacht patuurlijk het gunstigste ogenblik
af."
Hertha drong nog wat meer naar voren. Ondanks het
ontzettende, dat zich op zee afspeelde een sterke boot
op het punt uit elkaar geslagen te worden, terwijl de be
manning misschien reddeloos verloren wasvoelde zij
tóch bewondering voor de masjesteit Gods. De mens had
niets te zeggen. Hier sprak God alleen. En de vele mensen
van Zeeduin, die zich om God niet bekommerden, zwegen
nu in angstig zwijgen
Hertha keek naar rechts. Daar stond de loods van de
reddingsboot, waar mannen, geheel gereed om uit te va
ren oliepakken aan, zuidwesters op, gordels om de len
denen, heen en weer liepen. Eén man stond een eind van
de loods in zee te turen. Hij trotseerde de sterke wind.
Hertha onderscheidde in de man de figuur van Krijn Ver
meulen. Zij voelde de ontzaglijke verantwoordelijkheid,
die op hem rusttzijn plicht was, zo mogelijk te redden
de lieden, die in nood verkeerden maar hij moest ook
denken aan de mannen van zijn boot. ,,'t Is onbegonnen
werk voor Krijn," had de bejaarde schipper zoeven gezegd.
Opeens kon Hertha het niet langer dragen. Zij liep in
gezwinde pas terug, bereikte weer de voet der duinen en
klom door een smal pad zó, dat zij weldra de achterzijde
der loods bereikte liep er omheen en stond tussen de
acht mannen, die wachtten op het bevel van hun schipper.
Hertha wilde juist iets zeggen, toen de schipper nader
de. Het verwonderde hem, Hertha te zien. Het was geen
gewoonte op Zeeduin, dat zich iemand in de loods be
vond dan de mannen van de boot. Maar hij maakte geen
enkele aanmerking, omdat hij haar te hoge achting toe
droeg. Hij bespeurde niet, hoe nog een andere gestalte
naderde, die ook niets in de loods te maken had. De man
ging enigszins op de achtergrond, maar hij stond toch in
de onmiddellijke nabijheid van de schipper en van Hertha
en kon woord voor woord het gesprek volgen.
„Het is hard, zuster," zeide Krijn Vermeulen.
„Kunt U niet uitvaren vroeg Hertha.
„Nóg niet. Maar 'k hoop van spoedig. Liever ging ik
onmiddellijk. Maar wij zouden niets bereiken."
,,'k Hoor, dat het heel erg is met het weer?"
„Ongekend. En tóch moeten de mensen gered worden.
Maar ik mag mijn eigen mensen er niet aan wagen."
„En je zelf niet, Vermeulen."
„Dat komt er niet zoveel op aan, zuster." Hij boog zich
naar haar over en zeide, boven het geloei van de storm
uit„Ik ga straks rustig aan het roer zitten. Dat deed ik
altijd, maar dan dacht ik niet aan de dood. Nu denk ik
er wel aan, maar ik ben niet bevreesd, wat er ook ge
beurt. Ik dank je, zuster, dat je naar Zeeduin gekomen
bent. Ik en zovele anderen hebben God daardoor gevon
den. Je moet hier niet weggaan, zuster. Er is nog veel
meer te doen."
Hij verliet plotseling de loods. Het leek Hertha toe, dat
zijn stem stokte. Maar zij kon zich ook wel vergist heb
benWant enkele ogenblikken later keerde hij terug
en zeide hij met een stentorstem, klinkend als metaal
„Wij gaan, mannen. Zonder proberen, komen wij er
nooit".
Er volgde geen enkel woord van tegenspraak. De man
nen gehoorzaamden, de lippen stijf op elkaar geklemd.
Eén liep naar buiten de loods en schreeuwde wat tot de
verzamelde menigte, waarop een groot getal mannen en
jongens toeijlden, die met vereende krachten de boot over
het strand in de zee reden. In een minimum van tijd dob
berde de reddingsboot, waarin de bemanning ijlings plaats
genomen had, op de golven. Acht mannen wierpen zich
met volle kracht op de riemen, terwijl Krijn Vermeulen
de roerpen omkneld hield. In een punt des tijds had zich
dat alles afgespeeld. Vóór Hertha tot het besef kwam
van wat er gebeurd was, waren de reddingspogingen aan
gevangen.
Toen zij opkeek, stond dokter Van Stralen naast haar
„U hier?" vroeg zij met hese stem.
„Ik zag U allen door het duin naar de loods dwalen en
ben U gevolgd," zeide hij.
„Er is hier overigens geen gevaar," meende Hertha,
wat kort. Maar dan greep zij opeens de arm van de dok
ter „O, kijk toch eens! Arme kerels!"
„Het is niets bijzonders," stelde hij haar gerust. „De
boot is er op gebouwd. En het zijn stoere, onverschrokken
kerels. Men moet er de grootste bewondering voor koes
teren."
Wéér werd de reddingsboot opgenomen door een hoge
golf om dan in de diepte gesmakt te worden. Het was
niet zichtbaar, dat zij ook maar enige vordering maakte.
„Zij komen er nooit," meende Hertha.
(Wordt vervolgd)