eeuwóe 5Cerkbode ASSEN OORLOG Uit Kerkelijke periodieken tussen Veers en Middelburg HloCJ groter3 22e JAARGANG No. 13 5 OKTOBER 1967 ,.Ik worstel en ontkom" OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND. Hoofd-Redacteur Dr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70. Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen; Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshoijt, Koudekerke Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk. Adres "voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Joh. 14:12. Wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe zal hij ook doen en grotere nog dan deze. Dat is bij het eerste lezen erg vreemd, dat de gelovigen grotere werken zullen doen, dan de Here Jezus zelf heeft gedaan. Nog wel na een herhaaldVoor waar De Here Jezus legt hier dus grote nadruk op. Het verband, waarin de Here deze belofte gaf, wijst naar de Heilige Schrift, die hij onmiddellijk na zijn hemelvaart uitstorten zou. Vergeet niet, dat het werk van de Here Jezus op aarde nog maar het begin was. Dat was het leggen van het fundament. De Heilige Geest gaat het gebouw van de wereldkerk optrekken. Maar het eigenaardige van het werk van de Geest is, dat Hij de dingen niet vóór ons en zonder ons, maar dóór ons doet. Wat de Here Jezus eerst deed, dat deed Hij voor ons. Wat Hij nu doet, doet Hij door ons. Zelf was Hij vrijwel niet buiten de grenzen van het Joodse land geweest, maar nu gaat de zending tot de einden der aarde. Aan de emancipatie van de vrouw enBuiJdsgcjoowdp op una 'uoaajs op una van de politiek en aan het sociale vraagstuk heeft hij in die paar jaar, dat Hij op aarde was, niets kunnen doen. Dat moeten w ij doen. Nu de Here Jezus de satan gebonden heeft en de Heilige Geest heeft uit gestort kunnen al die grotere werken worden uitgevoerd. Indien wij geloven Want een belofte is heel wat anders dan een voorspelling. In een belofte zit een bevel verborgen. Net zoals in Gods geboden beloften zitten. Zonder geloof komt er van al die grote wensen niets terecht, maar als we geloven Kunnen we Goliath aan Kunnen we bergen verzetten Atomen splitsen en bergen opblazen kunnen we ook zonder geloof. Maar de berg van de atoomdreiging kunnen we alleen in het hart van de zee verzetten door het geloof. Wij zijn nu tweeduizend jaar bezig aan die grotere werken. Maar wat is er nog ontzettend veel te doen in de wereldA. D. de eerbiediging van het gezag van de Heilige Schrift door de kerk. Terecht Het is het gezag van Gods Woord, waaraan men niet mag toedoen en waaraan men niet mag afdoen. Het is het leven van de kerk, dat zij eerbiedig hoort wat de Geest tot de gemeenten zegt. Om dat wat de Geest zegt gaat het nu juist Neen, niet in dien zin dat het dat van schepping en val uit het Schrift- verhaal van Genesis 2 en 3 niet klaar blijkelijk zou zijn. Niemand die luistert, die er dat niet in hoort Maar de wijze waarop deze werke lijkheid daar wordt geopenbaar is voor velen in de kerk niet langer op die ma nier klaarblijkelijk als waarop Assen 1926 dit achtte te zijn. Assen 1926 was van oordeel, dat de vier daar genoemde bijzonderheden zó duidelijk in eigenlijke of letterlijke zin bedoeld zijn, dat een andere opvatting daaromtrent in strijd zou brengen met het gezag van de Heilige Schrift. An deren daarentegen ontlenen argumen ten aan de Schrift zelf om te betogen, dat de wijze waarop ons in deze hoofd stukken de werkelijkheid van schepping en val verhaald wordt meebrengt, dat deze vier daar genoemde bijzonderhe den niet die stringent letterlijke opvat ting behoeven als die Assen 1926 er aan toeschreef. Dat is voor hen dus niet zo maar een opvatting, die zij om allerlei bijkomende redenen als de gewenste voordragen. Zij zien dit als zaak van gehoorzaamheid aan het Woord van God, voor het gezag waarvan zij met heel de kerk onvoorwaardelijk willen buigen. Nu heeft de synode geen uitspraak gedaan, die tussen de beide aangegeven meningen een beslissing velt en naar mijn gedachte heeft zij daar wijs aan gedaan. Zij heeft dus, hoewel zij besloot dat Assen 1926 niet langer als leer- uitspraak in de kerken zal gelden, toch niet Assen 1926 zonder meer veroor deeld. Zij is evenmin de andere opinie, die onder ons gevonden wordt, zonder meer bijgevallen. En zij zegt in haar 2e uitspraak waarom zij dat niet heeft ge daan èn wat zij in de gegeven situatie wèl genoopt is te doen. Zij spreekt daar namelijk uit, dat zij zich niet bevoegd acht over de specifieke aard van het Schriftverhaal in Genesis, 2 en 3 zich een dusdanig gefundeerd oordeel te Een geheel aparte sector in onze samen leving is het bedrijfsleven. Bidden wij voor allen, die daarbij betrokken zijn werkgevers, werknemers, hun organisa ties en bonden. Vragen wij om goede onderlinge verhoudingen, gerechtigheid, nijverheid, mededeelgenoot zijn in de verantwoordelijkheid, eerlijkheid, barm hartigheid. Moge God in het bijzonder Zijn zegen schenken over het werk van de Kerk op dit terrein. De synode besloot voor twee weken, dat de uitspraak van Assen 1926, die hierop neerkomt, dat de in het Schrift- verhaal van Genesis 2 en 3 genoemde boom der kennis van goed en kwaad, de slang en haar spreken en de boom des levens naar de klaarblijkelijke be doeling in eigenlijke of letterlijke zin zijn op te vatten en dus zintuiglijk waar neembare werkelijkheden waren, niet langer als leeruitspraak in de kerken zal gelden. De synode deed dit besluit vergezeld gaan van een 3-tal uitspraken, die er getuigenis van afleggen waarom zij tot dit besluit kwam en die een richtlijn kunnen zijn voor het verstaan van de strekking er van, waardoor bijvoorbeeld duidelijk wordt, wat men er wèl onder moet verstaan en ook wat men er niet uit mag opmaken. De eerste van die uitspraken luidt de synode spreekt uit, dat zij ten volle de zorg van de synode van Assen 1926 deelt, dat het gezag van de Heilige Schrift door de kerk dient te worden geëerbiedigd. Er zijn nog al wat mensen, die zich met zorg afvragen waar we heengaan en die van mening zijn, dat terugname van de leeruitspraak van Assen 1926 het gezag van de Heilige Schrift ten aanzien van de werkelijkheid van schep ping en val aantast. Hun in het bijzon der zal het moeten aanspreken, dat de synode niet wil onderdoen in zorg voor vormen, dat zij de exclusieve wijze, waarop door de synode van Assen 1926 uitspraken zijn gedaan over de klaar blijkelijke betekenis van bepaalde bij zonderheden van dit verhaal, kan blij ven volgen. De synode zegt dus niet, dat de letterlijke opvatting van deze bijzonderheden fout is. Zij zegt alleen, dat men met het gezag van de Heilige Schrift de kerk er niet aan binden mag als zou slechts die letterlijke uitlegging recht van bestaan hebben. Dan zou men te ver gaan en aan het gezag der Schrift toedoen. Natuurlijk mag ook niemand er aan af doen. Daar mag een kerkelijke be slissing nooit toe leiden. Het niet meer bindend zijn voor de kerk van de exe gese die Assen 1926 gaf van de ge noemde hoofdstukken doet dit ook niet. Vrijheid van uitlegging der Schrift is geen ongebondenheid en geeft geen aanleiding tot de bezorgdheid waar we op die wijze belanden. Die vrijheid van exgese bestaat immers binnen het raam van de belijdenis van de kerk. Dat is een zo vanzelfsprekende zaak, dat het eigenlijk niet apart behoeft te worden uitgesproken. Toch heeft de synode gemeend daar nog uitdrukkelijk de aandacht op moeten vestigen. Zij deed dit uiteri in het besef van de fundamentele tekenis van de werkelijkheid van scl ping en val en kwam zo tot haai uitspraak dat intussen hetgeen in c' e belijdenis der kerk (Zondag 3 en 4 H.C., art. 14 en 15 N.G.B.) over de oorsprong der zonde en de gevolgen van de zondeval onder woorden is ge bracht de fundamentele betekenis, die de Schrift in het Oude- en Nieuwe Tes tament (o.m. in Romeinen 5) aan deze gëschiedenis toekent, duidelijk tot uit drukking brengt en daarom ook als van wezenlijk belang voor de verkondiging van het evangelie door de kerk als ge zaghebbend dient te worden gehand haafd. Daarmee bedoelt de synode duidelijk weer te geven waarop het aankomt. Een opvatting als bijvoorbeeld, dat in Ge nesis 2 en 3 slechts wordt weergegeven wat bij ieder mens plaats grijpt, wordt er door afgewezen. De verwijzing naar de belijdenis kan verontrusting wegne mend werken. Immers het ons verbon den weten aan de belijdenis is de weg tot het bewaren van de eenheid des geestes door de band des vredes. En om te eindigen met het slotwoord uit het rapport van commissie I, die het besluit der synode voorbereiddewij mogen dan bovendien vertrouwen op de overmacht van de Heilige Schrift zelf en ons gemeenschappelijk verheu gen over de ernst, waarmee het onder zoek der Schrift van vele kanten tege lijk beoefend wordt. Serooskerke S. VAN WOUWE. In het rapport „Zending" 1967", op gedragen aan de nagedachtenis van Ds. Barend Richters" kan men enkele be- hartigingswaardige opmerkingen lezen betreffende de noodzakelijkheid van een goede opleiding zoals deze niet alleen voor Indonesië gewenst is, maar even zeer voor andere gebieden. De posities die moeten worden inge nomen kunnen alleen vervuld worden door hen, die aan hoge eisen voldoen en die zijn niet zo dik gezaaid als we wel zouden wensen. Hebben we binnen- kerks daar soms moeilijkheden mee, zo dat men een hoogleraar uit Afrika te Kampen benoemt voor het zendings werk buitenslands is 't niet minder moeilijk. Er valt namelijk nog al in een en ander te voorzien. Ik noem maar even een aantal Theologische Hoge scholen op, nl. die te Djakarta te Jog jakarta te Lewa (Sumba); teKupang (Timor); te Makassar; te Sukanapura. Dan op iets lager niveau de Theologi sche opleidingsschool in Noord-Suma- tra, in Brazilië en Argentinië, die voor vrouwelijke evangelisten te Magelang en de Theologische Faculteit van de Een man, wiens invloed in Zeeland groot is geweest, maar die nooit goed gerefor meerd was, is Jean de Labadie. Over hem ontving ik de hier volgende historische herinne ring. A. D. Jean de Labadie was op 13 februari 1610 te Bourg in Frankrijk, niet ver van Bor deaux, geboren. Zijn vader was de mili taire gouverneur van die plaats en behoor de tot de Franse adel. Deze voortreffelijke man was de R.K. godsdienst met hart en ziel toegedaan en heeft zijn liefde er voor ook op zijn kinderen overgebracht. Zeer vroeg bemerkte hij al de buitenge wone aanleg van zijn zoon Jean en de rijke (vervolg op pag. 2) Vrije Universiteit in de Congo. Bij wel ke laatste men niet denke aan een filiaal van de V.U. te Amsterdam, doch aan een Afrikaanse dergelijke, ofschoon uiteraard nog niet even degelijke. Voorts vermeldt het rapport nog de „Near East School" tè Beiroet. Al met al instituten die op niveau moeten wer ken .willen ze invloed uitoefenen op de wetenschappelijke ontwikkeling van het vroegere heidendom en de Islam. Het hier opnoemen van deze scholen wijst er wel op, dat we als christenen heus niet minder aan theologie kunnen gaan doen. Men kan wel vragen waarom moet een predikant zulk een theologische bol leboos^ zijn, doch het antwoord ligt voor de hand, omdat men naar deze hoge scholen niet iedereen sturen kan. Een benoeming daar moet niet minder ver antwoord zijn dan een dergelijke hier. Men vergete ook niet, dat het gaat om de opleiding van inlandse mannen en vrouwen die straks in staat zullen zijn onze taken over te nemen. Het gaat ten slotte om het verkrijgen van eigen do centen. De oriëntatie op het rijk Gods, zoals Dr. Verkuyl het eens noemde of de verschuiving ,,van zieleheil naar sja- loom" om met Jansen Schoonhoven te spreken, stelt aan de zendingsarbeiders hoge eisen. 2. Deze zaken klemmen des te meer, als men ziet hoe en hoort hoe men bui tenslands op ons werken let. Ik moge daarvoor wijzen op enkele passages in het blad van de Theologische Hoge school te Kampen. Als ik dit doe, ber doel ik niet tot persoonsverering op te wekken, al wil ik dankbaar aan Efeze 4:11 herinneren, dat ons leert hoe Christus ons mensen tot Zijn dienst be reid en bekwaam, moet geven. Drs J. R. de Witte, de nieuwe redac tie-secretaris van bovengenoemd blad, maakt enkele opmerkingen over het Gereformeerde Geloof in Engeland en schrijft dan ,,Ik vond het bijzonder in teressant, dat hij (een Engelse dominé) de boeken van onze Prof. Ridderbos zo goed kende en voor zijn betoog afhan kelijk was van wat Prof. Ridderbos de apostolische kerk geschreven heeft. In het algemeen worden de boeken van de Kamper Hoogleraar die vertaald zijn, zeer veel gelezen onder deze (voor een groot deel jonge) mensen". Onze Prof. Van der Woude deed een dergelijke ervaring in Hongarije op. Hij had daar een gesprek met een Prof. uit Princeton, die onlangs in Zuid Af rika geweest was in dezelfde tijd als Prof. H. Ridderbos. Ze hadden elkaar wel niet ontmoet, maar hij had wel van diens bezoek gehoord. Hij gaf daarvan het loflijk getuigenis He made a very good impact Op bezoek bij een predikant merkt Prof. v. d. W., dat deze het boek van Prof. Ridderbos over Paulus bezat. Al met al ziet men, dat de Geref. theologie buitenlands nog de moeite van kennis name waard geacht wordt. Een feit, waar we dankbaar acte van mogen ne men. Brouwershaven B. WENTSEL.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1967 | | pagina 1