Lijden aan de Kerk
OPEN BEDELBRIEF
„Grootvaders klok blijft tikken"
SAMEN
SPRAAK
STIL GEBED
VAN EEN ARM DORP,
DAT RIJK WERD
brengen, dat is niet voorbij. Daar rijpen de
vruchten van. Maar die zullen we pas zien
op de dag van het oogstfeest.
Nu U met Mevrouw Zeeland gaat ver
laten, wensen wij U samen met uw gezin
veel goeds toe, dat is heel eenvoudig ook
een goede gezondheid ep veel goede jaren.
Maar bovenal het geloof, dat in de opge
stane Heer, uw arbeid niet tevergeefs is
geweest.
Mag deze simpele groet U vergezellen
en U doen weten, dat U hier in Zeeland
veel vrienden achterlaat. Ik weet dat ik
dit uit naam van velen heb geschreven.
E. JANSEN.
OOSTKAPELLE,
Zondag 13 aug. deed Ds. Hartholt zijn
intrede in Oostkapelle. 's Morgens was hij
bevestigd door Ds. Oegema van Arnemui-
den. Zijn eerste preek had tot tekst het
woord van Petrus tegen de Here Jezus
„Op Uw woord zal ik de netten uitzetten".
Natuurlijk was de kerk stampvol en na
tuurlijk werden er toespraken gehouden.
Het gewone recept. Maar ik ben later
maar eens op een mooie morgen naar O.
gereden. Ik had telefonisch belet gevraagd
en een mannenstem gaf antwoord: de zoon.
Ds. H. is namelijk geen jonge dominee in
de gewone zin van het woord. Toen hij
dominee werd (in Wierum, Fr.) was hij
al 45 jaar, en had een vrouw en twee jon
gens. Van af zijn kindertijd heeft hij Ds.
willen worden. Maar het kon niet. Het
ging finantiëel niet. Er zat niets anders op
dan op de boerderij te gaan werken. Dat
was in Fochteloo (Fr.). En dat heeft hij
met hart en ziel gedaan. Ook al zat dat
andere voortdurend in zijn achterhoofd.
Hij bezocht de Landbouwwinterschool in
Drachten (60 km. fietsen. Iedere dag In
de winter Hij was een doorzetter. Het
type van de echte Fries. Het waren moei
lijke jaren, die dertiger jaren. Ook de mi
litaire dienst was geen pleziertje. Als on
derofficier vocht hij tegen de parachutis
ten bij Valkenburg (Z.H.). Toen ging de
deur open Een vrijzinnige oom bood aan
de jonge man finantiëel te helpen. Toen
wou zijn vader het toch zelf proberen. En
Hartholt ging naar Kampen (als 25-jarige
in de eerste klas van het gymnasium).
Toen naar de V.U. Het doel kwam in
zicht. Maar toen stierf plotseling zijn vader
en de finantiële steun staakte. Vijf jaar is
hij toen er uit geweest. In die tijd heeft hij
van alles gedaan om de kost te verdienen.
O.a. ook weer het boerenwerk.
Intussen was hij getrouwd en het leek
er op, dat zij nooit de pastorie zouden be
reiken. Tot er als een wonder weer deuren
werden geopend. In 1963 deed hij candi-
daatsexamen en werd o.a. beroepen in
Wierum, een piep-klcine gemeente in
Friesland-Noord. Noordelijker kan haast
niet.
En nu in Zeeland, in het bloeiende re
creatiedorp Oostkapelle met zijn verstopte
kerk en in 't oog springende pastorie.
Ik geloof, dat Friezen en Zeeuwen een
uitstekende kruising zijn. En ben er van
overtuigd, dat Ds. Hartholt met veel zegen
op Walcheren werken zal. Hij is niet al
leen op school geweest bij de professoren,
maar op de school van het leven. De pro
fessoren hebben het hem niet gemakkelijk
gemaakt, maar de school van het leven nog
minder. Daar is hij gerijpt. En geslaagd
Hij weet wat er te koop is, zowel in lief
als in leed en kent de Here als een God
van verrassingen. A. D.
Poortvliet.
De kerkeraad hoopt te vergaderen vrij
dag 1 september a.s. Voornaamste agenda
punt vaststelling werkzaamheden winter
seizoen en verkiezing ambtsdragers.
Ds. Torenbeek hoopt in september zijn
werkzaamheden als consulent van onze ge
meente weer te kunnen hervatten.
Op een gemeentevergadering, d.d. 22
augustus, is met algemene stemmen beslo
ten een beroep uit te brengen op candidaat
F. Ledegang te Baarn.
UIT DE PERS
IV
Prof. Thielicke.
Wie de inhoudsopgave van het boek van
prof. Thielicke inkijkt zou kunnen denken,
dat het geen enkele oplossing biedt. Al
leen maar een diagnose geeft van de mi
sère der prediking. Toch zijn, door het
boek verspreid, verschillende positieve op
merkingen te vinden die bedoelen te hel
pen. Ik moge enkele daarvan u in dit laat
ste gerecht opdienen met een snuifje
eigen inzicht er door gemengd. En dan
beginnen met een woord dat een jaar of
6 geleden me in een van de kerken van
Charlois nogal trof in het togakamertje
hangt daar aan de wand de tekst maak
door mij niet beschaamd hen, die U ver
wachten, Here, Ik dacht dat een woord als
dit bij ons moest zijn, bij voorbereiding èn
voordracht van de preek. Daar in de kerk
zitten mensen die Hem verwachten die
in deze barre wereld hópen op Zijn
Woord
En dat vraagt nogal iets. U kunt denken
aan
a. eigentijdse prediking. Wat de vorm
betreftwe zullen de taal van vandaag
moeten spreken. En in het idioom van onze
tijd de bijbelse woorden en begrippen moe
ten vertalen. Zo dat het gesproken woord
begrépen wordt. Zo dat het eerlijk is. En
ontvangen kan worden door de mens die
in déze jaren leeft.
Dit kies ik maar als titel, dan weet
U direct, waar U aan toe bent. Dat is
meteen de kortste en betrouwbaarste
manier om ons doel te bereiken. Dat
doel zal ik U straks uitleggen. Eerst nog
een kleine herinnering aan de -vroe
ger bekende goedgeefsheid van de
„Zendende Kerken van Zeeland, N.
Brabant en Limburg" (weet U nog?)
die gemiddeld de hoogste Zendings-
bijdrage gaven van het hele land (tus
sen de 20er en 40er jaren).
Over „ons vroegere gebied" gaat het
nu Magelang. En daarover schrijft
onze vroegere Zendingsarts, Dr. Dreck-
meier, die in Magelang woont, mij het
volgende
„Er is hier een verblijdende samenwer
king tot stand gekomen tussen het Javaan
se en het Chinese schoolbestuur, om de
twee middelbare technische scholen (die
van deze besturen uitgaan) die toegang
geven tot de Universiteit, samen te voe
gen. x)
Beide scholen zijn klein en dus ineffi
ciënt. zowel wat de exploitatie als de per
soneelsbezetting betreft. Met de samenvoe
ging kan een gezonde groei worden be
reikt. Daarvoor is bouw van een goede
school een eerste vereiste. De vroegere,
door de Regering in beslag genomen Hol
lands-Chinese School wordt nog steeds als
politie-kazerne gebruikt, is erg verwaar
loosd en wordt nog lang niet teruggegeven.
Er is werkelijk geen andere mogelijkheid
dan bouwen.
„Temidden van de atmosferische leugen
achtigheid van onze tijd kunnen we over
het absolute alleen maar zó spreken, dat
we de zaak waar het om gaat uiteenzetten
in een zeer natuurlijke taal en bijna op
conversatietoon" (pag. 26). Dank zij onze
geluidsinstallaties is het ook in de grootste
kerken niet meer nodig hoog van de kan
sel woorden de kerkruimte in te blazen,
met alle registers open. Het moderne oor
wendt zich daarvan af. Wil niet over
schreeuwd worden. Wil niet de gedachte
hebben dat een of andere autoriteit hem
iets opdringt. De waarheid moet op hem
afkomen in de Meren die haar passen
sober, ongekunsteld, eerlijk. Maar daar
door boeiend.
En ook wat de inhoud betreft mag het
niet buiten de tijd gaan. De vragen welke
de mensen bezig houden, ook al worden
ze niet expliciet genoemd, moeten op de
achtergrond meespelen. Onze tijd moet ge
kénd worden. Een preek als die waarmee
prof. Berkhof het jongste vorstelijk huwe
lijk bevestigde, lijkt me een subliem voor
beeld hiervan.
b. team-work. Om het leven van van
daag in zijn vragen en noden te kennen
zou het goed zijn de preek niet alleen te
maken. Maar samen met een variërend
team van gemeenteleden. Met elkaar de
tekst bespreken waarop,de preek gebouwd
zal worden. Waarbij, na exegese van de
predikant, ieder vanuit zijn situatie zijn
inbreng geeft. Uit de radiopreek van dr.
Janus van 29 januari j.l. viel te horen, dat
deze voorganger de tekst in de vorige
week op enkele gcmcentekringen aan de
orde gesteld had. Zelf had ik eens het
voorrecht met een heel stel jongeren twee
keer samen te komen ter voorbereiding
van een kerkdienst, 't Zou gaan over het
gebed. Ieder kon vrijmoedig zijn zegje
zeggen. De predikant luisterde mee stuur
de hoogstens af en toe wat bij. Maar een
dienst dat dit geworden is
(Slot volgt) A. B.
Dit kost je voelt het geld. Zou
jij je in jouw gebied er vóór willen span
nen, de giften te verzamelen en door te
sturen Dhr. H. Goedhart, Sweelinckhof
6, Voorschoten, is onze „Centrale", die de
totaalsom uit Nederland naar Indonesië
verzendt.
Er zijn in Zeeland ongetwijfeld nog tal
lozen, die terwille van oude banden met
hun oude zendingsterrcin (en dat van je
Vader!) een bijdrage willen sturen.
Hartelijke groeten etc. etc.,
Truus Dreckmcier."
Ik heb U hiermee de brief en het ver
zoek doorgegeven, ik hoop dat we ons
allemaal een beetje „oud-Magelangers"
voelen, al zullen de jongeren onder U
misschien niet meer weten, dat we het
over „ons" vroegere Zendingsterrein
hebben.
Ik voor mij weet wel, wat ik met dit
schrijven aan moet en hoe ik er op ant
woord (per slot ben ik een echte oud-
Magelanger). U ook?
Dan nogmaals het adres H. Goed
hart, Sweelinckhof 6, Voorschoten. U
kunt ook naar mij gireren (girono. 1006,
Julianalaan 11, Vlissingen), dan zend
ik het wel door. Doe maar wat U het
makkelijkst vindt.
H. Merkelijn.
a) Dit is wel iets uitzonderlijks, gezien
de gespannen verhoudingen tussen Chine
zen en Indonesiërs.
P.S. Als eerste gift300,van de
Vlissingse Zendingscommissie. Hartelijk
dank.
270 vacatures in de Geref. Kerken in
Nederland.
270 scriba's, die soms uren aan de
telefoon hangen om een predikant te
strikken voor een a.s. zondag.
270ja, nu waag ik het niet om
gelijk weer een zelfstandig naamwoord
in te vullen.
Stel je voor dat er 270 gemeenten aan
het mopperen zijn, omdat een kandidaat
of dominee heeft bedankt, of dat ze
mopperen op de aanvangstijden. Dat
zou toch al te gek zijn.
En toch komt dat gemopper nog al
eens een keertje voor.
11 uur of 5 uur, dat is toch geen tijd
om kerk te houden. Mij niet gezien. Ja,
zo ver is het in ons goeie Nederlandje
al gekomen. Een uurtje eerder of later
naar de kerk, nee hoor, God moet maar
een weekje wachten tot het wat beter
uit komt met m'n tijd. Stel je voor, dan
kun je niet eens op tijd je „bakkie
troost" opleuteren. Die kerkeraden, ze
doen maar een beetje. Geef mij die ver
trouwde tijden van vroeger maar
Zo praat modern Nederland, dat op
sommige punten toch wel zo oer-conser-
vatief is, dat er geen goed woord meer
aan te verspillen is. Punt.
Yoko.
Een briefschrijver uit St. L. vraagt
naar de inhoud van het zgn. stille ge
bed. En naar de gewoonte om na
het Avondmaal op z'n plaats terug ge
komen te danken. Sommigen doen
dat, velen niet.
In antwoord op deze vragen merk ik
allereerst op, dat de kerkdienst een
samenkomst is. Wat we er doen, doen
we dus samen. Het is een verbetering
dat het „stille gebed" vóór de dienst nu
gezamenlijk plaats vindt. Dat was vroe
ger een zeer slechte gewoonteieder
deed het voor zichzelf bij het binnen
komen. Het orgel speelde, er was ge
schuifel, er werd gefluisterd. En dan
zag je de mannen, voor dat ze plaats
namen, even blijven staan. De enige
concentratie vonden ze achter hoed of
pet, die ze voor hun gezicht hielden.
Dit is gelukkig overal verdwenen. We
doen het nu gelijktijdig vóór de aan
vang. Wat bidden wij dan
Ik dacht hoofdzakelijk om het won
der van de Kerk te mogen ervaren
Gods Woord en ons antwoord er op.
Daarvoor vragen wij om de beloofde
werking van de Heilige Geest. Maar
zult li zeggen dat heb ik thuis
al gedaan in m'n gezin en voor me zelf.
En soms zaterdagsavonds „Wij luiden
de zondag in". En straks na de veroot
moediging en de lezing van de wet des
Heren is het een vast onderdeel in de
dienst, dat we de leiding van de Heilige
Geest inroepen.
Dat is ook zo. Maar het één sluit het
ander niet uit. Hoofdzaak van het stille
FEUILLETON
9 door
H, NOORMAN
60)
De liberale boer Eppo van Dalen liep naast zijn ar
beider en het hoofd van de school steunde een oud moe
dertje, dat liep te schreien, als werd haar Mnd begraven.
Dichte wolken, die sneeuw voorspelden, joegen langs
het luchtruim. Het was in de natuur even somber als in
de lange, zwijgende stoet. En de zware slagen van de
dorpsklok trilden door het luchtruim in droef, eentonig
rythme.
Zo liepen de dorpelingen van Zeeduin, voorzover zij
niet ziek waren, achter de rijtuigen. En achter de Zee-
duiners kwamen de mensen van Landdorp, in bijna even
grote getale.
Zij brachten hun dokter, die zij hadden vereerd en
hooggeacht, ten grave. Onder grote rouw
De stoet bereikte het dorpsplein en hield stil voor de
kerk, waarin het lijk gedragen werd. Gesteund door Al
fred van Stralen en Hertha volgde mevrouw Van Leeuwen
de kist. Het was in de streek niet de gewoonte, dat de
vrouwen mede naar het graf gingen. Maar men vond het
niets vreemd, dat de doktersvrouw haar man volgde naar
zijn laatste rustplaats. Waren zij niet altijd samen gezien
Vlak vóór de hoge preekstoel werd de kist gezet. Met
pijnlijke smart dacht Hertha er aan, dat de dokter, zo wel
ooit, althans in geen tientallen van jaren, een voet in de
kerk had gezet. Nu kwam hij er als lijk.
En dominé Van Laan, die de kansel beHom, had nog
nooit zoveel mensen in zijn kerk gezien. Want allen, die
de rijtuigen gevolgd waren, kwamen er in. Zij konden
niet allen zitten.
Met een stem vol ontroering schilderde dominé Van
Laan, die ongetwijfeld redenaarstalent had, Hertha kwam
er van onder de bekoring, het leven van de man, wiens
lijk beneden hem stond. Hij tekende hem in zijn liefde en
trouw voor de dorpelingen, al die lange, lange jaren. Hij
vergeleek de rouw, die in de harten was, met het sombere
winterweer daarbuiten. Hij zeide tenslotte, dat men niet
in rouw behoefde te blijven zitten een goed mens was
heengegaan een, die het kwaad niet had gekend men
behoorde te leven als hij dan was het goed.
Een woord uit de Bijbel gebruikte dominé Van Laan
niet. Op de kansel van Zeeduin lag Gods Woord ge
slotenEen gebed werd niet uitgesproken. De predi
kant daalde van de kansel af. Hij had zijn plicht gedaan...
Dan sprak de burgemeester over zijn vriend, de dokter.
En toen de notaris, die hem herdacht als de levende
kracht van de vereniging „Het Groene Kruis". Vervol
gens een arts uit Zeestad namens de kring van genees
heren uit de streek. En tenslotte dankte Alfred van Stra
len in zeer korte woorden voor de eer, zijn oom bewezen.
„Ais er een hiernamaals is", zo eindigde hij, „dan kunt
u er verzekerd van zijn, dat mijn oom steeds aan u allen
zal denken. Want hij had Zeeduin en Landdorp lief, als
zijn eigen vrouw, die, stom en verslagen van smart, bij
ons zit. Gedenkt ook haar in liefde."
Hij kon niet verder spreken. De woorden stokten hem
in de keel. Hij zag, toen hij de kansel afdaalde, Hertha
aan en bespeurde, dat zij schreide.
Hij legde haar wenen evenwel verkeerd uit. Hertha's
hart werd samengekrompen van wee, over de armoede
bij deze begrafenis. Er was geen enkel woord geuit over
de troost, die God schenken wil, als Hem die wordt ge
vraagd. Over God was niet gerept. De dominé had schro
melijk zijn plicht verzaakt, wat zouden dan de liberale
burgemeester en notaris kunnen zeggen
Er was er slechts één, die van een eeuwigheid had ge
sproken Alfred van Stralen. Hij had gezegd als er een
hiernamaals is. Hij wist het niet. Hij twijfelde 't zou niet
kunnen, het zou kunnen zijn. Hij wist het niet.
En de man, die dat zeide, had zij lief lief als de
appel van haar oog
Het was, of zich voor Hertha een afgrond opende
Terwijl allen stonden, werd de kist weer uit de kerk
gedragen. Boven de hoofden Maagden de klokken haar
zware galm. Zwijgend verliet men het kerkgebouw. Zwij
gend formeerde zich de stoet weer. En zwijgend liep men
naar het kerkhof, naar het vers gedolven graf
De plechtigheid was daar spoedig afgelopen. Met het
oog op het gure weer en op de griepepidemie in het dorp
had men de maatregel getroffen, in de kerk de toespraken
te houden.
Onder doodse stilte werd de kist in de groeve de ver
tering neergelaten. De Mok zweeg. Alleen het knarsend
geluid der touwen, die langs de kist schoven, werd ver
nomen.
Een dof geluid weerMonk mevrouw Van Leeuwen had
een schop aarde in de kuil geworpen. Haar voorbeeld
werd gevolgd door Alfred van Stralen, die Hertha een
wenk gaf. En toen wierp Hertha, met een schreiend hart,
een schop aarde in de diepte
Een luide gil weerklonk: „Albert! O, Albert
Met grote moeite slaagden dokter Van Stralen en
Hertha er in, mevrouw Van Leeuwen aan het verstand
te brengen, dat de terugtocht moest worden aanvaard.
De stoet keerde dorpswaarts. De Mok liet weer haar
zware galm horen. Maar dokter Van Leeuwen van Zee
duin hoorde het niet meer.
De lange, zwijgende stoet keerde terug naar het dorp,
naar het leven. De mannen en de vrouwen gingen naar
hun woningen, om aan de vele zieken te vertellen van de
uitvaart van hun dokter, die zij zo hadden vereerd. En
zij zeiden, dat zijn opvolger, wie hij dan ook zou wezen,
niet gauw de plaats zou innemen van de overledene, die
aller omstandigheden had gekend, als was hij aller vader.
„God alleen weet, wat hij voor mijn lamme jongen ge
weest is," zeide vrouw Hoogeboom in de late namiddag
tot Hertha, toen zij op .„Zuidhoeve" verscheen, om haar
plicht te doen. Want het leven ging voort. Een uur na
de terugkeer van de begrafenis reed de auto van dokter
Van Stralen over Landdorp. De zieken hadden hem no
dig. En hij hoorde overal met lof over zijn oom spreken,
tervyijl Hj mct wisse zekerheid wist, dat hier niet gold
het„Van de doden niets dan goed". Hier was geen
pluimstrijkerij. Hier werd het oprecht gemeend.
(Wordt vervolgd)