eeuwóe 3£erkbocle 't (§root verlangen V r Gerei. Synode aanvaardt nieuwe Psalmberijming „Het leven begint na vijven" r J" de gemeente 22c JAARGANG No. 2 13 JULI 1967 ,.Ik worstel en ontkom" OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND. Hoofd-Redacteur Dr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70. Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen; Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk. Adres voor opgave advertenties en predikbeurten: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. v Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 V Dat het groot verlangen veelzins meer een theoretische rol speelt en heeft gespeeld dan een practische, doet de gelovige toch wel wat pijnlijk aan. Mis schien moet ik wel schrijvendat dit hem pijnlijk zou moeten aandoen, want we hebben er maar al te veel vrede mee, dat dit groot verlangen zo weinig actief aanwezig is. Voor menigeen zijn we met het spreken van dit verlangen in de mystieke sfeer aangeland. De sfeer van Psalm 25, die spreekt van Gods verborgen om gang te vinden voor zielen waar Zijn vrees in woont. 'f Is ook verlangen naar de hemel, zoals het bezongen wordt door o.a. Adriaan Poirters (1605—1674)als deze in zijn Pelgrimsliedje" dicht: ,,Tot LI is 't, dat mijn herte brandt en zucht met groot verlangen" D.i. bij hem dan zucht naar 't hemels vaderland„O vaderland, o vaderland, wanneer zult gij mij eens ontvangen De weg loopt hem door het tranendal, die ons naar huis zal leiden. Jan Luiken (1649—1712) vat het weer anders nog de ziel in verlangen om met het godlijk licht doorschenen te zijn. 't Is meermalen niet anders als het mystieke verlangen naar Gods gemeenschap, zoals b.v. in het lied „Kon ik als een duive zweven, 'k vloog zo graag naar Jezus heen". Nu dacht ik me niet te vergissen als ik meen, dat deze vorm van 't groot verlangen nü niet „in" is. Al spreekt men ook van het hiernümaals in tegen stelling met het hiernamaals, 't is toch niet bepaald het verlangen naar Jezus en naar de hemel dat de boventoon heeft bij de hedendaagse generaties, die nu niet direct bezig zijn te bedenken „de dingen die boven zijn"althans niet meer dan dat men denkt aan „de dingen die beneden zijn", 't Zij aanstonds toege geven, dat het moeilijk is om het evenwicht te houden tussen die twee verlan gens. Paulus kende dat als hij enerzijds naar „het beste" haakt, namelijk ont bonden te wezen en met Christus te zijn" en anderzijds zegt, dat het nodiger is bij de gemeente te blijven. Men heeft het er in de kerk der reformatie ook niet zo gemakkelijk mee gehad. Lees maar de Belijdenis, waar deze het heeft over de wederkomst van Christus Daarom verwachten wij die dag met een groot verlangen om ten volle te genieten de beloften Gods in Jezus Christus, onze Heer"Wie dit leest wordt toch wel even aan de tand gevoeld en met pijn. Groot verlangen Och, een nieuwe auto is toch ook belangrijk en dan liefst een klasse-merk. Ik spreek van de reformatietijd. Weet u, dat Calvijn schrijft in een kommentaar „Dat niemand goede vordering in de leerschool van Chris tus gemaakt heeft dan hij, die de dag van zijn door en van de laatste opstanding met vreugde verwacht"En de wederkomst Alweer Calvijn d.i. de dag van onze verlossing; en Luther, de gewone, ofschoon tevens ongewone man, zegt het het zijne van „De lieve jongste dag". Nu kun je hier de knop wel niet omdraaien, maar wel de boeken dicht doen. Laat maar die Luther en die Calvijn Toch blijft ik dan zitten met de belijdenis der Nederlandse kerken hierboven aangehaald. Hierbij komen dan ook nog de beide formulieren van doop en avondmaal. Het eerste formulier spreekt over beide onze sterfdag en de dag van Christus in het z.g. zondvloedgebed Op dat zij dit leven om uwentwil getroost verlaten (sterfdag) en op de jongste dag voor de rechterstoel van Christus, uw Zoon, zonder verschrikken ver schijnen mogen". Het Avondmaalsf or muiier weet van het groot verlangen „Een met sterk verlangen zouden uitzien naar de ure, dat Hij (Christus) met ons het bruiloftsmaal van het Lam vieren zal"Dit wordt zelfs herhaald in het gebeden in Uw koninkrijk met ons het avondmaal van de bruiloft des Lams vieren zal. Men kan, gezien deze uitdrukkingen, niet anders zeggen als dat èn de belijdenis des geloofs èn de formulieren van 'de reformatische kerken wel sterk het accent leggen op het groot verlangen. Vragen we wat toch wel het voorwerp of de inhoud van het groot verlangen is, dan verwijzen we naar de belijdenisuitspraak omtrent de vervulling van „Gods beloften in Christus Jezus"De bevrediging van het bedoelde verlangen hangt met de komst en wederkomst van Hem ten nauwste samen. Ook samen met de mate van onze liefde tot Hem, die in de Schrift en in navolging van haar in de kerkelijke geschriften terecht met Bruidsverlangen vergeleken wordt, omdat dit de liefde tot grond heeft. Het groot verlangen is gericht op de ver werkelijking van een nieuwe hemel en aarde of saamvattend gezegd naar een hemel-op-aarde. Het z.g. hiernamaals wordt door Jezus Christus eens een hiernümaals. Zulk een dat we er wonen naar onze lustwonen op een aarde, waarop ge rechtigheid heerst. Volop heerst, want zozeer als er nu wateren de bodem der zee bedekken. En we weten, dat dit nogal wat is 2/s water, 1Jj land. Dit is alles zozeer concreet, dat van een wissel op de eeuwigheid, zoals er wel ge smaald is, geen sprake kan zijn. Het groot verlangen is ook geen droom van een verre toekomst, eer zo ge activeerd dat er aan gewerkt wordt. Jezus ging ten hemel in om het grote werk der toekomende eeuwen voor te bereiden en wij mogen daarbij Zijn mede werkers zijn, hetgeen nooit het geval kan wezen zonder dat het groot verlangen naar Christus' wederkomst onze arbeid begeleidt. Mag ik tenslotte wijzen naar Johannes' groot verlangen op Patmos neergeschreven U leest het in Openb. 22 20 Hij, die deze dingen getuigt, zegtJa, Ik kom spoedig. Een woord gretig en kortweg door de Apostel beaamd met diens Amen, kom, Here Jezus Mij dunkt, iets van de gretigheid van dit happige antwoord van de oude discipel mag er bij ons, oud of jong, wel wezen. Brouwershaven B. WENTSEL. BEGIN EN EINDE. God heeft het eerste woord. Hij heeft in den beginne het licht doen overwinnen, Hij spreekt nog altijd voort. God heeft het eerste woord voor wij ter wereld kwamen, riep Hij ons reeds bij name, Zijn roep wordt nog gehoord. God heeft het laatste woord. Wat Hij van oudsher zeide, wordt aan het eind der tijden in heel zijn rijk gehoord. God staat aan het begin en Hij komt aan het einde. Zijn Woord is van het zijn de oorsprong en doel en zin. Uit 102 gezangen Jan Wit Voor steeds meer mensen in ons jach tig bestaan is de vakantietijd vrijwel de enige tijd geworden, waarin zij nog toe komen aan bezinning op de grote le vensvragen en de rust hebben om te luisteren naar de boodschap van het Evangelie. In vele recreatiegebieden staat in deze maanden de Kerk gereed om juist nu deze mensen met haar bood schap te bereiken. Bidden wij om goede contacten en Gods onmisbare zegen. Wij bidden voor de retraite in Rwanda. Van 15-^20 juli houden predikanten, zendingsarbeiders en evangelisten in Rwanda een retraite, waar men zich opnieuw wil bezinnen op het werk en op het persoonlijk geloofsleven. Bidden wij om een zegen over deze retraite, opdat allen, die in de dienst van de Evangelieverkondiging staan, nieuwe kracht mogen putten voor het velerlei werk, dat in dit land wordt ge daan. De nieuwe psalmberijming is door de synode van de gereformeerde kerken met algemene stemmen aanvaard. Hiermee kre gen de resultaten van een bijna twintig jarige samenwerking tussen theologen en dichters van verschillende kerken officiële erkenning. De thans goedgekeurde berij ming kwam tot stand nadat zes jaar ge leden een proefbundel verscheen, waarop vooral vanuit de gereformeerde kerken zeer veel kritisch commentaar is geleverd. Dit is door de dichters verwerkt en hun herziene werk kwam dezer dagen gereed. Dit synodebesluit betekent niet, dat de bekende oude psalmberijming van 1773 buiten gebruik wordt gesteld. Voor de sy node de nieuwe berijming definitief kan invoeren moet zij trouwens eerst het oor deel van de plaatselijke kerken vragen. Thans reeds stelde de synode vast, dat er ongetwijfeld behoefte zal zijn aan een over gangstijd. Sommige synodeleden vroegen bijzonder klassieke psalmverzen uit de oude berij ming in de nieuwe op te nemen naast de nieuwe berijming. Hierover is echter geen beslissing genomen, omdat eerst afgewacht moet worden of de plaatselijke kerken ak koord gaan met de synodale aanvaarding van de nieuwe berijming. Inmiddels besloot de synode wel, dat an dere berijmingen dan de thans aanvaarde nieuwe en de oude van 1773 nu niet meer gebruikt mogen worden. Dit betreft dus o.a. het psalter van ds Hasper, waaruit men tot nog toe ook mocht zingen. De waardering voor het thans tot stand gekomen nieuwe psalmboek was groot. Velen ter synode oordeelden dat de nieu we berijming veel beter aansluit bij de bij belse psalmtekst dan de oude berijming. Bovendien achtte men het bijzonder waar devol, dat dit psalmboek in interkerkelijke samenwerking tot stand kon komen, zodat protestants Nederland ook voor de toe komst één psalmboek blijft behouden. Ook besloot de synode medewerking te verlenen aan een van 9 tot 15 oktober te houden Vredesweek, die uitgaat van het interkerkelijk vredesberaad. Hierin werkt men van hervormde, rooms-katholieke en gereformeerde zijde samen. In de synode heerste enige ongerustheid, dat men door de veelheid der meningen tot niet meer dan een kleurloze vredesactie zou komen, waar in niet duidelijk zou worden wat de vrede is, waarvan het evangelie spreekt. Vastgesteld is echter, dat de definitive teksten voor de getuigenissen, die in deze Vredesweek uitgaan, zo mogelijk eerst nog door de synode en in ieder geval door het moderamen zullen worden beoordeeld. Onder deze voorwaarde ging men tenslotte unaniem akkoord met het besluit om mee te doen aan de Vredesweek. In cersffe in stantie waren er 19 tegenstemmers en 43 voorstemmers. Enige voorlopige indrukken over ongeschoolde industriearbeid A.D. 1967 Bijna 4 weken lang zijn we door de molen van een moderne grote industrie gegaan. We, dat zijn een 37-tal theologen, de meeste al dienstdoend predikant in een gemeente, afkomstig uit een hele serie van kerkelijke denominties. Het doel, waarnaar al deze heren streven, is het doen van een doctoraal examen in de theologie, een studie waarbij ook de nodige aandacht ge schonken wordt aan de industriële ver houdingen waaronder wij leven. En in verband met dat laatstgenoem de onderdeel hebben we een practijk- stage van bijna 4 weken meegemaakt bij Philips in Eindhoven. Tenminste in een klein stukje er van. Want het Philipsbedrijf is zo enorm groot, dat je er in een paar weken echt geen indruk van kunt krijgen. En naar gelang van de afdeling waar in men geplaatst werd zullen die in drukken ook weer hemelsbreed uiteen lopen. Als ik dan een enkele eerste indruk geef van wat ik zo heb ervaren, wil dat dan ook beslist niet zeggen, dat die in druk maatgevend is voor de situatie bij de industrie van vandaag in het alge meen, of ook maar bepalend is voor de toestand bij Philips in het bijzonder. Het enige wat je er eigenlijk van kunt zeggen is, dat er anno domini 1967 ook op de manier, zoals ik die heb meege maakt, geleefd en gewerkt kan worden. Een van de meest overheersende in drukken, die op mij is afgekomen, is dan wel deze, dat ik mij nu heel goed kan voorstellen, dat er van werknemers- Op regelmatige tijden worden de volgende rubrieken opgenomen in ons blad Meditatie Kroniek algemeen kerkelijk actueel) Samenspraak gesprekken met de lezers) In en om de wandelgangen van het parlement Interviews met bekende en onbekende mensen Onderwerpen van sociale aard Jeugd (over en voor de Jeugd) Kerkmuziek en zang T.V.- rubriek Uit de Pers Zeeuwse Historische figuren Wat gebeurt er in-de R.K.-, Ned. Herv.- en andere Kerken Kerkelijke Nieuwsdienst - Feuilleton Officiële kerkelijke berichten Boeken-recensies Berichten van het Zendingsfront zijde nogal eens de vraag wordt ge hoord om meer loon en minder werktijd. Dat wil niet zeggen, dat elke vraag in deze richting onmiddellijk ingewilligd kan worden, want daarvoor spelen te veel andere factoren ook een rol in het loonbeleid. Maar ik kan de vraag er om zeer goed billijken. Want als je toch -zoals ik een paar weken maar heb meegemaakt -een ganse dag'lang zittend op een stoel, of ook wel de hele dag staand, uur na uur dezelfde handeling moet verrichten met een snelheid van enkele malen per mi nuut dezelfde handelingEn als je, na dat een dag gedaan te hebben, met een zucht van opluchting de fabrieks- poort achter je laat, om de volgende dag half acht maar weer verder te gaan met dit of ander even monotoon werk Als je dit werk moet doen in een fabrieksruimte waarin het lawaai van de machines en hulpwerktuigen soms zó groot is, dat je desgewenst oorproppen kunt krijgen, om het dragelijk te hou den (laat staan dat je eens even wat kunt zeggen tegen een man die een eindje verder achter een andere machine staat) Om dan nog maar niet te spreken

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1967 | | pagina 1