eeuwóe 3£erkbode Alkandervoeten r Uit da .Wandelgangen' V de gemeente, I V. gedichten van dichterbij 11 22e JAARGANG No. 1 6 JULI 1967 ,.Ik worstel cn ontkom" OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND. Hoofd-Redacteur Dr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189) 4 70. Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen; Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Dr. J. H. Becker, Nieuwerkerk. Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Omgordt u allen jegens elkaar met nederigheid. 1 Petrus 5 5. Als kind hebben wij allemaal geleerd onze voeten te vegen, wanneer wij van buiten een huis naar binnen gaan. Eigenlijk zijn het niet zo zeer onze voeten, als wel onze schoenen, die we plegen te vegen bij het binnenkomen. In de bijbelse landen droeg men oudtijds geen schoenen, maar losse sandalen, die men bij het binnentreden uit kon doen. Maar dan moest men zijn stoffige voeten wel niet vegen, maar dan toch reinigen laten. Dat deed men niet zelf, maar het behoorde tot het ritueel der gastvrijheid om de voeten te wassen of te laten wassen der vrienden, die op bezoek kwamen. In de huizen der rijken deed een slaaf dit nederige karwei. Had men geen personeel, dan deed men het zelf. U komt dit gebruik meermalen tegen in de bijbel. Het meest bekend is de geschiedenis der voetwassing, toen vlak voor zijn dood de Here Jezus in de Paaszaal de voeten van zijn discipelen waste. Er zijn altijd dingen, vaak onprettige dingen, die nu eenmaal gedaan moeten worden. Ik meen, dat het in de Koran staat„Wij zijn allemaal prinsen, maar wie geeft er de paarden haver De Hete Jezus gaf het voorbeeld, dat niemand te hoog is om nederige karweitjes te doen. Toen vroeger in onze samenleving de positie van mijnheer-de-manver boven de vrouw verheven was, dachten de meeste mannen er niet aan om huishoudelijk werk te doen ter verlichting van de zware taak der huisvrouw. Dat is nu gelukkig anders. Wij zijn in de wereld om elkaar te helpen. En daarbij hebben we alle hoogmoed of gemakzucht af te leggen. De Here Jezus gaf ons het voorbeeld, toen hij zich omgordde met „het slavenschort der dienstbaarheid" en de voeten der discipe len ging wassen. In sommige kerken heeft men van deze geschiedenis een soort sacrament gemaakt en bestond de gewoonte om in de samenkomst der gemeente deze handeling van de Heer te herhalen en elkanders voeten te gaan wassen in een symbolische plechtigheid. Ik voel weinig voor deze herhaling. Wel voor de navolgingEr zijn in de gemeente allerlei dingen, die gebeuren moeten. Er moet geholpen worden. Niet alleen geestelijk, met vermaning of vertroosting, maar ook stoffelijk. En dat laatste niet alleen en zeker niet in de eerste plaats financieel. Maar er moet hulp geboden worden bij onze zwakke, oude, eenzame of gebrekkige broeders en zusters. We mogen het geestelijke en het lichamelijke nooit scheiden. De mens is als levende ziel een eenheid. En ik geloof, dat je in sommige situaties het evangelie beter verkondigt door een zwakke huismoeder bij de was te gaan helpen, dan door een z.g. geestelijk gesprek met haar te beginnen. Dat gesprek zou o n geestelijk zijn en die hulp bij de was daarentegen zeer gees telijk Zo zijn er allerlei situaties, waar vooral onze zusters heel veel kunnen doen. Ik denk aan tijdelijke zorg voor een paar kinderen, lichte verpleging, een paar uurtjes oppassen eriz. enz. De Here Jezus was niet te hoog voor een een voudig huishoudelijk klusje als het wassen van de voeten zijner discipelen. Zoudt u de Heiland willen navolgen In iedere gemeente zijn een aantal vrou wen, die het werkelijk niet zo druk hebben. Pas getrouwde dames, die nog geen kinderen hebben en niets anders te doen hebben dan de verzorging van een, zegge één man Bij anderen zijn de kinderen al groot en kan men best een paar uur vrij maken om ergens te gaan helpen. Vroeger waren er de loslopende „jonge dames van goede huize", die zich wel eens verdienstelijk maakten in sociaal opzicht. Gelukkig lopen die nu niet meer los. En zijn al onze huizen evengoed. Hier is de taak der gemeente van Jezus Christus om in de wereld het voorbeeld te geven van dienende en hel pende liefde. Er zijn zo heel veel dingen te doen, die weinig met geld, maar alles met liefde en nederigheid te maken hebben. A. D. TOT VIER TELLEN 1 Ik wordt weer als een kind ik denk niet groot van de wereld twee armen zijn genoeg drie dagen en vier muren 5 daarin kan alles gebeuren wat er toe doet bidden met lijf en brood hopen met wijn en honing liefhebben met melk en bloed 10 dood en opstanding tussen twee vuren binnen drie dagen, vier muren hemel en aarde buiten bereik hoe overzichtelijk licht en gelukkig 15 ziet alles er uit duizend en dertig sterren zijn er en nog tientallen nullen evenzovele mensen doen aan de hemel mee 20 maar nee, welnee er zijn net zoveel mensen als woorden in de taal ik kan ze allemaal leren in twee naturen 25 drie namen, in vier keren God, vader, moeder, kind. Guiilaume van der Graft uit de bundel „Woorden van Brood) Wie voor de eerste maal vanaf de tribunes neerziet op de voormalige bal zaal van stadhouder Willem V. waarin thans Hunne Hoogmogenden hun da gelijks -en soms nachtelijk bedrijf uitoefenen, voelt zich soms lichtelijk ge nomen. Zitten alle 150 volksvertegen woordigers in ademloze spanning te luisteren naar wat vanaf het spreekge stoelte of de Ministerstafel den volke wordt kond gedaan Hangen zij aan de lippen van de redenaar, opdat hun geen woord ontga van de de gouden appelen die hun op zilveren schalen worden ge presenteerd Het mocht wat Inder daad, een aantal afgevaardigden luistert of neemt althans de schijn daarvan aan. Maar anderen lezen onderwijl hun stuk- Twee dichterlijke geloofsbelijdenissen II. Nevenstaand gedicht van Guiilaume van der Graft (pseudoniem van ds. W. Barnard, geb. 1920), dat vervuld is van bijbelse beelden en gedachten, kan voor ons duidelijk en doorzichtig zijn. De dichter denkt niet groot van de wereld dat wil niet zeggen, dat hij zijn ogen gesloten heeft voor de problemen, die Remco Campert in zijn Credo" zo wanhopig maakten (zie vorige beschouwing)Maar hij kijkt cr niet tegen op, hij ziet verder, want hij is weer als een kind geworden, hij aanvaardt en gelooft (vgl. Mare. 10 15). De twee armen, waarmee Christus aan het kruis heeft gehangen, zijn genoeg om alle zorgen te dragen in de drie dagen tussen Zijn dood en opstanding, binnen de vier muren van Zijn graf, kon alles gebeuren wat voor ons van wezenlijk belang is. Dan volgen drie regels (79), beginnend met echt-bijbelse werkwoorden, waarin brood en lijf reëler nog en dichterbij dan lichaam en wijn en bloed als sym bolen en werkelijkheden van het avondmaal gepaard gaan met de oud-testamentische beelden van overvloedige zegen melk en honing. Niet alleen deze drie regels springen er in dit gedicht uit, ook den tiende regel, die dat noemt, wat in regel 36 al aangeduid was dood en opstanding. Om deze twee feiten draait het hele gedicht. Van der Graft gaat verder met een uitdrukking, die wij gebruiken als de gevaren en moeilijkheden van twee kanten komen. In drie dagen, binnen vier muren, lag Christus, verlaten door God en gehaat door de mensen, tussen twee vuren, waren hemel en aarde buiten zijn bereik. Maar dat is alleen de eerste helft van regel 10. Met de tweede helft komen we via een overgang die met recht wonderlijk mag heten weer bij regel 1 en 2: hoe overzichtelijk licht en gelukkig is alles door dat lijden geworden. We blijven met de bijna talloze sterren dicht bij het licht en het geluk van regel 14, maar zijn tegelijk beland bij de beloften aan Abraham en Izaak (Gen. 22 17 26 4), bij de geslachten waarin alle volkeren der aarde gezegend zullen worden, bij de mensen die aan de hemel mee mogen doen. Vanzelfsprekend denkt een dichter bij deze overweldigende getallen aan de woorden in de taal, die eigenlijk ontelbaar zijn. Ontelbaar. Toch onoverzichtelijk en verwarrend Nee. Wie van God geleerd wil wezen, kan alles wat naam mag hebben, samenvatten in de twee naturen van God en mens, die in Christus verenigd zijn in de drie namen van de laatste regel drie, want God is onze vader, die twee namen zijn één in de vier keren, waarin de mens een gelovig kind, de kerk een moeder en God een vader genoemd wordt. Een gedicht dient niet alleen van voor naar achter, maar ook van achter naar voor gelezen te worden. Daarom terug naar titel en begin. Wie gaat geloven, blijft niet bij één, bij zichzelf, hij gaat verder tellen, maar dat hoeft niet te ver te gaan. Hij is een kind, dat niet eens tot tien telt. Tot vier is genoeg. Ik heb in de eerste alinea gesteld, dat een gedicht als dit duidelijk voor ons kan zijn, omdat het zo bijbels is. Dat geldt evenzeer voor de nieuwe. psalmberijming waarin Van der Graft een werkzaam aandeel heeft gehad en voor veel moderne geestelijke liederen. M. BEINEMA. ken, beantwoorden brieven, bestuderen de krant of voeren op gedempte toon een gesprek met hun naaste buren. Wordt de conversatie iets te luidruch tig, dan gaat er een vermanende blik van de voorzitter in de richting van de gezelsenden, waarop het geroezemoes wordt getemperd. Daar tussendoor gaan ophoudelijk de zoemertjes, waarover ieder Kamerlid beschikt en waardoor hij naar de telefoon wordt geroepen, lopen de bodes met stukken af en aan en stijgen de rookkringels op van ach ter het fameuze groene gordijn. Het geheel maakt de indruk van een schoolklas, waarin de leraar op ietwat gespannen voet met de orde staat. En gevalt het zo, dat er een voormalig do cent er zijn er zo'n twaalftal in de Kamer aanwezig achter het spreek gestoelte staat, dan heeft hij wel enige omschakeling nodig. In zijn vorig be staan sprak hij alleen als iedereen luis terde, thans moet hij er aan wennen, dat slechts enkelen luisteren, ,,the rest is no silence". Maar nu de keerzijde van de medail le. Want de situatie is minder zorgwek kend dan U wellicht zoudt denken. In de eerste plaats zijn de zitplaatsen in de driepersoonsbankjes zo ongelukkig, dat het volstrekt uitgesloten is van 's morgens elf tot 's nachts één uur, zoals dat de vorige week nog weer voorkwam, deze te bezetten. (Tussen haakjes als men dan bij het eerste ochtendkrieken om een uur of drie over de Stationsbrug rijdt, vraagt men zich af of de tegemoetkomende auto's de eerste zijn die vertrekken of de laatste die naar huis gaan.) De ruimte is vol strekt onvoldoende voor het deponeren De vakantietijd is ingegaan. Duizen den zullen uitzwermen om dichtbij of verweg recreatie te zoeken. Laat ons oog wijd geopend zijn voor de heerlijkheid van Gods schepping. Bidden wij om Gods bewaring onder weg. Vergeten wij niet te bidden voor allen, die, om welke reden dan ook, gedwongen zijn thuis te blijven, terwijl zij toch óók zo graag even ,,er uit" zouden willen zijn. Wij danken voor het behoud van al de onzen in Israël. Ofschoon ze toch waarlijk wel in de gevarenzone wonen - aan het meer van Tiberias en in Jeruzalem -zijn allen die rechtstreeks of mede door onze kerken zijn uitgezonden, ongedeerd ge bleven. Het feit dat zij in het uur van gevaar op hun post bleven, heeft in Israël het vertrouwen in hen vergroot. Verschil lende redenen dus om Goo te danken. van de nodige stukken of het maken van enkele aantekeningen. In de tweede plaats mag van niemand worden ver wacht, dat hij meester is op alle wape nen en de meest uiteenlopende onder werpen tot in de perfectie beheerst. Ook hier is een goede arbeidsverdeling op zijn plaats en de .bezetting" van de Kamer wisselt van onderwerp tot onder werp. De niet direct bij de materie be- vervolg op pag. 2) Op regelmatige tijden worden de volgende rubrieken opgenomen in ons blad Meditatie Kroniek algemeen kerkelijk actueel) Samenspraak (gesprekken met de lezers) In en om de wandelgangen van het parlement Interviews met bekende en onbekende mensen Onderwerpen van sociale aard Jeugd (over en voor de Jeugd) Kerkmuziek en zang T.V.- rubriek Uit de Pers Zeeuwse Historische figuren Wat gebeurt er in de R.K.-, Ned. Herv.- en andere Kerken Kerkelijke Nieuwsdienst Feuilleton Officiële kerkelijke berichten Boeken-recensies Berichten van het Zendingsfront

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1967 | | pagina 1