eeuttf«$e 3£erkbocle Je moet maar durven YOU'RE A JEW 1 V Vj Daar zit het 'em niet in s jt OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERK IN ZEELAND. Hoofd-Redacteur Dr. A. DONDORP, Gapinge, Telefoon (0 1189)4 70. Redactie en medewerkers Ds. B. Wentsel, Brouwershaven J. A. v. Bennelcom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen; Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. 21e JAARGANG No. 46 8 JUNI 1967 ,.Ik worstel en ontkom" Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling. Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager. Losse nummers 15 cent. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 In zijn dagen (van Achab) herbouwde de Betheliet Hiel Jericho. Ten koste van Abiram, zijn eerstgeborene, grondvestte hij heten ten koste van Segub, zijn jongste, plaatste hij haar poortdeuren naar het woord des HERENdat Hij gesproken had door de dienst van Jozua, de zoon van Nun. 1 Kon. 16:34. Het is goed nabij God te zijn. Dat is de taal van de Bijbel. Maar daar staat iets anders tegenover het is heel erg ver van God verwijderd te zijn. Zó te leven en zó te handelen, alsof God er helemaal niet isof indien Hij er al is, dan toch niet meer is dan een blinde God en een dove God. En deze mensen vinden we niet alleen in ,,de wereld"maar ze kunnen ook tot de een of andere kerk behoren. Men kan psalmen meezingen over ,,de Heer is bij mij" en toch ver van God af leven. Één van die mensen was onder het oude testament blijkbaar de architect Hiël. ,,Door het geloof zijn de muren van Jericho ingestort, nadat het volk er zeven dagen lang omheen getrokken was" (Hebr. 11 30)De schijnbaar on- inneembare vesting is door een wonder van Gods hand gevallen en daarna op Gods bevel uitgeroeid. De stad is onder Gods ban gekomen. ,,Te dien tijde deed Jozua deze eed Vervloekt voor het aangezicht des HEREN is de man, die zich opmaakt en deze stad Jericho herbouwt. Ten koste van zijn eerst geborene zal hij haar grondvesten, ten koste van zijn jongste haar poortdeuren inzetten" (Jozua 6:26). Jozua heeft deze woorden niet uit eigen hart gesproken, maar als profeet des HEREN. En de uitkomst heeft dit wel bewezen. In de dagen van Achab, Israels goddeloze koning, heeft architect Hiël het bestaan om de stad te herbouwen. Ja, je moet maar durven, zo tegen het uit drukkelijk bevel van God in. En dan laat God zien, dat Hij niet met Zich laat spotten, dat Hij geen dode of blinde God is. Na het leggen van de fundamenten sterft zijn eerstgeborene, Abiram. Daarin sprak God toch wel heel erg hard, dat had toch gehoord moeten worden. Maar nee, tóch doorgaan met het werk. Straks worden de poortdeuren ingezet, en dan sterft de jongste zoon, Segub. De eenmaal over Jericho uitgesproken vloek is niet ernstig genomen. Het zal zo'n vaart wel niet lopen. Waren er misschien toen ook al mensen, die be weerden, dat die val van de muren van Jericho maar een volks verhaal tje was, dat je niet zonder meer als historisch juist behoefde te aanvaarden En dat je daarom ook aan die z.g. vloek van God niet al te zwaar behoefde te tillen Nu, hoe zwaar, hoe ernstig God het meent, blijkt wel uit de dood van die twee zoons van de architect. Zou dat vandaag nóg kunnen voorkomen maar doorgaan met zondigen, tegen beter weten in, ondanks al Gods waarschuwingen Hoe broos een mensenleven is, we worden er telkens mee geconfronteerd. In de watersnood ramp van '53 en bij de brand in de Innovation" en elke dag bij het verkeer op de weg, enz. We moeten verschijnen voor de levende God! Gelukkig, dat Hij door blijft gaan met ons tot Zich te roepen. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten, dan zal Hij zich over hem ontfermen. Ook in 1967 zoekt de Goede Herder nog de af gedoolde schapen. Bekeer u, en leef! A. ELSHOUT. Wat zijn de morgens mooi in het Heilige Land Jezus moet er ook van hebben genoten, 's Nachts bleef Hij veel buiten, beklom de bergen en was daar dan alleen met Zijn Vader in de hemel, om de volgende morgen de oos terse zon te zien opkomen. Dan wachtte de schare Hem weer, of zochten Hem Zijn discipelen. Dan kon Jezus, ge sterkt door het nachtelijk gebed, Zijn taak hier op aarde weer aan. De nachten zijn dan ook niet koud. ook als 't in ons land nog vroeg in 't voorjaar of al lang herfst is. De mor gens zijn heerlijk koel, en de zon, die als een vuurbol opkomt, geeft dan aan gename warmte. Anders dan overdag, als we in de middaghitte de schaduw zoeken of de .air-conditioning" in onze hotelkamer waarderen. Na mijn eerste nacht in Jeruzalem kan ik niet meer slapen. Ik maak me klaar voor een heerlijke wandeling. Ik moet Jeruzalem zien in de vroegte, en weer gaan langs de wegen, die mijn Heiland ging. Ik heb nu nog meer dan drie uur tijd vóór het onbijt. Gisteren heeft onze arabische chauffeur 't al aan gewezen daar ligt de Olijfberg, daar op de helling Gethsemané, daar was de „ascension", de hemelvaart van onze IK GELOOF die ogenblikken waarin alles duidelijk overzichtelijk wordt de dingen genoeg hebben aan hun naam kleur bekennen bloedverwantschap gebaren ontspringen aan lichamen als takken aan een boom gezichten zich ontvouwen als landschappen woorden zich prijsgeven tot hun oorsprong alsof een hand alles even verschoof een adem alles droeg een stem alles noemde deze ogenblikken van ik geloof. Hans Bouma UitWennen aan de aarde (verschijnt dit jaar bij J. N. Kok, Kampen) Heer Het moet best te lopen zijn in drie uur heen en terug 't Is nog zo rustig. Geen stug-vol- houdende verkopers van souvenirs, die vooral op de heilige plaatsen zo hinde ren kunnen. Ook nog geen bedelende kinderen, wier aantal overdag uitbundig toeneemt, naarmate men meer gaat lij ken op een blanke zwarte Piet.. Alleen een paar ezels, met allerlei vruchten beladen, en er naast de koopman, gaan de stadspoort in, als ik er uit ga. Dan loop ik langs de oude tempelmuren, ge spaard gebleven na de verwoesting van Jeruzalem. En beneden me het Kedron- dal. Totaal een hoogte van tegen de honderd meterHier verzocht Satan Jezus dus tot een zó diepe sprong. In dit dal is nu het christelijke kerk hof, waar vele gelovigen, 't koste wat 't kostte, begraven wilden worden, in de verwachting van de wederkomst van Christus, die ze daar in groter glorie dachten te zullen aanschouwen. Alsof Jezus niet „over het oppervlak van de ganse aarde" (Luc. 21 35) zichtbaar zal zijn in Zijn komst En sneller dan een bliksemschicht (Matth. 24 27) zich overal vertonen zal Het arabische kerkhof is links van me, op de helling beneden de tempel muur. Aan de voet van de tempel, die nu een moskee is, waar Abraham be reid was, Isaak te offeren aan de rand van de dorsvloer, vanwaar Mohammed ten hemel gevaren zou zijn, wacht de Islamiet op zijn jongste dag. Deze be graafplaats is keurig onderhouden. Maar daartegenover, aan de andere kant van het christelijke kerkhof, op de helling van de Olijfberg, langs de weg naar Jericho, ligt de joodse begraaf plaats. 't Is totaal verwoestZó vijan dig werden de Arabieren tegen Israël, sinds dit volk zich in het Heilige Land vestigde en al wie er woonde verdreef, dat ze al deze graven verwoest hebben en onlangs besloten, ze geheel te doen verdwijnen en er een park van te ma ken. Ismaël, Ezau, Moab, Ammon en Nasser haten Jakob nog in ongetemde gloed Hier ben ik aan de jordaanse kant van de demarcatielijn. Hier voelde Ezau zich weer door Jakob bedreigd. Bij hon derdduizenden keerden de Joden terug naar het land hunner vaderen. Ja, maar als de Batavieren eens verdreven waren uit ons land in ver vervlogen eeuwen, en ze zouden nu weer ons en onze kin deren naar de oostgrens opdrijven, wat zouden wij dan zeggen Een taxichauffeur, die ons naar Beth lehem reed, wees ons aan de horizon, aan de joodse kant van de demarcatie lijn, een plaats aan „There is my home Daar had hij gewoond en ge werkt, vóór de Joden hem vandaar ver dreven Met alle sympathie voor de staat Israël begrepen we nu enigszins, waarom men in de arabische wereld milder denkt over de Duitsers dan wij. Toen werd de taxichauffeur bijzonder fel „They have killed six millions Jews - die Duitsers hebben tenmin ste zes millioen Joden gedood Dus daarom zie je de gezichten op klaren, dat je uit Holland komt, een buurland van „Alamain", 't arabische oord voor Duitsland Ik zou dat meteen merken die morgen, verder gaande langs de plaatsen, waar Jezus weende over Jeruzalem, biddend worstelde in Gethsemané en ten hemel voer. Ik was al gekomen aan de andere kant van de Olijfberg, op de helling naar Bethanië, vanwaar Jezus kwam, opgaande naar Jeruzalem. Op die helling stonden enige Bedouïnententen. 't Is alsof de tenten van vader Abraham voor je staan Waren 't misschien vluchtelingen, door de Joden verjaagd 'k Zou zo graag er een foto van willen maken, maar be dacht bij me zelf laat ik voorzichtig zijn, je bent alleen Plotseling hoor ik een vrouw achter me schreeuwen in onverstaanbare klan ken. Andere vrouwen komen te voor schijn. En een man met een ijzeren staaf in z'n hand. Één van de vrouwen neemt met een steen een dreigende hou ding aan. Wat zou ik ze graag zó wil len fotograferen Maar ik zal toch niet gestenigd worden Dan hoor ik 't sissen „You're a Jew je bent een Jood 'k Ben nog nooit voor een Jood aan gezien, maar hier kan dat. Men is ach terdochtig tegen iedere vreemdeling en vermoedt meteen joodse spionnage. Maar toen ik deze Bedouïnen een nederlandse rijksdaalde toonde en ver telde van ons buurland, van „Alamani", werden ze daardoor gerustgesteld. De ijzeren staaf zakte en het gezicht van de vrouw met een steen werd vriende lijker. Ik was nog net op tijd bij het ontbijt in ons hotel. Ik heb aan de andere kant van de demarcatielijn ook het wonder f Op regelmatige tijden worden de volgende rubrieken opgenomen in ons blad Meditatie Kroniek algemeen kerkelijk actueel) Samenspraak (gesprekken met de lezers) ln en om de wandelgangen van het parlement Interviews met bekende en onbekende mensen Onderwerpen van sociale aard Jeugd (over en voor de Jeugd) - Kerkmuziek en zang T.V.- rubriek Uit de Pers Zeeuwse Historische figuren Wat gebeurd er in de R.K.-, Ned. Herv.- en andere Kerken Kerkelijke Nieuwsdienst Feuilleton Officiële kerkelijke berichten Boeken-recensies Berichten van het Zendingsfront van Israël gezien en ik geloof in de be lofte van Rom. 11 26, al moet de his torie nog bewijzen, hoe deze tekst moet worden uitgelegd, maar ik heb nu ook zelf ervaren, dat er een arabische kant aan de medaille is. J. H. MEIJER. U kent het gezegde- wel en ge weet ook wel, dat zij die het maar al te ge makkelijk en toch met zekere nadruk en ophef gebruiken, u er niet bij vertellen waar het dan wel in zit. Daar zit het 'em niet in. U hebt een appel, zeg een sinaasappel met zo'n dikke schil en soms vele pitten. Nu, daar zit het 'em niet in, wel in het vlees. U hebt een vis met vel en graat, maar daar zit het 'em niet, wel in het vlees. U hebt een boek, gebonden en met fraai lettertype, maar daar zit het 'em niet in, wel in de inhoud. En wat ons mensen betreft, zegt men, de kleren maken de man. En toch daar zit het 'em niet in. Nee, en toch laat God sinaasappelen groeien met die dikke schil en de vele pitten. Ook zwemt er geen vis in 't water zon der vel en graat en een boek van louter losse vellen is geen boek. Voor de mens maakte God Zelf in het paradijs kleren van dierenvellen. We schijnen dus een beetje voorzich tig met die uitdrukking van „daar zit het 'em niet in" te moeten omgaan. Zo als bekend is deze uitdrukking wel ge bruikelijk bij mensen, die van de kerk niet weten willen. Kijk, zegt men, daar zit het 'em niet in of je wel of niet naar de kerk gaat. Het christen-zijn zit niet in gedoopt zijn of avondmaal vieren of je kerklid bent of niet doet er niet toe. Onze jonge mensen moesten op hemel vaartsdag de bewering van een ex- gereformeerde slikken dat „God Zich niet opsluiten laat in een kerkgenoot schap" (Jan Wolkers), alsof hem dit ooit ergens door énig gereformeerd mens zal zijn geleerd. Integendeel ik dacht dat juist predikanten b.v. in de preek en op catechisatie en zeker ook de ouderlingen op huisbezoek waar schuwen tegen vormendienst die even zeer wereldgelijkvormigheid is als wat dan ook. Men doet de kerkmens on recht door hem dergelijke gedachten in de schoenen te schuiven. Maar of Jezus dan niet van een kerk wou weten Of Hij geen gemeente heeft gewild Of Hij de gemeente opbouw niet aan de apostelen heeft op gedragen Mij dunkt, dat daaraan geen twijfel mogelijk is. Het zit 'em niet in de doop. Heeft Hij deze dan niet be volen bij Zijn heengaan van de aarde als de last voor de kerk voor alle tijden en volken en plaatsen En wordt de viering van het avondmaal niet gedra gen door Zijn bevel doet dat Denk aan de besnijdenis, 't Zit 'em niet in „de besnijdenis, die met handen geschiedt" leert Paulus, doch in die des

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1967 | | pagina 1