Uit de Gemeenten BONDSDAG Gtyitvèli focuktur VAN EEN ARM DORP, DAT RIJK WERD het christelijker om hem dat in zijn ge zicht te zeggen. Bovendien moet je nu buitengewoon goed uitkijken wat je zegt. En moet je voor zijn weerwoord luisteren. Ik vind het sportief dat J. W. het „genomen" heeft. Het moet ons toch wel wat zeggen, dat wij zo veel begaafde jongeren zijn kwijt geraakt Is dat nu alleen de er gernis aan het Evangelie Of heeft men zich ook aan ons geërgerd. Want dat is echt niet hetzelfde. En wat Vonkenberg er van gezegd zou hebbenIk denk aan de critiek die Vonkenberg in zijn tijd te verwer ken heeft gehad. Dat was op den duur niet mooi meer Wat zouden de tegenwoordige jon gens en meisjes er van zeggen, als ze een bondsdag a la Vonkenberg voorge schoteld kregen, met referaten vol rhe- toriek en wederzijdse bejubeling van elkaar Kortom ik dacht, dat het met onze Geref. jeugdbeweging wel goed zat. 2. Of de dominees niet beter deden zich niet met de politiek te bemoeien en er zeker niet over te schrijven Zij zijn immers niet deskundig En of ik niet te veel naar de T.V. programma's Achter het nieuws, Brandpunt e.d. keek en me daardoor liet beïnvloeden Om met het laatste te beginnen Ik laat me echt niet zo gauw beïnvloeden, 'k Heb zo mijn mening over het een en ander. En die is gevormd natuurlijk onder allerlei invloeden. Invloed die ik bewust zoek te ondergaan, oefenen op mij de artikelen van Dr. Bruins-Slot in Trouw. Ik vind het erg jammer, dat al de lezers van de P.Z.C. deze voorlich ting missen. Ik probeer op mijn manier zijn opvattingen door te geven. En wat die deskundigheid betreft 'k Zou niet weten waarom een dominee wat de politiek betreft persé minder in zicht hebben zou dan een duikbootkapi tein (Min. de Jong) of een scheikunde- lerares (Min. Klompé), om maar te zwijgen van alle mogelijke doctorandi in diverse faculteiten. Laten we niet vergeten, dat één der allerbeste politici, een dominee was Talma Maar ik beweer helemaal niet des kundig te zijn. Maar zijn al die Kamer leden het soms wel Er zit een jong mens in van 25 jaar En al die jongens die in de krant of voor de T.V. com mentaar geven Kom nou 3. Of ik een uitlegging wil geven van het scheppingsverhaal in Genesis Dat vind ik erg moeilijk. Juist omdat ik hier misschien een heel klein beetje deskundig ben. Maar moet het allemaal wel zo erg uitgelegd worden Leest U het toch zoals het er staat6 dagen van 24 uur en dan de Sabbath. Zó staat het in Gen. 1. In Gen. 2 is de volgorde van alles, wat God schiep, anders. Daardoor wordt het wel moeilijk om je er een preciese voorstelling van te maken. Maar is dat werkelijk nodig Laten de broeders Theologen er op studeren en gelooft U ondertussen, dat uw he melse Vader op de een of andere ma nier alles uit het niet geschapen heeft. 4. Het spijt mij, dat ik de Telegraaf een fascistenblad" genoemd heb. Ik kon er niet over oordelen, omdat ik het blad niet lees. Ik had het van horen zeggen. Fascist" is namelijk een grof scheld woord. A. D. Ik heb zo maar een paar jongens en meisjes gevraagd hun indrukken van de bondsdag in Leeuwarden op papier te zetten. Hieruit bleek mij 1. Allen waren zeer dankbaar voor het genotene. Wat de gewijzigde opzet betreft ,,wil ons geref. jeugdwerk nog toekomst hebben, dan geloof ik dat deze aanpassing, steeds kritisch bekeken, noodzakelijk is". 2. De hemelvaartspreek vonden ze unaniem boeiend en duidelijk. 3. De meesten vonden het onjuist om in vreemde talen te moeten zingen. Ze hadden alleen maar Nederlands geleerd. 4. De politieke samen-spraak vonden ze te technisch, te professoraal. Met vele anderen hadden zij halverwege de haak opgehangen. 5. Zij waren niet naar de literaire sec tie gegaan, omdat ze geen van allen de boeken van J. W. gelezen had den. Zij hadden overigens geen be zwaar tegen zijn aanwezigheid. In tegendeel, ze waren bereid om te genover hem hun geloof te belijden. .,Wij moeten niet bang zijn voor de wereld." 6. Zij waren van mening dat er bij het begin te lang werd geapplaudiseerd. Samenvattend de jongens en meis jes die hun mening hebben gegeven, waren met blijdschap naar L. gegaan en met dankbaarheid naar Zeeland te ruggereden. (800 km in de bus!) Slotopmerking ik ben blij, dat de verschijning van onze grote mannen onze jonge mensen enthousiast maakt. Maar niet minder, dat ze zelf dit ent housiasme critiseren. A. D. Nieuwcrkerk. Zendingsavond in ZierikzeeWanneer wij daarop even terugzien (want deze is nu gehouden woensdag 10 mei 1.1.), dan mogen we zeggen geslaagd. Zoals in vorige jaren Haamstede lof toekwam voor de organisatie van de openlucht-samenkom sten, op Pinkstermaandag, zo nu Zierikzee, voor deze avond, in de week vóór Pink ster. 't Was de eerste, op enkele detail punten, althans naar mijn smaak, nog iets te verbeteren, gelet op de ervaring van nu. Maar ik mocht geboeid luisteren naar wat geboden werd. Hoofdmoot was uiter aard de zendingscauserie van Ds. Oranje over Brazilië. Wat een nood maatschap pelijk, geestelijk En daar dan te brengen het evangelie van Jezus Christus, die al leen maar een mens en een volk, en vol keren, kan redden en vernieuwen De Heer der Zending zegene de arbeid aan het Instituto Christao (onderwijs) en die door middel van de radio en noem maar op Tot zover over deze toespraak. Zang en muziek vormden een mooie af wisseling. De kerken uit de classis waren alle vertegenwoordigd door bezoekers. Ik ben erg dankbaar voor de medewerking van auto-bezitters, waardoor wie maar wilde -en daaronder waren onderschei dene jongeren - de avond konden bijwo nen uit Nicuwerkerk. Wie allerlei over dc Zending thuis nog eens willen lezen, ook over andere terrei nen, kan zich een boekje aanschaffen voor 3,van 238 bladzijden. Het is zo juist verschenen, en heetDe Geref. Zending in 1966. Men kan zich bij mij opgeven. J. H. Becker. NIEUWDORP. Ds. Kramer te Ceclong is voornemens 2 juli te Nieuwdorp intrede te doen in de namiddagdienst. Bevestiger is Ds. Schippers, die dan met verlof uit Australië in Nederland is. SYNODE Het moderamen van de synode van de Gereformeerde Kerken deelt mee, dat de synode de uiterste termijn voor de inzending van stukken voor haar agendum gesteld heeft op 1 juli 1967. Het adres voor de inzending van stukken is ds. K. J. Schaafsma. Prof. Van Bemmelenlaan la te Utrecht. CLASSIS GOES. Namens de roepende kerk herinneren wij de kerken uit de Classis Goes aan de Voortgezette Classis vergadering op don derdag 1 juni a.s., 's avonds om 7 uur, in de zaal van de Westerkerk te Goes. De kerkcraad van Colijnsplaat, K. J. de Vos, Scriba. KORT VERSLAG Classisvergadering 9 mei 1967 te Middelburg. Nadat we Ps. 751 hebben gezongen, leest ds. P. C. Meijer Philipp. 2 1-11 en gaat voor in gebed. Hij heet ds. Groene- veld welkom, feliciteert ds. De Cracne met de geboorte van z'n zoon en ds. Joosse met de geboorte van z'n dochter. We le ven mee met de Kerk van Serooskerkc en ds. Van Wouwe, die wel herstellende is, maar nog niet ter vergadering kan zijn. De notulen kunnen ongewijzigd worden vastgesteld. Mededeling wordt gedaan van gevoerde correspondentie Classis con- tracta moest worden gehouden vóór de intree van ds. Groencveld. Van de ingekomen stukken vermelden we 1. Gapinge wenst uitbreiding van het classicale ruilsysteem wat betreft de Dienst des Woords. Voor kerken met meerdere predikanten bleek deelname moeilijk, maar wel wordt kerken, die mee kunnen doen, deze regeling nog eens aanbevolen. 2. Ds. Van Wouw e doet mededeling, dat hij vanwege z'n ziekte geen secretaris meer kan zijn van de Interkerkelijke Stich ting Maatschappelijk Werk Platteland Walcheren. Benoemd wordt ds. J. H. Meijer. Evenzo t.a.v. de Geref. Stichting Bejaardenzorg Walcheren Ds. Wcssel wordt benoemd. 3. Vlissingen ontvangt toestemming voor een gezamenlijke dienst op Pinksteren, ge meenschappelijk met de Herv. gemeente aldaar. 4. De redactie van de Zeeuwse Kerk bode deelt mee, te zijn gekomen tot een nieuwe opzet en verzoekt de. kerkeraad om een colporteur in iedere gemeente. 5. Agendum van de voortgezette Prov. Synode van Zeeland, met enige rapporten. Per instructie verzoekt Oostkapelle, een Classis contracta voor te bereiden i.v.m. de intree van ds. Hartholt. Rapporten 1. Ds. J. H. Meijer rapporteert over de ingebruikneming van de nieuwe kerk te Arnemuiden op 9 maart j.l. en over de intree van ds. Groenevelt te Vlissingen 7 mei j.l. 2. Ds. J. H. Meijer rapporteert over de Zending. Hij gedenkt het overlijden van ds. Richters. Na Franse taalstudie zal ds. Riezebos spoedig starten als secretaris van de Rwandacommissie. 't Quotum kon per 1 juli iets worden verlaagd voor Zeeland, daar 't percentage van Noord-Brabant en Limburg dan van 51 op 52 zal worden gebracht, maar aanbevolen wordt aan de Zendingscommissies om, wanneer men eens een bestemming zoekt voor een overschot, dit dan bijv. (via 't Zendingsbureau Mid delburg) te besteden voor „Zendertjes", waarmee intercommunicatie in Rwanda bij afwezigheid van telefoon mogelijk wordt. 3. Ds. J. H. Meijer rapporteert over de Evangelisatie. Vele Evangelisatiecommis sies hebben een verslag gezonden van hun arbeid, maar enige ontbreken nog op 't ap pèl. Als lid van de Werkcommissie Inter kerkelijk Samenwerkingsorgaan Kerk en Recreatie Walcheren is i.p.v. ds. Wessel br. J. W. Schutte te Vlissingen benoemd. De rekening en begroting worden goedge keurd. 4. Ds. Oegema geeft een voorlopig rap port over de Part. Synode Zeeland, die immers nog een voortgezette vergadering nodig achtte. 5. Dr. Dondorp rapporteert namens de Commissie voor onderzoek naar contacten met de Vrijgemaakte Geref. Kerken binnen ons ressort. De Classis dringt er op aan, dat de commissie zich nader oriënteert en de aandacht van Classis en Kerken blijft vragen. 6. Ds. Helderman rapporteert namens een daartoe benoemde commissie over contact met het Alg. Diak. Bureau betref fende een eventueel adoptieproject, naast wat reeds gedaan kan worden uit de jaar lijkse collecte voor het Werelddiakonaat. Nadat enige wijzigingen zijn aangebracht in het huishoudelijk reglement van onze Classis krijgt de classicale quaestor déchar ge over z'n gevoerd beleid in 1966 en wordt zijn begroting voor 1967 goedge keurd. De vacaturebeurten en ruilbeurten zul len, daar ds. Streefkerk niet ter vergade ring kan zijn, alsnog in de Kerkbode wor den gepubliceerd. Na de rondvraag gaat ds. Oegema ons voor in dankgebed. In opdracht van de Classis, J. H. MEIJER, h.t. scriba II. FEUILLETON door H. NOORMAN 47) Natuurlijk zijn haar lelijke karaktertrekken, die haar in het dorp niet geliefd hadden gemaakt, niet geheel ver dwenen, maar zij vecht er tegen met succes. En toen haar bij die liberale boer Van Dalen, op wiens boerderij zij tweemaal per week werken ging, de dienst werd opge zegd, omdat zij in haar huisje eerst zondagsschool had laten houden, nam zij die harde bejegening zeer kalm op, tot mijn niet geringe verbazing. ,,De Here zal mij wel iets anders geven", zeide zij. Twee weken later was het bij een ander in orde En tenslotte, wat de zegeningen betreft, nog iets over mijn vriend Krijn Vermeulen, de schipper van de red dingsboot. 'k Heb wel eens verteld, hoe er bij hem, die van jongsaf beter geweten heeft, weer een vragen naar God kwam. Hij heeft trouw gelezen in de Bijbel. En het gevolg Begin februari zag ik hem op een zondagmorgen plotseling achter in dc kerk van Landdorp De laatste zondagen komt hij er zelfs tweemaal Onze God is een wonderlijk God Voor overmoed worden wij echter wel bewaard. Want al mocht ik tot nu van zegen en vriendschap gewagen, er is hier ook vijandschap. En dominé Misset verwacht daarvan toeneming, als er in het te stichten lokaal open lijk diensten gehouden worden. Van dominé Van Laan hebben wij niet de minste last. Het schijnt hem in het minst niet te deren. En dokter Van Leeuwen blijft bij zijn stereotiepe opmerking, dat de mensen er niet slechter van worden. Maar de notaris vertrouw ik niet, hoewel hij zeer vriendelijk is. Het is echter een nederbuigende vriendelijkheid, die mij niet be paald aanstaat En dan zijn er nog een paar liberale boe ren, zogenaamde kerkvoogden (men zou hen beter kerk- verwoesters kunnen noemen die in de gaten moeten worden gehouden. Eén van de ergste is Van Dalen, wiens naam ik zoëven al heb genoemd in verband met de moeder van Kees, mijn verlamde vriend. Deze Van Dalen schijnt er practijken op na te houden, die in de duisternis moeten worden uitgevoerd, omdat zij het daglicht niet kunnen verdragen. Ik zeg schijnt er op na te houden, want er is nog geen enkel bewijs. En hiermede kom ik tot een onaangenaam deel van deze uitvoerige brief, 'k Heb even getwijfeld, of ik het wel zou schrijven, maar het beste lijkt mij, om het tóch te doen. Verleden week zondag keerde ik des avonds terug van Landdorp. Uit de kerk. waar het, bij hoge uitzondering, des avonds dienst was geweest, 'k Was op de fiets, 't Was aardig donker, want er was geen maan. Na de dienst had ik nog even een praatje bij dominé Misset ge maakt, zodat het wat laat was geworden. Maar dat was niets bijzonders, 'k Heb die weg meermalen des avonds laat gefietst. Vlakbij Zeeduin evenwel sprongen opeens twee man nen uit het struikgewas en vóór ik ook maar enigszins van mijn grote schrik bekomen was, was ik van de fiets gesleurd en kreeg ik een paar slagen in het gezicht. Na tuurlijk riep ik luide om hulp. Ik kon niets anders ver moeden, of de beide mannen hadden mij met oneerbare bedoelingen aangerand. Gelukkig bleek dat niet het geval te zijn. Want weldra hoorde ik één van hen zeggen „Ziezo, vrome, fijne zuster, voorlopig laten wij het hierbij. Als je niet maakt, dat je spoedig voor goed van Zeeduin verdwijnt, zal je nader van ons horen. Van je femelarij zijn wij hier niet gediend". Toen begreep ik, waarom zij zo handelden. Hij was echter nog niet geheel uitgesproken, of ik hoorde de bekende stem van Krijn Vermeulen) (hij wordt op het dorp nooit anders genoemd, dus doe ik 't ook maar), die schreeuwde „Wat is hier aan de hand?" Hij was toen de kerk in Landdorp uit was, onmiddellijk naar huis gelopen en nog onderweg, toen hij mijn hulp geroep vernam. Op zijn geschreeuw verdwenen de beide mannen ijlings in de duisternis van de avond. De schipper schrok natuurlijk geweldig, toen hij zag, dat het op mij gemunt was geweest. Met enkele woorden, ik was zeer ontdaan, bracht ik hem op de hoogte van het geval en ook van de bedoeling van de aanval. Hij knerste met de tanden ik kon het horen, zó duidelijk was het. Met z'n beiden zijn wij toen verder gegaan en onderweg verklaar de hij, zo goed als zeker te weten, wie één van dc beide aanvallers was. Dat zou dan een knecht van boer Van Dalen geweest zijn, vermoedelijk door zijn baas opgezet, de aanranding te doen. Krijn Vermeulen was zo goed als zeker van zijn zaak, maar natuurlijk ontbreekt elk bewijs. Ik wilde en wil er trouwens toch geen werk van maken. Op handslag heeft de schipper mij beloofd, dat hij met geen woord over het gebeurde reppen zou. Op die ver zekering kan ik aan. Mejuffrouw Saaman weet het na tuurlijk wel, want geheel overstuur en met bloed op het gelaat kwam ik thuis. Ook dominé Misset heb ik op de hoogte gesteld. Verder weet niemand op het dorp het, behalve dan de twee aanranders en mogelijk boer Van Dalen, wanneer deze werkelijk de hand in het spel gehad heeft. De dokter heb ik de volgende dag ontlopen. Anders zou hij natuurlijk hebben gevraagd naar de schrammen op mijn gezicht. Het spreekt vanzelf, dat ik, zolang het niet behoorlijk licht is des avonds, deze weg niet meer loop of iets en dat ik ook verder de voorzichtigheid in acht neem. Intussen zien wij uit dit voorval, hoever het met de vijandschap tegen God en Zijn Woord gaan kan. Ik bid Hem, mij te bewaren voor meer dergelijke aanslagen. Dominé Misset is het niet met mij eens, dat ik de zaak niet wil laten onderzoeken. Ik heb hem moeten beloven, dat ik, wanneer er onverhoopt weer iets mocht gebeuren, hem onmiddellijk op de hoogte zal stellen, opdat hij ex- werk van make. „Wij leven in een vrij land", zeide hij, „en behoeven ons niet te laten ringeloren er is nog recht en wet." Natuurlijk is dat juist, maar ik ben bang, dat bij een politioneel onderzoek de vijandschap nog meer zal toenemen, terwijl Ds. M. juist beweert, dat de publieke opinie op het dorp zo vóór mij zal zijn in zulk een geval, dat men mij dan wel van het lijf zal blijven. Ik wil hopen en bidden, dat mij niets meer overkomt. Het werk opgeven is natuurlijk uitgesloten. Hiermede heb ik van alles een getrouw verslag gegeven en geloof ik niet meer, dat er nog wat te schrijven valt." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1967 | | pagina 2