Wandelingen door de wereld van het Oude Testament r Ik zie, ik zie... HEIDELBERGER Prodikbourton zondag 23 april 1967 PRINS OF PRINSES Heel Nederland zit in spanning. Maar wij zijn niet zo gek om op zater dag- of zondagmiddag naar de Lage Vuursche te rijden, waar men alleen maar elkaar ziet en gezellig van de drukte geniet. Wat zijn er toch een vreemde mensen. Het voornaamste is, dat alles goed mag gaan. Daar hebben wij in de ker ken en persoonlijk voor gebeden. Waar we wèl erg nieuwsgierig naar zijn, is de vraag of het een prinses of een prinsje zal worden. Daar heeft gelukkig niemand iels over te zeggen. Er zijn toch nog altijd een paar dingen, die de Here God bij ons, voor ons en zonder ons regelt. Maar als U het mij vraagt ik hoop op een prinses, ook al krijgt ze bij haar geboorte veel minder saluutschoten dan een prins. (Van discriminatie gesproken!) Het zou voor ons land zo buitenge woon belangrijk zijn als de lijn, die bij regentes Emma, als Koningin-moeder, begon, door blijft lopen tot in de ge slachten Emma, Wilhelmina, Juliana, Beatrix, enz. enz. Van vrouw tot vrouw. Want het goede koningschap heeft voor mij iets vrouwelijks. Het vraagt intuïtie, vriendelijkheid, wijsheid, dienst, tact en charme. Alle maal vrouwelijke eigenschappen. Niet op de voorgrond treden door flinkheid, maar op de achtergrond de situaties beheersen door de stille kracht van de liefde en het voorbeeld van trouw en toewijding, zoals de meeste goede gezinnen geregeerd worden door de vader, maar ondertussen beheerst worden door de moeder. Mijn ervaring is, dat de beste ouder lingen de mannen zijn, die een goede huisvrouw van de Here" gekregen heb ben. Wij kunnen als Nederlandse volk niet hoog genoeg de invloed en de ze gen aanslaan, die Koningin Emma heeft uitgeoefend op haar omgeving in Den Haag. Toen is de lijn begonnen, die de monarchie niet alleen heeft gered, maar het Koningshuis voorgoed een plaats heeft gegeven in ons hart. Moge die lijn worden voortgezet A. D. PARADE Wat is dat toch eigenlijk een bela chelijke zaak, dat we gewoon zijn plech tige en feestelijke gelegenheden op te luisteren met vertoon van militaire pracht en praal Ik vind een parade helemaal niet prachtig. Want ik heb bij mezelf ont dekt, dat het prettige gevoel dat ik kreeg bij het zien van uniformen en het horen dreunen van marcherende voe ten, op kwam uit mijn heidense oude mens. Oorlog is een vreselijke zaak. Dat moet iedereen, vooral het leger zelf, heel goed beseffen. En dat soldaatje spelen en parderen verdoezelt die vre selijke zaak. Vroeger vond men oorlog mooi en heldhaftig. Maar dat was een restant heidendom. De Saksers, toen zij (gedwongen) gedoopt werden in de IJssel, hielden, terwijl zij ondergedompeld werden, hun zwaarden boven het hoofd. Die moch ten niet nat worden of roesten. Het zwaard bleef droog, ongedoopt. Dit heeft de geschiedenis van het Christelijke Europa getypeerd. Wanneer wij de soldaten met mooie maar totaal onbruikbare uniformen opdoffen en het geheel opvrolijken met militaire marsmuziek, zetten wij de klok enige eeuwen terug. Ik meen. dat het Dr. O. Jager was, die eens heeft geschreven Marcheren is vloeken met je voeten". Ik voor mij, zie liever dansen. Dat is tenminste bijbels A. D. 37. De taal van de graven (1) In de dagen rondom Pasen horen we in de Bijbel en in de prediking vaak het graf noemen. We lezen van een graf, waarin de Here Jezus gelegd was, van de steen voor de ingang van het graf. van het binnengaan in dat graf, en zo meer. Het ligt dus voor de hand, dat wij op onze wandelingen een tocht gaan ondernemen waarbij we iets willen zien van graf en begrafenis in en rondom Israël. Het is merkwaardig, dat de dood van een van onze medemensen direkt van ons een antwoord vraagt. Wij moeten dan wat doen, of we willen of niet. Je kunt iemand zolang hij leeft links laten liggen, aan z'n eigen lot overlaten, maar zodra hij gestorven is, kan dat niet meer. De levenden moeten dan iets doen. En ze doen dat dan ook. Wat ze dan pre cies doen. dat hangt van een aantal fac toren af. De wijze van behandeling van de doden verraadt altijd iets van de gedachten die men heeft over het leven (of het voortbestaanna de dood verraadt of men iets van hoop of ver wachting heeft verraadt ook vaak iets van de voorstellingen, die men zich van het hiernamaals maakt. Meestal komt er ook wel iets in tot uiting van de gevoe lens, die men gekoesterd heeft met be trekking tot de overledene. Daarom werd een koning anders begraven dan iemand van het gewone volk (Jeremia 26 23); daarom werd zelfs onderscheid gemaakt tussen het begraven van een melaatse en van een gezond iemand (2 Kronieken 26 23) Al deze dingen zijn heel goed te be grijpen en zullen begrepen worden zo lang de vraag ,,wat doen we met onze doden" niet enkel een kwestie van effi ciency geworden is. Zo bekeek men het in het oude oosten niet. En ook de plat vloerse gedachte, dat ,,dood is dood" en meer niet, was, voorzover wij weten, in oud-testamentische tijden nog niet be kend. Het lijkt wel eens of de Prediker soms die gedachte heeft (3 1921 9 4—6 e.a.), maar dat is toch niet meer dan schijn (zie b.v. Prediker 12:5, 7, 14). Veel later, in de Grieks-Romeinse wereld, treffen we op graven opschrif ten aan als ,,Gij. die dit leest eet, drink, wees vrolijk en kom hier". Of ..Zolang ik geleefd heb, heb ik graag gedronken. Drinkt gij die leeft". Of als dit: ,,Wat er van een mens overblijft zacht rusten mijn beenderen ik ben niet meer bezorgd, dat ik honger moet lijden en jicht heb ik niet meer en geen achterstallige huishuur gratis heb ik voorgoed onderdak". Zoals gezegd dat is later. In de dagen van Israël was de beschaving zover nog niet voortge schreden. Daarvan getuigen allerlei wij zen van begraven in die tijd. Overigens is het heel moeilijk uit de wijze van begraven en de gebruiken daarbij op te maken wat men nu eigen lijk precies hoopte, verwachtte, geloof de. Wij moeten met het trekken van konklusies dan ook voorzichtig zijn. Wanneer b.v. lijkverbranding werd toe gepast, dan kan dat zijn (zoals bij pri mitieve volken wel het geval is) omdat men bang is van de (geest van) de ge storvene en men zich van hem zo radi- kaal mogelijk wil ontdoen het kan ook zijn dat men (zoals de oude Grieken) van mening was dat het lichaam een gevangenis is van de ziel en dat die ziel pas helemaal vrij is als die gevangenis volkomen vernietigd is. En ik kan me voorstellen, dat de voorstanders van lijkverbranding in onze tijd weer door heel andere gedachten en motieven ge dreven worden. Zeker is dat de lijk verbranding een heel oud gebruik is, maar in de Bijbel horen we er vrijwel niet van. Onder Israël was ze niet gang baar (een vreemde uitzondering treffen we aan in 1 Samuël 31 12 mogelijk was hier de reden voor de verbranding gelegen in de verminkte toestand, waar in de lichamen van Saul en zijn zonen zich bevonden): in tegendeel, de Israë liet hechtte er zeer veel waarde aan dat zijn lichaam begraven en tegen bescha diging (b.v. door aas-etende roofdie ren) beschermd werd. Waarom Dat is moeilijk te zeggen. Zeker niet van wege de gedachte, dat de rust van de ziel afhankelijk was van het voortbe staan van het lichaam. Dat is een Egyp tische gedachte, die we in het O.T. niet aantreffen. Hadden de Israëlieten dit geloofd, dan zouden ze allicht ook wel tot balsemen van hun doden zijn over gegaan, zoals dat in Egypte gebeurde. We lezen wel van balsemen, nl. van Jakob en Jozef (Genesis 50 2 en 26), maar dat waren uitzonderingen, veroor zaakt door het verblijf in Egypte. Wat we in 2 Kron. 16:14 vernemen met be trekking tot koning Asa was geen echt balsemen in de zin waarin dat in Egyp te plaats vond en van Joh. 19 40 (de specerijen bij het lichaam van Jezus) geldt hetzelfde. Bij het echte balsemen werden hersenen en ingewanden ver wijderd en werd het lichaam weken lang in natron gelegd. Door deze en andere bewerkingen ontstonden de mummies, zoals die in de Musea in Egypte (en elders) te zien zijn. Zo'n mummie werd in een kist gelegd, die de vorm van het lichaam had en die zo beschilderd was, dat hij de overledene voorstelde. Om deze kist heen ging een tweede kist (in het geval van koning Toetankamon was die van goud) en dit geheel werd weer in een (meestal stenen) kist geplaatst. Zo'n grote stenen doodkist wordt meestal ,,sarkofaag" (is vleeseter) ge noemd. Zoals gezegd was dit balsemen (mummificeren) in Israël onbekend. Dit geldt ook van het leggen van de dode in een kist. In Israël was dat niet ge bruikelijk. Genesis 50 26 vormt weer een uitzondering. Maar daar zijn we dan ook in Egypte Het is mogelijk, dat we zo'n sarkofaag aantreffen in Deut. 3:11 (en dan van ijzer); weliswaar spreekt de nieuwe vertaling van de .rustbank" van Og, de koning van Ba- san, maar er zijn ook uitleggers, die hier aan een sarkofaag denken. Dat de volken rondom Israël prijs stelden op rust voor het lichaam na de dood, blijkt ook uit het opschrift op de rand van het deksel van de sarkofaag van Ahiram. Deze Ahiram was koning van een Kanaanitische stad, die bekend staat onder de naam Byblus, maar die in het oude testament Gebal heet (Ezechiël 27 9 de bewoners. Giblieten, worden genoemd in Jozua 13 5 en 1 Koningen 5 32). Deze Ahiram is dus niet de Hi ram die David hielp bij het bouwen van zijn paleis en Salomo bij het bouwen van de tempel. De naam is weliswaar dezelfde, maar de juist genoemde Hiram was koning van Tyrus en de Ahiram, waar het ons nu om te doen is, regeerde in Gebal, dat plm. 100 km noordelijker aan de kust van de Middellandse Zee lag. Het bedoelde opschrift luidt aldus Sarkofaag, die Ittobaal, de zoon van Ahiram, de koning van Gebal, voor Ahiram, zijn vader, gemaakt heeft, toen hij hem voor eeuwig neerlegde (is be groef). Wanneer ooit een koning onder de koningen of een stadhouder onder de stadhouders of de bevelhebber van een legerkamp tegen Gebal is opgetrokken en deze sarkofaag opent, dan zal de stof van zijn heerschappij verdorren, zijn koninklijke troon omvergeworpen worden en de vrede zal wijken van Ge bal. En wat hem zelf betreft, hij zal uit geroeid worden." Reeds bij de ingang van het graf was een waarschuwing aangebracht voor ieder die de rust van de gestorvene dreigde te verstoren ,,Pas op Hier beneden bedreigt u on geluk Zulke opschriften kennen we uit Israël niet. Wat we wel over graf en begrafenis in Israël weten, daar ho pen we de volgende keer nog iets meer van te zien. J. V. Als een dominee, trouwens ieder ge reformeerd kerkmens het woord Hei- delberger" leest, denkt hij natuurlijk aan de Heidelberger Catechimus, het leerboek, dat eeuwen lang de catechisa ties heeft beheerst en waaruit waar over naar aanleiding waarvan, in onze kerken geregeld wordt gepreekt. CLASSIS MIDDELBURG. Middelburg (Hofpleinkerk) 9.30 uur Ds. v. Wilgenburg 2.30 uur Ds. Wessel. 5 uur Ds. Wessel. (Noorderkerk) 10.15 uur Ds. Van Til. Getuigeniskerk (Adriaen Lauwerijszstraat) 9.30 uur Ds. Wessel. 5 uur Ds. Van Til. Plan Zuid Gymnastiekhal bij schoolgebouw) 9 uur Ds. Van Til. 5 uur Ds. Van Wilgenburg. Gasthuiskerk (Dienst voor belangstellenden) 7.30 u. Ds. Juch te Kapelle-Biezelinge. Arnemuiden 10 en 2.30 uur Ds. Oegema. Domburg 10 uur Ds. Helderman, 2.30 uur Ds. Joosse te Middelburg. Gapinge 10 en 2.30 uur Ds. Dondorp. Grijpskerke (in de Herv. Kerk) 9.15 en 2.30 uur Ds. Den Hengst. Koudekerke 9.30 en 2.30 uur Ds. Elshout. Meliskerke 10 en 2.30 uur Ds. Meijer. Oostkapelle 10 en 2.30 uur Ds. Steenhuis, cm. pred. te Ermelo. Serooskerke 9 uur Ds. De Craene, 7 u. Ds. Lindeboom te Zwijndrecht. St. Laurens 10 en 2.30 uur Ds. De Craene. Souburg 9.30 en 2.30 uur Ds. Meijer. Veere 10 en 2.30 uur Ds. Streefkerk. Vlissingen 9.30 en 5 uur Ds. Vruggink te Apeldoorn. Vrouwenpolder 10 en 2.30 uur Ds. Bosman. Westkapelle 9.30 uur Ds. Joosse te Middelburg, 2.30 uur Ds. Helderman. CLASSIS ZEEUWS-VLAANDEREN. Aardenburg 9.30 uur Ds Noorloos, 3 uur Dhr. Musch. Axel 10 en 3 uur Ds. Heemskerk. Breskens 9.30 uur Dhr. Musch, 5 uur Ds. Noorloos. Hoek 10 en 2.30 uur Ds. Verbeek. Schoondijke 9.30 en 2.30 uur Ds. De Vries, Hoofddorp Terneuzen 10.30 en 16.30 uur Ds. Gispen, 19 uur Ds. Gispen, Welkomstdienst in het kerk gebouw Frans Halslaan. Oostburg 11 uur Ds. Noorloos te Aardenburg, 5 uur Dhr. Musch te Breskens. Zaamslag 10 en 3 uur Cand. Davidse te Goes. Zoutespui 10 en 3 uur Ds. Spoelstra te Boskoop. CLASSIS GOES. Baarland 10 en 2.30 uur Ds. Kornet te Vlissingen. Borssele 9 en 2.30 uur Ds. De Bruijne. Colijnsplaat (in de Ned. Herv. Kerk) 11 uur Ds. Krabbe te Hillegom, 5 uur Ds. v. Rheenen (afscheid) Driewegen 10 en 2.30 uur Ds. v. d. Veen. Geersdijk 10 en 2.30 uur Ds. Brederveld te Souburg. Goes (Westerkerk) 10 uur Ds. Jansen. 5 uur Ds. Mintjes te Halfweg. (Oosterkerk) 9 uur Ds. Mintjes. 5 uur Ds. Jansen. 's-Gravenpolder 10 en 2.30 uur Ds. Eikelboom te Heinkenszand. Heinkenszand 10 en 2.30 uur Ds. Lammens, Heemstede Kamperland 10 en 2.30 uur Ds. Dragt te Tilburg, Bediening Heilig Avondmaal. Kapelle 10 en 5 uur Ds. Juch. Kruiningen 10 en 2.30 uur Ds. Koolstra, Kruiningen. Lewedorp 9.15 uur Ds. Hoekstra, 2.30 u. Ds v. d. Stoel (Voorbereiding Heilig Avondmaal). Nieuwdorp 10.30 uur Ds. De Bruijne te Goes, 2.30 uur Ds. Hoekstra te Lewedorp, Openbare Belijdenis en Voorber. Heilig Avondmaal. Weineldinge 10 en 2.30 uur Ds. Kapel te Rhoon. Wissenkerke 10 uur Ds. Van Rheenen, 2.30 uur Ds. Krabbe te Hillegom. Wolphaartsdijk 10 en 2.30 uur Ds. v. d. Berg. Yerseke 10 en 2.30 uur Ds. Vreugdenhil, Ruinerwold. CLASSIS THOLEN. Anna Jacoba Polder 10 uur Ds. Van de Veen te Roosendaal, 2.30 uur Ds. Torenbeek. Bergen op Zoom 9.30 en 5 uur Ds. Van de Stoel. Hoogerheide (Schopendreef 21) 9.45 en 4 uur Ds. Pontier te Vlissingen. Krabbendijke 9.30 en 2.30 uur Ds. Bakker te Elburg. Oud-Vossemeer 10 en 3 u. Cand. Boonstra, Dordrecht Poortvliet 10 uur Cand. Kleinsma te Weesp, 2.30 uur Ds. Loosman te Scheveningen. Rilland-Bath Tholen 10 uur Ds. Loosman te Scheveningen, 5 uur Candidaat Kleinsma te Weesp. CLASSIS ZIERIKZEE. Brouwershaven 10 en 2.30 uur Ds. Wentsel. Bruinisse 10 en 5 uur Ds. Nawijn te Zierikzee. Haamstede 10 uur Ds. Scholing te Scharendijke, 5 uur Ds. Boeyinga te Rijswijk, Openb. belijdenis en Voorbereiding Heilig Avondmaal. Nieuwerkerk 10 en 5 uur Ds. Becker. Oosterland 10 uur Leesdienst, 5 uur Dhr. Jansma. Scharendijke 10 en 2.30 uur Ds. Scholing. Zierikzee 10 en 5 uur Ds. Bohlmeijer te Maassluis. Zonnemaire 10 en 2.30 uur Dhr. Jansma. 2'

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1967 | | pagina 3