*^eeuwóe 3£erkbocle
KERSTJUBEL
„KERK en DELTA"
MUN COLLEGA
21e JAARGANG No. 24
15 DECEMBER 1966
^tɧ< OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder
Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke
Ik worstel Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
en ontkom" Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
4,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Deze zal ons troosten.
Dat lijkt toch wel heel even vreemd,
dat men in 1966 ter herinnering aan het
kerstgebeuren zo ongeveer een twee
duizend jaar geleden geschied, namelijk
de geboorte van de Heiland der wereld
nog verder kan teruggrijpen naar de
tijd van vóór de zondvloed, 't Schijnt
vreemd dat men Noachs naam kan noe
men in verband met die van Jezus
Christus.
Vreemd dat men de blijdschap van
Noachs vader bij de geboorte van zijn
zoontje kan aanvoelen en als thema in
zetten voor de jubel over de geboorte
van Maria's zoon te Bethlehem. Is de
spanning van de ene wieg naar de an
dere niet te wijd en dus overspanning
Is derhalve de blijdschap niet al te ge
kunsteld Niet echt dus Men mag het
zo vragen, maar het antwoord is afwij
zend. Juist deze overspanning van
eeuwen wijst op de grote der blijdschap,
zoals de engel in de velden van Bethle
hem het zei ,,Ziet, ik verkondig u grote
blijdschap". Een blijdschap zo groot dat
men eeuwen te voren al is begonnen er
van te spreken. En nog is er aan deze
blijdschap geen einde en er zal nooit
een eind aan komen ook.
De blijdschap over Christus' geboor
te is een eeuwige blijdschap, een altijd
durende vreugde, die de engelen- en de
mensenwereld vervult.
De kerk zingt er van in de woorden
Hij komt de volken troosten, die eeuwig
heersen zal. Toch als we hier schrij
ven over Kerst jubel overvalt ons de
vrees of we niet te veel schrijven. Zet
de praktijk van het leven van elke dag
geen domper op ons vreugdebetoon
Brengt de levenservaring de vreugde
stemming niet tot zwijgen, zodat het
vreugdelied verstomt? De stem der zan
gers verstikt in een snik vanweg al onze
leedschap
In welk een wereld leven we vandaag
aan de dag In welk een wereld leefde
Noach en. diens vader Ongeacht het
tijdsverschil mogen we dit vragen, want
de aarde was met wrevel vervuld. Nu,
dan pleit het wel voor vader Lamech,
dat hij nog zo sterk in het geloof staat,
dat hij zijn zoon Noach noemt, m.a.w.
dat hij van troost en van een trooster
spreekt.
III.
U moet goed begrijpen, wat de posi
tie van ons deputaatschap is in deze
dingen. Wij zijn niet degenen, die in
dustrialisatie kunnen stimuleren of te
genhouden. Wij hebben met keiharde
feiten te maken. Wij moeten trachten
na te denken over problemen, die er al
zijn, of die ongetwijfeld zullen komen.
Wij staan niet aan de kant van de stad
of aan de kant van de industrie. Maar
wij moeten open oog houden voor heel
de problematiek, die industrialisatie en
verstedelijking met zich meebrengen.
Nu moeten wij hier m.i. even een on
derscheid gaan maken tussen dorpen,
die zelf gaan verstedelijken, door nieuw
bouw of door de vestiging van een in
dustrie en dorpen, die typisch tot het
platteland blijven behoren, maar toch
in het magnetisch krachtenwereld van
de industrie liggen.
Het dorp, dat uit zijn voegen barst.
Wat voor enorme problemen geeft dat
niet Wanneer u als kerkelijke gemeen
schap weet, dat een dergelijke ontwik-i
keling u boven het hoofd hangt, dan
moet u zich een paar vragen stellen.
1°. Staat u positief aanvaardend te
genover uw toekomstige leden, of bent
u bang, dat zij niet ,,echt" bij u zullen
horen
2°. Wilt u een verdedigingshouding
aannemen Wilt u de oude kern ver
dedigen tegen die nieuwlichters
3°. Bent u bang dat zij vragen zullen
De wereld van toen zal dit evenals
die van heden wel vreemd gevonden
hebben. Troost Wat moet je daarmee?
Wat verstaat ge daaronder
Troost? Zie, dan kan het je gaan
zoals het ergens in Nederland eens een
dominé verging toen hij op catechisatie
een jongen naar Zondag 1 vroeg
Welke is uw enige troost, Jan
,,Och," antwoordde Jan, ,,ik heb geen
troost nodig, dominé. Ik heb mijn brom
mer" en'mijn meid. Nou dan."
Jan wou maar zeggen wat wil je
nog meer En dat hebben de mensen
uit Noachs geboortedagen, evenals die
van onze tijd, zeker ook gezegd.
De dichter Marja legt het de kleine
man uit de burgerij ook in de mond
nee, heus, wé mogen niet klagen. Nu,
wat zou een mens dan troost nodig heb
ben Deze Lamech b.v., hij heeft werk,
heeft zijn gezin, zijn familie. Hij heeft
mensen om zich heen, heel een wereld
van mensen die hout bewerken, ijzer
gieten, koper smeden, muziek maken en
in tenten wonen. Hij heeft om zo te
zeggen zijn brommer en zijn meid, net
als wij nu.
En toch ontbrak hem blijkbaar iets
er zat hem wat dwars, wat dan ook.
Of het dan soms met het werk zijner
handen niet vlotten wou Of hij ergens
in is teleurgesteld geworden Wie zal
het zeggen Ik weet het niet, maar hij
heeft behoefte aan troost. En die ver
wacht hij dan nu van en door dit kind.
Verder kunnen we Lamechs gedachten-
gang niet volgen.
Toch is één ding duidelijk, dat hij het
van de toekomst verwacht.
Lamech leeft niet zonder hoop. Hij
gaat in het heden niet te gronde. Van
daar zijn jubel tegenover misschien wel
de smartekreet van Noachs moeder
Deze zal ons troosten. Vanzelf heeft
Noach niet de troost aan de wereld ge
bracht, welke deze nodig heeft. Noach
niet en niet één van die kinderen op
welke het Messiaanse servituut lag.
Van Jezus Christus alleen kan in af
doende zin gezegd worden Deze zal
ons troosten, want één naam is onze
hope de Zijne, Immanuël, God met
ons, want maar één Noach is hier.
Brouwershaven B. WENTSEL.
stellen over uw gevestigde tradities
Als u deze vragen met ,,ja" zou be-
'antwoorden, dan is het gevaar niet
denkbeeldig, dat er in uw kerkgemeen
schap twee groepen gaan ontstaan. De
oude kern en de nieuw kerk. Die twee
zullen dan steeds verder uit elkaar
groeien. De tegenstellingen spitsen zich
toe. En de conflicten zijn niet meer te
vermijden. Bovendien is het gevaar
groot dat de nieuwe groep de oude zal
overwoekeren. Dan blijft er straks een
mokkende oude kern over, die geen po
sitieve bijdrage heeft geleverd tot de
opbouw van een nieuwe kerkelijke ge
meenschap. Dit kan worden voorkomen.
En wel op verschillende manieren.
1°. Door er zorg voor te dragen, dat
u als kerkeraad ook regelmatig nieuw
ingekomenen in uw college opneemt.
Dat is moeilijker dan u denkt.
Want dan zult u uw nieuwe leden
moeten stimuleren om gemeenteverga
deringen te bezoeken. Ze doen dat vaak
niet. En hebben ze ook geen stem in
het kapittel. In veel kerkelijke gemeen
ten verjongt of vernieuwt de kerkeraad
zich niet of nauwelijks, terwijl de ge
meente dat wel doet. En zo zijn de be
langen en de problemen van de nieuwe
wijk te weinig geïntegreerd in de ker
keraad.
2°. Door er voor te zorgen, dat er
een onderling regelmatig verkeer is tus
sen de oude en de nieuwe kern. En
door uw nieuw ingekomen leden direkt
goed op te vangen en gastvrij op te
nemen.
In Terneuzen, dat in zes jaar tijd zo
snel uitbreidde, dat allerlei voorzienin
gen achterbleven, hebben wij gepro
beerd om het zó te doen.
Daar worden de nieuwe leden opge
vangen door een welkomst-commissie,
nadat ze eerst dóór het comité zuster-
hulp. een bloemrijke ontvangst hebben
gehad.
Een lid van deze welkomstcommissie
bezoekt de nieuw ingekomenen. Hij no
digt hen uit voor de eerstvolgende wel-
komdienst. Die wordt 1 X per maand
gehouden in een klein kerkje in de nieu
we wijken. Dat kerkje moesten wij voor
dat doel huren. De liturgie in deze
dienst is wat moderner, wat meer aan
gepast dan anders. En de intimiteit is
uiteraard ook groter. Vóór deze dienst
worden niet alleen de nieuw ingekome
nen uitgenodigd. Want telkens ont
vangt een andere wijk een schriftelijke
uitnodiging om deze dienst bij te wo
nen. Ze worden zelfs verzocht om be
richt van verhindering te zenden, als ze
onverhoopt niet kunnen. Na de korte
kerkdienst worden alle aanwezigen uit
genodigd op de koffie in de recreatie
zaal van het Bejaardentehuis. Daar
worden gesprekken gevoerd, kontakten
gelegd etc.
Het is een voordeel, dat op deze ma
nier er van 't begin af aan een open
ontmoeting plaats vindt tussen de ver
schillende groepen. En dan nog wel in
't bejaardentehuis.
3°. In een zo'n gesprek komen dan
vanzelf de vragen aan de orde. Die vra
gen worden beslist gesteld. Uw nieuwe
leden zullen vragen .Waarom denkt
u zo Waarom doet u zo Wat is de
achtergrond er van
In een vrij gesloten gemeenschap
worden die vragen niet gesteld. Daar
wordt de traditie stilzwijgend aanvaard.
En de groep wordt door die traditie
beschermd. Goede en verkeerde ge
dachten zijn al diep ongeworteld. U
bent het met me eens dat bepaalde tra
dities een zegen kunnen zijn. Anderen
zijn een vloek. Sommige zijn uiterst zin
vol. Anderen zijn volkomen uitgehold.
Wanneer er aan de tradities kritische
vragen worden gesteld, worden ze op
hun juiste waarde getoetst. Dit zuive
ringsproces van oude vormen kan alleen
maar tengevolge hebben, dat de inhoud
en het wezenlijke van ons geloof op
nieuw in zijn volle kracht naar voren
komt. Dan kunnen oude en nieuwe kern
voor elkaar tot een zegen zijn. Het is
geen oplossing wanneer de nieuwe ge
meenschap de oude overspoeld. Maar
wel, wanneer de positieve elementen
uit de oude gemeenschap worden ge
bruikt als bouwstenen voor de opbouw
van een nieuwe gemeenschap.
,,Elke verandering is nog geen ver
betering", zegt u misschien. ..Maar elke
verandering is ook geen verslechtering."
Integendeel.
Want in feite lopen beide groepen
hetzelfde gevaar.
Het gevaar van de oude kern is, dat
zij naast de Schrift ook de traditie in
de praktijk een bijna onfeilbaar gezag
heeft.
Het gevaar van de nieuwe kern is,
dat zij haar doen en laten teveel laat
bepalen door de publieke opinie.
Maar wanneer beide groepen elkaar
positief aanvaarden, dan worden de
tegenstellingen overwonnen. Door een
geloof, dat bereid is de gevaren van
traditie en publieke opinie te onderken
nen. En oude en nieuwe geesten te be
proeven, of ze uit God zijn.
Tenslotte. Wilt u de problemen waar
voor u als kleine gereformeerde kerk
staat, voldoende het hoofd bieden, dan
zult u moeten leren om in grotere een
heden en grotere verbanden te leren
denken. Het is onbegonnen werk wan
neer in iedere gereformeerde kerk een
groep mensen nadenkt over dezelfde
problemen en die zelfstandig tracht op
te lossen. Er moet gecoördineerd wor
den. En samengewerkt. In classicaal en
in regionaal verband. Ook in interker
kelijk verband. Een samenleving als de
onze is zo zéér in groepen opgebouwd,
dat er mensen zijn, die denken, dat de
Kerk van Jezus Christus wordt aange
tast, wanneer de belangen van hun
eigen groep worden bedreigd.
Problemen als wij hier hebben ge
steld vragen om een regionale oplos-
BERICHT.
Het nummer van donderdag 29 december
zal niet verschijnen.
De predikbeurten voor zondag 1 januari
worden opgenomen in het nummer van
donderdag 22 december.
Opgaven moeten uiterlijk maandag 19
december bij ons binnen zijn.
De Uitgevers.
Als de drie pastores vergaderen we
om de twee maanden ter behartiging
van het evangelisatiewerk in brede
kring. We zijn dan als dominee's onder
elkaar en komen vaak op zij-wegen.
Zeker, we doen ook echt wel wat. Maar
zo onder elkaar vergader je toch an
ders dan in officieel verband. Wat
vrijer, wat ongedwongener Och in je
gemeente zit je werkelijk niet in een
keurslijf, maar daar kun je toch ook
niet al te explosief zijn. Je woorden
worden soms op een goud-schaaltje ge
wogen en bepaalde lieden hebben er
een handje van weg om naar hun op
vatting die woorden te exegetiseren.
Dikwijls meer inleg-kunde dan uitleg
kunde. ,,Wie in zijn spreken niet strui
kelt" zegt de Apostel Jacobus ,,is
een volmaakt man." En dan voor een
dominee nog het risico, dat je struikelt
over wat je juist zo niet gezegd hebt.
Wie zal het de weleerwaarde heren
kwalijk nemen, dat ze wel eens onder
elkaar willen zijn De gemeente kan
hen ook wel missen. Mijn vrouw en ik
kregen eens voor een zilveren huwe
lijksfeest in de gemeente een uitnodi
ging voor een middag apart. Met de
eerlijke toelichting van de bruid, dat
haar familie zo graag over dominee's
praatte en dat dit gemakkelijker kon
als wij er niet bij waren. Wij hebben
die toelichting maar als bindend be
schouwd.
Op de onder-elkaar vergadering zit
ik tussen de collega senior en de col
lega junior. Ik ben al echt een tussen-
figuur geworden. Mijn oude buurman
nadert z'n emeritaat, en junior zit nog
maar pas in het zadel. Is ook al over
het paard getild. Zelf ben ik zo'n jaar
of drie in m'n gemeente. Maar de pas
torale jaren tellen wel dubbel, wel drie
voudig, wel tien-voudig. Ik heb het niet
eens bijzonder moeilijk gehad. Het ge
wone is al buitengewoon genoeg. Ik
heb al een paar pastorale blunders ge
maakt, op een gemeente-vergadering
was het geen wind-stilte, kon je onder
het orkaan-geloei elkaar niet meer ver
staan. Nu luister ik zo graag naar mijn
collega senior, die onder de ervaring
van bijna veertig jaar niet bezweken is.
En als mijn collega junior dan poneert,
dat hij het met zijn gemeente toch wel
zo getroffen heeft, ga ik niet tegen hem
in, maar laat ik wel eens een paar keer
mijn ja, ja horen. Tussen senior en ju
nior wordt het een tournooi. De botsing
der generaties.
G. S. O.
sing. Dat betekent niet verlies van
eigen karakter. Het betekent wel winst
voor een hele streek. Dan komt een
streekjeugdcentrum in zicht. Ook een
betere verdeling van het werk.
In het rapport.Schaalvergroting op
het platteland" uitgebracht door de
Generale Deputaten voor kerkopbouw
worden twee vormen van schaalvergro
ting aan de orde gesteld voor 't kerke
lijk leven in een dorpsgemeente. Men
moet verder kijken dan de grenzen van
de eigen plaatselijke kerk. Maar men
moet ook verder zien dan de grenzen
van het eigen kerkverband. Onder die
tweede mogelijkheid zou ik nog eens
een dikke streep willen zetten. Muren
kunnen ook benauwend zijn. Gevaarlijk
zelfs. Dan moeten ze maar liever val
len. Door het geloof. En dan wil ik de
hoop uitspreken, dat deze opmerkingen
helpen, om in uw eigen plaats en in uw
eigen tijd vorm en gestalte te geven
aan het Rijk zonder grenzen. Dan zul
len wij bouwen en breken. Naar Gods
bestek.
T. G.