3£erkbocle DE GOD VAN ELSPEET MIJN COLLEGA Uit de Domstad 21c JAARGANG No. 1$ 3 NOVEMBER 1966 ,.Ik worstel en ontkom" OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg. Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalaa, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 15 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Onder de kop „Gewetensbezwaren" heeft Ds. Pontier in het nummer van 20 oktober j.l. om meer begrip voor en solidariteit met Elspeet gevraagd. Hij deed dat op een bijzonder innemende manier. Ik heb dan ook nog allang ge aarzeld of ik de pen zou opnemen om tegen hem in het krijt te treden. Hij is veel ouder en wijzer dan ik. Hij heeft deel aan een stuk kerkelijk verleden (zelf zinspeelt hij in zijn artikel op de koepokinentingperikelen van 50 jaar geleden), dat mij inderdaad volkomen vreemd geworden is. Door dit alles mis ik misschien het zintuig voor deze hele problematiek. Aan de andere kant heb ik ook het gevoel, dat de zaak-Elspeet in ons blad geen recht gedaan is als er tenminste niet een tegenstem is gehoord. Het enige wat mij in het artikel van Ds. Pontier eigenlijk aanspreekt is, dat wij niet al te gauw hoogmoedig op Ds. Wisse c.s. moeten neerkijken. Wij zijn immers geroepen om hen te winnen, niet om ze te verliezen. Wij horen als de sterken voor de zwakken te zorgen. Wie deze zorg niet kent heeft geen recht van spreken. Bij de toepassing van deze op zich zelf juiste stelling beginnen voor mij echter ook de bezwaren, want de on middellijke aanleiding voor het artikel van Ds. Pontier is het protest van de predikanten van de Gereformeerde Kerk van Amsterdam-Zuid tegen de theologie van Elspeet. ,.'tWas dit protest, dat voor mij de maat volmaakte van bekommernis over alles, wat daar in Elspeet is gebeurd. Dus ook over het optreden van de Pers en van allen, die meenden persoonlijk daar in Elspeet te moeten gaan protes teren tegen het verzet van een groot deel van de bevolking", zo schrijft hij. Maar was uitgerekend dit protest niet geboren uit dat begrip en die soli dariteit waar Ds. Pontier voor pleit Ik heb mij, toen ik het bericht over dit protest in Trouw las afgevraagd, waar om hebben wij dat allemaal eigenlijk niet gedaan. Waarom hebben wij de pressie op Elspeet overgelaten aan de pers en de televisie Onze ergenis werd niet in daden van protest omgezet. En daardoor bleef ze natuurlijk nogal goed koop. Een gemiste kans om het evan gelie te verkondigen en op de bres te springen voor de kinderen van Elspeet. En worden wij daardoor niet mede schuldig aan de levenslange gevolgen van een polioverlamming Kijk, dat noem ik nu onchristelijk en onsolidair het protest aan anderen overlaten, terwijl je jezelf beperkt tot het zwakke argument, dat Ds. Wisse geen predikant is van de Geref. Kerken, maar van de Geref. Gemeenten. Dan zijn wij er immers van af. Ik heb dan ook het gevoel dat Ds. Pontier ongelijk heeft als hij de protes ten van de predikanten en die van de Telegraaf gewoon bij elkaar optelt net zo lang tot de maat overloopt. Het pro test van de predikanten is van andere orde. Het behoort bij de tucht van de kerk. Tenslotte is ook tucht een vorm van zorg voor de zwakken. Waarom staan wij vooraan met ons protest, als de Hervormde Prof. Smits bewijst, dat hij nog nooit iets van het christelijk ge loof begrepen heeft, maar zwijgen wij als Ds. Wisse hetzelfde doet Ziet de God van Wisse er inderdaad zoveel christelijker en acceptabeler uit dan die van Smits Of is hij ons meer vertrouwd omdat wij tenslotte uit hetzelfde klimaat af komstig zijn, zodat wij er ons niet zo erg meer over opwinden Trouwens Ds. Pontier schrijft met zoveel woor den „We ijveren tegenwoordig zo over de oecumene laten we beginnen hen te winnen, die nog op een zelfde grond slag staan". We komen hier bij het kernprobleem van de kwestie de theologie van Elspeet. Kun je hier nog spreken over ,,een zelfde grondslag" Hoe ziet de God van Elspeet er uit Ik heb geweldig veel moeite van de Va der van onze Here Jezus er nog in te her kennen. De God van Elspeet is wreed. Aan hem moeten opnieuw kinderoffers worden gebracht. Hij lijkt op de Mo loch uit het Oude Testament, de gru wel van de Moabieten. Hij gaat over lijken. Hij is ook jaloers. Hij is jaloers op Dr. Salk met zijn vaccin en op de artsen die hun injectienaalden hebben ingeruild voor suikerklontjes. Hij gunt de mens het licht in de ogen niet. Hij wantrouwt de vooruitgang van de we tenschap en de techniek. Het is een God die Ps. 8 in een bui van woede uit zijn bijbel heeft gescheurd. Hij is ook machteloos. Hij kan er niet tegen op. En daarom moet hij beschermd worden door zijn gelovigen. Beschermd tegen Dr. Salk en zijn vaccin. Want als elk kind is ingeënt, dan blijft er geen ruimte meer over voor zijn straffende hand. Dan verliest hij zijn laatste gezag. Zo zwak is hij. Nogmaals ik herken in deze God de Vader van onze Here Jezus Christus niet. Ik kan Hem er niet in terug vin den. De Heer die de kinderen gezegend heeft is niet dezelfde als de God, die hun ouders verbiedt er voor te waken dat ze levenslang gehandicapt zullen blijven. De God, die zelf aan het kruis voor onze zonden volkomen heeft be taald is niet dezelfde als die in Elspeet nog de nagekomen rekeningen aan de kinderen komt presenteren. Ik dacht, dat wij ze niet scherp genoeg uit elkaar konden houden. Eén is n.l. de waarach tige God, de ander een afgod, die in het Oude Testament allang werd ontmas kerd. Hij komt daar voor onder ver schillende benamingen Moloch, Baal. En een protest daartegen hoort bij het profetisch ambt van de kerk. Ik zie niet in, hoe we dit kunnen nalaten zon der onze hele confessie buitenspel te zetten. Wie immers zijn geloof belijdt in Jezus Christus, belijdt tegelijk zijn ongeloof en alle andere goden. Wat dat betreft zijn de christenen de eerste athe- isten. Ik dacht dan ook dat de verge lijking met de koepokinenting niet op ging. Het risico is immers veel kleiner geworden. Tegen de koepokinenting is vooral geprotesteerd, omdat het mid del vaak erger was dan de kwaal. Dat is een zeer zakelijk argument, dat bij het poliovaccin niet langer opgaat. Zit er dan helemaal geen risico aan Dat weet ik niet precies. Ik dacht dat er bijna niets was. waar helemaal geen risico aan zat. Het leven zelf is een vorm van risico. En een christen is niet geroepen om dit risico als laatste te nemen. Als hij het dan voor zichzelf niet wil, dan mag hij het nog voor de anderen niet nalaten. Maar daar draait het geloof ik ook niet om in Elspeet. Het probleem is het Godsbeeld. Worden wij door de voorzienigheid van God uitgeschakeld of ingeschakeld Is God de stille kon- kurrent van de mensen Verliest Hij terrein als wij vooruitgaan Moeten wij de klok terugzetten wil Hij met de tijd mee kunnen komen Ik vind het bijna blasfemisch om die te moeten neerschrijven. Want dat is natuurlijk niet waar. Als er Eén is, die onze tijd ver vooruit is met Zijn tijd, dan toch wel God. Want Hij is van eeuwigheid tot eeuwigheid. Hij is niet alleen de eerste, maar ook de laatste. En Hij heeft deze wereld geschapen, opdat wij er uit zou den halen, wat er in zit. En dat is niet meer dan Hij dacht, maar altijd nog meer dan wij denken. Op de jongste dag zullen wij ontdekken, hoeveel wij hebben laten zitten. Dat moet duidelijk gesteld worden. Want de angst voor de moderne wetenschap en de toekomst verbindt ons natuurlijk met Elspeet. Wie het gevoel heeft dat de wetenschap God overbodig dreigt te maken, zodat het hard tijd wordt om een stukje na tuur voor hem te reserveren, komt uit de buurt van Elspeet. Wat dat betreft kan het verschil tussen Harry Mulisch en Ds.. Wisse wel eens niet zo groot zijn als het lijkt. Beide hebben hetzelfde beeld van God. God is een natuurgod, die het tegen de vooruitgang van de cultuur heeft moeten afleggen. Zodra de bliksemafleider op het kerkdak ver schijnt wordt de majesteit van God in het onweer binnen de vier muren van diezelfde kerk al niet meer aanbeden. Ik zal nog een krasser voorbeeld noe men. Er zijn mensen die weigeren om de pil te gebruiken, omdat ze dan op een eventueel geboortekaartje niet meer zouden kunnen laten drukken Met dank aan God delen wij U mede, dat wij vanmorgen een zoon/dochter heb ben gekregen. Ook dit is theologie van Elspeet dacht ik. Want in Elspeet valt God samen met de natuur. Zodra je in die natuur gaat ingrijpen (bijv. via ge boorteregeling) verliest de natuurgod terrein. Hij kan niet meer tegen onze anticonceptialia op en vertrekt met stille trom. En dan krijgt Harry Mulisch gelijk (in de V.P.R.O.-teach-in ,,God na de dood van God") en daar is Ds. Wisse bang voor. Nu daar hoef je niet bang voor te zijn. Want God is uitgerekend degene, die de techniek op gang heeft gebracht. Ze zal Hem niet boven het hoofd groei en. Eerder ons. Hij heeft de natuur ont- goddelijkt door ons bijna goddelijk te maken (Ps. 8). Maar dat bijna goddelijke heeft dan weer te maken met het geloof in Jezus Christus (Hebr. 2). Hij heeft de mach ten ontwapend en openlijk tentoonge steld. Door Hem krijgen wij de hele schepping ter beschikking om de ziekte, de dood, de honger en de armoede te bestrijden. God komt niet tot leven als er naast mij een kind aan polio over lijdt. Integendeel, daar gaat Hijzelf aan dood. Dat Hij leeft blijkt uit het vaccin dat zichzelf laat ontmythologiseren tot een suikerklontje. Zover is Hij al met de redding van deze wereld. Wij kun nen er nog veel aan bederven, bijv. met onze gifgassen en onze atoombommen. Maar helemaal zal dat nooit lukken. Dat bewijst het suikerklontje van Elspeet. En daarom geloof ik in deze God, die niet de God van de bommen is en ook niet van de verlammingen, maar wel die van het suikerklontje. Daar herken ik de Vader van Jezus Christus in. En ik vind het verschrik kelijk, dat Ds. Wisse dat niet gezien heeft en dat daarom Harry Mulisch het niet heeft kunnen zien. Dit is een ver duistering van het evangelie, waar wij niet genoeg tegen op kunnen komen. Het gaat in het hele Oude- en Nieuwe Testament tegen de theologie van Elspeet. En daarom ,,is het inderdaad erg dat mensen, die geheel buiten het christe lijke leven staan ons met Ds. Wisse over één kam scheren". En daarom ,,is het inderdaad naar Gods Woord, dat wij ons van die mensen in Elspeet dis- tancieëren". En daarom mogen wij de Here God elke dag danken, dat wij niet meer hoeven te geloven in de ,,God van Elspeet". En daarom moeten wij alles doen wat in ons vermogen ligt om te voorkomen, dat er in het jaar 1966 na Christus nog kinderoffers worden gebracht aan de afgod die de god van Elspeet is. Dat is de zorg voor de allerzwaksten. Ik wil dit hele verhaal tenslotte laten uitlopen op een gedicht van Guillaume v. d. Graft (de uitgever heeft ook het recht om dit gedicht er naast of ,,er in" af te drukken. DE CHIRURG. Met wit hiëratisch bekleed en steeds op de rand van de rouw bevecht hij het lot en het leed en blijft aan het leven trouw. In het kuur-tentje luister ik naar de preek-reportage. Oog en oor van mijn mede-bezoeker hebben weer zo genoten. Ik wil ook geloven, dat zijn hart geno ten heeft. Soms heb ik even het ver moeden, dat mijn enthousiaste verteller de dominee's wat tegen elkaar wil uit spelen. Ik moet horen hoe geweldig mijn collega preken kan. Maar als ik die lof eens over-brief in de buurt-pastorie, heeft de eigen pastor een zeer beden kelijke trek op z'n gezicht. ,,Zo, is hij dan tevreden Ik wou, dat hij op het huisbezoek eens wat minder critiek had." Dus over mijn collega zelf wordt de lof niet uitgestort. Zit hier een paedagogisch motief achter Is hij bang, dat mijn collega de hoogte zal ingaan Wie kan het hart van de kerk ganger doorgronden Ook in het ker kelijk leven wandelt de mens in raad selen. Laat de lof over mijn collega dan, wat Paulus noemt een bij-oogmerk hebben, toch blijf ik naar de preekver- slagen luisteren. Ik ben nog te onbe vangen, nog te weinig ontnuchterd om dat bij-oogmerk" zo door te hebben. Sancta simplicitas. Hoe meer mijn col lega in de lof gezet wordt, des te dieper duik ik onder in de onvoldaanheid. Ik moet nog echt om mijn oren krijgen, ik moet nog ontdekken, dat ook het ge sprek over preek en kerk dominee zeer on-geestelijk kan zijn. Mijn rapporteur kan maar niet be grijpen, hoe z'n dominee steeds zo'n mooie preek-verdeling weet te vinden. Soms twee punten, meest drie, ook wel eens vier of vijf. ,,Waar hij het oog heeft Och, dat is voor mij geen vraag. Ook ik heb het Dagboek van Prof. van Oosterzee. Het is een eis van collegialiteit om niet te onthullen, dat de zo geroemde preek-verdeling meer Oosterzee-iaans dan origineel is. Je valt je eigen „stand" niet af. En ben ik zelf wel altijd origineel G. S. O. De priester erkent hij niet en zeker niet in zichzelf. Hij schrijdt ook niet als een lied door 't schemerlicht van een gewelf, hij snijdt als een dissonant in de duisternis van het lijf, hij heeft een profetische hand, als die waarvan God zei Schrijf, de dood haat ik als een gezwel en het leed is een carcinoom. Gehoorzaam en schrijf ik herstel het leven weer tot mijn droom Wij weten niet wat hij gelooft het maakt mij ook geen verschil wanneer hij de mensen verdooft, hij doet hét om Christus' wil. En ik vraag mij af als ik preek verdoof ik ze tot hun verderf de christenheid ziet zo bleek, ik ben bang, dat ze sterft. H. E. EEN UITDAGING. Nee Het is niét omdat ik tegenwoor- rig slechts enkele meters van kardinaal Alfrink af woon, waarom ik iets wil gaan schrijven over het feit, dat we de 31e oktober j.l., dus op de Hervormings dag, in een heel ander klimaat adem halen dan in vroeger tijden. Waarom is het dan wèl Omdat het hart mij tot schrijven over Rome-Reformatie" dringt. Niet minder omdat ik bizonder graag mijn adhaesie wil betuigen met de mede deling, die in het nummer van 20 okt. van deze kerkbode gedaan werd door de mij verre van onbekende broeder G. B. Bisschop. Deze „Bisschop", zoals niet zijn ambt, maar wel zijn naam is, deelt mee

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1966 | | pagina 1