^^eeuwóe
Aardige reactie
Over de grenzen
ZIEKTE en GENEZING
Goed gezelschap
-\
2le JAARGANG No. 10
8 SEPTEMBER 1966
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
RedactieDs. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder
Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke
jk weratti ^s- W. Kats, ApeldoornDs. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
en ontkom" Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalaa, Middelburg Drs. J. Vlaaraingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
4,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Graag geef ik plaats aan de volgende
brief uit Slikkerveer van de hand van
collega ds. J. J. Tissink, Geref. pred.
te Ridderkerk.
Hooggeachte collega Wentsel
Gisteren kreeg ik het laatstverschenen
nummer van de Zeeuwse Kerkbode onder
ogen. Op de voorpagina las ik uw artikel
tje „Uit de Herdersflat". Het kwam mij
niet onbekend voor. In de Geref. Kerk
bode voor de Classis Barendrecht en
Dordrecht van 6 augustus j.l. staat onder
het nieuws van Ridderkerk een artikeltje
over hetzelfde onderwerp. Nu wordt er
de laatste weken tamelijk veel geschreven
over het stille gebed. En dat zal wel sa
menhangen met de laatste besluiten van de
Generale Synode inzake de orden van ere
dienst.
Wat mij echter het meest trof, was de
grote overeenkomst van uw artikeltje in de
Zeeuwse Kerkbode met het artikeltje uit
Ridderkerk. Het was woord voor woord
gelijkluidend.
Wanneer u zegt, dat zoiets vaker voor
komt, tot in de Bijbel toe, dan kan niemand
dat tegenspreken. Denk maar eens aan de
profetie over „Het komende vrederijk",
die v/e niet alleen vinden bij de grote Je-
saja (in het tweede hoofdstuk), maar pre
cies gelijk bij de kleine Micha (in hoofd
stuk vier), behalve het begin en het slot.
Toch kan bij zulke opvallende parallellen
de vraag moeilijk onderdrukt worden, van
wie deze woorden afkomstig zijn
Nu kan men verdedigen, dat het hele
maal niet belangrijk is, wié een bepaald
artikel geschreven heeft, omdat alleen maar
Ons Zeeuwse volk heeft in het alge
meen de naam nogal honkvast te zijn
en sterk gehecht aan eigen land en fa
milie binnenslands moge dan een vrij
sterke figratie voorkomen, vergeleken
met b.v. de Friezen is het aantal emi
granten betrekkelijk gering. Toch heb
ben ook de Ver. Staten en Canada,
Australië en Nieuw-Zeeland, Zuid-
Afrika en Zuid-Amerika een aantal
Zeeuwen opgenomen en de meesten
hebben zich bijzonder goed aangepast
in het nieuwe land. Mag ik ook ten
behoeve van de familieleden in het oude
vaderland iets vertellen over een inte
ressante reis, die mijn vrouw en ik in
augustus naar de Nieuwe Wereld heb
ben gemaakt
Natuurlijk kunnen dit slechts enkele
vluchtige indrukken zijn. Wij zijn geen
Amerikanen die in twee dagen Neder
land „doen" en dan een g-efundeerd
oordeel hebben over dijken, kazen en
klompen. Maar in de drie weken die
ons waren toegemeten hebben we ge
tracht ogen en oren goed de kost te
geven en ziehier een impressie.
De reis van Schiphol naar New-York
duurt een uur of zeven per vliegtuig,
maar door het tijdsverschil schijnbaar
slechts 2J/2 uur om acht uur 's avonds
waren we „los" en om half elf zetten
we voet aan wal op Kennedy Airport.
Een eigenaardige gewaarwording om
elf uur schijnt de zon nog stralend door
het vliegtuig, dat met een „bemanning"
van ruim 180 personen rustig en vol
komen schokvrij zijn koers in westelijke
richting vervolgt en als om één uur de
warme maaltijd wordt opgediend schijnt
ze nog boven het wolkendek. Over
New-York, stad van 11 miljoen inwo
ners, ga ik U niets vertellen we heb
ben Manhattan gedurende een dag of
drie in alle richtingen doorkruist, vol
doende om een indruk te krijgen van de
op één na grootste stad ter wereld.
Washington, het regeringscentrum van
de Verenigde Staten, was een belevenis
op zichzelf. We arriveerden er precies
op de trouwdag van Lucy Johnson,
maar zagen op de route van de bruids
stoet meer politieagenten dan belang
stellenden. Twee dingen zullen ons van
deze prachtig aangelegde stad vooral bij
blijven. Ten eerste de grote hitte. Tem
peraturen van 100 graden in de scha-
belangrijk is, dat het geschreven is. Maar
in dat geval moet er toch wel een verkla
ring gegeven worden, wat precies de be
tekenis is van de namen onder het artikel
in de Zeeuwse Kerkbode „Uit de Herders
flat". Wat betekenen daar de namen B.
Wentsel en Brouwershaven Is er in Brou
wershaven een „Herdersflat", die bewoond
wordt door een zekere B. Wentsel Dat
is de vraag, waar de Zeeuwen mee zijn
blijven zitten. En als deze laatste vraag
ontkennen moet worden beantwoord, dan
is de vraag Waar moeten we die Her
dersflat dan zoeken, en wie is de bewoner
daarvan
Als u de zeeuwen uit de droom kunt
helpen, zullen velen u dankbaar zijn. Een
rectificatie in de Kerkbode is dan zoveel
als een rechtzetting. En zouden wij het
recht niet beminnen
Overigens werk ik met plezier in Ridder
kerk, waar ik niet zelden mensen ontmoet
met goede herinneringen aan u.
Mede namens mijn vrouw wens ik u veel
goeds toe en besluit
Met vriendelijke groet,
J. J. TISSINK.
De lezer zal begrepen hebben dat in
de Kerkbode de bronvermelding per
abuis was verzuimd. We zouden kun
nen zeggen een „felix culpae", een ge
lukkige schuld, want nu hebben we er
dit leuke schrijven aan te danken. Ik
denk dat onze abonnees wie sommigen
ds. Tissink wel zullen kennen er ple
zier aan beleven. Wel bedankt collega.
Brouwershaven B. WENTSEL.,
P.S. Ik ontvang nog een schrijven over
het stil gebed waar ik nader op
hoop in te gaan.
duw zijn wel fnuikend voor het ont
plooien van enig initiatief. Gelukkig
zijn praktisch alle huizen (behalve die
van de negers en zij vormen het groot
ste deeLvan de bevolking!) air-condi-
tioned. En dan het Kapitool U be
grijpt, dat het voor enigszins politiek
geïnteresseerden machtig belangwek
kend is dit centrum van de wereldpoli
tiek te bezoeken. Dank zij goede intro
ducties woonden we zowel een verga
dering van de Senaat als van het Huis
van Afgevaardigden bij, zagen we Rob
Kennedy een vergadering presideren,
spraken we met verscheidene „geachte
afgevaardigden", zelfs met Mr. Mc
Cormack, de „Speaker" van het „Huis".
Wist U, dat elk parlementslid daar een
tiental secretarissen en administratieve
hulpen tot zijn beschikking heeft Al
leen voor dit doel krijgt hij zo'n 75.000
dollar per jaar uitgekeerd. Neen, ja
loers ben ik niet. Voorlopig geef ik de
voorkeur aan mijn schrijfmachientje en
mijn hulpje voor een paar uur per week.
De zondag bezochten we een Presby
teriaanse Kerk in Washington, een
goedbezette Avondmaalsdienst (kleine
bekertjes voor ieder deelnemer) in een
deftig en stijlvol gebouw, met een toe
spraakje, dat weinig overeenkomst ver
toonde met onze stijl-van-preken.
Na een schier eindeloze treinreis (on
geveer 40 uur arriveerden we dan in
Winnipeg, hoofdstad van de provincie
Manitoba en een van de grootste steden
van Canada. De provincie is twintig maal
zo groot als Nederland, maar telt slechts
ruim een miljoen inwoners de hoofd
stad telt er daarvan een half miljoen.
De eerste indruk die men van Canada
krijgt is die van een enorme wijdheid
en van onbegrensde mogelijkheden. En
orme velden tarwe, rogge, have en mais,
met hier en daar een verspreid liggende
farm. De dorpen zijn klein, de steden,
gering in aantal. De op Winnipeg vol
gende stad telt slechts 30.000 inwoners.
Maar de hoofdstad met haar enorme
flatgebouwen, grote hotels, warenhui
zen van tien verdiepingen, schitterend
parlementsgebouw en moderne univer
siteit (12.000 studenten) maakt een
grootsteedse indruk. Jammer, dat het er
's winters zo barbaars koud kan zijn
deze winter stond het kwik maanden
lang op 30 tot 40 graden beneden nul.
De bevolking vormt een mengelmoes
van allerlei nationaliteiten mijn jongste
zoon, met zijn 21 jaar journalist bij een
der twee grote dagbladen, deelt zijn
flat met een Engelsman en een Yslan-
der. Dank zij de journalistiek, die altijd
open deuren vindt, legden we vele con
tacten met persmensen en politici, pro
fessoren en studenten, boeren en bui
tenlui. En telkens weer verbaasden en
verheugden we ons over de hartelijk
heid en ongedwongenheid, waarmee
men vreemdelingen hier tegemoet treedt.
Zoals we ons ook verheugden over het
telefoontje van een oud-inwoonster van
St. Laurens, een vroegere „buurvrouw"
dus, die ons adres via een artikeltje en
een foto in de krant op het spoor was
gekomen.
Bijzonder waardeerden we ook de
kerkdiensten in de Christian Reformed
Church, waar de Engelse taal eigenlijk
het enige niet-Nederlandse aspect was.
Uitsluitend mensen met stoere Friese of
Zeeuwse namen (Kingma, Halbesma,
Tuininga, Bakker, Maartense enz.), li
turgie en preek, volkomen overeenstem
mend mgt die van onze kerken omstreeks
25 jaar geleden, een mededelingen
blaadje, dat zo uit een Hollandse kerk
bode vertaald had kunnen zijn. Met
verscheidene kerkgangers hebben we
soms uitvoerig gesproken en nie
mand had spijt van de grote overstap.
Na een dikwijls moeilijke start waren
ze maatschappelijk allen geslaagd en
het kerkelijk meeleven en saamhorig
heidsgevoel is dikwijls sterker dan bij
ons.
Slechts op één punt liggen wij in
Nederland aanmerkelijk vóór wie zich
in Manitoba de „weelde" van een eigen
Christelijke school wil veroorloven moet
tot de laatste penning alles (salarissen,
gebouwen, exploitatie) zelf betalen. En
U zult begrijpen, dat daarover nog wel
eens een woordje is gevallen. Financiële
gelijkstelling is daar nog een bijna on
bereikbaar ideaal.
Al met al een machtig land, dit Ca
nada, met zijn 20 miljoen inwoners in
een staat die naar oppervlakte de twee
de van de wereld is. Een Canadees volk
als zodanig moet eigenlijk nog geboren
worden. Winnipeg, een der oudste ste
den, hoopt volgend jaar zijn 100-jarig
bestaan te vieren en de bindingen met
het moederland zijn vaak nog sterk.
Maar voor mensen met werklust en am
bitie liggen hier nog steeds rijke moge
lijkheden. Mits men bereid is zich aan
te passen en de Engelse taal kan en wil
leren. Wie geen Engels kent of niet
bereid is zich de landstaal eigen te ma
ken heeft het wel extra moeilijk. En
tenslotte wie zich wat meer wil ver
diepen in de kennis van land en volk
raad ik aan te lezen „Canada, land
van de zonen" door Peter Grubbe.
M. J. A. v. B.
(5)
DUIVEL EN DAEMONEN.
Vrijwel algemeen is men in de pink
sterbeweging van oordeel, dat God in
het geheel niets met de ziekte te maken
heeft.
En eveneens is de opinie practisch
algemeen, dat ziekten door inwerking
van de duivel worden veroorzaakt.
Dikwijls wordt de ziekte als bezeten-
Leid voorgesteld. In Jezus' dagen wa
ren er bezetenen. Deze bezetenheid
werkte op ongunstige wijze op het ver
stand in en openbaarde zich ongeveer
op dezelfde wijze als krankzinnigheid.
Maar de bezetenheid kan ook op een
andere wijze tot openbaring komen, bij
voorbeeld in kanker of een maagzweer.
Op deze wijze is er een soort dae-
monen-leer ontstaan. Er zouden vele
soorten daemonen zijn, die de verschil
lende soorten ziekten veroorzaken: dae
monen van maagziekten, longziekten,
kanker, enz.
Men schijnt zich voor deze opvatting
te kunnen beroepen op Lucas 13 10.
In dit gedeelte wordt de genezing
verteld van een vrouw, die reeds lang
.ziek was geweest. Er staat„En zie,
Ik was verdwaald in 't dromenland
en zag „De Liefde" hand in hand
door 't leven met „De blijdschap" gaan.
Toen heb ik ook hun spraak verstaan.
Ze fluisterden elkander toe
„Nooit worden wij elkander moe".
Ik wist, dit is de werk'lijkheid,
dat „Liefde" „Blijdschap" begeleidt.
Liefde bezitten brengt verdriet.
Die dit niet vat, die kent ze niet.
Wie met haar sterft, ontvangt het al,
Volgt over bergen en door 't dal.
Wie haar bezit, 't zij groot of klein,
diens „Blijdschap" zal bestendig zijn.
G. K.
er was een vrouw, die reeds achttien
jaren een geest van zwakheid had, en
verkromd was en zich in het geheel niet
kon oprichten"
Over één ding zijn practisch alle
exegeten het eens met „geest" wordt
hier een daemon, een boze geest be
doeld. Deze wordt „een geest van
zwakheid" genoemd. Daarmee wil de
schrijver zeggen, dat hij de zwakheid
veroorzaakte. Elders in de Bijbel is
sprake van een „dove geest", en daar
wordt dan bedoeld een geest, die doof
heid teweegbrengt.
Men zou ook kunnen wijzen op Lu
cas 4 39. In vers 38 wordt de ziekte
van Simons schoonmoeder verteld.
Haar genezing volgt in vers 39 „En
Hij ging aan het hoofdeinde staan en
bestrafte de koorts en deze verliet haar.
Onmiddellijk stond zij op en diende
hen".
Op de vraag wie er precies bestraft
werd, worden verschillende antwoorden
gegeven, maar steeds weer komen daar
bij de duivel of de daemonen ter sprake.
In Lucas 4 39 is het de koortsverwek-
kende geest, die bestraft wordt en daar
door wijkt, terwijl in Lucas 13:10
(hoewel dat niet nadrukkelijk vermeld
wordt) de „geest der zwakheid" be
straft zal zijn.
We kennen uit de Bijbel meer voor
beelden van dergelijke satanische wer
kingen. In de eerste plaats denken we
aan de geschiedenis van Job, en verder
ook aan Paulus, die last had van een
engel van satan, die hem met vuisten
sloeg (2 Cor. 12:7).
In al deze gevallen zien we duide
lijke voorbeelden van ziekten, die door
toedoen van de satan zijn ontstaan.
Nergens lezen we echter, dat dit van
alle ziekten gezegd kan worden. Hoewel
het zeer goed mogelijk is, dat in be
paalde gevallen duistere machten aan
het werk zijn, mogen we niet zo-maar
stellen, dat alle ziekten regelrecht van
daemonische machten afkomstig zijn.
De genoemde voorbeelden zeggen dat
voor dïè gevallen, maar niet zonder
meer voor ieder ziektegeval.
De Bijbel spreekt een andere taal.
Als de opvatting van verreweg de mees
ten in de pinksterbeweging waar was,
zouden de zieken uit Gods hand geval
len en in de macht van de satan terecht
gekomen zijn. Een jobstijding, die wij
gelukkig nergens in de Bijbel tegenko
men. Wij vinden in Gods Woord een
andere „jobstijding" (in de letterlijke
zin van het woord): „Want Hij ver
wondt en Hij verbindtHij slaat en
Zijn handen helen" (Job 5:18). En
wij moeten ook denken aan Gods ant
woord, dat Paulus ontving „Mijn ge
nade is u genoegwant de kracht open
baart zich eerst tenvolle in zwakheid
(2 Cor. 12:9).
Wanneer Paulus spreekt over „een
engel des satans, om mij met vuisten te
slaan", denken wij evenmin aan een
zelfstandige, geheel buiten God om
gaande macht.
De meningen over deze zinsnede ver
schillen onderling nogal. Sommigen zijn
van mening, dat de duivel de hand
heeft gehad in het ontstaan en voort
duren van Paulus' ziekte, anderen wij-