oictFT
Hospitaal Kerk Schip „üe Hoop"
begeleidde lek schip naar Blyth
Uit de Gemeenten
B de gemeente I
VAN EEN ARM DORP,
DAT RIJK WERD
kwam, zei één van de ouderlingen U
moet vanmiddag maar niet rekenen op
veel belangstelling. Wat was namelijk
het geval Als sluitstuk van de aktie
Antwoord '64 werd die middag de Ant
woordkerk in Hoogvliet in gebruik ge
nomen en dit werd om vijf uur door de
televisie uitgezonden. „Aan de orde van
behandeling" was juist het vierde ge
bod. Ook deze ouderling bleek een
juiste kijk op de zaak te hebben. Bene
den was hier en daar een kerkganger
te ontdekken. Temidden van lege ban
ken keek mijn vrouw mij bemoedigend
aan. Maar vol verbazing keek ik naar
de galerijen. Die waren praktisch vol
met jeugd. Toch jammer, vindt U niet,
dat de jeugd geen interesse meer heeft
voor zo'n grootscheepse kerkbouwaktie?
Of waren het kerkelijke provo's, die
protesteerden tegen de televisie Toch
opmerkelijk. Of was het dom van de
kerkeraad, die zo'n juiste kijk had, om
voor het kijken naar de televisie niet de
kerkdienst te verzetten
Zondag en rekreatie. De aanvangs
tijd van de tweede dienst moet veran
derd worden. De mensen moeten op
zondag tijd hebben om zich te ontspan
nen na een week geen tijd hebben, zelfs
niet op de vrije zaterdag. Iemand, die
veel doet voor het werk van de kerk in
de rekreatie, zei eens in een toespraak
de nieuwste vorm van rekreatie is om
vrouw en kinderen met een lolly in een
auto te stoppen en te gaan rijden. Va
der heeft geen lolly nodig, die heeft het
stuur van een auto. Maar je zult de hele
week zitten, lopen en rijden temidden
van plichten en opdrachten, moet de
kerk dan op de zondag ook nog eens
komen met de plicht voor een tweede
dienst
Toen er eens met een beheerder van
een rekreatie-oord gesproken werd, wat
de kerk eventueel zou kunnen doen voor
de rekreërende mens, zei deze meneer
dominee, zij liggen in of voor de tent
en zij zijn te lui om brand te roepen.
Tussen haakjes wat zullen de kinde
ren zich dan vermaken Zijn wij re
kreërende kerkmensen anders
We mogen veel meer dan vroeger en
wij gaan 's zondags op bezoek bij fami
lie, kennissen of vrienden. Is in de plan
ning dan de kerkdienst, ook de tweede
kerkdienst, inbegrepen Of wordt de
gezelligheid verstoord door samen naar
de kerk te gaan
Inderdaad, het probleem van de
tweede dienst moet maar eens op de
tafel komen. Is het een probleem van
de dienst en (of) is het een probleem
van de Zondagskinderen
(Arnhemse Kerkbode) Kappers.
Wij bidden voor allen, die op zondag
moeten werken artsen, verpleegsters.
Maar ook de mensen, die in continuarbeid
in de industrie en allerlei dienstverlenende
bedrijven bezig moeten zijn.
Van 24 mei tot 14 juni en van 22
juni tot 14 juli was het hospitaalkerk
schip in actie op de Noordzee.
In totaal werd deze reizen 3250 mijl
6100 km.) gevaren.
Door de stuurlieden werden 300
weerrapporten opgemaakt, die meren
deels naar De Bilt werden overgeseind.
Meer dan 200 maal werd de rubber
boot bemand om dominee, dokter, radio
monteur, werktuigkundige, of kerkgan
gers en patiënten heen en terug te bren
gen naar hun schepen.
Op 4 juni meldde de „Castor" op de
129 m. dat het schip water maakte in
de machinekamer en koers zette naar de
dichtstbijzijnde haven Blyth.
De schipper vroeg hem te willen be
geleiden om hulp te bieden indien no
dig, welke dienst „De Hoop" gaarne
verrichtte.
De geestelijke verzorging was gedu
rende de 25e reis in handen van Ds: J.
Jonker, Gereformeerd predikant te Boj-
ven-Smilde en op de 26e reis werd deze
verricht door Ds. A. Baas, Hervormd
predikant te Katwijk.
Zij leidden twaalf kerkdiensten, waar
van er tien uitgezonden werden op de
129 m. (=2316 kc.). Twee werden op
3 juli gehouden in Blyth, waar op dat
moment veel schepen lagen.
Deze diensten binnenslands mochten
uiteraard niet uitgezonden worden. Van
de 14 dagsluitingen werden er 6 uitge
zonden.
In de kerkzaal kwamen circa 400
kerkgangers, terwijl 238 schippers een
goede ontvangst meldden.
Op zee werden vijf vissersschepen
bezocht, waarbij als steeds de door de
gemeenteleden van de predikant bijeen
gebrachte lectuur werd uitgereikt. Ook
herstelde patiënten kregen „lees" mee.
Twee patiënten van de Duitse A.L.
17 uit Leer, bleken afkomstig uit Thes-
salonica. Ds. Jonker kon met zijn Nieuw
Testamentisch Grieks niet veel uitrich
ten, maar ook voor deze mensen had
„De Hoop" een Bijbel in de eigen taal,
heendaags Grieks, aan boord.
Voor de medische dienst tekenden
resp. Dr. D. van Veen uit Zuidwolde
en Dr. C. J. Kerkhof uit Amsterdam.
De echtgenote van Dr. Kerkhof ver
richtte goed werk als apothekersassis
tente, haar oude beroep. Er werden 45
recepten klaargemaakt.
Zeventien maal kon met radiomedisch
advies worden volstaan.
Naast 42 Nederlanders werden een
Pool, vier Westduitsers en twee Oost
duitsers aan boord behandeld.
Chirurgisch van aard waren 17 be
handelingen en 5 betroffen tandheel
kundige ingrepen. Men moet maar mid
den op zee zitten met een hevige kies
pijn
Maar ook voor een derdegraads ver
branding tengevolge van kokende olie
of een schedelbasisfractuur tengevolge
van een klap met een hijsblok bracht
„De Hoop" uitkomst.
Een blindedarm patiënt werd in
North Shields geopereerd en weer aan
boord genomen voor verder herstel en
transport naar Holland. De romantiek
wil graag een operatie in volle zee,
maar in het belang van de patiënt wordt
dit, zo enigszins mogelijk, vermeden.
Van het Westduise hulpschip „Frith-
jof" werd een Nederlandse visser over
genomen wien reeds één vinger van een
gekwetste hand was afgezet. Dr. Kerk
hof smaakte het genoegen een andere
vinger te behouden.
Tijdens de reis werd het drijfvermo-
gen van de brancard weer eens be
proefd, waarvoor de verpleger zich als
„slachtoffer" beschikbaar stelde. Al
houdt men dan het hoofd boven water,
een dergelijke test is midden op zee
toch geen pretje
Op 26 juni zond Humber Radio een
„panne" bericht uit, meldend dat de
machinist van een Britse trawler amok
maakte.
De „Thor Anglia" was het dichtst
bijzijnde schip en nam de patiënt over.
Om verder oponthoud te voorkomen
werd deze niet aan „De Hoop" over
gegeven, maar meegenomen naar Zwe
den.
De dierenvrienden onder de lezers
kunnen wij mededelen dat een meeuw
met gebroken poot werd gecureerd. De
behandeling had succes, want de pa
tiënt vloog direct na het spalken weer
weg.
Voor de 25e reis was Radio Holland
zo vriendelijk een radiomonteur ter be
schikking te stellen, die uitstekend werk
verrichtte.
Na een korte opleiding bij de firma's
voor wie de technische dienst service
verleent, is de heer J. van Dijk gemon
sterd. Samen gaven zij 83 radio-advie
zen en in 35 gevallen liet men zich op
het om hulpverzoekende schip overzet
ten om te trachten een radar, echolood
of zender te repareren.
Door de scheepswerktuigkundigen
werd in volle zee tweemaal gasolie over
gepompt naar een onfortuinlijk schip en
driemaal drinkwater.
In totaal 15 maal werden reparaties
verricht aan brandstofleidingen, koel
en stuurmachines, smeeroliepompen etc.
Op de „Martina" zogen de smeer
oliepompen lucht aan. Na langdurig
zoeken bleek de leiding in het inwen
dige van het pomphuis gescheurd. Duur
van de reparatie 12 uur.
De Duitse logger „Embden 14" meld
de een lekke luchtleiding. Een nieuwe
koppeling die nodig bleek te zijn werd
binnen enkele uren in de werkplaats
van „De Hoop" gedraaid.
Op 2 augustus gaat het Hospitaal
kerkschip „De Hoop", na een welver
diende vakantie van de bemanning, van
uit de Scheurhaven-Europoort weer
naar zee.
Nieuwerkerk.
Vacan tie-brief
Amice,
Van ouds zijn er al brieven geschreven
in kerkbladen. Sommige zijn zelfs zeer
bekend geworden. De brieven van Ds. S.
Datema, in de Wachter of de brieven van
de oude Gispen, aan een vriend te Jeru
zalem.
Je kunt natuurlijk in de vacantie als
kerkganger met gezin zondags ergens „ker
ken". Hebben we ook wel gedaan. Fijn
Maar al zo vroeg doen de kerken een
beroep op je, en ergens vind je 't nog leuk
ook een weekend op stap te gaan, als het
wat ver is, om, als was je weer candidaat,
hier en daar voor te gaan, als dienstknecht
van elders
En nu laat ik bijzonderheden van plaats
en tijd weg.
Als we dan elders voorgaan, komt na
enkele keren het verlangen weer op om
thuis het Woord te brengen. Je bent niet
vreemd voor elkaar, maar je kent elkan
ders levensgeschiedenis. Er is band. Je bent
in lief en leed verenigd geweest, in mee
leven met elkander
Dat is de ene zijde.
Maar nu, daartegenover de bekoring
eens even elders te zijn. Hoe zou de kerk
zijn De kerkeraad, die je ontmoet. Zal
er nog al geluisterd worden Mag de ge
meente nog een zegen ontvangen Vaak
hoor je niets. Soms wél.
Dan is er de verrassing bij het uitgaan.
Daar staat een broeder te wachten.
Bent u degene, die vroeger in Uitgeest ge
arbeid hebt Ik kan dat bevestigend be
antwoorden. En dan komt er na jaren
vrucht openbaar van evangelisatie-werk,
in zwakheid verricht. Daar was een gezin,
waar ik veel kwam. Richtte mij eigenlijk
steeds tot de man, hém sprak ik bij zijn
garage. Zijn vrouw hoorde het meestal
aan. Maar zie, door Gods wondere ge
nade begon in haar hart een heilbegerig
verlangen te ontwaken. En na zoeken en
tasten kwam ze onder de prediking, hon
gerig en dorstig. Van haar geldt Jezus'
zaligspreking
Zo mocht mij deze broeder bij de uit
gang van de kerkdienst vertellen
We lopen in de middag in diezelfde
plaats wat vroeg naar de middagkerk.
Daar stopt een auto. Portierraampje gaat
open. „Weet u waar de Gereformeerde
Kerk is „Ja," is mijn antwoord, „dan
„moet u zo en zo rijden. Over een half
„uur hoop ik u vanaf de kansel dan te
„zien." We praten nog even door. We
blijken elkaar te kennen. „U bent wel eens
bij mij geweest," zegt deze br. En ja, toen
wist ik 't, deze broeder is eens zéér zwaar
getroffen door een ongeluk. Diep was de
weg, die hij moest gaan. En nu, bijzonder
gesterkt, zit hij weer achter het stuur, met
zijn gezin, op weg naar de kerk. Straks
zie ik hem onder het gehoor. Het Woord
Gods bindt ons samen. Dat blijft het lich
tend spoor in alle donkerDat kan
alleen troosten en uitzicht bieden.
Eeuwig uitzicht
Ik eindig met een groet,
Dr. J. H. Becker.
FEUILLETON
door
H. NOORMAN
8)
De laatste nieuwelinge had reeds warme vriendschap
gesloten met haar kamergenote, zuster Fernandi, zodat zij
reeds samen de stad hadden bezocht en urenlang praatten
in haar gemeenschappelijk vertrek, wanneer zij althans
niet bij de andere verpleegsters in de conversatiezaal ver
toefden.
„Wij kunnen elk ogenblik de hoofdzuster verwachten.
Zij doet met dokter Van Stralen de ronde en komt daarna
met ons de orders bespreken. Meestal in de conversatie
zaal, maar ook wel hier, als ik er niet ben. Het verbaast
mij," zij keek op een klokje, dat op de schoorsteenmantel
stond, „dat zij er nog niet is."
„Ik vind haar bijzonder sympathiek," verklaarde Meta
van Henten, die zich in de week, dat zij er nu was, reeds
thuis begon te gevoelen in het grote ziekenhuis. „Natuur
lijk, je voelt, dat zij boven je staat, maar zij laat dat niet
opzettelijk blijken."
„Je kunt gerust zeggen, dat zij op en top een dame is.
Als zij niet van die bekrompen ideeën had, kon zij wer
kelijk in de wereld schitteren en een goede partij doen,
te meer, daar zij niet onknap is
„Zeg maar gerustknap," viel de andere spreekster
in de rede.
„Goed, knap dan. Dus knap is en zij bovendien niet
geheel van middelen is ontbloot."
„Dat heb ik deze dagen van een ander gehoord. Is dat
heus waar? Heeft zij geld?"
„O, stellig wel. Er wordt zelfs beweerd, maar ik weet
't niet, of het waar is, dat zij voldoende geld heeft, om
te leven. Maar hoe dat ook zij, verpleegster behoeft zij
niet te wezen."
„Zij is het wel bepaald uit roeping
„Dat is buiten twijfel. Vandaar, dat zij hier ook zulke
snelle vorderingen heeft gemaakt. Zij is nu al verschil
lende jaren hoofdverpleegster en staat zeer goed in de
pas bij de directeur en bij de doktoren. Niets is haar ook
te veel. Wij hebben wel eens onder elkaar gezegd, dat
zij te hard werkt. En het komt mij voor, dat dit de laatste
tijd ook zichtbaar is. 'k Vind, dat zij er vermoeid uitziet.
Maar als je er iets van zegt. dan lacht zij wat en beweert,
dat het wel zal loslopen. Ik weet het niet, hoe het zit.
Maar zeker is, dat zij er verleden jaar heel wat fleuriger
uitzag."
„Het zou jammer voor haar zijn. Ik vind haar echt
iemand, om van te houden."
„Ongetwijfeld heeft zij een nobel karakter. Zij is zeer
sympathiek. Het valt dan ook te verstaan,, dat men op
alle afdelingen haar veel achting toedraagt. Er is, zoals
overal in de wereld, ook onder verpleegsters, jalouzie en
naijver, je zult dat nog wel gewaar worden. Maar zuster
Van Landen heeft alleen vrienden hier, geen enkele vijand.
Dat is wel zeker."
Op dat ogenblik werd de deur geopend en verscheen,
bijna een half uur later, dan gewoonlijk, Hertha in het
vertrek.
„Julli kunnen nog wel rustig een uurtje met elkaar pra
ten," glimlachte zij. „Dokter Van Stralen had niet be
paald veel orders, zodat ik in de conversatiezaal het werk
al verdeeld heb."
„Wat is u laat vandaag mérkte zuster Fernandi op.
„Dokter Van Stralen is anders een man van de klok."
„Dat was hij nu ook," zeide Hertha. „Er is een andere
reden voor mijn laat zijn."
Zij was zeer bleek en nog onder de indruk van het
gesprek met dokter Van Stralen, waarin zij, zeer terecht,
het begin van haar vonnis zag. Haar bleekheid viel de
beide verpleegsters op.
„U is vermoeid, geloof ik," zeide zuster Fernandi.
,,'k Heb het wel meer opgemerkt. Past u toch op
„Ja, je hebt gelijk. Ik ben zeer moe. Maar dat gaat weer
wel over."
Hertha trachtte opgewekt te spreken, doch het ging
haar niet gemakkelijk af, wat de beide anderen zeer wel
bemerkten, te meer, toen Hertha, tegen haar gewoonte,
op een stoel zitten ging.
„Jawel, het zal wel overgaan. Maar u moet toch voor
zichtig zijn," meende de andere van het tweetal op een
toon vol bezorgdheid.
„Ja, ja, ik neem mij wel in acht. Dokter Van Stralen
gaf mij ook reeds een waarschuwing, die niet in de wind
geslagen mag worden. Gaat het goed, zuster Van Henten?"
Met deze vraag wendde Hertha zich tot de nieuwelinge,
tegelijkertijd te kennen gevende, dat, naar haar mening,
over haar genoeg was gepraat. Zuster Fernandi, die haar
reeds lang kende, begreep dat volkomen en kwam er niet
meer op terug.
Meta van Henten verzekerde, dat het haar best beviel, 'i
al begreep zij zeer wel, dat zij nog slechts aan het begin
van haar werk stond.
„Ja, je moet nog heel wat leren. Maar het komt wel in
orde, als je je best doet. Het speet mij wel, dat ik mijn
leerlingen verlaten moest, 'k Vind het een mooi en dank
baar werk, om nieuwelingen tot het werk in te leiden."
„Maar u komt toch na een week weer bij ons terug.
O, het gaat met deze hoofdverpleegster ook goed, maar
de andere, die reeds langer in opleiding zijn, beweren, dat
het niet prettig is, van leermeesteres te veranderen."
„Dat heeft inderdaad ook nadelen. Maar het kon moei
lijk anders, omdat ik zuster Vermaas moest vervangen.
Het is echter de grote vraag, of ik bij jullie terugkeer."
„Wat nu verwonderde zuster Fernandi zich. „U is
de laatste jaren toch steeds voor de opleiding aangewe
zen
„Zeker. Maar het is niet onmogelijk, dat daarin veran
dering komt. 'k Weet het nog niet definitief, maar het is
toch wel vrij zeker, dat ik voorlopig niet meer opleid,"
deelde Hertha mede.
Meer liet zij evenwel niet uit. Zij sprak niet gaarne
over zichzelf en had deze voorzichtige, onvolledige mede
deling, die haar weg wel vinden zou, alleen gedaan, om
de zusters zacht voor te bereiden op een vertrek van
minstens enige maanden. Want het stond wel voor haar
vast, dat het advies van dokter Van Stralen in die richting
gaan zou.
Moeizaam stond zij op.
(Wordt vervolgd)