^Teeuic^e 3
Hoe wij de verzoening zullen prediken aan de mens van vandaag
MIJN COLLEGA
Horen, zien en schrijven
Bij de open groeve van Willem Jan Meister f
28 JULI 1966
21s JAARGANG No. 5
Jlk worstel
en ontkom"
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder
Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke
Ds. W. Kats, Apeldoorn D§. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. G. S. Oegema, ArnemuidenDs. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
4,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
I
In zijn instructieve pocketboekje ,,Het
Evangelie der Verzoening" komt Prof.
Lekkerkerker in twee hoofdstukken over
deze vraag te antwoorden.
Nu is 't mijn bedoeling niet op het
door hem gegeven antwoord uitvoerig
in te gaan, al zullen we van enkele door
hem gemaakte opmerkingen dankbaar
gebruik maken, zoals hij zelf zegt dit
ook gedaan te hebben met hetgeen an
deren voor hem reeds schreven. We
willen proberen op de vraag als vraag
voor vandaag een eigen visie te geven.
Allereerst zij dan opgemerkt, dat het
stellen van de vraag als uitgangspunt
de gedachte heeft of mogelijk het ant
woord zal moeten zijn dat het vandaag
anders moet als vroeger. Anders omdat
de mens van vandaag een andere is als
die van voorheen, 't Gaat er dus niet
over om wat de Schrift over Verzoening
leert als inhoud van het begrip Verzoe
ning tussen God en mens te veranderen.
De Verzoening zoals deze eenmaal
geschiedde, nl. dat God in Christus was
Zichzelven met de wereld verzoenende,
blijft een onaantastbaar feit. Wat in de
Bijbel daarvan gezegd wordt, blijft ge
zegd. We kunnen en mogen daar geen
ander Evangelie van maken. We willen
dit ook niet. Wie dit zou willen doen
of mogelijk reeds deed, denke aan Pau-
lus' vervloeking van hem die een ander
Evangelie brengt, al was het een engel
uit de hemel. Of hij herinnere zich het
dreigende woord van Johannes op Pad
mos, dat de naam van zulk een die aan
de woorden dezes boeks iets toe- of iets
afdoet, zal worden weggedaan uit het
boek des levens.
Waar het dan wel over gaat Wel
over de prediking, over de wijze van
benadering van de mens van vandaag
met de boodschap van het Evangelie
der Verzoening. Het ,,hoe van deze
prediking is aan de orde. En dan in
zeer speciale zin en dan niet als de tel
kens weer boeiende vraag hoe er iedere
zondag weer gepredikt zal moeten wor
den een vraag, die het elke prediker
niet pas op de zondag zelf, maar in de
dagen van de voorbereiding in de week
lastig genoeg kan maken.
Als ik het goed versta, wil men van
daag weten of men vandaag nog met
het Evangelie der Verzoening bij de
moderne mens kan aankomen op de
wijze en met de vertolking er van, zoals
de Kerk dat gisteren en eergisteren,
d.w.z. in de loop der eeuwen heeft ge
daan Men wil een andere wijze van
verpakking, zelfs tot een opnieuw her
schrijven van de Bijbel toe.
Hoe men tot deze vraag komt Van
wege het merkbare feit, dat zovelen zich
van de Kerk of in elk geval van haar
prediking van de Verzoening afkeren
ja, men zelfs het woord Verzoening
nauwelijks meer verstaat. Men heeft er
geen begrip meer voor, wil er geen be
grip voor hebben, dat de tussen God en
mens zo iets aan de orde zou kunnen
zijn dat er een twist zou zijn tussen
Schepper en schepsel, tussen de Heilige
God en de onheilige mens.
Een andere vraag acht men primair,
nl. deze of God bestaat Zo althans
stelt het de bekend (liever schrijf ik
beruchte) God-is-dood Theologie, die
uiteraard geen theologie is, want hoe
zal men logiseren over een niet be
staande theos Hier is een contraditie
in terminis. Deze theologie wordt dan
ook alleen beoefend door moderne the
ologen, dus van moderne huize.
Ze wordt bedreven door hen over
wie we niet vergoelijkend spreken en
schrijven mogen, hoeveel respect men
ook moge hebben voor hun waarde als
persoon.
Om christen-theoloog te zijn zal men
toch met het christendom, d.w.z. met
Jezus Christus van doen moeten heb
ben God was in Christus Zich met de
wereldverzoenende niet zonder Hem,
die Jezus van Nazareth heet.
't Zijn vooral deze moderne theolo
gen die ons spreken als mode-woord
over de mens van deze tijd, van van
daag zegt men, met dit spreken alsof
God opnieuw is gaan scheppen, alsof
God herbegonnen is met hetgeen Gen.
1 ons zegt ,,en God zeide laat ons
mensen makenNatuurlijk maakt
God ook vandaag mensen en Hij maakt
ze mensen van vandaag, van deze tijd.
Hij is daar heel werkelijk bij betrok
ken. 't Is nog waar, dat Hij bepaalt de
plaats van ieder woning, de kring waar
in Hij werken moet.
Maar dit wijst m.i. juist weer het
spreken, het hoogmoedig spreken over
de mens-van-vandaag van de hand.
Wie Welke mens is toch die mens
van vandaag Is deze in wezen een
ander wezen als die van alle tijden
Vandaag een ander mens als de mens
van gisteren en eergisteren
Is zijn verhouding tot God een an
dere geworden in der tijden loop? Heeft
de geschiedenis het hem gedaan De
wetenschap of de techniek Maakt het
feit dat hij thans grijpt naar de maan
hem tot een ander wezen Moet Psalm
acht, een Psalm die al zovele eeuwen
oud is, soms herschreven worden in
overtreffende trap Men zegt dat het
wereldbeeld van vandaag een ander is.
Best, maar betekent dit dat de verhou
ding tot God een andere is geworden
Ik meen van niet, want nog is er of de
onverzoende of de verzoende verhou
ding van de mens met zijn God in
Christus Jezus, Die men belijdt of ver
loochent. De mens van vandaag is er
met elke nieuwe dag en elke nieuwe
tijd. Hij weet dit, gaat er prat op er
juist vandaag te zijn. Dat doet en deed
elke generatie. Reeds oudtijds noemden
ze de landen naar hun namen.
Merkwaardig is het verhaal, dat
Prof. Hartman eens schreef in diens
boek ,,Uit de leerschool van de spade"
over de keizer-wijsgeer Markus Aure-
lius en diens vriend Seneca, ook een
wijsgeer dier dagen.
Ze bespreken op de wandeling de
ernst van hun tijd en het dreigen van
de massa. De moeilijkheden van het
staatsbestuur van het kerkelijk Rome.
Welke maatregelen zijn er te nemen.
Dit of dat of nog wat anders.
Dan zegt de keizer opeens tot zijn
vriend, die een voorstel deed, neen, dat
kun je in onze moderne tijd toch niet
meer doen.
Zo nu beziet elke generatie de mens
zijner dagen als de mens van vandaag,
als de moderne mens van nu.
Brouwershaven B. WENTSEL.
X.
Mijn buurman-collega, bij wie ik van
tijd tot tijd op bezoek en om advies ga,
heeft geen grote bibliotheek. Eekhout
zegt van Pastoor Poncke ,,Het aantal
boeken van Pastoor Poncke hadt ge
tenden becijferd met twintig. Zij reek
ten, allen in velijn gebonden, op een
enkel wandschab". Nu, mijn oude col
lega heeft er wel heel wat meer dan
twintig. Om de pecunia behoeft hij de
boeken-aanschaf niet sober te houden,
want men vertelt in de gemeente, dat
de pastoorse een grote boerderij mee
naar de pastorie genomen had. Wel
gemakkelijk, dat je niet helemaal van je
tractement afhankelijk bent. Maar er
staat tegenover en dat vraagt veel
energie en overleg van mijn ambts
broeder dat men nogal dikwijls voor
een grote of kleine lening bij hem aan
klopt. Ik hoor nooit van brokken of
complicaties, het geld wordt schijnbaar
altijd goed geplaatst. Misschien wel
naar de methode van de dominee, over
wie Ds. de Groot vertelt in z'n ,,De
gezonde apotheek". Als ze bij die do
minee komen met de boodschap onze
geite is dood egoan, taste dominee in
zijn geldbuidel, en telde uit het bed-
drag voor een halve geit. Als wou hij
zeggen ik mag het eigen initiatief niet
doden zie maar, dat je de andere helft
er elders bij krijgt, of bijeen bedelt. Hij
gaf een halve geit met hoop, en ver
wachting, dat het beest mocht uitgroeien
in een volslagen, hele geit. In de loop
van de vele jaren was het getal der uit
gedeelde halve geiten uitgedijd tot
Legio.
Mijn buurman spreekt nooit over zijn
geldelijke manipulaties, en ik heb ook
meer interesse voor zijn boeken-kast
dan voor zijn brand-kast. Wel staan
die twee gezellig naast elkaar in de
studeerkamer. De brand-kast zwaar ge
sloten, maar op de boeken-kast heb ik
het volle zicht. Die is vlug bekeken,
maar er valt nog wel wat over te ver
tellen. G. S. O.
Het is een heerlijk zonnige zondag.
Een dominee en zijn vrouw gaan samen
lopend naar de kerk voor de tweede
dienst. Op hun gezichten staat te lezen
Kom, ga met ons en doe als wij. Al lo
pend door de straten passeren zij een
huis, waarin schapen van de kudde wo
nen. In de tuin denk eens aan de
flatbewoners zit en ligt de familie te
genieten. Er wordt over en weer vrien
delijk gegroet. Hoe kan het ook anders:
Uw vriendelijkheid zij alle mensen be
kend.
Na krap een uur zijn dominee en me
vrouw predikant en lady-kant -
weer op de terugtocht naar de pastorie.
De gemeente, voorzover aanwezig, is
weer onderricht in de vragen, die van
daag aan de dag op haar afkomen. Zij
passeren weer dezelfde tuin. En vanuit
de tuin klinkt een broederlijke stem
U heeft het niet lang gemaakt, dominee.
Met dit kompliment wij blijven vrien
delijk konden hij en zij hun weg ver
volgen.
Het staat uiteindelijk niet in de Bij
bel, dat je twee keer naar de kerk moet
gaan. Waar of niet Een vooraanstaand
theoloog schreef, dat het probleem van
de tweede kerkdienst eindelijk maar
eens op tafel moet komen, voordat het
een afgedane zaak is. Allerlei suggesties
worden gedaan en experimenten wor
den ondernomen om het karakter van
de tweede dienst te veranderen. De ge
meente moet geaktiveerd worden en
moet zelf een aktief aandeel hebben in
de dienst. Of moeten wij die tweede
dienst aantrekkelijker maken Wat
dacht U, zouden dan meneer en me
vrouw aktief worden en uit hun ge
makkelijke ligstoelen komen Zou de
kerk dan weer voller worden
In 1964 preekte ik in een stad in het
Westen van het land. Toen ik tegen
kwart voor vijf in de kerkeraadskamer
Op de zon-overgoten statige begraafplaats „Hofwijk" te Rotterdam-
Overschie, werd zaterdagmiddag 23 juli het stoffelijk overschot van
Willem Jan Meister ter aarde besteld.
Zoals de gang van zijn leven was, zo was zijn plotseling sterven
tragisch. Op advies van zijn arts diende hij zich in zijn vakantie wat te
verpozen. De gang vorige week naar het vliegveld om zijn zoon uitge
leide te doen naar Nieuw-Zeeland viel hem bizonder zwaar. Zo besloot
hij om naar Groningen te trekken. Daar overviel hem een hart-aanval.
Bij vreemden binnengebracht, stierf hij.
De meeste lezers van onze Kerkbode zullen zich hem herinneren uit zijn
Middelburgse periode, toen hij meermalen een bijdrage leverde voor ons
blad. Hij diende de kerk van Middelburg van 9 maart 1952 tot 15 sep
tember 1957. Door niet weinigen van zijn gemeenteleden was hij bemind
om zijn persoon en om zijn werk. Hij bezat een eigen kanselstijl, die velen
aansprak. Tijdens zijn Middelburgse periode reikte zijn invloed verder
dan Middelburg alleen. De kerken in de Classis Middelburg achtten hem.
Men zond hem af als primus-afgevaardigde naar de P.S., een onder
scheiding die na wijlen ds. Veldkamp geen Middelburgs predikant meer
ontving Aan zijn Middelburgse periode kwam in 1957 een vrij abrupt
einde. Intimi meenden hem toen te moeten waarschuwen voor zijn vertrek
naar Boechout. Het onafhankelijk werken daar door hem werd door een
plaatselijke omstandigheid niet goed mogelijk geacht. Maar hij ging
Nog herinneren we ons zijn intree-dienst daar. De Vlamingen hingen aan
zijn lippen. De eerste berichten waren enthousiast. Zouden zijn intimi
zich dan toch hebben vergist?
Tussen dat moment en de open groeve van 23 juli heeft zich een on
zegbare tragiek voltrokken.
Om het graf stond zijn zieke vrouw, die reeds geruime tijd elders wordt
verpleegd. Zijn kinderen met echtgenoot en twee zusters. Een vertegen
woordiger van de onderwijsinrichting uit den Helder waar hij werkzaam
was. Voorts vele vrienden uit gemeenten waar hij als predikant had ge
werkt. De Kerk van Middelburg liet zich officiëel vertegenwoordigen.
Behalve woorden van waardering door verschillende sprekers, was er
een vriend die ernstige kritiek oefende op het feit dat na de afzetting
de kerkelijke autoriteit zich het bestaan van dhr. Meister niet meer zou
hebben herinnerd. Dit althans volgens deze spreker. Hij moet hieronder
veel hebben geleden.
Daar deze klacht in het openbaar werd geuit menen we goed te doen
deze hier weer te geven. Mocht er maar enige waarhefd in schuilen, dan
is het nog niet te laat voor een posthuum „mea culpa". In elk geval ver
dient deze openbare beschuldiging een openbaar antwoord.
Ds. Swen die de sprekers afsloot, sprak over de „grote verliezer Meis
ter". Ja, geheel ongelijk had ds. Swen niet met deze tekening. Zoveel in
zijn leven leek eerst heel mooi, maar dan brokkelde het weer af. Altijd
weer bleek hij de verliezer te zijn. Maar wat dan onzegbaar troostvol dat
tegenover deze grote verliezer de AL-OVERWINNAAR Jezus Christus
staat die tegen Willem Jan Meister zo plotseling heeft gezegd Nu heb
je genoeg gevochten en verloren. Kom in
Het eeuwige licht bestrale hem, Here, wijl Gij goedertieren zijt
J. Olthoff.