^^eeuwóe ^Cerkbode
Eerst DE KERK
„Stad en Platteland moeten In jeugwerk samenwerken"
en nu [weer] de Dominee
Oud en nieuw
14 JULI 1966
21e JAARGANG No. 3
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
U| Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
gsjegp Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder
Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke
jk worstel Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
en ontkom" Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
r
Abonnementsprijs
4,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
v.V
't Is al weer heel wat jaren geleden,
dat de Roomse Gerard Brom zijn mooie
boekje ,,De dominé in de pastorie"
schreef, 't Was een boekje dat vele cri
tici de mond snoerde en op menige pas
torie wat vreugde verschafte. Niet al
leen de predikanten beleefden vreugde
aan een gemotiveerde waardering van
het predikambt, doch ook de protestant
se volksgroep, de kerkleden hoorden nu
eens van onverdachte zijde wat ze voor
zich steeds, zij het met een critische in
slag, altijd hadden staande gehouden,
dat de protestantse kerken nog zo slecht
niet af waren met de afschaffing van
het celibaat, nog zo onpractisch niet
stonden in het gezelschapsleven met
hun dominees en derzelver vaak grote
gezinnen.
Dit een en ander in dit boekje te le
zen en uit deze mond te horen deed
inderdaad deugd, hetgeen begrijpelijk
is voor wie bedenkt dat de predikheren
op dit gebied niet verwend waren.
In spotprent en smaadschrift werd
hen immers van allerlei aangewreven
waar ze part noch deel aan hadden.
Sommiger haat was er zeer bepaald op
uit om de domineefiguur niet alleen te
bespotten, maar opzettelijk te krenken,
al werd het geschut verdekt opgesteld
onder de leuze weg met de drie K's
de Kerk, de kroeg en de kazerne. Zo
was het wel toen Brom zich tot schrij
ven zette en hij wist dat ook de pastoor
mee in deze smaad betrokken werd. Is
het bovenstaande een herinnering uit
de oude doos, niet zolang geleden kre
gen we de bekende hernieuwde aanval
len op de Kerk. We werden verrast
door bezwaren tegen de Kerk uitge
bracht door mensen die los-van-de-kerk
waren geworden en hun gram tegen
haar uitleefden in geschrifte door aan
klacht op aanklacht tegen haar te lan
ceren. 't Ging tegen de Kerk in 't al
gemeen of ook wel tegen een bepaalde
kerk. Hierin schijnt nu weer wijziging
te zijn gekomen, want de critiek op de
kerk gaat zich opnieuw richten op de
dienaren der kerk met name op de pre
dikanten. Nu meen ik dat men zich
hierover niet te zeer moet verwonderen,
omdat critiek op de kerk in het alge
meen zo adresloos is. De kerk blijft dan
ongrijpbaar. Elke kerk kan er op haar
beurt en wijze tussen uit door te den
ken, te zeggen, dat men wel eens an
dere kerk zal bedoelen dan haar. Men
kan immers geen brief posten met
adres aan de Kerk ergens, zeg in Ne
derland, of ruimer, ergens ter wereld.
De post weet daar dan geen raad mee,
zou misschien aan een dominé ter plaat
se kunnen vragen of hij de brief soms
wil openen Port zit er niet aan vast
hij is behoorlijk gefrankeerd, overge-
frankeerd zelfs, wijl voor de wereld
kerk.
De post wil hem wel bestellen, maar
het adres weet u, dat weten we niet.
Vandaar dat het ook wel zinvoller lijkt,
als van ouds weer tot een persoonlijker
aanval over te gaan, d.w.z. op de do
miné, waarbij men er dan maar vrolijk
op los fantaseert en ruim van hart ge
neraliseert enz.
Dit laatste meen ik te mogen opma
ken uit een bespreking in „Regelrecht"
van wat daar heet een soort dominees-
spiegel, samengesteld uit bijdragen van
een aantal Nederlanders, die niet al te
beste herinneringen aan dominees heb
ben. Dr. Kuitert die het boekje be
spreekt, schrijft over ,,een overdosering
van persoonlijke rancune tegen gods
dienst in het algemeen en de kerk met
haar dominees in het bijzonder. Ze is
het niet moeilijk te raden wie door Nel
Noordzij op de hak genomen wordt,
met welke kerkeraad Jan H. de Groot
nog steeds niet klaar is, en hoe de ker
kelijke gemeente er uit zag waarnaar
Sierksma voor het gemak alle
kerkelijke gemeenten nu maar afmeet."
Kijk, d.i. nu precies wat ik dacht. Ach
Meneer Hartmaneven een ander punt uit uw werk.
Zou U iets kunnen vertellen over het jeugdwerk,
voor zover U er mee te maken krijgt
,,Ja, wat mij in het begin vooral opviel, was dat er in
Zeeland helemaal niets aan jeugdzorgwerk werd gedaan.
We collecteren hier ieder jaar heel trouw voor Evange
lisch Herstel en Opbouw, maar we hebben hier geen
enkele jeugdhaven en we hadden hier geen onderdak
voor onze jeugdzorg. Er werd wel iéts gedaan in de
verschillende plaatsen. Maar op beperkte schaal, want
het geld ontbrak. De Hervormde Kerk heeft een paar
steunpunten in de provincie. De Rooms Katholieken heb
ben iets in Zeeuws Vlaanderen, maar de Gereformeer
den hadden in dat opzicht niets.
Verschillende kerken vroegen me dan ook Hoe kun
nen wij nou vorm geven aan dit werk Er moet toch
iets worden gedaan Kunnen we subsidie krijgen Hoe
komen we aan jeugdleidérs
Moeilijke vragen, want er moet eerst een flink bedrag
worden geïnvesteerd, voordat je in aanmerking komt
voor subsidie. Bovendien moet je je afvragen of in plaat
sen, waar de Hervormde Kerk al bezig is, in kleine ge
meenten, of daar nog wel plaats is voor gereformeerd
werk.
Gelukkig is in Terneuzen het eerste jeugd- en buurt
huiswerk van start gegaan. Men heeft daar een molen
kunnen krijgen, die nu volop als clubhuis werkt. Ik heb
daar als adviseur mogen helpen.
„Kunt U zo wat plaatsen noemen, waarvan U meent dat
daar ook zeker dit jeugdzorgwerk op gang moet
komen
,,Wel, ik heb daarover contact met de kerkeraad van
Vlissingen. We hebben daar in feite al een stichting
opgericht. Er is al een stukje grond gekocht. Maar we
zitten nog met het probleem dat er geld moet komen om
te kunnen bouwen. Ik hoop, dat binnen niet al te lange
tijd dat initiatief in Vlissingen kan worden uitgewerkt.
Ik kan niet meer doen dan stimuleren en advies geven.
De kerk moet tenslotte zelf het geld gaan opbrengen.
Ze moet eerst zelf een belangrijk bedrag op tafel leggen,
voordat het jeugdwerk in aanmerking komt voor over
heidssteun.
Souburg heeft ook al wat, er is bijvoorbeeld al een
gebouwtje. Maar ook daar is het werk nog niet zover
uitgebouwd, dat er aan het krijgen van subsidie valt te
denken. En dan noem ik verder nog Goes, waar men
ook graag dit werk van de grond wil zien komen.
Ik moet wel even één ding duidelijk stellenWe
moeten bij het jeugdwerk niet alleen denken aan de
stedelijke kernen, maar ook aan de positie van de
jongeren op het platteland. Dat zullen we als een
vraagstuk op zichzelf moeten bekijken. Ik geloof, dat
we ook daar regionaal een veel duidelijker samenwer
king van de kerken moeten hebben, omdat elke kerk
op zichzelf niets kan doen."
Denkt u misschien aan de mogelijkheid om op bepaalde
dorpen gebouwen voor jeugdwerk neer te zetten 1
„Hier en daar zijn er natuurlijk de dorpshuizen, waar
wel wat aktiviteiten zijn, maar als regel is dit toch te
weinig. Er is te weinig leiding, het is te veel overgegeven
aan vrijwilligers, het werk zakt weer in enzovoort. Elk
dorp kan niet volledig in de behoeften van de jeugd
voorzien, dus ik geloof dat we dit regionaal moeten op
lossen. En als de jeugd het prettig vindt om bijvoorbeeld
van Noord-Beveland naar Goes te trekken op zaterdag
avond, dan vind ik dat uitstekend. Maar laten we er dan
voor zorgen, dat er in Goes een goeie opvang is. De
trek naar de stad hou je toch niet tegen. Daar moet je
je ogen niet voor sluiten. Hoe zou je zelf zijn als je jong
was. Bleef je ook niet op het dorp hangen. Maar nu is
het niet juist als men zou zeggen „Laat Goes het nou
maar opknappen". En het is evenmin juist als Goes zegt:
„Nou ja, wij doen al wat voor onze éigen jeugd". Dat
moet je dus gemeenschappelijk, bijvoorbeeld in classis-
verband, aanpakken. Maar dan moet je het ook goed
doen. Dan moet je ook met een outillage komen die er
zijn mag."
Ziet men dit ook overal wel in
„Nou(hij aarzelt even), laat ik dit zeggen Ik
geloof dat het niet overal voldoende ernstig doordringt.
Het leeft lang niet overal. Op de dorpen niet en in de
stad evenmin. Het denken in grotere verbanden, waar
we het over hadden, is nog niet aanwezig
J. BOSMAN.
ter veel van dit geschrijf zit meermalen,
uitzonderingen daargelaten, de gesigna
leerde rancune gevolg van het feit, dat
het menselijk hart arglistig is meer dan
énig ding. Natuurlijk mankeert er aan
dominees wat, heel wat zelfs, niets men
selijks is ze vreemd. Ze steken boven
dien nogal boven de massa uit, zodat
ze veel wind vangen en door velen be
keken worden. Dominees wonen ook
vandaag nog in een glazen huis, al zijn
ze de enigen niet meer.
Maar als er conflicten komen waarbij
ambtelijk wordt opgetreden, is het toch
nooit de dominé alleen die er bij be
trokken is. Dan is er toch altijd een ker
keraad, een classis, zelfs een particu
liere en misschien wel een generale sy
node mee gemoeid. Dus dan toch weer
de kerk ja, maar men houdt het in
tussen op de dominé aan, neemt het
hem kwalijk.
Men maakt zo de dominé belangrij
ker dan hij is en zelf wil wezen. Dr.
Kuitert eindigt zijn bespreking met een
veelzeggend zinnetje over „gemeenten,
die hun dominees half of helemaal ver
moorden". Helaas ja, komt ook dat
voor bij al het kwaad dat er is onder
de zon.
Kwaad ook onder dominees. Ik heb
daarvan b.v. gelezen, dat er dieven on
der zijn en nota bene dieven van bij
bels. Op de Kamperschooldag en de
predikantenvergadering in Utrecht wor
den de uitstallingen van bijbels streng
bewaakt, omdat er anders juist dure
bijbels worden gestolen uitgerekend
op deze beide bijeenkomsten. Nee, 't is
niet „vergeten te betalen" zegt de heer
De Wilde van 't Bijbelgenootschap.
Nu, 't is wel erg en beschamend.
Alleen vraag ik of men er wel erg
in heeft dat deze samenkomsten publiek
zijn en dus toegankelijk voor Jan en
alleman.
Nu ik toch zo over dominees aan de
praat ben geraakt nog een notitie van
Ds. G. Visee uit Kampen, die in het
vrijgemaakte orgaan „Opbouw" schrijft
„Met Drs. K. G. Gerber naderen we
het getal veertig. Zo groot wordt lang
zamerhand het aantal predikanten dat
naar de synodale kerken ging".
Waarom toch Hoe komt dat
vraagt Ds. Visee. Mij dunkt dat men
beter kan vragen hoe komt het dat ze
nog niet allemaal overkomen
't Is daar immers ook niet alles koek
en ei.
Brouwershaven
B. WENTSEL.
VAN DE VELUWE
Wonend op de Veluwe ontmoet ik
nogal eens mensen, die zich niet hele
maal of helemaal niet kunnen vinden in
alle veranderingen van deze tijd. Nu
komt dit niet alleen op de Veluwe voor,
ook in Zeeland, en in andere streken
van ons vaderland zal men „verontrus
te" mensen ontmoeten.
Nu kan men deze verontrusting als
een modeverschijnsel zien, dat terug
keert in practisch elke periode van de
geschiedenis. En er dan verder geen
aandacht aan schenken. Het gaat van
zelf weer overMen kan er ook an
ders tegenover staan en zich afvragen
of niet altijd weer bezinning nodig is,
om te trachten ook aan verontrusten in
onze kring een antwoord te geven.
Allerlei vragen, die naar voren ko
men, concentreren zich meestal om een
probleemstelling oud of nieuw Is niet
kenmerkend voor deze tijd, dat zo ont
zaglijk veel nieuwe dingen aan de dag
treden We leven in een dynamische
wereld, vol veranderingen.
Ook het kerkelijk leven blijft daar
niet buiten. Wie ook maar enigszins
meeleeft kan er van op de hoogte zijn,
dat er telkens weer wat nieuws te be
leven is. Ook op ons gereformeerd ker
kelijk erf. Is er niet een lawine van ver
nieuwingen te constateren
De Statenvertaling, voor velen zo
oud en vertrouwd, werd vervangen door
een nieuwe. We hebben telkens nieuwe
gezangen, een nieuwe psalmberijming is
ons als proeve geschonken. De gerefor
meerde zeden is heel wat gewijzigd, be
staat volgens sommigen niet eens meer.
We kennen de veranderingen in de li
turgie, het principebesluit om ook de
vrouw tot het ambt toe te laten, wijzi
gingen in de opzet van ons jeugdwerk.
De Generale Synode zag geen door
slaggevende verhindering meer wat toe
treding betreft tot de Wereldraad van
Kerken, en gaat u maar door.
Is het wonder dat verschillende reac
ties openbaar komen Op zichzelf is
dat helemaal niet erg. Stel je voor, dat
we het allemaal zonder commentaar
over ons heen zouden laten gaan. Dat
zou een bewijs zijn van net-meeleven,
een ongeïnteresseerd zijn. Zo mag het
in een mondige gemeente niet zijn We
mogen, ja we moeten meedenken ook
ten aanzien van de vragen van deze
tijd. En dan is het mogelijk, dat onze
conclusie kan zijn we conformeren ons
aan de gang van zaken als de meest
juiste naar het inzicht, dat we nu heb
ben, en als vereist door de eeuw waarin
wij leven. Zo zie ik het zelf in veel op
zichten.
Maar er zijn anderen. Verontrusten
worden ze genoemd. Zo langzamerhand
een bekende klank, en niet alleen ker
kelijk, ook b.v. politiek.
Een verschijnsel, dat zich naar twee
kanten kan openbaren. Allereerst bij
diegenen, die het gevoel hebben dat
alle vastigheden wegvallen. Vroeger
waren we veel meer zeker van onze
zaak, we wisten waar we ons aan te
houden hadden, in de zede, in het dog
ma, in de verhouding tot andere kerken.
Nu is er bij sommigen dé onrustGaat
het wel goed met al die vernieuwingen
Zo ontstaat er de grote zorg voor de
toekomstWaar gaan we heen Al
wil men dan niet terug naar de „oude
schrijvers", wordt er niet te veel, dat