Jxefouhb GEBROKEN TROTS OFFICIEELE BERICHTEN aanhaling van bladzijde 74 „Ik zou thans alle hoofdstukken hiermee willen afsluiten en zelfs meer willen zeggen, n.l. dat er reden is tot dankbaarheid (al zou ik daar dan niet direct mee naar Maria hollen, zoals het concilie dat op de laatste dag van zijn zitting heeft ge daan dat lijkt me nog steeds niet de snelste weg naar het juiste adres)". Brouwershaven B. WENTSEL. NIEUWE CONTACTEN MET DE GEREF. KERK IN HONGARIJE. De betrekkingen van de gereformeer de kerken van Nederland met de gere formeerde kerken in de landen achter het ijzeren gordijn zijn belangrijk ver sterkt door een hernieuwd contact met de gereformeerde kerk van Hongarije. Een uitnodiging om volgend jaar afge vaardigden te zenden naar Boedapest voor de viering van het vierhonderd ja rig jubileum van de Tweede Helveti- sche Geloofsbelijdenis is door de syno de van de gereformeerde kerken van Nederland aanvaard. De bedoeling is, dat gereformeerde jeugdgroepen dit jaar bezoeken zullen brengen aan Hongarije. Het Centrum voor Gereformeerd Jeugdwerk is met de organisatie hiervan reeds begonnen. Deze vernieuwde contacten zijn mede het resultaat van een reis naar Honga rije van de heer G. M. A. Laernoes te Utrecht en ds I. Tüski, predikant voor de Hongaren in Nederland. Zij maak ten deze reis in opdracht van de betrok ken deputaatschappen van de generale synode der gereformeerde kerken. De gereformeerde kerk in Hongarije telt bijna twee miljoen leden, verdeeld over 1300 gemeenten met 1650 predi kanten. Zij is een der grootste gerefor meerde kerkgemeenschappen van Euro pa. Merkwaardig is dat de kerk ook het bisschopsambt handhaafde, zij het met een zuiver uitvoerende bevoegdheid. Vier bisschoppen treden op als voorzit ters van de synodes der vier kerkelijke districten waarin Hongarije is verdeeld. Voor de tweede wereldoorlog be stonden er nauwe relaties tussen de ge reformeerde kerken van Nederland en Hongarije. Vele jonge Hongaren kwa men naar ons land om hier theologie te studeren. Thans is o.a. gevraagd om medewerking voor een nieuwe vertaling van het Nieuwe Testament in het Hon gaars. Verder is men van plan weder zijds in Hongarije en in Nederland theologische gastcolleges te organiseren. EERSTE ONTWIKKELINGSHULP VOOR BOUWPLAN VAN ZENDING. Voor de bouw van een groot oplei dingscentrum voor meisjes in de Afri kaanse republiek Rwanda heeft de Ne derlandse regering een subsidie van 820.000 gulden beschikbaar gesteld. Dit is het eerste protestantse project waar aan de regering ontwikkelingshulp geeft. Het gaat hier om een groot bouw plan, dat de gereformeerde zending van ons land in samenwerking met de Bel gische protestantse zending uitvoert in het heuvelland van Remera even buiten Kigali, de hoofdstad van Rwanda. „DE HEMELPOORT'. Éénmaal zal ons aller „trefpunt" de hemelpoort zijn. Daarover mediteerde blijkbaar één van onze trouwe lezeressen. Naar aanleiding van meerdere onzer „trefpunten over interkerkelijke samen werking en oecumenische aktiviteiten schrijft zij mij dat zij het daarmee zo hartelijk eens is, omdat ons aan de he melpoort toch niet gevraagd zal worden van welke kerk wij lid waren". En dan volgt haar vraag „Vindt U ook niet. dominee Deze vraag wil ik dol-graag beant woorden en dan doe ik dat niet alleen in een persoonlijk schrijven, maar ook in dit trefpunt, omdat je de bovenbe doelde gedachte van onze jongedame wel vaker hoort verkondigen. Mijn antwoord luid „Nee Nee Nee Dat vind ik helemaal niet Mij dunkt dat we tegen alle goede bedoeling in de oecumene geen slech tere dienst kunnen bewijzen dan dit opereren met „de hemelpoort, waar ons toch niet gevraagd zal worden van wel ke kerk wij lid waren". O, zeker, niemand zal de hemelpoort mogen binnengaan omdat hij Gerefor meerd was, maar dit is allesbehalve een motief tot relativisme op kerkelijk ge bied. Het is bepaald onjuist te menen dat wij, die telkens weer een lans breken voor interkerkelijke contakten en voor het oecumenisch gesprek, alle kerken over één kam scheren. Kerkelijke neutraliteit is onherroepe lijk af te keuren De redactie van „Jong-Gereformeerd" gaat in haar orgaan een rubriek openen, getiteld „Kerk en kerken". Zij verzocht mij daarin te schrijven over het Leger des Heils, waarvoor ik bizonder veel waardering heb, maar zonder deze „Stoottroep van Christus" in mijn waar deringsoordeel op één lijn te stellen met de Geref. Kerken. Voor evangelie en industrie spreken we op Hervormde vergaderingen, wat fijn is, maar daarom peins ik toch echt niet over een vertrekken naar de Her vormde Kerk. Wij hebben in het industrie-pastoraat zeer goede samenwerking met het Rooms-Katholieke „bedrijfsapostolaat", maar ik word beslist niet Rooms. Met enthousiasme neem ik deel aan een Hervormd-Gereformeerde gespreks- kring, maar daarmee doe ik geen water bij mijn Gereformeerde wijn. Integen deel En nu dan die „hemelpoort" daar zal ons lidmaatschap van wélke kerk dan ook wel degelijk in het geding komen, want heel ons leven, al onze ge dachten, overtuigingen, beslissingen, woorden en werken vallen „bij de he melpoort" onder het jongste gericht voor de Rechterstoel van Christus. Als je van de Geref. Kerk overstapt naar de Rooms-Katholieke kerk, omdat je verliefd bent geworden op- en wil trouwen met een Rooms-Katholiek meis je, dan zal je „bij de hemelpoort" daar over ter verantwoording worden geroe pen. Gods rechtspraak zal er wel dege lijk over gaan. Zou het goedgekeurd worden Nee toch Wél zal het goed gekeurd worden wanneer iemand uit heilige overtuiging, gebaseerd op ver anderde inzichten, na veel strijd van de éne kerkformatie overgaat naar de an dere, zich voor God en geweten daar toe geroepen achtend. Ook zal het goedgekeurd worden wanneer wij in de gebedsweek voor de eenheid als Gods éne Kerk eens samen komen tot gemeenschappelijk gebed voor méérdere openbaring van deze eenheid, die er in Christus reeds is, niet als een doel, waarop wij afsteve nen, maar als een ervaring, waaruit wij leven, zoals ook d.d. 25 februari a.s. op de Vrouwen-wereldgebedsdag. Zelfs als wij zien dat wij in deze we reld niet één kerkformatie vormen, is de bestaande eenheid de band, die ons allen aan elkander bindt en daarom wordt hét „bij de hemelpoort" echt wel goedgekeurd wanneer wij in de Her vormde Magdalena-kerk te Goes met toga en al ons entrée maken, voorafge gaan door 50 in het wit geklede Rooms- Katholieke koorknapen. Allen, die de Here Jezus liefhebben, zijn één in Hem. Maar daarmee is beslist niet gezegd dat mijn kerklidmaatschap een zaak is van „koekoek"-één-zang" Zonder twijfel zal „bij de hemel poort" in het oordeel komen, hoe we de zondag hebben doorgebracht, in welke kerkelijke gemeenschap wij het Heilig Avondmaal vierden, of we al dan niet onze kinderen lieten dopen en of we de zuivere bediening van Gods Woord hebben ge2ocht. De Here gaf ons Zijn Woord met allerlei fundamentele en structurele aan wijzingen voor onze kerkelijke organi satie en zou het ons „bij de hemelpoort" dan niet gevraagd worden of we naar dat Woord ons al dan niet hebben ge dragen Ja toch Wij allen zijn geroe pen tot ernstig Schriftonderzoek t.a.v. de vraag, in welke kerkformatie we Hem het zuiverst en het meest naar Zijn wil kunnen dienen. Doen we dit niet, kiezen we de weg van grijze neutraliteit, of komen we door misverstand en dwaling tot ver keerde conclusies, dan kan die zonde stellig vergeven worden, maar zonde blijft het D. R. Jonge Nederlandse bouwkundigen hebben de leiding van dit bouv/werk, waarmee reeds enige jaren geleden is begonnen. Er werken enige honderden Rwandezen aan dit project, dat begon met de bouw van een steenfabriek door de Nederlander Jan Hylkema. Reeds werd via de gereformeerde zending ruim een half miljoen gulden beschik baar gesteld voor dit bouwplan. Met de acht ton ontwikkelingshulp van de Nederlandse regering zal het thans mogelijk zijn de plannen volledig uit te voeren. Dit betekent, dat er een opleidingscentrum komt met schoolge bouwen. internaten en andere gemeen schappelijke ruimten voor 420 meisjes. Zij worden er mede door Nederlandse en Belgische leraressen opgeleid voor onderwijzeres op een gewone- of een huishoudschool. VERTROUWENSCOMMISSIE VOOR KERKELIJK BEROEPINGSWERK. Het adres van de vertrouwenscom missie voor het beroepingswerk in de gereformeerde kerken is thans ds D. Scheele, Tolakkerweg 77 te Hollandse Rading, tel. (0 2957) 5 62). De commis sie, die is ingesteld door de Vereniging van gereformeerde predikanten, stelt zich ten doel informaties te verzamelen en te verstrekken over beroepbare pre dikanten. Behalve ds Scheele zijn ook ds Joh. Meijnen te Rozendaal en ds N. Willemse te Arnhem lid van de com missie. WOUDSCHOTEN-CONFERENTIE OVER GEBRUIK VAN DE BIJBEL. De stichting Gemeentetoerusting in de gereformeerde kerken zal van 1446 april haar derde paasconferentie hou den in het conferentie-oord Woudscho- ten te Zeist. Het thema van de conferentie is „Het functioneren van de bijbel in ons leven". Hierbij gaat het niet om de vraag hoe vaak men de bijbel leest, maar hoe de bijbel wordt gelezen en ge bruikt in het leven hoe men tegenover de inhoud van de H. Schrift staat en wat haar boodschap is. Spreker over dit onderwerp is prof. dr. R. Schippers uit Amsterdam. Naast hem zullen drie co- referenten uit verschillende beroeps groepen hun visie op het thema geven. Inlichtingen over en opgaven voor de conferentie kunnen gericht worden aan het secretariaat van de stichting Ge meentetoerusting, Jac. van Campenplein 18, Rotterdam-14. KORT VERSLAG van de vergadering der Classis Zierikzee van de Gerefor meerde Kerken in Nederland, gehou den op woensdag 26 januari 1966, in het vergadergebouw der Geref. Kerk te Zierikzee, te 18.30 uur. 1. Namens de samenroepende kerk van Zierikzee opent Ds J. H. Nawijn de ver gadering door het laten zingen van Psalm 86 6, het lezen van Jak. 3 1318, en door in gebed voor te gaan. 2. De credentiebrieven worden nagezien door de kerk van Zonnemaire, en in orde bevonden. Enkele afgevaardigden zijn nog niet aanwezig, maar komen later ter ver- FEUILLETON door HERMAN NOORMAN 34) „Vast niet, man. Wat gezelligheid in onze eenzaamheid is ons niet onwelkom. Vader is thuis." „Hier eenzaam?" lacht Kea, uitstappend, „met zoveel mensen Hij steekt gul de hand uit„Juffrouw Steendam, wel kom. Hoe maakt u het?" „Uitstekend, en u „Van 't zelfde laken een pak. Ik verlang alleen naar het voorjaar. We hebben nu genoeg geluierd en snakken naar werk." „Precies zo spreekt mijn vader altijd," antwoordt Kea. „Ik denk van alle boeren." Jan Verkuil heeft de deur geopend en weldra zit het tweetal in de ruime kamer, waar de boer, zijn vrouw en de twee dochters zich bevinden. Het gesprek is op eenmaal in volle gang. Steendam heeft geen haast, want hij zit rustig een sigaar te roken en heeft de derde kop thee al voor zich, als een van de dochters Kea inviteert, de boerderij en de stallen eens te bekijken. Jan staat onmiddellijk op om de beide meisjes te begeleiden. In de schuur kijkt hij Kea zo eigenaardig aan, dat deze lichtelijk bloost en een vermoeden gaat krij gen. Vroeger zou dat misschien niet het geval zijn ge weest, maar sinds Abel in haar leven gekomen is en zij weet wat liefde is, heeft zij die blik begrepen en die doet haar pijn. Opeens heeft zij haast gekregen. Vlugger dan in het begin wordt de bezichtiging voortgezet, en zij is het waarlijk, die oom er opmerkzaam op maakt, dat zij nog naar Tiel terug moeten en niet het plan hebben, om te blijven logeren. „Je kunt hier anders best een paar dagen komen", meent de boerin gul. „In Tiel heb je toch niet veel te doen en hier ben je in je dagelijkse bedoening." De meisjes ondersteunen deze invitatie van harte en warm, terwijl Jan haar weer aankijkt. Ze hóórt hem al zeggen „Dat moet je vast doen, ik vind 't ook fijn Maar hij zegt niets met zijn mond, alleen met zijn ogen. Kea zal er eens over denken, maar zij weet niet, of zij nog lang in Tiel blijft er kan bij wijze van spreken elke dag bericht van huis komen, dat zij wordt terugverwacht. Bij deze woorden glimlacht Kees Steendam. Dan staan ze op en nemen afscheid. In de wagen is Kea opvallend stil. Zij zit te denken aan de jongen, die blijkbaar iets in haar ziet voor hem. En dat doet haar pijn, want zij zal hem moeten teleurstellen. Zij hoopt alleen, dat zij zich vergist of dat hij geen werk er van maken zal. Vast staat, dat zij er niet gaat logeren, hoe graag zij het in andere omstandigheden zou hebben gedaan. Een week later rijdt Steendam door Wamel en ontmoet Jan Verkuil, die op de fiets passeert. Hij is een bescheiden jongeman, maar weet wel terdege van optreden en hande len, indien hij dat nodig acht. En dus valt hij met de deur in huis, informeert of het nichtje nog niet weg is en of zij komt logeren. De graanhandelaar moet zeggen, dat hij er haar nog niet over gehoord heeft. „Steendam, uw nichtje heeft indruk op mij gemaakt. Ik zou graag nader met haar kennis willen maken. Zou dat 7 ff Kees Steendam lacht fijntjes. „Ik heb er niets geen be zwaar tegen. Je zou minder vrouw kunnen hebben, jon gen, geloof me. Maar verder bemoei ik me er niet mee, hoor. Met geen woord." Hij acht zich niet geroepen Jan Verkuil mee te delen, waarom Kea eigenlijk in Tiel is. Allereerst heeft een vreemde, en dat is hij toch, er niets mee te maken, en in de tweede plaats och, het kan misschien geen kwaad, als Kea eens in het nauw wordt gebracht. Dit is een boeren zoon, die wel zeer in de smaak van Arend zou vallen. Hij is ook een goede partij. En tenslotte is het de vraag, of Kea werkelijk zo aan die onderwijzer hangt, als zij het laat voorkomen. Hij en zijn vrouw menen soms wel eens, dat het bij Kea al aardig aan het slijten is. „Ik bedoel ook niet, dat u 'n goed woordje voor mij mocht doen. Ik weet nog niet. Enik zou kennis willen maken en „Zeg maar, dat je het aardig te pakken hebt, man," lacht Steendam. „Nu, je hebt mijn zegen al vast. En van haar ouders zul je ook geen last hebben. Maarhet slachtoffer zelf, ja, dat weet ik natuurlijk niet. Meisjes zijn en blijven onberekenbaar." De middag daarop vindt oom Kees bij zijn post een brief uit Druten, geadresseerd aan Kea. Hij lacht, dat is duidelijk een brief van die jongeman. Die laat er geen gras over groeien. „Een brief voor jou uit Druten. Van de Verkuils. Ze laten jou niet los. Je zult er wel moeten gaan logeren," zegt hij tot Kea, meteen het vertrek, waar zij alleen zit, weer verlatend. Het is een kort schrijven ondertekend door Jan Verkuil, die om een nadere kennismaking vraagt. Hij zegt ronduit, dat zij indruk op hem heeft gemaakt en hoopt, dat zij een weg kan wijzen, om elkaar te ontmoeten zo niet, dan enkele dagen zou willen komen logeren, zoals haar ge vraagd is, zou het misschien nog eenvoudiger zijn om de kennismaking voort te zetten. Hij hoopt vurig, dat zij zijn verzoek niet zal afwijzen. Het is hem volle ernst, daar kan zij op rekenen. Ja, daar is Kea geheel van overtuigd. Zijn eerlijk, open gelaat en zijn gewonderende oogopslag heeft haar dat voldoende gezegd. Zij heeft medelijden met de jongen, want haar antwoord staat, zo vast als een muur. Een brief als deze doet haar weer hevig naar Abel verlangen. Veel woorden heeft zij niet nodig in haar antwoord. Maar het is toch een hartelijke brief. Zij moet zijn ver zoek afwijzen. En dat zal hij inzien, als zij hem er deel genoot van maakt, dat zij haar woord reeds aan iemand anders heeft gegeven. Zó staat de zaak. Aan oom Kees deelt zij eenvodig mede, wat de brief behelsde. En ook haar antwoord. „Zó", zegt die. Nu weet hij meteen dat Kea nog lang niet los is van die onderwijzer. Och, het pleit ook weer voor haar. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1966 | | pagina 2