GEBROKEN TROTS
„SAMEN OPTREKKEN"
De titel van dit trefpunt staat tussen
aanhalingstekens.
Ik ga dus even citeren.
Mij trof de boeiende bespreking op
onze Middelburgse Generale Synode in
„De blije Werelt" te Lunteren over een
brief van het moderamen der Ned.
Herv. Kerk met het voorstel om gedele
geerden naar elkanders Synode te zen
den.
Daarover voerden d.d. 11 januari j.l.
12 sprekers het woord, o.a. professor
D. Nauta, onze hoogleraar in het kerk
recht, die zo treffend het volgende op
merkte „We moeten samen op
trekken in een grote wereld, die van
God niet wil weten en waarin we sa
men in Gods kracht iets willen berei
ken".
In dezelfde geest zei prof. v.d. Berg
,,Het gaat om twee kerken, die ver uit
elkaar gegroeid zijn, maar eenzelfde be
lijdenis en kerkorde hebben. Het is be
paald geen moeilijke kwestie. Het gaat
om twee kerken, die eenzelfde taak heb
ben en dezelfde uitdagingen op zich
zien afkomen, samen luisterend naar het
Woord van God".
Deze conscientie-kreten van zijn bei
de collega's waren koren op de molen
van prof. Verkuyl, die gewaagde van
„gezegende samenwerking op tal van
gebieden"waarbij met name gedacht
moet worden aan zending, evangelisa
tie, maatschappelijk werk, ontwikke
lingslanden, werelddiaconaat, atoombe
wapening, enz. Conclusie van Verkuyl
was „Het samen b el ij d e n komt
ook niet in het samen w e r k e n".
Dit alles is uit mijn hart gegrepen en
ik schrijf dit op dinsdag, 1 februari, di
rect nadat ik maandagavond, 31 januari,
de verjaardag van onze kroonprinses
mocht vieren in de vergadering van de
Ned. Herv. kerkeraad van Vlissingen,
waar ik enige inlichting en voorlichting
mocht geven over de samenwerking op
het terrein van Evangelisatie en Indus
trie in Zeeland.
Ik voelde mij daar echt niet als een
kater in een vreemd pakhuis. Integen
deel Het „samenoptrekken" bleek in
onze geanimeerde discussie zonne-klaar.
Maar er is méér, veel méér.
De Hervormd-Gereformeerde ge-
sprekskring te Middelburg wordt door
mij zo veel mogelijk bezocht en altijd
weer tre-ft het alle aanwezigen dat de
communicatie geen wassen neus is, maar
een even feestelijke als geestelijke rea
liteit.
Zo was het niet minder door heel ons
land heen in ,,de week van gebed voor
de eenheid der christenen", d.d. 18--25
januari j.l.
Op zaterdagavond, 22 januari j.l.,
mochten we in de Ned. Herv. Magda-
lenakerk te Goes de prediking verzor
gen over Joëu 2 28 Daarna zal het
geschieden dat Ik Mijn Geest zal uit
stoten op al wat leeft".
Dit is toch bepaald wel een klassieke
tekst voor de oecumenische beweging,
evenals Romeinen 8:14, waarover wij
op Hervormingsdag, 31 oktober j.l., in
Breda mochten preken Allen, die
door de Geest Gods geleid worden, zijn
zonen Gods".
We gaan verder In de interkerke
lijke Recreatie-Stichting ,,Veerse Meer
e.o." trekken wij samen op naar de
campings, hotels en bungalow-parken
van de steeds toenemende vakantie-in
dustrie. Onze gezamenlijke voorberei
ding voor de Veer se Meer-week 1966"
is in volle gang. Zij zal gehouden wor
den van 24 april—1 mei a.s. De plan
nen worden samen door de Geref. en
Herv. kerkeraden klaar gemaakt. Deze
week wordt begonnen met de kerkdien
sten op zondag, 24 april. Het onder
werp van de prediking zal zich dan toe
spitsen op „Arbeid en Rust", waarvoor
de Hervormde Ds. Aalbers, vormings
leider op ,,Oud Poelgeest" een preek-
schets zal schrijven, terwijl ondergete
kende voor zondag 1 mei de slotschets
hoopt te verzorgen. Tussen beide zon
dagen in wordt op verenigingen, ge
meentevergaderingen en catechisaties
gesproken over het gewenste gedrags
patroon in de recreatie-oorden.
We eindigen weer in de kerk met een
gebed om „wijsheid, kracht en verwach
ting", waarover bovenbedoelde slot
schets ten gerieve van de Hervormde
en Gereformeerde predikanten rondom
het Veerse Meer zal handelen.
Naast al deze actie hoopt het werk,
dat samen gedaan mag worden in het
Strandpastoraat. De classicale vergade
ring van Middelburg der Ned. Herv.
Kerk, de kerkeraad van de Christelijk
Geref. Kerk van Vlissingen en de de-
putaten voor de evangelisatie in de clas
sis Middelburg der Gereformeerde Ker
ken zullen samen op 11 februari a.s.
zien te komen tot oprichting van een
„interkerkelijk samenwerkingsorgaan"
inzake het zomerpastoraat, genaamd
„Kerk en Recreatie Walcheren".
En nu nog wat Middelburg krijgt er
een in aanbouw-zijnde satelliet-stad bij.
Reeds worden er kerkdiensten op zon
dagmorgen gehouden zowel door de
Herv. en als Geref. Kerk van Middel
burg in de „gemeenschapsruimte-school-
gebouw-Rentmeesterlaan".
Er zal binnen afzienbare tijd ook een
kerk gebouwd moeten worden. Ik hoop:
één kerk van Hervormde en Gerefor
meerde broeders samen
Mag het a.u.b.
Op verscheidene plaatsen in ons land
is dit al gebeurd.
Maar juist de Synode van Middel
burg zo veel nadruk legt op „samen op
trekken" moge de Geref. Kerk van onze
Zeeuwse hoofdstad tot een broederlijk
accoord komen met de Hervormde Kerk
om in dit nieuwe stadsgedeelte concreet
en daadwerkelijk iets te laten zien van
de vernieuwing der kerk.
Willen wij onze taak in de wereld
van nü en morgen zo goed mogelijk ver
vuil, dan moeten we er ongehinderd de
Heilige Geest, Die over beide kerkfor-
maties is uitgestort, laten werken. De
eenheid des Geestes door de band des
vredes moet méér zichtbare gestalte
krijgen tot vernieuwing van het leven
en werken der kerk.
Er zijn nog wel onderlinge verschil
len en vraagpunten tussen ons en onze
Hervormde broeders in Christus, maar
daarom kunnen wij wel degelijk botsin
gen vermijden.
Onze eenheid in „samen optrekken"
getuigt van de aanwezigheid van de
Heilige Geest.
Samen opnieuw beginnenDaar
toe opent de nieuwe stadswijk in Mid-
delburg's Plan Zuid" een prachtige
gelegenheid.
Dat zij worde aangegrepen
De Hervormde wijkpredikant, Ds.
Nauta, trok na de stormramp in zijn
eerste gemeente op Schouwen samen op
met zijn toenmalige Geref. collega, Ds.
Kuitert.
Toen de nood op 't hoogst was, hiel
den zij gemeenschappelijke kerkdien
sten.
De Geref. wijkpredikant, Ds. Joosse
en zijn wijkraad zullen er goed aan
doen om alles op haren en snaren te
zetten tot „samen optrekken" met Ds.
Nauta en diens wijkraad.
Zo komt de eenheid in het licht te
staan en zo worden de verschillen in de
schaduw gesteld.
Het mag niet blijven bij een „Wéék
van de Eenheid" in jaunari, want de
eenheid dient voortdurend beleden en
beleefd te worden. Alleen die éne week
dat kan onwaarachtig schijnen
Dit te voorkomen is een allereerste ver
eiste voor de vernieuwing, voor de
steeds voortgaande reformatie, waartoe
de reformatorische kerken duur geroe
pen zijn.
De zware eisen, daaraan gesteld, mo
gen ons niet intimideren, ook al bren
gen zij met zich dat wij afstand weten
te doen van oude, verouderde en ver
trouwde opvattingen.
Een waagstuk Een risico Neen,
het is opdracht, een roeping
Zouden wij bang zijn voor het „nieu
we", dan kunnen we niet meer bidden
om vernieuwing tot Hem, Die in de ver
schijning van Zijn toekomst zal zeggen:
„Zie, Ik maakte alle dingen nieuw!"
Deze toekomstverwachting vereist
„samen optrekken"D. R.
sluitvaardigheid zal op de voorgrond
staan, daarvan ben ik overtuigd.
Over de liturgische vernieuwing heb
ik de vorige keer gehandeld. Onze ker
ken zullen straks een bijzonder verant
woorde orde van dienst hebben, na vele
jaren, waarin de band met de oud-ker
kelijke en reformatorische traditie ver
broken was. Zelfs Dr. Kuyper (van
„Onze Eredienst") zou zich over me
nig punt verheugd hebben. Maar daar
over nu niet meer.
Er is meer te noemen. Nu denk ik
aan het principebesluit om de vrouw
straks toe te laten tot het vervullen van
dienstbetoon in de kerkelijke ambten.
Indertijd heb ik aan dit onderwerp een
drietal artikelen in deze kerkbode ge
wijd. Daarom ga ik ook op deze zaak
nu niet breed in. De kerken krijgen nog
gelegenheid genoeg om zich op deze be
slissing te bezinnen. Want u zult bin
nenkort nog geen dames in de ouder
lingen- of diakenbanken zien zitten. Er
is eerst nog een tijd van studie en be
raad om na te gaan, hoe men de vrouw
nu het best in de ambtelijke dienst kan
„integreren" in onze tijd. Uit de schrif
tuurlijke grondgedachten" (als „in
Christus is noch mannelijk noch vrou
welijk") vloeit dit namelijk niet zó maar
voort. Het is dus goed, dat een depu-
taatschap nog eens nagaat, hoe het nu
in de practijk het beste kan. En in die
tussentijd kunnen de kerken worden
voorgelicht én hun visie geven over
deze zaak.
Na het bijbelse rapport en een diep
gaande discussie was er een grote mate
van eenstemmigheid op de Synode (dus
weer geen „aarzeling"): de vrouw moet
de haar toekomende positie ontvangen.
Wat kan ook dit besluit voor de toe
komst ingrijpende betekenis krijgen. De
naam van Middelburg zal nog wel eens
worden genoemd (1966 herstelde wat
in 1581 te Middelburg op een Synode
gebeurde toen trok men het besluit om
diakonessen in de Reformatorische ker
ken toe te laten, weer in, niet om prin
cipiële, maar om tactische redenen; men
achte de tijd er nog niet rijp voor).
Ik hoop niet dat vanwege deze be
slissing mensen uit onze kerken weg
gaan en b.v. Christelijk Gereformeerd
worden. Dat is indertijd wel eens ge
beurd, toen de vrouw (actief) stemrecht
kreeg in vele van onze gemeenten. Het
baat trouwens weinig, want nü heeft de
Christelijk Gereformeerde Synode de
laatste zaak in studie gegeven. Wellicht
over 20 jaar ook „de vrouw in het
ambt" Het gaat daar alleen wat lang
zamer
„Van Goes begint de victorie",
schreef Prof. Rothuizen in het Gerefor
meerd Weekblad. U begrijpt het wel
het ging over een bredere opzet van de
ontwikkelingshulp. De Synode stond er
enthousiast achter, al is het moeilijk di
rect in concreto lijnen aan te wijzen.
Maar de stimulans is gegeven, en mede
in dit opzicht zal de Synode van Mid
delburg in de annalen zeker een goede
naam krijgen. Ook over dit punt ont
vangt u nog wel uitvoeriger bescheid.
Aan het diaconaat in deze tijd en in
eigen omgeving gaf de Synode brede
aandacht. Belangrijk lijkt me de beslis
sing, dat de Particuliere Synodes wor
den verzocht in elk ressort deputaten
voor de diaconale arbeid te benoemen.
Ook classes kunnen dit doen. De co
ördinatie in het diaconaat zal er zeker
door bevorderd worden.
Ons interesseert bij het opmaken van
een voorlopige balans vanzelfsprekend
ook de vraag, hoe deze Synode stelling
nam in oecumenische aangelegenheden.
Wij zijn als Gereformeerde Kerken niet
„alleen op de wereld".
Welnu, ten aanzien van de Wereld
raad zijn geen verdere stappen onder
nomen. De reacties van de kerken ko
men nog binnen, en de oecumenische
Synode zal in deze zaak nog gekend
worden.
Dit neemt niet weg, dat de Synode
van Middelburg toch een echt oecume
nische beslissing nam, namelijk om toe
FEUILLETON
door
HERMAN NOORMAN
33)
Zij vindt het een opluchting, dat zij Abel niet meer
ziet, want op de duur zou dat te veel voor haar geworden
zijn. Elkaar alleen zien en geen nader contact mogen heb
ben, dat is n-iet te dragen.
Er gaan geregeld opgewekte brieven naar huis, zodat
Steendam in zijn nopjes is hij heeft het maar goed gezien
door haar weg te sturen dit akkevietje zal gauw tot het
verleden behoren stel je voor, dat hij was gezwicht voor
de aandrang van zijn vrouw, die zo nu en dan ten gunste
van Lasterie ging spreken, zeer tot zijn ongenoegen Het
komt nog best voor elkaar en hij ziet „Westhove" al be
woond door een flinke boerenzoon, die met Kea getrouwd
is. Dan gaan zijn vrouw en hij in Amersfoort wonen.
Hij zou dit wel spoedig willen hebben, doch beseft, dat
hij geduld moet hebben. Keulen en Aken zijn niet op één
dag gebouwd. Nu moest eigenlijk die Lasterie het dorp
nog verlaten. Misschien doet hij dat wel, als Kea eenmaal
getrouwd is, mogelijk nog wel eerder. Dan heeft de man
tenminste wat geleerd uit deze geschiedenis. Alsof men
Arend Steendam eens even zal dwingen, ho even
De dominee is ook van een „kouwe kermis" thuisge
komen. Die wilde hem de les eens lezen. Dat begon zo
zoetsappig over zijn niet-herkiezing. Het is de vraag, of
de dominee hem wel gestemd heeft, maar enfin, dat wil hij
nog wel aannemen. Overigens moest die hem van het lijf
blijven met zijn opmerkingen over Kea en Lasterie. Hij
heeft hem kort en goed gezegd, dat dit een zaak is tussen
hem, de boer, en zijn dochter, en dat niemand zich daar
mede te bemoeien heeft. Aan mooie praatjes maling. Daar
mee krijgt hij niet een goede schoonzoon op zijn boerderij.
En dan dat gerdekavel over het geluk van zijn dochter.
Ze is nu in Tiel en je kunt aan alles merken, dat het haar
best bevalt daar. Ze is er zelfs lid van een zangclub ge
worden. Kijk eens aan. De boer heeft zijn opgewektheid
geheel terug gekregen. Hij vindt het alleen stil op de hoe
ve, dat Kea er niet is. Maar och, als zij straks eenmaal
getrouwd is en hij in Amersfoort woont, zijn hij en zijn
vrouw ook alleen.
Over de oorzaak, waarom Kea voorlopig intrek bij oom
en tante heeft genomen, is in Tiel niet met veel woorden
gesproken. Kees Steendam kan in het standpunt van zijn
broer wel inkomen, maar zó doctrinair als deze zou hij
niet willen zijn.
Intussen, dat standpunt is nu ingenomen en zowel hij
als zijn vrouw zijn van mening, dat Kea er zich bij neer
moet leggen, althans niet dwars er tegen in moet gaan
Daar bereik je niets mee. Je kunt er alleen ellende door
krijgen. Als zij van Kea hebben vernomen, dat die onder
wijzer en zij geduldig zullen wachten, wel, dan is er niets
op tegen.
„Ik vind het alleen vervelend, om voor cipier te spelen,
Kea", had hij gezegd. „Dat is niets voor mij. Kun je het
zó maken, dat er hier geen brieven van je aangebedene
komen Je vader verlangt, dat ik die achterhoud. Maar
ik weet niet, of ik dat op de duur zou volhouden en dan
kan ik je vader
„Als vader er naar informeert, kunt u hem zeggen, dat
er hier in Tiel geen brieven van Abel voor mij komen.
Hier niet en nergens niet. We hebben afgesproken, geen
briefwisseling te zullen voeren."
Kea drukte sterk op dat „wisseling", wat de volkomen
waarheid was. Dat zij zo nu en dan Abel zou schrijven,
behoefde zij niet te vertellen.
„Dan is het in orde, meisje. Dat is van jullie een ver
standig besluit. Ik zeg maar zó als jullie voor elkaar be
stemd zijn, dan kómt het in orde ook. Zo iets kan je
vader toch niet beletten. Maar het is een hard gelach voor
hem, Kea, als zijn schoonzoon niet een boer is."
Dat kan Kea nu met de beste wil ter wereld niet in
zien, maar waarom zal zij daarover nu met haar oom gaan
redetwisten. Zij aanvaardt de nieuwe situatie, die haar
niet geheel en al onwelkom is. En verder zal de tijd uit
wijzen, hoe het lopen zal. Verder zal God het uitmaken.
Daaraan klemt zij zich vast. Er gaat geen avond voorbij,
of in haar gebed bij de sponde gedenkt zij Abel en hun
beider lot. En dat geeft haar, ondanks de omstandigheden,
een ongekende rust.
Opgewekt pratend hij praat veel meer dan zijn broer
Arend als zakenman moet hij ook veel meer spreken
stuurt Kees Steendam zijn wagen door de straten van Tiel
in de richting van de Waal. Naast hem is Kea gezeten,
die meermalen hem vergezeld op zijn tochten door de
Betuwe, die nu zo langzamerhand zich ontdoet van de
winterboeien en het stralende voorjaar tegengaat.
Zij boffen met 't pontveer. Steendam kan er zó op rij
den en weldra tuft hij aan de overkant van de rivier tegen
de helling op en tijgt op Wamel aan, een goede weg
volgend.
„Waar moet u eigenlijk heen zo vraagt Kea.
„Naar Verkuil in Druten. Je weet wel, even voorbij
de plaats, die boerderij met
„Ja, ja, ik weet het al. We zijn er immers een week of
vier geleden ook geweest. Toen het zo regende."
„Krek, leuke lui, niet?"
Kea kan het niet ontkennen. Zij is er met genoegen ge
weest en voor ik weet niet wat had zij toen gewild, dat
er op „Westhove" ook zo'n gezin was. Er zijn drie zoons
en twee dochters, meisjes van ongeveer haar leeftijd.
Vooral die jongste zoon Jan is een aardige jongen. Ze
hebben toen veel schik met elkaar gehad. Werk was er
niet en het regende, dat het goot. Oom is er langer ge
bleven dan zijn bedoeling was.
Met een flinke vaart Steendam houdt niet van een
matige gang en hij heeft een goede wagen suizen ze
Warmel links voorbij en snellen dan op Druten aan, om
na enige tijd dit dorp door te rijden en dan naar het Noor
den te buigen en het erf van de vrij grote boerderij „Waal-
zicht te bereiken. Een flinke jongeman komt naar buiten
en steekt joviaal de hand op. Kees Steendam is hier „kind
aan huis", zoals bij zoveel boeren. Meteen ziet de zoon
des huizes, dat de graanhandelaar niet alleen is. Kennelijk
met genoegen bespeurt hij dat, want een lachje glijdt over
zijn open gelaat.
,,'k Moest je vader even hebben, Verkuil, en heb mijn
nichtje meegebracht, want die verveelt zich wat thuis. Dat
zal geen bezwaar zijn
(Wordt vervolgd)