^^eeuwóe
Nieuwe orde van Dienst
VJ
Van Diakonaat naar
W ereld-Diakonaat
20e JAARGANG No. 30
4 FEBRUARI 1966
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
RedactieDs. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen J. Bosman, Vrouwenpolder
Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke
jk worstel Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
en ontkom" Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
4,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Het zal u niet verwonderen, dat ik
met meer dan gewone belangstelling
heb gewacht op de besluiten van de
Generale Synode Middelburg-Lunteren
inzake de liturgie.
In ons blad heb ik al heel wat keren
uw aandacht gevraagd voor allerlei vra
gen op liturgisch terrein. Toen ik mede
werker werd, was er zelfs de afspraak
gemaakt, dat dit mijn speciale gebied
zou zijn, waarop ik u zou oriënteren.
Dat is dan ook verschillende malen ge
beurd, al kwamen later ook andere on
derwerpen binnen onze gezichtskring.
Zo schreef ik een vorige maal over de
besluiten aangaande Assen", onwe
tend van het feit, dat ook een andere
medewerker deze zaak onder de loupe
nam. Overigens kwam een bijkans vol
ledige overeenstemming van onze stand
punten aan het licht. Zo congeniaal blij
ken de scribenten in onze kerkbode te
zijn
Maar nu kom ik dan weer op mijn
eigen terrein". De liturgie De Synode
heeft zich breedvoerig beziggehouden
met deze voor onze kerken en kerkgan
gers zo belangrijke zaak. En nu ging
het eens niet over een incidentele ver
andering in de orde van dienst, maar
men kwam tot een behandeling van het
geheel, waarbij een uitvoerig rapport
van de deputaten het uitgangspunt was.
Ik heb dit rapport met grote waar
dering en meestal met instemming gele
zen. Aan de historie van de liturgie
werd een grote plaats ingeruimd. Dat
is noodzakelijk, wil men de continuïteit
der eeuwen leren kennen èn verwerken.
Ik heb in het verleden reeds verschil
lende aspecten aan u doorgegeven, en
zal dit nu niet weer herhalen. Er zal
straks een geschrift verschijnen tot
voorlichting (wellicht van de in Zee
land niet onbekende Ds Lammens), en
daarin zult u de hoofdlijnen zeker nog
eens weer kunnen lezen.
Ons interesseert de vraag, hoe het nu
gaat worden. Tot nu toe was er in onze
kerken een liturgieverwarring". Een
ieder deed wat goed was in zijn eigen
ogen. Vaak zei een kerkeraad We la
ten het aan u over, dominee Dat was
wel gemakkelijk, maar had tot gevolg,
dat er een grote willekeur in de orde
van dienst ontstond.
Nu heeft de Synode een raam gege
ven, waar binnen de gang van zaken
zich moet afspelen". Een zeer verant
woord kader, steunend op gegevens uit
de historie, vooral ook uit de eerste pe
riode van de reformatie.
Binnen dat éne kader is dan variatie
mogelijk, en dat is zeer te waarderen.
De vaste volgorde geeft de garantie,
dat de dienst in hoofdlijnen overal de
zelfde blijft. De variatie, die men mag
aanbrengen, bewaart voor verstarring
en eentonigheid.
In Trouw heeft Henk Krijger (26
januari) tegen dit laatste nogal wat be
zwaar gemaakt. In een artikel, dat irri
terend vol staat met Ik wil (geen ver
rassingen, ik wil mij kunnen wennen, ik
wil rust en eenvoud enz.). Hij houdt
het op de liturgie van Moddergat",
met uniformiteit in alle samenstellende
delen van de orde van dienst.
Toch ben ik blij, dat de Synode, on
danks de aanwezige uniformiteit in de
hoofdlijn, enige nuancering wil toelaten.
Eenheid is veelheid. Een vaste gang èn
toch enige variatie. Zo is het ook in de
historie vaak geweest. Zo is het b.v.
ook in de Rooms-Katholieke viering van
de mis (met èn zonder koor e.d.). Zo
alleen kan iets van de veelkleurigheid
der Schepping, ook in de liutrgie, weer
duidelijk worden, om te komen tot de
blijde uitbundigheid van de lofprijzing,
iedereen op zijn wijs
Welke is nu de vaste orde Ik heb
die al eens meer aan u voorgelegd, toen
in de vorm van de suggestie Zo moest
het feitelijk zijn En nu is het dan zo
ver De bestudering van de liturgische
vragen, die er in de laatste jaren heeft
plaats gevonden, is niet vergeefs ge
weest. De Synode heeft met grote een
parigheid haar besluiten kunnen nemen,
juist omdat er een gedocumenteerd en
overtuigend rapport ter tafel was.
De volgorde in de morgendienst
wordt: 1. Intocht. 2. Verootmoediging.
3. Dienst des Woords. 4. Dienst der
offeranden. (5 Avondmaalsviering.)
Dat is dus het vaste kader. Dat
Woord en Avondmaal bijeen horen is
wel de overtuiging van velen, maar kan
in de practijk nog niet worden uitge
werkt, zolang de frequentie van de
Avondmaalsviering onder ons nog zo
in discussie is. Er is dus een orde van
de morgendienst, ook wanneer er geen
viering van het Avondmaal is.
We gaan de verschillende onderde
len nog eens na. De dienst begint met
de intocht (de introïtus). ,,Gaat tot Zijn
poorten in met lof." Dit houdt dan in
a. de intochtspsalm, gevolgd door het
klein Gloria (Gezang 2 van onze nieu
we bundel); b. Stil gebed (zoals we dit
steeds hadden); c. Votum en groet.
Men kan in dit schema enige variatie
aanbrengen door de intochtspsalm anti-
fonisch te laten zingen (b.v. wisselzang
met een kerkkoor), of met medewerking
van de kinderen, zoals in Heemstede
wel eens is gebeurd.
Het tweede gedeelte is de veroot-
moeding. Dit is dus nu voorschrift. Cal-
vijn was al van mening, dat men niet
anders voor Gods aangezicht kan ver
schijnen dan met schuldbelijdenis. De
vaste delen wordena. Gebed van
schuldbelijdenis b. Woord van verge
ving c. Lezing van de wet. De variatie,
die hier mogelijk is, kennen we allang
de gemeente kan een lied van veroot
moediging zingen na het gebed, en een
loflied op de genade na het woord van
vergeving, en een lied, waarin de be
reidheid tot dienstbetoon wordt uitge
zongen, na de wet.
Het derde gedeelte is de dienst van
het Woord. De vaste delen daarbij zijn:
a. Het gebed van de dag of het gebed
om verlichting met de Heilige Geest
b. De lezing van de Schrift, met de oude
volgorde Oude Testament b.v. een
psalm); apostellezing (met Halleluja en
b.v. lied); de evangelielezing (metLof
zij U, Christus, en lied van de gemeen
te); c. Lezing van tekst en prediking
(eventueel gevolgd, zoals we meestal
gewend zijn, door een lied. Maar voor
geschreven werd dit niet).
Het valt dus op dat het lange gebed
hier (m.i. gelukkig) verdwenen is.
Eveneens het collecteren vóór de preek.
Daar ben ik blij mee. Want deze litur
gische handelingen behoren duidelijk
tot het antwoord-gedeelte van de dienst,
dé dienst der offeranden.
Deze volgt dan ook onmiddellijk En
de vaste gang wordt daarbij a. De ge
loofsbelijdenis (ten onrechte bij ons tot
nu toe verschoven naar de namiddag-
of avonddienst); b. de gebeden (dank
zegging en voorbeden); c. inzameling
van de gaven, de collecte dus (zo lang
zamerhand in veel gemeenten het éne
offer). Vanzelfsprekend kan ook hier
het zingen van de gemeente worden in
gevoegd. Wat mij betreft had men de
punten b. (gebeden) en c. (offer) kun
nen omwisselen. Dan hadden we in het
gebed onze gaven aan de Here kunnen
opdragen en een zegen kunnen vragen
voor de arbeid, die de gemeente wilde
steunen. Ik begrijp wel, dat het zo niet
is gebeurd. Dit houdt namelijk verband
met de Avondmaalsviering, die kan
(moet) volgen, en waarbij onder het in
zamelen van de gaven de tafel wordt
toebereid. Zo houdt men de band met
een oeroud verleden vast. Men bracht
gaven mee voor het liefdemaal en het
Avondmaal. De collectebus of -beker
op de Avondmaalstafel herinneren er
nog aan. De opbrengst is dan ook
meestal voor de diaconie, en dat is juist.
Als er geen Avondmaal wordt gevierd,
eindigt de dienst met de Zegen, die de
gemeente met haar Amen kan aanvaar
den, weer volgens de bijbelse traditie,
die we waren kwijt geraakt. We krijgen
nu een melodie" op het „woordeke
Amen". In mijn afscheidsdienst te Goes
zongen we uit Gezang 55 Ja, Amen,
ja Halleluja. Dat kon natuurlijk ook,
maar straks wordt het alleen een een
voudig en toch zeer zinvol Amen.
Dit wat betreft de morgendienst. De
Synode gaf ook orden voor de middag-
dienst, voor een morgengebed en avond
gebed. Daar ga ik nu niet op in, even
min op de volgorde bij de Avondmaals
viering. Een andere keer misschien.
Een dienstboek is in de maak, en dan
krijgt u het allemaal voor u, mét de
vastgestelde formulieren etc.
We mogen de Synode van Middel
burg-Lunteren erkentelijk zijn voor deze
uitnemende beslissingen. Met enige
spanning wachten we op het uitkomen
van ons gereformeerde „Kerkboek".
Dan is vrijbuiterij verleden tijd gewor
den, als men zich tenminste aan de vas
te orde houdt
De kerkeraden zullen daarop wel toe
zien. Een historisch besluit werd geno
men. Met vreugde zullen we hopelijk
onze plaats innemen en onze stem ver
heffen in Gods „schone dienst" (Ps.
27).
W. KATS.
KAPERNAÜM
Hier is hij van wal gestoken,
hier heeft hij zijn brood gestrooid
op het water
om het te vinden na vele dagen,
na de storm op het pinksterfeest.
Het water heeft zijn voetstap
uitgewist,
zijn handschrift staat niet meer
geschreven in het zand
en ook de vreemde vloedlijn is
verdwenen,
de schare die niemand tellen kon.
Wij staan er nu,
vogels van vreemde pluimage,
luistervinken die niet deugen,
en nemen het brood ter hand.
Neem en eet
zegt hij over een zee van jaren,
dit is mijn lichaam
dat voor u gesproken is.
Jaap Zijlstra.
Uit„Voor de gelukkige vinder"
Callenbach, Nijkerk
(3)
Ds. Smit van Voorschoten is in het
nieuws. En terecht. Hij belde mij enkele
weken geleden wild enthousiast op om
te vertellen, hoe een preek over het 8e
gebod (Gij zult niet stelen) al 17.000
gulden aan vaste bijdragen voor het
Werelddiakonaat had opgeleverd. Je
kunt ook stelen als je aan de ontbijtafel
zit en echt niet alleen omdat je dan de
jampot voor andersmans neus weg-
graait.
Ds. Smit riep de gemeente van Voor
schoten op om de 2 extra vakantie
toeslag (die" wel beloofd, maar nog niet
geïncasseerd is) al bij voorbaat te offe
ren voor de Wereldhulpaktie. De eer
sten die na de dienst bij hem kwamen
met een concrete toezegging waren de
diakenen. En waar de diakenen begin
nen, moet de gemeente wel volgen.
Zo werd in Voorschoten binnen het
bestek van één dienst (en wat voor
dienst) de sprong gemaakt van diako
naat naar werelddiakonaat. En dat lijkt
elke keer weer een reuze-sprong. Hoe
zit het eigenlijk met het verband tussen
deze twee vormen van diakonaathet
diakonaat aan dichtbij naaste en dat aan
de verste
We dreigen allemaal de ontwikke
lingslanden als het laatste afzetgebied
voor de diakenen te beschouwen. De
armen dichtbij zijn op. Wij hebben im
mers nu de A.D.W. en nu moeten we
(noodgedwongen) de objecten voor
onze liefdadigheid wel verder van huis
gaan zoeken. Gelukkig zijn er nog ar
men aan wie wij onze goeedheid (en
ons slechte geweten) nog kwijt kunnen.
Ook al wonen ze dan (en dat is lasti
ger) wel wat ver weg. We zouden de
collecte vóór de diakonie immers niet
graag missen. Die zilveren (of gouden)
D op het plechtig zwarte fluwelen zakje
staat er immers niet voor niets op. Wij
schaffen nu eenmaal niet graag wat af.
Deze redenering lijkt me de omge
keerde wereld te zijn (en hoe omge
keerd is onze wereld al niet!) Dat is ty
pisch de 19e eeuwse redenering waar
mee heel wat theologen de armoede
probeerden te verklaren de armen zijn
er om de rijken het geven te leren en
zo nog rijker te maken. Want wat is er
beroerder dan wanneer er niemand meer
is, waar je wat aan kunt geven. Dat
noemen wij eenzaamheid. En wie ver
lost de rijke man anders van zijn een
zaamheid dan de arme Lazarus. Als hij
tenminste voor de poort wil blijven lig
gen. Wee Lazarus als hij zijn biezen
paktOok al zijn het dan ook de en
gelen die daar zorg voor willen dragen.
Als de kerk gaat geven, trapt zij altijd
op het scherp van de snede tussen lief
dadigheid en gerechtigheid. Het is niet
voldoende dat er honden zijn, die won
den willen likken. Dat mogen wij op
zondag 6 februari wel goed bedenken.
De kruimpkens van 's Heren tafel mo
gen niet gaan lijken op de brokken
waarmee de rijke man Lazarus liet zit
ten. En wij mogen in de kerk niet als
honden onze eigen wonden gaan likken
en dat voor diakonaat uitgeven. Hoe is
dan de verhouding tussen diakonaat en
werelddiakonaat Is het laatste niet
meer dan een verlate toepassing van het
eerste Een poging om ons zelf te red
den via de ander die gered moet wor
den Of is het diakonaat van meet af
aan werelddiakonaat, gericht op de
naasten, op hen die nog niet of nog
maar amper aan onze tafel zitten
De geschiedenis van het kerkelijke
diakonaat (als ambt en als instituut)
begint in Handelingen 6. Daar worden
de weduwen van de Grieken bij de da
gelijkse verzorging verwaarloosd. De
combinatie van weduwen en Grieken is
frappant. De weduwen hebben in de
bijbel een streepje voor. Hun man is de
Heer zelf, want zij hebben nu eenmaal
geen man meer, die voor hen opkomt.
Er is niemand die zich om hun recht
bekommert (denk aan de gelijkenis van
de onrechtvaardige rechter). En ze zijn
Grieks. Wat wil zeggen ze behoren bij
de eerste verre naasten. De Here houdt
in het Oude Testament al een wakend
oog op de vreemdelingen. Ze zijn of
wij dat nu willen zien of niet, immers
binnen onze poorten. Daar komen we
ze elke zondagmorgen weer tegen. Wij
mogen er niet minder goed voor zorgen
dan voor onze os en onze ezel. En die
komen in die grote herenboerderij, die
onze wereld is, echt wel aan hun trek
ken.
De Grieken zitten aan het langste
eind van de tafel, maar ze trekken aan
het korste eind. De eerste diakenen
werden dus aangesteld omdat er verre
naasten waren, die niet aan hun trek
ken kwamen en dus onrechtvaardig
werden behandeld. Want wat is er on
eerlijker dan overslaan. Daar weten uw
kinderen van mee te praten. Wat is er
in de bijbel meer primair Het diako
naat onder de huisgenoten van het ge
loof of de diensten aan de verre naas
te In Hand. 6 komt het diakonaat te
voorschijn zodra de huisgenoten des
geloofs de verre naasten in de weg gaan
zitten (of omgekeerd!) Maar ons zijn
het ook diakenen met vreemde Griekse
namen. Ze hebben kaas gegeten van
de wereld en daarom zullen ze deze
ook het kaas niet van het brood laten
eten.
Weet U wie de eerste zendeling was?
Dat was een diaken Filippus werd de
woestijn ingestuurd om de Ethiopiër