Tcefruwt
GEBROKEN TROTS
VOORLICHTING
In opdracht van de provinciale depu-
taten voor Kerk en Industrie geeft schrij
ver dezes op classicale ambtsdragers
conferenties enige voorlichting over de
noodzakelijkheid tot oprichting van een
interkerkelijke Stichting voor Kerk en
Industrie in Zeeland.
Daartoe waren zijn trefpunten loka
liteiten in Bergen Zoom voor de classis
Tholen, in Zierikzee, Middelburg en
Goes, dus voor de ambtsdragers van
drie andere classicale ressorten.
De classis Zeeuws Vlaanderen liet
nog niets van zich horen en is dus tot
nu toe in dit opzicht een „achtergeble
ven gebied", maar dit zal zij stellig niet
blijven, want juist in de Kanaal-zone
draait de industriealisatie op volle toe
ren en bestaan er reeds verschillende
aktiviteiten, die van regionale belang
stelling niet zo zuinig getuigen. Het is
zelfs mogelijk dat onze broeders in het
Overjordaanse reeds zó goed georiën
teerd zijn in de problematiek van evan
gelie en industriële samenleving, dat
voorlichting onzerzijds daar tot de over
tollige goede werken zou behoren.
Intussen is het toch echt van belang
dat zowel de provinciale kerkvergade
ring van onze Hervormde broeders als
onze particuliere Synode prijs stellen op
een provinciale organisatie.
Daarover wil ook dit „Trefpunt" eni
ge bescheiden voorlichting geven, te
meer omdat we alléén in Goes op 13
januari j.l. konden spreken over het d.d.
16 december j.l. tot stand gekomen voor
lopig comité, bestaande uit vertegen
woordigers van de provinciale kerkver
gadering met het deputaatschap van
onze P.S. Uiteraard was dit in no
vember op de ambtsdragers-conferen
ties, die toen gehouden werden, nog
niet mogelijk.
Bovenbedoeld „voorlopig comité" is
van oordeel dat het zo spoedig mogelijk
moet komen tot een „provinciale Studie
commissie, bestaande uit 5 Hervormde
en 5 Gereformeerde leden, terwijl de
mogelijkheid wordt open gehouden an
dere kerkformaties in deze zaak te be
trekken en de studie-commissie in die
zin aan te vullen.
Het spreekt vanzelf dat onze P.S. van
23 maart a.s. de Gereformeerde leden
zal moeten benoemen en de provinciale
kerkvergadering haar Hervormde leden.
Ook spreekt het als een boek dat alle
leden van de te benoemen studie-com
missie kind in huis moeten zijn zowel
in het kerkelijk leven als op het terrein
van de industrie en van de bedrijfswe
reld.
Als voorlopig comité leggen wij er
alle nadruk op dat er voortdurend ge
rapporteerd moet worden aan de kerke
lijke vergaderingen, om daar dit kerke-
werk van evangelie en industriële sa
menleving aktueel te houden.
Als tweede fase zullen de resultaten
van de provinciale studie-commissie in
de op te richten regionale commissies
getoetst kunnen worden, want het is be
paald geen sinecure om tot een organi
satie-vorm te komen, die zich bij de
Zeeuwse situatie weet aan te passen en
waarbij het accent zal moeten vallen op
de diakonia (dienst) van- en naar de
kerken. Veel studie, conferenties, voor
lichting en vorming zullen ons dan en
kele jaren te wachten staan.
De directeuren van het kerkelijk
maatschappelijk werk zullen in verband
met één en ander een begroting opstel
len.
Aan de studiecommissie zal worden
opgedragen om vóór 1 januari 1967 met
een uitgewerkt voorstel te komen tot het
slaan van een definitieve brug tussen
de Kerk en het bedrijfsleven in Zeeland.
Schrijver dezes zal in elk geval tot 1
juli a.s. het secretariaat van de studie
commissie kunnen waarnemen.
En daarna Dit staat ter beslissing
aan de Classis Middelburg, die haar
evangelisatie-predikant niet langer dan
tot 1 juli a.s. uitleende aan het provin
ciaal deputaatschap voor Kerk en In
dustrie.
De vergadering van het voorlopig co
mité, 16 dec. j.l. te Goes gehouden,
stond onder het voortreffelijk presidium
van br. L. Hartman.
De eensgezinde samenwerking tussen
onze provinciale deputaten en de repre
sentanten van de Ned. Herv. Kerk is
iets om met fonkelend goud te schrijven
aan de balk van dit Trefpunt.
Wij twijfelen er geen seconde aan of
deze eensgezindheid zal zich bestendi
gen, wat we speciaal in deze gebeds
week voor de eenheid in Christus dank
baar en hoopvol mogen vaststellen.
Boven dit Trefpunt schreven wij
,,Voorlichting"
We varen wat „Evangelie en Indus
trie" betreft toch wel heel gezellig in het
schuitje van drs T. M. Gilhuis te Am-
sterdam-Z. Deze scribent merkte im
mers waarlijk niet ten onrechte op in
het orgaan van de bond onzer Gerefor
meerde Mannenverenigingen, „Op
dracht en Dienst" „de Kerken moeten
steeds meer gaan voorlichten op ge
meente-avonden of in z.g.n. „leerdien-
sten" om ons bij de tijd te houden,
d.w.z. bij het verstaan van Gods Woord
nil Een kerkeraad, die dat niet doet,
faalt
Daar zijn we het con amore mee eens.
De classes van Zeeland zijn voorop-
gegaan met haar ambtsdragers-confe
renties over Kerk en industrie.
De N.C.V.B. zat ook niet stil met
zijn vele avonden, waarop wij mochten
spreken over „Mens en arbeid".
De oecumentische jeugdraad van
Middelburg heeft nota bene heel zijn
programma in deze gebedsweek voor de
eenheid ingesteld op het thema „Kerk
en Werk", o.a. met een forum over de
invloed van de mens op de arbeid en
die van de arbeid op de mens.
Nu zijn de gemeentevergaderingen
aan bod
Welke kerkeraad geeft het startsein
Het werk van- en naar de Kerk ver
eist voorlichting en toerusting in de
Kerk.
Wie dit zou willen ontkennen, onze
Geref. jeugd te Vlissingen allerminst
Deze jongelui verzochten ons eerlang
voor hen en met hen te komen spreken
over „Het werk van de industriepredi
kant".
We hebben er nu al zin in
Eén van onze Geref. Mannenvereni
gingen wilde ons onlangs een avond in
haar midden hebben om het gesprek te
voeren over „de mens in het bedrijf".
Helaas werden we door bizondere om
standigheden verhinderd, maar wat in
het vat zit, verzuurt niet.
Is dit alles nu echt wel nodig
Ja, brood-nodig, want Zeeland is in
de running.
Onze boeren en tuinders worden
steeds meer ondernemers.
Rationalisatie en mechanisatie zijn
aan de orde van de dag.
Kleine agrarische bedrijven smelten
weg.
Mejuffrouw van Leeuwen zei op de
predikantenconferentie van de C.B.T.B.
op 11 januari j.l. te Goes wel zeer te
recht dat „de industrialisatie en de
voortschrijdende techniek alle verhou
dingen doorbreekt".
Ook merkte zij op „dat de boeren hun
vensters dienen te openen naar de an
dere maatschappelijke verbanden".
De voorlichting van de C.B.T.B. is
van zessen klaar.
De Kerk mag daarvoor niet onder
doen.
Zij heeft de dure roeping onze indus
triële samenleving te trainen in het luis
teren naar de eisen en beloften van
Gods Woord, want zó alleen zal de
industrie geen producent zijn van ver-
nietingskrachten, maar tot een bron van
zegen worden gesteld door de Overste
van de koningen der aarde, Die alle
dingen nieuw maakt. D. R.
het woord van wie men zegtzo een
middenman wat heb je er aan maar is
er sprake van een manmoedig gedrag.
De Synode hoopt dat tijd raad brengt
niet uit zekere karakterloosheid en ge
mis aan besluitkracht, zoals geschreven
werd, maar om des lieven vredeswil,
hetgeen inderdaad niet erg stoer zou
kunnen schijnen, maar met de wil elkaar
vast te houden en een breuk te voor
komen.
Nu zijn er ongetwijfeld lieden die het
de Synode kwalijk nemen geen beslis
sing te hebben genomen en zo gezegd
uit angst te hebben gehandeld, angst of
vrees die altijd een slechte raadgeefster
is. Ik las daarvan „de Synode nadert
uit een begrijpelijke angst voor scheu
ring bedenkelijk dicht de karakterloos
heid. Dit laatste is echter een nog gro
tere blamage voor een kerk dan een uit
eengaan van mensen met aan elkaar
tegenovergestelde opvattingen". Ik kan
dit laatste krantengevoelen niet delen
en vindt het bedenkelijk zo iets te pu
bliceren. 't Lijkt wel alsof men zegt nu
dan moeten we maar van elkaar gaan,
maar Assen moet weg. Ik meen dat al
weer een kerk er bij, alweer een scheur,
wel de grootste blamage voor de kerk
zou zijn Elkaar loslaten is altijd nog
gemakkelijker te doen dan elkaar vast
houden door elkanders moeilijkheden te
verdragen.
Het laatste is altijd nog meer bewijs
van christelijke liefde dan te zeggen
„hier scheiden onze wegen" om dan la
ter zeker weer pogingen tot hereniging
te doen. Neen, d.i. een m.i. wel zo be
denkelijke methode dat het christelijk
hart daar niet aan mag willen.
Ik ontken niet dat ons gereformeerd
volksdeel in een crisis verkeert doordat
sommigen wat altijd voor onomstotelijke
waarheid werd gehouden, nu niet zo on
omstotelijk meer blijken te houden. Er
zijn inderdaad wel principiële dingen in
het geding, zodat het niet met een
Hooggeleerde ter Synode alleen een
formele kwestie is wat Assen aangaat.
Ik vraag me ook af of ons gerefor
meerde volksdeel erg in de war is en de
crisistoestand beseft. Ik noem een paar
kerkelijke vergaderingen.
Op de Classis Zierikzee heb ik er nog
geen woord over gehoord. En de Clas
sis Goes heeft blijkbaar wel andere be
langstelling, gelezen het omvangrijke
rapport door het Geref. Weekblad de
zer dagen gepubliceerd.
Reeds met het oog op zo iets kunnen
we een breuk niet riskeren.
Welke waarde ik moet hechten aan
een stem die me in het oor fluisterde
dat een breuk onvermijdelijk is en hier
slechts van een „nog niet" moet worden
gesproken, weet ik niet, maar 't zou wel
erg zijn
Er komt dus nu een nieuw deputaat
schap. Accoord Maar laat er dan nu
grote openheid komen en geen geheime
consistories of commissie-vergaderingen
de zaak bedisselen. Mijn bezwaar tegen
het werk van dr Arntzen is o.a. dat
deze ons niet met een brochure op het
lijf had moeten komen, maar met een
„pil", d.w.z. met een lijvig boekdeel. Ik
denk zo wel eens als doodgewone do-
miné wat hebben we toch aan al die
promoties en al die doctores ecclesiae
of theologiae als ze nooit meer iets van
zich laten horen op wetenschappelijk
gebied na hun promotie
Mij dunkt die doctorstitel moest als
men na zeg vijf of tien jaar niet nog
weer iets goeds had gepresteerd door
de betrokken faculteit maar terugge
vraagd worden, of liever ongedaan wor
den gemaakt. Of ligt er zo veel studie
materiaal in de lade
Prof. Bavinck, de oude. hoorde ik
eens in dezelfde geest verklaren er
wordt wel gestudeerd, maar niet gepu
bliceerd. Laat ons het eerste geloven en
van het tweede hopen dat publicatie
alsnog volgt. En overigens denk ik aan
de gezegden beidt uw tijd en grijpt als
het rijpt. En rijp. neen dat was de ont
krachting van Assen 1926 blijkbaar
vooralsnog niet.
Misschien heb ik in dit artikel wel
op enkele lange tenen getrapt en een te
haastig gebakerd schrijver met een glas
water besproeid, 't kan zijn laat het
dan olie op hun schedel wezen.
't Kan ook zijn dat ik soms iets te
pedant heb geschreven dit worde me
dan bij voorbaat vergeven.
Brouwershaven B. WENTSEL.
FEUILLETON
door
HERMAN NOORMAN
31)
„Dat niet, Abel, tenminste nog niet. Ik weet niet, wat
er nog eens gebeuren zal, maar zo moeten we nu nog
niet doen."
„Je hebt gelijk, Kea. Vergeef me. Voor jou is het nog
veel moeilijker dan voor mij, want je hebt met je vader
te maken."
„We moeten geduld hebben, Abel. Elkaar niet spreken.
Schrijf mij zo nu en dan. Je krijgt telkens antwoord terug.
Bet is te vertrouwen. Verder moeten we voorlopig nog
niet gaan. En geloof me, ik zal niet rusten. Misschien is
er met vader nog land te bezeilen. En misschien kan ik
op de duur moeder bewegen, een goed woordje bij vader
te doen."
Abel voelt, dat zij gelijk heeft. Hoe hij het geval ook
bekijkt, er zit niets anders op, dan geduld te oefenen.
Langer dan Kea van plan was, blijven ze bij elkaar.
Maar eindelijk dan toch moeten zij afscheid nemen. Ze
besluiten niet gezamenlijk weg te rijden, opdat ze niet
gezien zullen worden. Dus fietst Kea naar „Wcsthove"
terug en Abel fietst langs een omweg naar het dorp.
Van hun voorgenomen briefwisseling zo nu en dan,
komt niets terecht. De boer van „Westhove" neemt zijn
maatregelen goed. Als Bet Haverman de volgende zondag
op de boerderij is, weet hij, bij afwezigheid van Kea, haar
te zeggen „Het is beter dat je hier niet meer komt. Je
spreekt elke dag in de school die Lasterie en kunt zo met
hem over Kea praten, misschien wel boodschappen over
brengen. Dat neem ik je niet kwalijk, tenminste ik kan
dat van jullie verwachten. Tussen Kea en Lasterie mag
geen enkele connectie zijn. Je weet er natuurlijk alles van,
want Kea zal je wel op de hoogte hebben gebracht. Die
vent misschien ook wel. Het kan me allemaal niets sche
len. De verhouding moet zo gauw mogelijk dood. Kca is
dwaas om zo te doen. Zij heeft haar vader te gehoor
zamen. Dus even goede vrienden, ik heb niks tegen je,
dat weet je, maar alleen om de zaak doe je goed, hier
niet weer te komen. Ik hoop, dat Kea gauw tot andere
gedachten gekomen is en dan kunnen jullie, wat mij be
treft, weer vriendinnen zijn".
Met stomme verbazing heeft Bet Haverman zitten luis
teren. Zij moet dan toegeven, dat de boer consekwent is.
Intussen, hij lijkt zijn verstand wel niet te hebben
„Als u mij de toegang tot de boerderij ontzegt, moet ik
natuurlijk wegblijven, Steendam. Alleen, ik begrijp niets
van uw houding. Hoe kunt u Kea toch zo tegenwerken
Dat is
„Ik heb je mening niet gevraagd. Die begrijp je toch
niet. Daarvoor moet je boer zijn. 't Is erger, dat Kea het
niet inziet en dat ik zulke maatregelen nemen moet, om
haar dat aan het verstand te brengen. En nu genoeg hier
over."
Dan is Bet Haverman de mond gesnoerd. Ze zwijgt
verder en neemt spoedig afscheid. Kea komt op de hoog
te, want haar vader deelt haar eenvoudig mee wat hij
gezegd heeft tot de onderwijzeres als ze nog in 't vertrek
is. Kea reageert er niet op. Ze kijkt alleen haar vader
smartelijk aan.
„Het spijt me vreselijk", zegt zij, als ze met haar vrien
din op het erf staat. Die heeft de fiets aan de hand. Het
kost Kea moeite om niet in tranen uit te barsten.
„Jij kunt er niets aan doen, kind. Ik vind het bespotte
lijk in zekere zin. Maar aan de andere kantje vader is
pienter genoeg, om te begrijpen, dat ik een goede bood
schapster zou zijn tussen Lasterie en jou. Hij is conse
quent. Jullie tweeën moeten gescheiden blijven. Je zult het
hebben te dragen."
„Zolang dat duurt", zegt Kea hard.
Dan, met een snik in de keel, wendt zij zich af en snelt
naar binnen, naar boven, waar zij haar verdriet uitschreit.
Abel klemt de tanden op elkaar, als zijn collega hem de
volgende dag meedeelt, wat de boer haar heeft gezegd.
Nu weet hij niet meer, hoe Kea te bereiken. Alleen in de
kerk kan hij haar zien en buiten het gebouw, als dat lukt,
een blik toewerpen
In het dorp blijven de maatregelen die Steendam neemt,
geen geheim.
Bet Haverman loopt er niet mee te koop, maar als haar
wordt gevraagd, waarom zij niet meer met Kea bevriend
is, deelt zij de reden onomwonden mee. De mensen lachen
er wat om. En het doet de naam van de boer van „West
hove" geen goed.
Dat blijkt zo duidelijk als het kan in de eerste helft van
december. Zoals altijd omstreeks die tijd is er jaarver
gadering van de schoolvereniging. Hij is aan de beurt van
aftreden als bestuurslid.
Volgens het reglement geeft het bestuur een tegen-
candidaat, doch dat is altijd een formaliteit. De aftredende
wordt herkozen.
Is er een onderlinge afspraak of handelt ieder op eigen
houtje Niemand weet het te zeggen. Maar zeker is, dat
dominee, als voorzitter, bij de uitslag moet constateren,
dat op het aftredend lid tien stemmen zijn uitgebracht en
op zijn tegen-candidaat, Van Muilwijk, de rest, zodat deze
laatste met een verpletterende meerderheid is gekozen en
Steendam er, om zo te zeggen, uitgeknikkerd is. Het is
tot nu toe iets ongehoords in deze vereniging.
„Mag ik vragen", merkt de dominee op, onder grote,
gespannen stilte, „of Van Muilwijk zijn benoeming aan
neemt
Deze aarzelt even, maar zegt dan „Ja, voorzitter, de
stemming heeft mij aangewezen. Ik heb geen reden om te
bedanken."
„Dan wens ik u geluk met de uitslag en ik hoop, dat u
nuttig werkzaam mag zijn in het belang van onze school
vereniging."
Vrijwel alle blikken richten zich op Steendam. Maar
diens gelaat is ondoorgrondelijk. Niets verraad zijn ge
voelens. Een opmerkzaam toeschouwer zou alleen gezien
hebben dat hij driftig op zijn sigaar zat te kauwen.
(Wordt vervolgd)